Schadeclaim voor de bijdrage van Rabobank aan natuurverwoesting in Brazilië: minstens 9,5 miljard euro (Greenpeace)

Bedrijven en financiële instellingen verdienen goed geld aan natuurverwoesting. Rabobank is hier een mooi voorbeeld van. De bank maakte minstens 700 miljoen euro winst in sectoren met groot ontbossingsrisico in Brazilië. Maar als bankiers de maatschappelijke schade vergoeden die voortkomt uit hun financiële diensten, dan had Rabobank geen winst, maar een miljardenverlies gemaakt.

Rabobank in Brazilië

Trap niet in de mooie woorden van Rabobank. Buiten het zicht laat de bank een spoor van vernieling achter in bijvoorbeeld Brazilië. De bank financiert al tientallen jaren sectoren waarvan de bankiers weten dat ze een groot risico vormen voor ontbossing en natuurverwoesting. De gevolgen van deze verwoesting kennen de bankiers beslist: een hetere aarde, extreem weer, veel minder biodiversiteit en schendingen van de rechten van mensen die in de bossen leven.

Omdat de maatschappij de kosten van deze gevolgen draagt, maakt Rabobank winst. Wij hebben onderzoeksbureau Profundo laten berekenen wat de natuurverwoestende activiteiten nog zouden opleveren als de bank wél de schade betaalt waarvoor zij direct verantwoordelijk is. Dan zie je dat er geen verdienmodel is voor natuurverwoesting.

Een duik in Rabobank’s business

Al een paar maanden is Profundo bezig met een diepe duik in de financiële stromen van Rabobank tussen 2000 en 2023 naar Braziliaanse sectoren met een groot risico op ontbossing. Het gaat om de rundvleessector, de sojasector en ook de Nederlandse vee-industrie, die voor een groot deel afhankelijk is van Braziliaans sojavoer. Voor deze sectoren verdwijnen regenwouden, savannes en oerbossen in rap tempo, ongeacht of daar Inheemse volken of bijzondere dieren wonen. 

In juli 2023 berekenden de onderzoekers de totale kosten van de schade die gelinkt is aan de verwoestende geldstromen naar Brazilië. Het gaat dan om bijvoorbeeld het verlies van regenwoud, en de alsmaar uitdijende rundvleesindustrie met bijbehorende methaanuitstoot, die zorgt voor enorme klimaatopwarming. Bovendien worden mensen ziek door rook van bosbranden en grootschalig gebruik van pesticiden.

Het onderzoek liet zien dat de kosten van deze klimaat, milieu- en gezondheidsschade neerkomen op minimaal 66 miljard euro. Als de onderzoekers uitgaan van een ander rekenmodel, waarbij de toekomstige schade van klimaat- en natuurverwoesting ook wordt meegenomen, lopen deze kosten zelfs op tot 450 miljard euro. 

Wat moet Rabobank betalen?

Rabobank is niet de enige partij die verdient aan projecten die ontbossing en natuurverwoesting hebben veroorzaakt. De sojaboon of het runderlapje – mede mogelijk gemaakt door Rabobanks financiering –  gaat door een keten aan bedrijven die allemaal winst maken. 

In een vervolgonderzoek berekende Profundo welke schadeclaim direct aan Rabobank toekomt. Dat toont aan dat Rabobank verantwoordelijk is voor minstens 9,5 miljard euro van de totale schade, in het ongunstigste scenario loopt die verantwoordelijkheid zelfs op tot 61 miljard euro. 

Bij het berekenen van het aandeel van Rabobank bekeken de onderzoekers meerdere factoren, zoals de gemaakte winst en de kennis van de betrokken ketenspelers. Zo kun je je voorstellen dat Rabobank toegang heeft tot veel (wetenschappelijke) informatie over de risico’s en de schadelijke gevolgen van ontbossing. Maar dat geldt niet voor kleine Braziliaanse restauranthouders of Nederlandse boeren die veevoer gebruiken. Omdat een grote internationale bank geacht wordt de impact van zijn dienstverlening volledig te kennen, wijst Profundo de bank meer verantwoordelijkheid toe dan de kleinere spelers in de keten. Meer over de berekeningen van Profundo vind je in de Leeswijzer.

