Verkiezingspodcast: “Verduurzamen van huizen moet veel eenvoudiger worden zonder gekke regels” (Oog TV)

Het verduurzamen van huizen moet snel worden aangepakt, waarbij de oplossing ligt in het eenvoudiger maken. GroenLinks-PvdA en BBB vinden beide dat de regelgeving nu nodeloos ingewikkeld is.

In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november presenteert OOG Tv verschillende podcastafleveringen waarin Groningse kandidaat-Kamerleden met elkaar in debat gaan. Bij elke uitzending staat er één thema centraal. In de derde aflevering gaat het over klimaat. Moet er in Groningen een kerncentrale komen? Moeten er meer windmolens en zonneparken komen? En waar plaatsen we die dan? In deze uitzending zijn Herma Hemmen, de nummer 17 van de BBB, en Julian Bushoff, de nummer 8, van GroenLinks-PvdA te gast. Meer informatie over de verkiezingen vind je ook op onze Groningen Kiest-website.

Beluister hier de podcast:

In deze podcast-serie werd bij eerdere afleveringen gesproken over:

Klimaatakkoord

Zware regenbuien zorgen steeds vaker voor problemen. Foto: Rick ten Cate – tencatefotografie.nl

Julian Bushoff (Groenlinks-PvdA): “Klimaatveranderingen zorgen steeds vaker voor problemen”
In het klimaatakkoord is afgesproken dat we 50 procent minder CO2 uitstoot gerealiseerd moeten hebben in 2030. In 2050 moet die uitstoot met 95 procent zijn teruggebracht. Bushoff: “Als we kijken naar het klimaat, dan gaat het daar niet goed mee. In onze directe leefomgeving zien we de gevolgen. Steeds vaker zorgen klimaatveranderingen voor grote problemen. Extremer weer bijvoorbeeld, maar ook enorme droogte en bosbranden. De noodzaak om dit aan te pakken is groot, maar tegelijkertijd zien we dat er nog te weinig stappen worden gezet. Na deze verkiezingen zullen we echt meer meters moeten gaan maken. Belangrijk daarbij is dat we dat op een rechtvaardige manier gaan doen, zodat ook mensen met een kleine portemonnee hier van gaan profiteren. Daarom moeten we als de wiedeweerga huizen gaan verduurzamen. Dat is goed voor het klimaat, maar ook goed voor de portemonnee van de mensen zelf.”

Herma Hemmen (BBB): “We moeten realistischer kijken naar de uitvoerbaarheid”
De BBB denkt dat de doelen van het klimaatakkoord niet haalbaar zijn. “Als partij zullen we er alles aan doen om deze doelstellingen te halen. Maar het is wel belangrijk om realistisch te kijken naar de uitvoerbaarheid van de maatregelen, en naar de draagbaarheid. Kunnen we bepaalde maatregelen wel vragen aan de inwoners? Neem de hybride warmtepomp. Vanaf 2026 wordt het verplicht om zo’n pomp aan te schaffen. Maar voor veel huishoudens is zoiets helemaal niet betaalbaar. Daarom zeggen wij: kijk wat kan, wat is haalbaar?”

“Er wordt de laatste jaren vooral naar boeren gekeken”
Bij de partij van Hemmen is het motto dat wie rood staat niet groen kan doen. Terwijl ondertussen niet ontkent kan worden dat de klimaatklok de 12.00 uur gepasseerd is. “Op het gebied van CO2-doelen is er al best iets bereikt. Maar inderdaad, het gaat niet goed met het klimaat. Er zal een bijdrage geleverd moeten worden. Door boeren, door burgers, door bedrijven en door vliegmaatschappijen. Mijn partij is ontstaan doordat er de afgelopen jaren een beeld is geschapen waarbij we vooral naar de boeren kijken. Feit is dat het overgrote deel van het beleid bij boeren wordt gelegd. Daar moet de oplossing vandaan komen. En dat is niet terecht. Aan de CO2-resultaten die bereikt zijn, daar hebben boeren aan grote bijdrage aan geleverd. De landbouw en veeteelt telt voor 16 procent mee in de totale uitstoot. We moeten ook wat gaan verwachten van de industrie en de vervoersector. Het moet realistischer, het moet eerlijker.”

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Grote vervuilers moeten de grootste bijdrage leveren”
Bushoff is het daar wel mee eens: “De constatering is dat we een groot probleem hebben. En om dat op te lossen zal iedereen een bijdrage moeten doen. Het vraagt wat van boeren, maar het vraagt ook wat van de industrie. En eens: de industrie is te vaak, en te lang, ongemoeid gelaten. En ik snap ook dat onrechtvaardigheidsgevoel dat ontstaan is. Boeren en mensen met een kleine beurs moeten iets doen, terwijl de grote vervuiler ongemoeid wordt gelaten. Wij vinden dat het klimaatbeleid rechtvaardiger moet. Grote vervuilvers moeten ook de grootste bijdrage leveren. Ook vliegtuigmaatschappijen. Mensen die meerdere keren per jaar vliegen, of privéjets tot hun beschikking hebben, die betalen nu bijna geen belasting. Op dat vlak moeten we aan knoppen gaan draaien. En nee, ik heb het niet over iemand die eens in de vijf jaar op vliegvakantie gaat. Wat ik betoog is dat het vooral eerlijker moet.”

Herma Hemmen (BBB): “Het klimaatprobleem gaat over grenzen heen”
Hemmen wil het nog wat scherper hebben. “Waar ik niet blij van word is de spagaat. Bedrijven, die grote vervuilers zijn, bieden tegelijkertijd ook veel werkgelegenheid. Ze maken producten die we allemaal nodig hebben. We kunnen strenger beleid voeren, maar het risico is dat zulke bedrijven dan naar het buitenland gaan, waar minder strenge regels zijn. Dit onderwerp, het klimaatprobleem, dat gaat over grenzen heen. Wij zijn voor een sterke maakindustrie. Waarbij we vooral de innovatie, op het gebied van klimaat, willen stimuleren. We willen bedrijven niet wegjagen.”

Tekst gaat verder onder het kader:

Wie is Julian Bushoff?
Julian Bushoff werd geboren in Groningen in 1997. Hij werkte als biologische groenteverkoper op de markt en als arbeidscoach voor Vluchtelingenwerk Noord Nederland. Hij studeerde Economie en Internationale Betrekkingen aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 2018 kwam hij in de gemeenteraad terecht, waarbij hij vanaf 2019 fractievoorzitter was. Vorig jaar riep Den Haag. Met het vertrek van Khadija Ariben kwam er een stoel vrij, die door Bushoff in werd genomen.

Julian Bushoff reageert op een vraag van presentator Maarten Siepel. Foto: Lianne Darmeveil

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Tegen bedrijven als Chemours moet je hard op treden”
De GroenLinks-PvdA wil ook geen bedrijven wegjagen: “Maar er is wel een klein verschil. Neem nu een bedrijf als Chemours. Mensen die in de omgeving van dit bedrijf wonen zijn ziek geworden. Tegen zulke bedrijven moet je hard gaan optreden. Je moet zeggen: of je gaat nu iets doen, of de deur gaat dicht. Het is onacceptabel dat mensen in de omgeving ziek worden.” Hemmen: “Daar zijn we het mee eens. Het is schandalig dat mensen ziek worden van uitstoot. Maar we vinden ook dat toezichthouders daar veel beter op hadden moeten toezien. Het heeft plaatsgevonden onder onze ogen. Hoe zorg je dat de uitstoot van een bedrijf schoner wordt?”

“Politiek moet dwingender zijn”
Nederland is het land van regeltjes. Toezicht is er op allerlei manieren, in de vorm van controles en vergunningen. Dat Chemours zoiets kan veroorzaken, zou eigenlijk onmogelijk moeten zijn. Bushoff: “Er is te lang weggekeken. Een bedrijf heeft een vergunning. Maar ook dat is politiek, en politiek leiderschap tonen. Je zult harde regels op moeten stellen waar bedrijven zich aan moeten houden, en er geen mogelijkheid is waar men zich aan kan onttrekken. Neem de NAM, Shell en Exxon. Zij hebben zich lang onttrokken aan de morele verplichting in de richting van Groningen met betrekking tot de gaswinning. De politiek zal veel harder moeten zijn. Je moet zeggen: wat jullie doen kan niet, en je gaat nu bijdragen aan de ontwikkeling van Groningen. En ben je niet bereid, dan ga je dwingen.”

Herma Hemmen (BBB): “We willen een overheid die er is voor de inwoners”
Het begrip ‘regeldruk’ laat het vuur bij de BBB ontbranden. “Bij grote bedrijven zie je dat het toezicht niet op orde is. Maar ondertussen is de regeldruk voor inwoners wel enorm toegenomen. En dat is een belangrijk speerpunt in ons verkiezingsprogramma. De afgelopen jaren is er een overheid gecreëerd die uitgaat van wantrouwen in plaats van vertrouwen in de richting van de inwoners. Wij willen dat omdraaien. Wij willen een overheid die er is voor de inwoners. Aan deze kant van het spectrum moeten regels geschrapt worden. Aan de andere kant van dat spectrum moeten we er voor zorgen dat de regels voor bedrijven goed op orde zijn. Daar moeten we op controleren. Op die manier zal ook veel sneller duidelijk worden wanneer er negatieve effecten op een omgeving afstralen, waardoor je veel sneller en gerichter in kunt grijpen.”

Landbouw

Hebben boeren in Nederland bestaansrecht? Foto: Sebastiaan Scheffer

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Boeren moeten een groter aandeel krijgen in landschapsbeheer”
Het werd al even genoemd. De boeren. Hoeveel perspectief heeft de landbouw? Bushoff: “Die hebben heel veel perspectief. Er zijn ook heel veel boeren die graag op een andere manier willen boeren, die juist goed is voor het klimaat. Daar zullen ook naar toe moeten. Maar het gaat wel gepaard met vragen. Want als je anders gaat boeren, kun je dan wel een goede boterham verdienen? Die zorgen zijn er. Wij als politiek moeten zeggen, ja, het kan anders en het moet anders. Het is nodig voor het klimaat. En om die boterham te kunnen verdienen, moeten boeren een veel groter aandeel krijgen in landschapsbeheer, waar fatsoenlijke vergoedingen voor gegeven worden. Dat is de toekomst: natuur-inclusief boeren.”

Herma Hemmen (BBB): “Beeld dat geschetst wordt over boerenbedrijven is niet een eerlijk beeld”
De BBB hangt daar een andere definitie aan: “Natuur-inclusief boeren is de weg. Maar de laatste jaren zijn er onmogelijke regels gecreëerd. Boeren zijn enorm geschaad in hun bedrijfsvoering. Er is veel innovatie en creativiteit aan de sector gevraagd. Ik zou ook willen adviseren om de documentaire ‘boeren op het platteland’ te bekijken. Wat heeft dit gedaan met het toekomstperspectief en de bestaanszekerheid van boeren? En GroenLinks-PvdA kan nu zeggen dat de natuur beheerd moet worden, maar dat doen boeren al eeuwen. Daar zijn we ook goed in. Het beeld dat nu geschetst wordt over boerenbedrijven is niet een eerlijk beeld. Dat eerlijke beeld moet terug. We moeten naar uitvoerbare regels, we moeten goed in gesprek, en op basis van feiten moet er beleid worden gemaakt.”

“Er is een beleid bedacht op basis van cijfers en modellen die niet kloppen”
Bushoff: “Het is een antwoord waar je het niet oneens mee kunt zijn. Maar wat wil de BBB nu concreet anders waarmee het klimaatprobleem echt wordt opgelost?” Hemmen: “De stikstofwet moet van tafel.” Bushoff: “Dat gaat het klimaat niet helpen.” Hemmen: “De afgelopen periode ging het over het uitkopen van piekbelasters in de buurt van natuurgebieden. Maar we zien dat de stikstof van deze bedrijven helemaal niet die gebieden neerdaalt. Er is een beleid bedacht op basis van modellen en cijfers die niet kloppen. We zeggen niet dat we niets moeten doen. Maar de landbouwsector heeft de afgelopen jaar de meeste innovatie getoond op het gebied van verduurzaming. Daar gaan we mee door. Maar om bij stikstof alleen te kijken naar de landbouw, dat is niet eerlijk. Je moet ook kijken naar de industrie, naar de vliegmaatschappijen. Met elkaar moet je een plan maken. Niet alleen kijken naar modellen, maar juist ook door met al deze mensen in gesprek te gaan.”