Zodra de werkelijke kosten van natuurverwoesting worden doorgerekend, valt het verdienmodel weg

  • Totale financiering in sectoren met groot risico op ontbossing: 9,7 miljard dollar
  • Winst gemaakt met deze financieringen: minstens 0,7 miljard dollar
  • Totale maatschappelijke schade door deze financieringen: 66 miljard euro, mogelijk oplopend tot meer dan 450 miljard euro.
  • Maatschappelijke schadeclaim aan Rabobank: in het lage scenario 9,5 miljard euro en in het hoge scenario 61 miljard euro.

Wat moet er gebeuren?

Om een einde te maken aan ontbossing en natuurverwoesting en de slachtoffers te compenseren moeten er zo snel mogelijk twee dingen gebeuren:

  1. Er moet per direct een einde komen aan financiële dienstverlening van Rabobank en andere financiële instellingen aan landbouwactiviteiten die milieu- en klimaat- en gezondheidsschade veroorzaken. 
  2. Rabobank en andere ketenspelers moeten gaan betalen voor de reeds veroorzaakte schade die het gevolg is van hun dienstverlening in het heden en uit het verleden. 

Landen en mensen in het globale zuiden hebben steun nodig bij het tegengaan van de ergste gevolgen van klimaatopwarming en natuurverwoesting, zoals droogte, overstromingen en onvoorspelbaar weer. Want juist die mensen en landen die het minste hebben bijgedragen aan de klimaatcrisis en natuurverwoesting, worden het hardst geraakt door de gevolgen ervan. Het is niet meer dan logisch dat bedrijven en financiële instellingen die jarenlang winst maakten ten koste van natuur en milieu, zoals Rabobank, gaan meebetalen om de aarde voor iedereen leefbaar te houden. 

Systeemfout

Dit rapport is slechts één van de vele rapporten die uitwijzen dat (Europese) geldstromen bijdragen aan klimaat-, natuur- en gezondheidsschade wereldwijd. Om de huidige klimaat- en natuurcrisis niet verder te verergeren en de extreme gevolgen ervan zoveel mogelijk te beperken, is radicale hervorming van de financiële sector noodzakelijk. De overheid moet wetten maken die financiering van natuurverwoesting gaan verbieden.  

Stop de smerige sponsorships van Rabobank

Rabobank is al jarenlang trotse sponsor van natuurverwoesting, dierenleed en veel te veel stikstof. Vind jij ook dat dit moet stoppen?

Doe mee

Wat kan jij doen?

Om deze eis kracht bij te zetten, komen we op woensdag 11 oktober in actie tegen Rabobank. Doe je mee? Een massale opkomst is belangrijk om een sterk statement te maken. Hier kun je je aanmelden voor de informatiesessie en actietrainingen.

The post Schadeclaim voor de bijdrage van Rabobank aan natuurverwoesting in Brazilië: minstens 9,5 miljard euro appeared first on Greenpeace Nederland.

https://www.greenpeace.org/nl/natuur/60407/schadeclaim-voor-de-bijdrage-van-rabobank-aan-natuurverwoesting-in-brazilie-minstens-95-miljard-euro/

Meer dan 15.000 dieren dood door bosbrand Tenerife (Animals Today)

https://afbeeldingen.animalstoday.nl/2023/09/animalstoday-bosbrand-Tenerife-screenshot-1a-video-France-24-English-YT-110x110.jpg

Vele tienduizenden dieren in Europa zijn slachtoffer geworden van de ernstige bosbranden in  beschermde natuurgebieden, waaronder op het Canarische eiland Tenerife, onderdeel van het Natura 2000-netwerk. Natuurbeschermingsorganisatie Franz Weber Foundation (FFW) schat op Tenerife het aantal dode dieren op 15.000, waarbij huisdieren en vee zijn...