Kernergie

Is het een goed idee om kerncentrales in Groningen te bouwen als oplossing voor het energievraagstuk? Foto: Daniel West from FreeImages

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Een kerncentrale lijkt mij niet handig”
In de energietransitie kan er voor gekozen worden om kerncentrales te bouwen. Op dat vlak staan de partijen lijnrecht tegenover elkaar. Bushoff: “Het lijkt mij niet handig om een kerncentrale in Groningen, of in de Eemshaven, te bouwen. Mensen zitten daar niet op te wachten. Als je nu gaat bouwen is zo’n centrale pas over vijftien of twintig jaar klaar.” Hemmen: “Dat is niet waar.” Bushoff: “Het kost veel geld, waarbij we juist in die tussenliggende jaren veel stappen kunnen zetten.”

Herma Hemmen (BBB): “Wij willen geen extra windmolens op zee”
Uit onderzoek blijkt dat kerncentrales, die in het afgelopen decennium gebouwd zijn, allemaal vertraging hebben opgelopen, waarbij het gemiddeld zeventien jaar duurt voor ze in bedrijf kunnen. Hemmen: “Dat van die vertraging klopt. Maar dat zie je ook bij windmolenparken. Daar kun je dezelfde sticker op plakken. Als je een middelgrote kerncentrale bouwt, dan duurt het zes tot acht jaar, voor het klaar. En dan kun je ‘nee’ schudden, maar zo kan het. Mijn partij vindt het belangrijk dat we kijken naar de complete mix. Dat we kernenergie toevoegen aan de volledige energiemix. Wij willen geen windmolens bijbouwen op de Noordzee. Er wordt daar al genoeg gebouwd, waarbij onbekend is wat dit doet met de biodiversiteit in de zee. We vinden het belangrijk dat de visserij de ruimte houdt. Deze discussie gaat over ruimte. Hoe gaan we met onze beperkte ruimte om? Daarom zeggen wij: niet méér zonne- en windmolenparken.”

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Kerncentrale is voor de korte en lange termijn geen oplossing”
Bushoff: “Je kunt inderdaad in kortere tijd een kerncentrale operationeel maken, maar de praktijk wijst anders uit. Elk project, op dit gebied, kampt met veel vertraging. Als we nu gaan bouwen, dan zou dit betekenen dat we op zijn vroegst in 2040 een kerncentrale hebben. Het duurt te lang, en het is ook de enige energiebron die de komende jaren duurder zal worden. Terwijl wind en zon juist goedkoper worden. Dit is gewoon een slechte oplossing. Zowel voor de korte als de lange termijn, en ook in financieel opzicht, los je niks op.”

Tekst gaat verder onder het kader:

Wie is Herma Hemmen?
Hemmen groeide op in Ter Apel. Ze is werkzaam als adviseur in het Sociaal Domein. In haar vrije tijd maakt ze graag ruimte vrij voor haar twee honden, de tuin en de politiek. Hemmen zat sinds 2014 voor het CDA in de gemeenteraad van Westerwolde. Vorig jaar splitste ze zich, uit onvrede, af van deze partij, maar behield wel haar gemeentezetel. Eerder dit jaar werd bekend dat ze zich aangesloten had bij de BBB, en voor deze partij ook op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer staat.

Herma Hemmen aan het woord tijdens de opnames voor de podcast. Foto: Lianne Darmeveil

Herma Hemmen (BBB): “Wind en zon zijn geen stabiele energiestromen”
De manier hoe er wordt gekeken naar boeren, en het energievraagstuk, lijken de grootste verschillen te zijn tussen de BBB en GroenLinks-PvdA. Hemmen: “Wij vinden dat je goed moet investeren in een goede mix. En daar komt bij. Wind en zon zijn geen stabiele energiestromen. Je bent afhankelijk van de hoeveelheid wind en zon. Daar zul je rekening mee moeten houden.”

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “In Groningen zijn mooie stappen gezet op gebied van waterstof”
Bushoff: “Het is belangrijk om te realiseren dat elektriciteit maar een deel van de opgave is. De grootste uitdaging ligt ook niet op dit vlak. Je kunt ook inzetten op waterstof. Hier in Groningen zijn mooie stappen gezet, waarbij vrijwel alle bussen inmiddels op waterstof rijden. Dat is een duurzame oplossing. Kerncentrales zijn niet de oplossing. Wat moet je met al dat kernafval?” Hemmen: “Als je het energievraagstuk volledig bij een kerncentrale ligt, dan is de hoeveelheid energie, die jij als persoon gedurende je hele leven gebruikt, niet groter dan een appel. Daarnaast is het steeds beter op te slaan, en gaat de schadelijkheid op den duur naar beneden.”

Herma Hemmen (BBB): “Wij willen een energiemix waarbij we niets uitsluiten”
Voor GroenLinks-PvdA is dat het moment om duidelijkheid proberen te krijgen: “Het duizelt mij een beetje. De BBB zegt dat het wat wil doen aan de klimaatopgaven. Vervolgens zegt u dat stikstof van tafel moet, waarbij we het bij het oude laten. Bij duurzame energie wilt u niet meer windmolen, maar richt u zich op kernenergie. Wat gaat de BBB doen om de aarde leefbaar te houden?” Hemmen: “Wij willen vasthouden aan de klimaatdoelen. We zetten in op de mix. Dit kan een kerncentrale zijn, maar ook zeker de waterstofontwikkeling. Wij vinden het belangrijk dat die technologie zich kan blijven ontwikkelen. Maar het is goed om ons te realiseren dat het niet slim is om fossiele brandstoffen af te gaan bouwen als er nog geen alternatieven zijn. En in de kantlijn: het moet ook betaalbaar zijn.”

Wind- en zonne-energie

Zonneparken zijn de afgelopen jaren op diverse plekken in onze gemeente verrezen. Moeten we daar mee doorgaan? Foto: Joris van Tweel

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Daken van huizen en gebouwen kunnen nog veel meer benut worden voor zonnepanelen”
De afgelopen jaren zijn windmolens als paddenstoelen uit de grond geschoten. Ook zonneparken zagen op diverse plekken het licht. Dit leidt steeds vaker tot onvrede. Bushoff: “Wij denken dat nog heel veel daken gebruikt kunnen worden voor zonne-energie. Dus wij zeggen: zet in op de daken van huizen en gebouwen, bedrijventerreinen en transferia. Eventueel kun je ook op het land zonneparken bouwen. Maar dan is het belangrijk dat de omgeving daar wel in mee doet.”