Het bericht Meer dan 15.000 dieren dood door bosbrand Tenerife verscheen eerst op Animals Today.

https://www.animalstoday.nl/15000-dieren-dood-bosbrand-tenerife/

De Caribische eilanden als het klimaat-voorland voor Nederland (De Erfgoedstem)

Dit interview is onderdeel van een reeks over klimaatverandering en erfgoed. De reeks is een initiatief van het platform Klimaat en Erfgoed. Periodiek verschijnt er een interview met een expert. Dit keer is het woord aan Suzanne Loen. Als landschapsontwerper en onderzoeker initieert ze en is ze betrokken bij projecten in het Caribisch gebied, waar de gevolgen van klimaatverandering acuter zijn dan in Nederland en versterkt worden door menselijk handelen in het verleden en heden.

Heb je vragen over het interview of wil je meer weten? Neem dan contact op met het platform via info@klimaatenerfgoed.nl of bezoek onze website / LinkedIn pagina.

Kan je iets over jezelf vertellen en over jouw betrokkenheid bij het onderwerp van klimaat en landschap?

Op dit moment werk ik onder andere aan projecten in het Caribisch gebied en adviseer ik verschillende gemeenten op het gebied van landschap en erfgoed zoals bijvoorbeeld bij de versterking van de IJsseldijken in de Krimpenerwaard. Daarnaast geef ik ook de minor Heritage and Design bij de sectie Landcape Architecture aan de TU Delft. Dit is een keuzevak dat open staat voor studenten vanaf het tweede jaar van alle universiteiten en faculteiten ook buitenlandse studenten zijn welkom. De studenten onderzoeken historische groen- en waterstructuren, zoals Agnetapark in Delft, en maken een herontwerp. De verschillende visies op groen en watererfgoed van de studenten maken het vak heel inspirerend om te geven. Ik ben destijds ook in Delft afgestudeerd en heb daarna bij de sectie Landschapsarchitectuur met mijn collega Inge Bobbink gewerkt aan de publicaties Land inZicht en Water inZicht. Dit heeft mij in de richting van cultuurhistorische landschappen en watersystemen gestuurd.

Eén van de dingen die ik mijn studenten leer is dat in Nederland de waterhuishouding lang sturend is geweest voor de inrichting van het landschap. Van oorsprong is de watermachine sterk verankerd in het landschap. Het Nederlandse landschap is een grotendeels door mensen gevormd landschap, door toedoen van menselijk handelen en technische ontwikkelingen. Kennis over de ontwikkelingsgeschiedenis van ons landschap is essentieel om onze historische water- en groenstructuren te begrijpen.

Via een collega aan de TU Delft, Mo Smit, ben ik in 2015 betrokken geraakt bij een onderzoeksproject naar de woon-en werkomgevingen van de textielindustrie Indonesië. Hier zag ik dat fabrieken, die grotendeels voor Nederlandse kledingmerken produceerden, extreme hoeveelheden grondwater onttrokken, met bodemverzakkingen en overstromingen tot gevolg, en tegelijkertijd het oppervlaktewater vervuilden. Het ecologische evenwicht en de zoetwatervoorziening wordt hierdoor ernstig bedreigd. Indonesië is hierin niet uniek. Over de hele wereld is sprake van een verstoorde relatie tussen zoetwatermanagement en ruimtelijke ontwikkeling, ook in Nederland. Door dit project ben ik mij gaan toeleggen op onderzoek naar potentie van historische zoetwatersystemen voor een veerkrachtig waterbeheer.

Op de universiteit en in ons vakgebied was nog weinig aandacht voor zoetwatermanagement en drinkwatervoorzieningen; de meeste aandacht ging toen nog uit naar waterveiligheid.