Herma Hemmen (BBB): “De ruimte die GroenLinks-PvdA ziet, die is er niet”
Hemmen: “Welk land had u in gedachten?” Bushoff: “Er zijn plekken aangewezen waar dit mogelijk is.” Hemmen: “Er is geen ruimte over. In deze discussie hebben we het nog niet over water gehad. Maar de waterproblemen die ontstaan, veroorzaakt door overvloedige regenval, daarbij wordt het belangrijk dat we water kunnen opslaan. Dat we de garantie kunnen geven dat drinkwater gezond is. Ondertussen moeten er meer woningen komen. De ruimte, die u voor ogen heeft, is er niet. Daarom zeggen wij: geen windmolens meer op het land. Zonnepanelen kunnen prima op daken. Dat zijn we helemaal met u eens. Ook het versnellen van het isoleren van woningen is een opgave. Immers. Alle energie die je niet gebruikt, hoef je ook niet op te wekken.”

Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA): “Huizen sneller isoleren”
Bushoff: “We verschillen wat van mening als het gaat om wind en zon. Maar qua energiebesparing kunnen we elkaar de hand schudden. Als het gaat om isoleren komen we ook met een voorstel om particuliere verhuurders te dwingen om te gaan isoleren. Huurders van verhuurders die niet willen isoleren, moeten een tochtkorting krijgen. Bent u ook voor deze korting?” Hemmen: “Dat weet ik niet. Wat belangrijk is, is dat het verduurzamen eenvoudig geregeld moet kunnen worden. Het is nu heel ingewikkeld met allerlei regels en subsidiepotjes. Mensen komen er niet uit. Een drempel is ook de voorfinanciering. Mensen kunnen het gewoon niet betalen. Dat moet anders.” Bushoff: “Daar zijn wij het mee eens.”

https://www.oogtv.nl/2023/11/verkiezingspodcast-verduurzamen-van-huizen-moet-veel-eenvoudiger-worden-zonder-gekke-regels/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=verkiezingspodcast-verduurzamen-van-huizen-moet-veel-eenvoudiger-worden-zonder-gekke-regels

De Caribische eilanden als het klimaat-voorland voor Nederland (De Erfgoedstem)

Dit interview is onderdeel van een reeks over klimaatverandering en erfgoed. De reeks is een initiatief van het platform Klimaat en Erfgoed. Periodiek verschijnt er een interview met een expert. Dit keer is het woord aan Suzanne Loen. Als landschapsontwerper en onderzoeker initieert ze en is ze betrokken bij projecten in het Caribisch gebied, waar de gevolgen van klimaatverandering acuter zijn dan in Nederland en versterkt worden door menselijk handelen in het verleden en heden.

Heb je vragen over het interview of wil je meer weten? Neem dan contact op met het platform via info@klimaatenerfgoed.nl of bezoek onze website / LinkedIn pagina.

Kan je iets over jezelf vertellen en over jouw betrokkenheid bij het onderwerp van klimaat en landschap?

Op dit moment werk ik onder andere aan projecten in het Caribisch gebied en adviseer ik verschillende gemeenten op het gebied van landschap en erfgoed zoals bijvoorbeeld bij de versterking van de IJsseldijken in de Krimpenerwaard. Daarnaast geef ik ook de minor Heritage and Design bij de sectie Landcape Architecture aan de TU Delft. Dit is een keuzevak dat open staat voor studenten vanaf het tweede jaar van alle universiteiten en faculteiten ook buitenlandse studenten zijn welkom. De studenten onderzoeken historische groen- en waterstructuren, zoals Agnetapark in Delft, en maken een herontwerp. De verschillende visies op groen en watererfgoed van de studenten maken het vak heel inspirerend om te geven. Ik ben destijds ook in Delft afgestudeerd en heb daarna bij de sectie Landschapsarchitectuur met mijn collega Inge Bobbink gewerkt aan de publicaties Land inZicht en Water inZicht. Dit heeft mij in de richting van cultuurhistorische landschappen en watersystemen gestuurd.

Eén van de dingen die ik mijn studenten leer is dat in Nederland de waterhuishouding lang sturend is geweest voor de inrichting van het landschap. Van oorsprong is de watermachine sterk verankerd in het landschap. Het Nederlandse landschap is een grotendeels door mensen gevormd landschap, door toedoen van menselijk handelen en technische ontwikkelingen. Kennis over de ontwikkelingsgeschiedenis van ons landschap is essentieel om onze historische water- en groenstructuren te begrijpen.

Via een collega aan de TU Delft, Mo Smit, ben ik in 2015 betrokken geraakt bij een onderzoeksproject naar de woon-en werkomgevingen van de textielindustrie Indonesië. Hier zag ik dat fabrieken, die grotendeels voor Nederlandse kledingmerken produceerden, extreme hoeveelheden grondwater onttrokken, met bodemverzakkingen en overstromingen tot gevolg, en tegelijkertijd het oppervlaktewater vervuilden. Het ecologische evenwicht en de zoetwatervoorziening wordt hierdoor ernstig bedreigd. Indonesië is hierin niet uniek. Over de hele wereld is sprake van een verstoorde relatie tussen zoetwatermanagement en ruimtelijke ontwikkeling, ook in Nederland. Door dit project ben ik mij gaan toeleggen op onderzoek naar potentie van historische zoetwatersystemen voor een veerkrachtig waterbeheer.

Op de universiteit en in ons vakgebied was nog weinig aandacht voor zoetwatermanagement en drinkwatervoorzieningen; de meeste aandacht ging toen nog uit naar waterveiligheid.