Daarom ben ik het onderzoeksproject ‘Thirsty islands’ gestart. In 2020 startte het project op Curaçao in samenwerking met National Archaeological Anthropological Memory Management (NAAM). Vanaf dit jaar heeft het project vervolg gekregen in het Erfgoed Deal project Awa pa Kòrsou (Water voor Curaçao) in een consortium van Curaçaose natuur- en erfgoedorganisaties. In april van dit jaar ben ik gestart met een onderzoek naar potentie van watererfgoed voor een veerkrachtige zoetwater voorziening op Bonaire in samenwerking met Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed (KIEN) en Immaterieel Erfgoed Bonaire (IEB). Het koloniale verleden en handelen speelt natuurlijk ook een belangrijke rol in beide projecten.

Mijn keuze om eilanden te onderzoeken heeft er onder andere mee te maken dat eilanden en eilandgemeenschappen van oudsher op zichzelf waren aangewezen en ook op het gebied van zoetwaterbeheer zelfvoorzienend moesten zijn.

Eilanden zijn omringd door zout water, beschikken over relatief weinig natuurlijke zoetwaterbronnen en hebben beperkt ruimte om water op te slaan. Dat maakt dat ze leerzame voorbeelden zijn. Ook voor meer complexe en waterrijke deltagebieden als in Nederland.

In Caribisch Nederland stelde de Nederlandse Staat haar eigen economische belangen eeuwenlang boven het welzijn van de lokale gemeenschap en de natuur. Dat is terug te zien in de manier waarop zoetwater werd geëxploiteerd. De gevolgen van klimaatverandering op de Caribische eilanden zijn ook een voorteken voor de toekomst van Nederland. Vanuit mijn ervaring met dit project kijk ik nu met een andere blik naar Europees Nederland, waar de beschikbaarheid van zoet water lang als vanzelfsprekend is gezien maar dat eigenlijk niet meer is.

data:image/svg+xml,%3Csvg%20xmlns='http://www.w3.org/2000/svg'%20viewBox='0%200%201024%20442'%3E%3C/svg%3E

De Caribische eilanden kennen een lange traditie van het opvangen van regenwater. Deze afbeelding geeft het principe weer van regenwater opvang en distributie systeem van een Bonairiaans landhuis. 
Bewerkte foto van Landhuis Rooi Lamoenchi, Bonaire (juni 2023). Fotograaf Jet Bakels/Kien. Beeldbewerking LILA Living Landscapes.

Wat merk jij nu al van klimaatverandering en landschap?

De laatste tijd is er natuurlijk veel in het nieuws over extreme hitte en bosbranden in Zuid Europa. Ik heb het idee dat de prognoses worden ingehaald door de actualiteit.

Het aantal piekbuien en langdurige periodes van de droogte en hitte nemen enorm toe. Op de Caribische eilanden is nu al te zien dat de impact van klimaatcrisis versterkt wordt door de aantasting van de natuurlijke veerkracht van de eiland ecosystemen. In het verleden heeft bijvoorbeeld onder koloniaal gezag overexploitatie van watersystemen en grootschalige ontbossing plaatsgevonden. Dit leidt tot op de dag van vandaag tot erosie en beperkt vermogen om regenwater vast te houden in de bodem. Tegenwoordig legt het toerisme ook een groot beslag op de zoetwatervoorziening. Het beleid en de inrichting van de leefomgeving zijn nog niet goed aangepast aan de nieuwe werkelijkheid.

Een ander probleem is de verzilting van zoetwaterbronnen en de natuur langs de kust als gevolg van de stijgende zeespiegel. Dit probleem is al langer bekend. De vraag naar zoet water overstijgt al lange tijd het aanbod. Al vroeg is op de eilanden begonnen met desalinatie van zeewater. De oudste desalinatie-installatie ter wereld staat dan ook Curaçao.

Juist door de beperkte beschikbaarheid van zoet water kennen de Caribische eilanden een lange geschiedenis van cisternen en opslag van regenwater in bakken of kruiken. Uit angst voor ziektes die door muggen kunnen worden overgedragen werd dit, ook door de komst leidingwater, steeds meer actief ontmoedigd door de overheid.