Daarom ben ik het onderzoeksproject ‘Thirsty islands’ gestart. In 2020 startte het project op Curaçao in samenwerking met National Archaeological Anthropological Memory Management (NAAM). Vanaf dit jaar heeft het project vervolg gekregen in het Erfgoed Deal project Awa pa Kòrsou (Water voor Curaçao) in een consortium van Curaçaose natuur- en erfgoedorganisaties. In april van dit jaar ben ik gestart met een onderzoek naar potentie van watererfgoed voor een veerkrachtige zoetwater voorziening op Bonaire in samenwerking met Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed (KIEN) en Immaterieel Erfgoed Bonaire (IEB). Het koloniale verleden en handelen speelt natuurlijk ook een belangrijke rol in beide projecten.

Mijn keuze om eilanden te onderzoeken heeft er onder andere mee te maken dat eilanden en eilandgemeenschappen van oudsher op zichzelf waren aangewezen en ook op het gebied van zoetwaterbeheer zelfvoorzienend moesten zijn.

Eilanden zijn omringd door zout water, beschikken over relatief weinig natuurlijke zoetwaterbronnen en hebben beperkt ruimte om water op te slaan. Dat maakt dat ze leerzame voorbeelden zijn. Ook voor meer complexe en waterrijke deltagebieden als in Nederland.

In Caribisch Nederland stelde de Nederlandse Staat haar eigen economische belangen eeuwenlang boven het welzijn van de lokale gemeenschap en de natuur. Dat is terug te zien in de manier waarop zoetwater werd geëxploiteerd. De gevolgen van klimaatverandering op de Caribische eilanden zijn ook een voorteken voor de toekomst van Nederland. Vanuit mijn ervaring met dit project kijk ik nu met een andere blik naar Europees Nederland, waar de beschikbaarheid van zoet water lang als vanzelfsprekend is gezien maar dat eigenlijk niet meer is.

data:image/svg+xml,%3Csvg%20xmlns='http://www.w3.org/2000/svg'%20viewBox='0%200%201024%20442'%3E%3C/svg%3E

De Caribische eilanden kennen een lange traditie van het opvangen van regenwater. Deze afbeelding geeft het principe weer van regenwater opvang en distributie systeem van een Bonairiaans landhuis. 
Bewerkte foto van Landhuis Rooi Lamoenchi, Bonaire (juni 2023). Fotograaf Jet Bakels/Kien. Beeldbewerking LILA Living Landscapes.

Wat merk jij nu al van klimaatverandering en landschap?

De laatste tijd is er natuurlijk veel in het nieuws over extreme hitte en bosbranden in Zuid Europa. Ik heb het idee dat de prognoses worden ingehaald door de actualiteit.

Het aantal piekbuien en langdurige periodes van de droogte en hitte nemen enorm toe. Op de Caribische eilanden is nu al te zien dat de impact van klimaatcrisis versterkt wordt door de aantasting van de natuurlijke veerkracht van de eiland ecosystemen. In het verleden heeft bijvoorbeeld onder koloniaal gezag overexploitatie van watersystemen en grootschalige ontbossing plaatsgevonden. Dit leidt tot op de dag van vandaag tot erosie en beperkt vermogen om regenwater vast te houden in de bodem. Tegenwoordig legt het toerisme ook een groot beslag op de zoetwatervoorziening. Het beleid en de inrichting van de leefomgeving zijn nog niet goed aangepast aan de nieuwe werkelijkheid.

Een ander probleem is de verzilting van zoetwaterbronnen en de natuur langs de kust als gevolg van de stijgende zeespiegel. Dit probleem is al langer bekend. De vraag naar zoet water overstijgt al lange tijd het aanbod. Al vroeg is op de eilanden begonnen met desalinatie van zeewater. De oudste desalinatie-installatie ter wereld staat dan ook Curaçao.

Juist door de beperkte beschikbaarheid van zoet water kennen de Caribische eilanden een lange geschiedenis van cisternen en opslag van regenwater in bakken of kruiken. Uit angst voor ziektes die door muggen kunnen worden overgedragen werd dit, ook door de komst leidingwater, steeds meer actief ontmoedigd door de overheid.

Volgens mij moeten we meer terug naar een combinatie van centrale stedelijke systemen en decentrale huisgebonden systemen. We zouden veel meer regenwater kunnen opslaan, uiteraard rekening houdend met de grondwaterspiegel, en moeten afkicken van onze verslaving aan de voortdurende beschikbaarheid van 100% gefilterd drinkwater.

Vroeger gebruikten we ook in Nederland drie soorten waterstromen: putwater (grondwater), oppervlaktewater en regenwater. De kwaliteit en beschikbaarheid bepaalde of het gebruikt werd als drinkwater, kleding wassen en/of bewateren van gewassen. Waar mogelijk ving men zelf zijn eigen regenwater.

Wat is je toekomstverwachting ten aanzien van de gevolgen van klimaatverandering voor landschap?

Van oudsher heeft de industrie op de Caribische eilanden een grote invloed op de drinkwatervoorziening. De eerste zoetwaterbronnen in het Caribische gebied werden geconfisqueerd door Shell. Shell en Nederlandse Staat waren in die tijd twee handen op één buik. In tijden van nood kon Shell dan zoetwater verkopen aan inwoners. In Nederland hadden bierproducenten hadden een vergelijkbaar monopolie op drinkwater in de 16e en 17e eeuw. Het is mijn overtuiging dat drinkwater een gemeengoed is, voor het algemene nut. Commerciële ondernemingen, boeren en industrie mogen hierin niet bevoordeeld worden. Het water dient eerlijk verdeelt te worden. Ook de natuur, planten en dieren hebben recht op water. Eigenlijk is dat een politieke discussie. Laatst was in het nieuws dat Uruguay, dat met extreme droogte en drinkwater tekorten kampt, een data centrum van Google wil gaan voorzien van koelwater. Dit water wordt onttrokken uit de publieke drinkwatervoorziening. Een commerciële gigant wordt hierin bevoordeeld en zet de overheid voor het blok. Uruguayanen verzetten zich terecht tegen dit misbruik van de publieke watervoorziening. Ik vind dat een heel angstaanjagend scenario. We moeten uitkijken dat we niet teruggaan naar een neokoloniaal systeem, waarin drinkwatervoorzieningen worden onttrokken aan het publieke domein door machtige commerciële bedrijven.