Volgens mij moeten we meer terug naar een combinatie van centrale stedelijke systemen en decentrale huisgebonden systemen. We zouden veel meer regenwater kunnen opslaan, uiteraard rekening houdend met de grondwaterspiegel, en moeten afkicken van onze verslaving aan de voortdurende beschikbaarheid van 100% gefilterd drinkwater.

Vroeger gebruikten we ook in Nederland drie soorten waterstromen: putwater (grondwater), oppervlaktewater en regenwater. De kwaliteit en beschikbaarheid bepaalde of het gebruikt werd als drinkwater, kleding wassen en/of bewateren van gewassen. Waar mogelijk ving men zelf zijn eigen regenwater.

Wat is je toekomstverwachting ten aanzien van de gevolgen van klimaatverandering voor landschap?

Van oudsher heeft de industrie op de Caribische eilanden een grote invloed op de drinkwatervoorziening. De eerste zoetwaterbronnen in het Caribische gebied werden geconfisqueerd door Shell. Shell en Nederlandse Staat waren in die tijd twee handen op één buik. In tijden van nood kon Shell dan zoetwater verkopen aan inwoners. In Nederland hadden bierproducenten hadden een vergelijkbaar monopolie op drinkwater in de 16e en 17e eeuw. Het is mijn overtuiging dat drinkwater een gemeengoed is, voor het algemene nut. Commerciële ondernemingen, boeren en industrie mogen hierin niet bevoordeeld worden. Het water dient eerlijk verdeelt te worden. Ook de natuur, planten en dieren hebben recht op water. Eigenlijk is dat een politieke discussie. Laatst was in het nieuws dat Uruguay, dat met extreme droogte en drinkwater tekorten kampt, een data centrum van Google wil gaan voorzien van koelwater. Dit water wordt onttrokken uit de publieke drinkwatervoorziening. Een commerciële gigant wordt hierin bevoordeeld en zet de overheid voor het blok. Uruguayanen verzetten zich terecht tegen dit misbruik van de publieke watervoorziening. Ik vind dat een heel angstaanjagend scenario. We moeten uitkijken dat we niet teruggaan naar een neokoloniaal systeem, waarin drinkwatervoorzieningen worden onttrokken aan het publieke domein door machtige commerciële bedrijven.

Daarnaast zie ik dat we eigenlijk allemaal wel weten dat er drastisch iets moet gebeuren. Alleen wil de één sneller veranderen dan de ander. Zie bijvoorbeeld de weerstand die de activisten van Extinction Rebellion oproepen. Vanuit dezelfde wetenschap kun je op verschillende manieren reageren. Soms ontkennen mensen de klimaatcrisis omdat ze nu al onzeker zijn over hun bestaan. Niet iedereen kan van het gas af en zich een huis veroorloven op de heuvelrug veilig boven NAP. We moeten daarom oog hebben voor de zwakste groepen in de samenleving en sensitief te werk gaan, want de ongelijkheid wordt alleen nog maar vergroot door klimaatverandering.

data:image/svg+xml,%3Csvg%20xmlns='http://www.w3.org/2000/svg'%20viewBox='0%200%201024%20724'%3E%3C/svg%3E

Handreiking ‘Ruimte voor de Rooi’ / Room for the Rooi
Een erfgoed- en natuurinclusieve benadering voor ruimtelijke ontwikkeling die het Curaçaose historische watersysteem van rooien en dammen als uitgangspunt neemt. 
Afbeelding LILA Living Landscapes.

Welke maatregelen moeten we nemen om de schade te beperken?

Historische groen- en waterstructuren zijn steeds harder nodig, aan de andere kant verzwakken ze door exotische plagen en weersextremen. Het waterpeil fluctueert, oevers storten in en inheemse beplanting kan de hitte en verdroging niet aan.

Volgens mij moeten we bij het behoud van deze structuren veel meer rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering en soms ook afscheid durven nemen van een bepaalde historische, inheemse plantensoorten.