Daarnaast zie ik dat we eigenlijk allemaal wel weten dat er drastisch iets moet gebeuren. Alleen wil de één sneller veranderen dan de ander. Zie bijvoorbeeld de weerstand die de activisten van Extinction Rebellion oproepen. Vanuit dezelfde wetenschap kun je op verschillende manieren reageren. Soms ontkennen mensen de klimaatcrisis omdat ze nu al onzeker zijn over hun bestaan. Niet iedereen kan van het gas af en zich een huis veroorloven op de heuvelrug veilig boven NAP. We moeten daarom oog hebben voor de zwakste groepen in de samenleving en sensitief te werk gaan, want de ongelijkheid wordt alleen nog maar vergroot door klimaatverandering.

data:image/svg+xml,%3Csvg%20xmlns='http://www.w3.org/2000/svg'%20viewBox='0%200%201024%20724'%3E%3C/svg%3E

Handreiking ‘Ruimte voor de Rooi’ / Room for the Rooi
Een erfgoed- en natuurinclusieve benadering voor ruimtelijke ontwikkeling die het Curaçaose historische watersysteem van rooien en dammen als uitgangspunt neemt. 
Afbeelding LILA Living Landscapes.

Welke maatregelen moeten we nemen om de schade te beperken?

Historische groen- en waterstructuren zijn steeds harder nodig, aan de andere kant verzwakken ze door exotische plagen en weersextremen. Het waterpeil fluctueert, oevers storten in en inheemse beplanting kan de hitte en verdroging niet aan.

Volgens mij moeten we bij het behoud van deze structuren veel meer rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering en soms ook afscheid durven nemen van een bepaalde historische, inheemse plantensoorten.

Daarnaast zouden we ons in de ruimtelijke ordening veel bescheidener en dienstbaarder moeten opstellen ten opzichte van de natuur. We moeten ons verdiepen in hoe we onze leefomgeving aan kunnen passen om ruimte te bieden aan biodiversiteit. Ik zie vaak renders van natuurinclusieve plannen maar die zien er vaak nog generiek uit. We moeten daarin uitkijken voor ‘greenwashing’ van ruimtelijke ontwikkelingen.

“Wij houden de paraplu vast met daaronder alle flora en fauna. Wij hebben de paraplu kapot gemaakt en nu moeten we hem gaan herstellen.”

Welke kansen zie jij in het landschap om bij te dragen aan klimaatadaptatie of klimaatmitigatie?

Ik zie veel kansen voor klimaatadaptatie en herstel van de biodiversiteit door terug te gaan naar schaalverkleining van het landschap en een eerlijkere verdeling van de macht. Het hedendaagse landschap is gevormd door de ruilverkaveling van de 20e eeuw. Hoe grootschaliger het landschap werd ingedeeld, des te minder eigenaren nodig waren. Vroeger hadden we bijvoorbeeld veel meer waterschappen. Het landschap zelf en het beheer waren fijnmaziger. Nu is watermanagement gecentraliseerd en ligt de verantwoordelijk volledig bij de overheid. Waterschappen zeggen juist: ‘We kunnen het niet allemaal meer alleen.’ De inrichting en het beheer van het landschap zou een meer gedeelde en gezamenlijke opgave kunnen zijn.

Wil je nog iets kwijt?

Landschappen zijn dynamisch. Nederland heeft een traditie van alles vastleggen in regels zet op elke postzegel ruimte een stempel (lees: bestemming). We gaan nu een andere fase in. Ik wil graag een oproep doen anders te kijken naar erfgoed en kansen te zien.

Laatst sprak ik een collega uit het buitenland en die zei: ‘Er zijn nauwelijks ruïnes in Nederland!’. Verval wordt nog niet genoeg omarmd. Terwijl ruïnes en scheepswrakken juist ideale kraamkamers zijn voor flora en fauna. We moeten op een andere manier naar de waardes van erfgoed leren kijken en ook afscheid durven nemen. Zolang we de kennis die in ons erfgoed besloten ligt maar ontsluiten voor toekomstige generaties. De vraag is alleen of de erfgoedsector daar klaar voor is.

De Traditionele Ecologische Kennis (TEK) van eilandgemeenschappen is bijvoorbeeld een belangrijke bron van kennis voor de opgaven van nu. Zoals de kennis over het opvangen van regenwater en welke gewassen goed gedijen in een bepaald landschap. Bovendien is het ontsluiten van deze kennis een kans om te komen tot een meer inclusieve- en integrale erfgoedpraktijk, van zowel materieel- als immaterieel erfgoed.

Verder lezen project Thirsty Cities:

Thirsty Islands and Water Inequality: The Impact of Colonial Practices on Freshwater Challenges in the Dutch Caribbean

Room for the Rooi: 3 lessons from the past for future water sensitive planning on Curaçao

The post De Caribische eilanden als het klimaat-voorland voor Nederland appeared first on De Erfgoedstem.

https://erfgoedstem.nl/de-caribische-eilanden-als-het-klimaat-voorland-voor-nederland/

Permafrost – een kantelpunt? (Klimaatverandering blog)

Wat zijn kantelpunten?

Kantelpunten of ‘tipping points’. Daarbij moet ik altijd denken aan een liedje van Annie M.G. Schmidt, “De Brug van Breukelen” – waar ik zelf vaak overheen fietste. In dat liedje staat de brug van Breukelen vol mensen. De tekst: Maar toen kwam er ook nog een mug bij – en toen brak de brug. Het is een voorbeeld van een kantelpunt.

De dooi van permafrost wordt gezien als een mogelijk kantelpunt in het klimaat. In deze blog wil ik ingaan op de aanwijzingen die we daarvoor hebben, gebaseerd op mijn eigen onderzoekservaring in het hoge noorden, en de permafrost in het ijstijd-verleden in Nederland.

Kantelpunten zijn omstandigheden waarbij plotselinge en sterke, moeilijk omkeerbare veranderingen optreden in een systeem. Het systeem is in dit geval het klimaatsysteem: het geheel van energie-uitwisseling tussen zon, atmosfeer, landoppervlak, ijskappen en oceanen. Bij zo’n kantelpunt wordt het systeem door een (soms kleine) verstoring uit een stabiel evenwicht geduwd en kan het abrupt naar naar een ander, nieuw evenwicht springen. De klimaatonderzoeker Lenton heeft hier veel over gepubliceerd; aanvankelijk werd verondersteld dat dergelijke kantelpunten pas bij vergaande opwarming van het klimaat zouden optreden, maar nu wordt aangenomen dat dit ook al bij de 1,5 a 2°C opwarming kan plaatsvinden.