Daarnaast zouden we ons in de ruimtelijke ordening veel bescheidener en dienstbaarder moeten opstellen ten opzichte van de natuur. We moeten ons verdiepen in hoe we onze leefomgeving aan kunnen passen om ruimte te bieden aan biodiversiteit. Ik zie vaak renders van natuurinclusieve plannen maar die zien er vaak nog generiek uit. We moeten daarin uitkijken voor ‘greenwashing’ van ruimtelijke ontwikkelingen.

“Wij houden de paraplu vast met daaronder alle flora en fauna. Wij hebben de paraplu kapot gemaakt en nu moeten we hem gaan herstellen.”

Welke kansen zie jij in het landschap om bij te dragen aan klimaatadaptatie of klimaatmitigatie?

Ik zie veel kansen voor klimaatadaptatie en herstel van de biodiversiteit door terug te gaan naar schaalverkleining van het landschap en een eerlijkere verdeling van de macht. Het hedendaagse landschap is gevormd door de ruilverkaveling van de 20e eeuw. Hoe grootschaliger het landschap werd ingedeeld, des te minder eigenaren nodig waren. Vroeger hadden we bijvoorbeeld veel meer waterschappen. Het landschap zelf en het beheer waren fijnmaziger. Nu is watermanagement gecentraliseerd en ligt de verantwoordelijk volledig bij de overheid. Waterschappen zeggen juist: ‘We kunnen het niet allemaal meer alleen.’ De inrichting en het beheer van het landschap zou een meer gedeelde en gezamenlijke opgave kunnen zijn.

Wil je nog iets kwijt?

Landschappen zijn dynamisch. Nederland heeft een traditie van alles vastleggen in regels zet op elke postzegel ruimte een stempel (lees: bestemming). We gaan nu een andere fase in. Ik wil graag een oproep doen anders te kijken naar erfgoed en kansen te zien.

Laatst sprak ik een collega uit het buitenland en die zei: ‘Er zijn nauwelijks ruïnes in Nederland!’. Verval wordt nog niet genoeg omarmd. Terwijl ruïnes en scheepswrakken juist ideale kraamkamers zijn voor flora en fauna. We moeten op een andere manier naar de waardes van erfgoed leren kijken en ook afscheid durven nemen. Zolang we de kennis die in ons erfgoed besloten ligt maar ontsluiten voor toekomstige generaties. De vraag is alleen of de erfgoedsector daar klaar voor is.

De Traditionele Ecologische Kennis (TEK) van eilandgemeenschappen is bijvoorbeeld een belangrijke bron van kennis voor de opgaven van nu. Zoals de kennis over het opvangen van regenwater en welke gewassen goed gedijen in een bepaald landschap. Bovendien is het ontsluiten van deze kennis een kans om te komen tot een meer inclusieve- en integrale erfgoedpraktijk, van zowel materieel- als immaterieel erfgoed.

Verder lezen project Thirsty Cities:

Thirsty Islands and Water Inequality: The Impact of Colonial Practices on Freshwater Challenges in the Dutch Caribbean

Room for the Rooi: 3 lessons from the past for future water sensitive planning on Curaçao

The post De Caribische eilanden als het klimaat-voorland voor Nederland appeared first on De Erfgoedstem.

https://erfgoedstem.nl/de-caribische-eilanden-als-het-klimaat-voorland-voor-nederland/

Photos from Nederlands Instituut Publieke Veiligheid – NIPV’s post (IFV Facebook)

‘Een kleine natuurbrand kan in Nederland al heel snel veel impact hebben. Want waar natuur is, daar zijn ook mensen. Daar heb je recreatie, campings en mensen die wandelen of fietsen en mensen die er in of omheen wonen’, zegt natuurbrandonderzoeker Brian Verhoeven. ‘Je moet slim te werk gaan bij het beheersen van natuurbranden.’

‘Je kunt een natuurbrand op twee manieren bestrijden. Met water haal je de warmte eraf en dan is er niet genoeg warmte meer voor het vuur om over te slaan op het volgende plantje. Een tweede optie is om brandstof weg te halen. Dat kun je doen door de bodem helemaal kaal te maken. Als het vuur daar dan komt, dan heb je in ieder geval meer kans dat het vuur daar ook stopt.’

‘Door beheerbranden uit te voeren haal je brandstof preventief weg en zorg je ervoor dat natuurbranden minder kans maken. In Catalonië bijvoorbeeld hebben ze daar veel ervaring mee. Dat is soms zelfs bevorderlijk voor de biodiversiteit.’

‘Hoe een natuurbrand begint, moet je los zien van wat de natuurbrand daarna doet. Door klimaatverandering wordt het in het algemeen warmer en ook droger. Als het droger wordt, dan wordt op een gegeven moment vegetatie beschikbaar om te branden. En als je dan een ontstekingsbron hebt, dan kan de natuur gaan branden. Was die vegetatie nat, dan kun je er misschien wel een vlammetje bijhouden, maar dan gaat dat niet branden. Dus in die zin speelt klimaatverandering zeker een rol.’

Luister het gehele interview met Brian in de podcast ‘#12 - Kan de brandweer natuurbranden voorkomen door zelf fik te stoken?’ https://www.nporadio1.nl/podcasts/kennis-en-co/93872/12-kan-de-brandweer-natuurbranden-voorkomen-door-zelf-fik-te-stoken

Het NIPV draagt bij om beter te reageren en anticiperen op klimatologische excessen. Met onderzoek, ondersteuning, onderwijs en informatie.

https://scontent-dus1-1.xx.fbcdn.net/v/t39.30808-6/368018356_679930760834557_4373116011606302273_n.jpg?stp=dst-jpg_p720x720&_nc_cat=107&ccb=1-7&_nc_sid=730e14&_nc_ohc=pa46M5MoRPgAX9mQwO9&_nc_ht=scontent-dus1-1.xx&edm=AJdBtusEAAAA&oh=00_AfCuuKEO4EbIsL3DqE-8aADUcfcJu9po-HgG64O43UEAAw&oe=64F1E030



https://scontent-dus1-1.xx.fbcdn.net/v/t39.30808-6/368018975_679922580835375_882831970939612375_n.jpg?stp=dst-jpg_p720x720&_nc_cat=101&ccb=1-7&_nc_sid=730e14&_nc_ohc=za-GdvEMy-0AX-zorTW&_nc_ht=scontent-dus1-1.xx&edm=AJdBtusEAAAA&oh=00_AfBrVFfoK0MGxbV96qY62XuY88Z3jPJCfyiAJe1Yibfpgw&oe=64F26B7F



https://scontent-dus1-1.xx.fbcdn.net/v/t39.30808-6/368026995_679913590836274_5168126995662101172_n.jpg?stp=dst-jpg_p720x720&_nc_cat=111&ccb=1-7&_nc_sid=730e14&_nc_ohc=VqhyG7SEz14AX8filAy&_nc_ht=scontent-dus1-1.xx&edm=AJdBtusEAAAA&oh=00_AfDNphD4itY8l-BjtcVOVEOKqA8G3JKJaBihbsOplEEH_g&oe=64F24C0B

https://www.facebook.com/463568032470832/posts/679877490839884

Nederland op slot? Bouwen kán snel, leert Groningse lng-terminal (NOS Economie)

Het elektriciteitsnet moet worden uitgebreid, er moet een waterstofnetwerk komen en er moeten installaties komen waarmee CO2 van de industrie kan worden afgevangen en opgeslagen in lege aardgasvelden onder de Noordzee. De projecten zijn nodig om de klimaatdoelen voor 2030 te halen, maar de doelen raken uit zicht. Een voorbeeld van de Gasunie in de Groningse Eemshaven toont aan dat projecten ook snel gerealiseerd kunnen worden.

Regels en procedures halen de vaart uit de energietransitie met als gevolg dat veel bedrijven die van het gas af willen, geen zware elektriciteitsaansluiting kunnen krijgen. Voor sommige projecten is nieuwe wetgeving nodig en het is onzeker of de Tweede Kamer die nog gaat behandelen voor de verkiezingen in november. De aanleg van de infrastructuur voor het afvangen van CO2 van de petrochemische industrie in de Rotterdamse haven stokt vanwege stikstofregels.