In het voorbeeld van de brug: de brug van Breukelen over de Vecht is een oude tweekleppige ophaalbrug. De kleppen leunen midden boven de rivier tegen elkaar, en houden elkaar in evenwicht. Maar als de brug breekt door overbelasting zakken de kleppen naar beneden tot ze niet verder meer kunnen – een nieuw evenwicht. De brug is schoksgewijs van de ene evenwichtstoestand in de andere overgegaan, en repareren is geen simpel klusje.

Het klimaat van het Holoceen is een min of meer stabiel klimaat, met een evenwicht in de warmtehuishouding van onze planeet, kleinere schommelingen daargelaten. Dat het klimaatsysteem kantelpunten kent weten we uit de ijstijden toen het wereldwijde klimaat met grote sprongen heen en weer kon schommelen tussen extreme kou met ijskappen in Noord-Amerika en Europa (glaciaal klimaat) en een warmer klimaat vergelijkbaar met nu (interglaciaal). Met onze broeikasgassen verstoren we de warmtehuishouding van de Aarde en kan het klimaat naar een andere evenwichtstoestand springen: die van ‘hothouse Earth’, een veel warmer klimaat waarin het verkoelende effect van ijskappen ontbreekt.

Systemen waarin kantelpunten kunnen optreden hebben zichzelf versterkende terugkoppelingen. Opwarming van de Aarde treedt het sterkst optreedt in de poolgebieden. Voor het Noordpoolgebied is dat het gevolg van ‘Arctic amplification’. Het belangrijkste onderdeel daarvan is het verdwijnen van sneeuw en ijs, zowel op land als in de oceaan. Sneeuw en ijs kaatsen in voorjaar en zomer zonlicht sterk terug, maar als ijs en sneeuw eerder verdwijnen, wordt meer zonnewarmte opgenomen en warmen water en bodem sterker op. Zo versterkt de opwarming in de poolgebieden zichzelf. Als we erin slagen ons aan het klimaatakkoord van de Parijs te houden en de opwarming tot een wereldwijd gemiddelde van 2°C beperken, betekent dat voor de Noordelijke IJszee al zo’n 8°C opwarming. Het zal duidelijk zijn dat zelfs bij 2°C al drastische veranderingen zullen optreden rond de Noordpool, en bij sterkere opwarming gaat dat nog sneller. Het is ook niet alleen opwarming. Ook de hoeveelheid neerslag neemt toe omdat de verdamping uit een steeds meer ijsvrije Noordelijke IJszee toeneemt.

Minstens één kantelpunt is dan waarschijnlijk al bereikt – het verdwijnen van het zee-ijs in de zomer. Ook het ontdooien van de permafrost is al in gang gezet. Daarnaast beïnvloedt de dooi van de permafrost zelf ook het klimaat op een manier die de opwarming versterkt: door de uitstoot van CO2 en de sterkere broeikasgassen methaan (CH4) en lachgas (N2O). Maar in hoeverre is dit een kantelpunt, of is het een meer geleidelijk proces, is herstel mogelijk? Of gaan de broeikasgassen uit de permafrost het klimaat definitief uit balans duwen?

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2023/08/figuur1.jpg?w=1019

Figuur 1. Verbreiding van permafrost op het noordelijk halfrond. Geel: permafrost die veel ijs bevat (meer dan 50 a 60 volume % ijs); groene lijn: boomgrens. Uit:
J. van Huissteden & J. Vandenberghe: Permafrost – Nu en in de ijstijd.

Wat gebeurt er als permafrost ontdooit?

Ontdooiende permafrost is niet zo simpel als het lijkt. Het is niet alleen een kwestie van temperatuur. Ook neerslag speelt en rol, en hoe gevoelig de permafrost is voor dooi. Dat wordt bepaald door bodemtype, plantendek, en de hoeveelheid ijs in de permafrost. Hetzelfde geldt voor broeikasgassen die uit de permafrost vrijkomen.

Permafrost komt voor op bijna een kwart van het land op het noordelijk halfrond. Permafrost is permanent bevroren bodem. Alleen de bovenste decimeters tot anderhalve meter ontdooit in de korte zomer; dit is de opdooilaag of ‘active layer’. Daaronder kan de permafrost tientallen tot honderden meters dik zijn. De permafrost kan continu zijn (overal aanwezig), discontinu (plaatselijk onderbroken) of sporadisch/geïsoleerd (alleen lokaal aanwezig). Vaak wordt er bij permafrost aan toendra of poolwoestijn gedacht, maar de meeste permafrost ligt onder boreaal bos (Fig. 1). De belangrijkste klimaatgevoelige bestanddelen van permafrost zijn ijs en organisch materiaal. Organisch materiaal komt voor in de vorm van bodem-humus, veen fossiele resten van planten dieren. IJs is vaak in grote hoeveelheden aanwezig, vooral in bodems die uit los fijnkorrelig los materiaal bestaan, zoals zand, leem en veen. Hoe ouder de permafrost, hoe meer ijs. Het verzamelt zich in de loop van de tijd onder de opdooilaag in de vorm van ijslenzen, ijslagen, en meters diepe verticale wiggen van ijs – ijswiggen. De ijswiggen (Fig. 2) ontstaan door krimpscheuren die in de winter in de bodem van de koudste gebieden ontstaan. De permafrostbodem kan wel tot zo’n 90% van het volume uit ijs bestaan.

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2023/08/figuur2.jpg?w=1024

Figuur 2. Links: stuk van een ijswig in Siberische permafrost-bodem. Rechts: polygoon-bodem, ontstaan door de vorming van ijswiggen, gezien vanuit de lucht op een paar honderd meter hoogte. Foto’s J. van Huissteden.