In 200 dagen

Nederland lijkt steeds vaker 'op slot' te zitten maar afgelopen jaar was er een opvallende uitzondering. Binnen 200 dagen legde de Gasunie in samenwerking met Groningen Seaports, bouwbedrijven en verschillende overheden een drijvende lng-terminal (vloeibaar gas) in de Groningse Eemshaven aan. Die was nodig om het verlies aan Russisch gas te compenseren met vloeibaar gas uit de Verenigde Staten.

Het kabinet overtuigde de provincie Groningen van het 'nationaal belang' en regelde een gedoogvergunning voor de twee fabrieksschepen. Ondertussen rekenden alle partijen terug vanuit de opleveringsdatum van 15 september 2022, die nodig was om voor de winter de gasvoorraden gevuld te hebben. Uitstel van oplevering was geen optie.

Het project slaagde volgens Hans Coenen, lid van de raad van bestuur van de Gasunie, omdat "alle partijen de urgentie voelden". De dreiging van gezinnen die hun huis niet kunnen verwarmen, industrieën die stil dreigen te vallen en de schok van de Russische inval in Oekraïne zorgden ervoor dat alle problemen en bezwaren werden opgelost. Bouwmateriaal werd 'geleend' van andere projecten, ruim 500 man personeel uit Mozambique, Tsjechië, Australië en andere delen van de wereld werd ingevlogen naar de Eemshaven.

Urgentie kopiëren

Hans Coenen heeft de manier van werken inmiddels met veel mensen uit de energiesector besproken, ook met minister Jetten voor Klimaat en Energie. Coenen denkt dat het navolging krijgt, al zal het niet meevallen om de urgentie van afgelopen jaar te kopiëren. Ook is er geen enkele organisatie in Groningen tegen de gedoogvergunning in beroep gegaan, zijn er geen woningen in de Eemshaven en ligt er geen Natura 2000-gebied in de directe omgeving.

Toch kan de manier van werken navolging krijgen, verwacht ook Marjolein Dieperink, hoogleraar Klimaatverandering en Energietransitie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. "Wat er in de Eemshaven is gebeurd, is dat marktpartijen en overheden heel dicht op elkaar zijn gaan zitten in een vroeg stadium van het proces en met elkaar hebben bekeken wat er nodig is om het project tot een goed einde te brengen."

Dieperink is partner bij advocatenkantoor AKD en als advocaat bij veel energieprojecten betrokken; "Ik zie dat projecten soms traag verlopen en dat het beter kan." Net als netbeheerders, werkgevers en milieuorganisaties vreest Dieperink dat de klimaatdoelen voor 2030 uit beeld verdwijnen onder meer vanwege de val van het kabinet. "Bijvoorbeeld voor waterstof en warmtenetten is nieuwe wetgeving nodig en die processen duren lang en de meeste partijen wachten die af voor ze investeren. De vraag is of 2030 niet te snel komt."

Nationaal belang

Voor het lng-project in de Eemshaven deed minister Jetten een beroep op het nationaal belang en het gevaar voor de openbare orde en veiligheid als er een tekort aan gas zou ontstaan. De vraag is of de bosbranden, hittegolven en overstromingen die de wereld dit jaar teisteren niet aantonen dat de klimaatcrisis inmiddels ook een zaak van openbare orde en veiligheid is.

"Er zijn steeds meer rapporten die aantonen dat we achterlopen bij de doelstellingen uit het Parijs-akkoord, daarom valt ook hier zo'n noodsituatie wel te beredeneren", zegt Dieperink. Netbeheerders, werkgevers en milieuorganisaties hebben in een brandbrief aan de Tweede Kamer gepleit voor snelheid. De organisaties zijn bang dat vanwege de val van het kabinet, energieprojecten die van belang zijn om de klimaatdoelen te halen nog verder uit het zicht raken.

https://nos.nl/l/2485326