De warmtebalans van de bodem is beslissend of permafrost-ijs ontdooit. In de zomer gaat er warmte in door zonnestraling, warme lucht, en er gaat warmte verloren door verdamping en uitstraling. In de winter verliest de bodem veel warmte door uitstraling in de lange, koude poolnacht. Plaatselijke verschillen worden bepaald door vegetatie, water, en sneeuwdek. Een sneeuwdek kaatst zonnestraling terug in het voorjaar, maar een dik sneeuwdek isoleert de bodem in de winter. Water op het oppervlak kan veel warmtestraling absorberen en de bodem snel doen opwarmen. Een vegetatiedek beïnvloedt dat de warmte-uitwisseling tussen bodem en atmosfeer sterk. De vegetatie vangt veel zonnewarmte op en wisselt die direct uit met de atmosfeer. Uiteindelijk komt slechts een zeer klein deel van de zomerwarmte in de bodem terecht, zo’n 5 tot 25% van de inkomende zonnestraling.

Bodemeigenschappen bepalen vervolgens hoeveel warmte dieper de bodem in wordt geleid. Een natte bodem geleidt de warmte beter dan een droge. Om permafrost-ijs te ontdooien moet aan de bodem veel warmte toegevoerd worden, vanwege de smeltwarmte (latente warmte) die nodig is om het ijs te ontdooien; veel meer warmte dan voor het verhogen van de temperatuur van de bodem.

De permafrost is aan het opwarmen. Niet alleen aan de oppervlakte, ook in diepere boorgaten is een temperatuur-toename te zien. Op veel plaatsen neemt ook de dikte van de opdooilaag geleidelijk toe. De dikte van de opdooilaag is bij een stabiel klimaat in evenwicht met het klimaat en vegetatie. Het ene jaar kan de bodem wat dieper ontdooien dan het andere, maar over langere tijd blijft de dikte gelijk. Bij opwarming van het klimaat wordt de opdooilaag steeds dikker, totdat de opdooilaag in de winter nooit meer helemaal bevriest. In dat geval is de permafrost wat klimaat-invloed betreft nauwelijks meer van invloed. De bodem kan op grotere diepte nog wel bevroren zijn, maar ook dat zal geleidelijk ontdooien.

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2023/08/figuur3.jpg?w=1024

Figuur 3. Links: poel ontstaan door ontdooien van grondijs. Rechts: afglijding door dooi; ijs van een grote ijswig is zichtbaar tussen de stukken toendrabodem. Noordoost Siberië. Foto’s J. van Huissteden.

Extreem warme of natte zomers veroorzaken dieper ontdooien over grotere gebieden. Vernieling van vegetatie, bijvoorbeeld door bosbrand of terreinvoertuigen, leidt ook lokaal tot diepere dooi. Wat er bij diepere dooi vervolgens gebeurt, hangt vooral af van de hoeveelheid ijs in de bodem en het landschap.

In vlakkere gebieden ontstaan poelen en meertjes als door het ontdooien van ijs de bodem inzakt (Fig. 3). Een nattere bodem met een waterlaag kan makkelijker warmte geleiden en daardoor dieper ontdooien. Als er een meer ontstaat dat dieper is dan de dikte van het ijs in de winter (ca 2 meter) blijft ook in de winter de meerbodem boven het vriespunt, en kan het meer steeds verder groeien door ontdooien van de permafrost onder het meer, en oevererosie: een dooimeer (Fig. 4). Hoe warmer het water, hoe sneller. Bij wat meer reliëf in het landschap kan de met water verzadigde bodem gaan afglijden over het ijs eronder (Fig. 4), waardoor steeds meer grondijs aan dooi wordt blootgesteld. Op Banks Island in Canada is een 60-voudige toename van het aantal aardverschuivingen in 30 jaar gevonden. Terrein met ijswiggen is extra kwetsbaar, omdat de wiggen als afvoergeulen voor smeltwater kunnen gaan dienen, vooral in het voorjaar na een winter met veel sneeuw. Zo ontstaan zich snel uitbreidende stelsels van erosiegeulen. Deze processen worden steeds vaker waargenomen in permafrostgebieden. De door erosie kalere bodem vangt vervolgens ook meer zonnewarmte in.

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2023/08/figuur4.jpg?w=1024

Figuur 4. Oevererosie langs een dooimeer in Noordoost-Siberië. Een nog bevroren permafrost-laag vormt een overhangende massa boven het water. Foto J. van Huissteden.

Broeikasgassen.

De uitstoot van broeikasgassen uit ontdooiende permafrost wordt vooral veroorzaakt door de enorme hoeveelheid organische stof in de bodem. Al dat organisch materiaal wordt door de lage temperaturen goed bewaard, als in een vriezer, en heeft zich in de loop van duizenden jaren opgehoopt. De hoeveelheid koolstof in permafrost is bijna even groot als alle koolstof in CO2 en CH4 (methaan) in de atmosfeer. Dat wil overigens nog niet zeggen dat het allemaal in de atmosfeer terecht komt; na erosie wordt een groot deel weer begraven in rivier-, meer- en zee-afzettingen.

Zodra de bodem ontdooit, kan dit fossiele materiaal verteerd worden door micro-organismen en omgezet in broeikasgas. Het hangt ervan af onder wat voor omstandigheden dat gebeurt. Is dat in een moeras, poel of meerbodem, dan wordt het vooral CH4. Onder drogere omstandigheden komt CO2 vrij. In drogere bodems kan CH4 overigens ook weer opgenomen worden en als energiebron gebruikt worden door bacteriën (echter in geringere hoeveelheden). Wanneer snelle omzetting van grote hoeveelheden organisch materiaal plaatsvindt, vooral na erosie, kan ook lachgas (N2O) ontstaan. De snelheid van bacteriële omzettingsprocessen van organische stof in de bodem naar CO2 en CH4 neemt exponentieel toe met de bodemtemperatuur; hoe warmer de bodem, hoe meer broeikasgas. Het klimaateffect van deze broeikasgassen verschilt onderling sterk; op een termijn van 20 jaar is dat voor CH4 ±81 x groter dan dat van CO2 en voor N2O ±273 x zo groot.

CO2 uit afbraakprocessen in een niet verstoord ecosysteem is meestal ongeveer in evenwicht met opname van CO2 door fotosynthese van planten (Fig. 5). Dit draagt niet noemenswaardig bij aan toename van CO2 in de atmosfeer. Er kan zelfs meer CO2 worden opgenomen dan er vrij komt, dat dan wordt opgeslagen in hout, of humus en veen in de bodem. Afbraak van fossiel materiaal voegt wel nieuw koolstof toe aan de atmosfeer als CO2 en CH4, en vergroot de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer. Ook CH4 dat uit vers organisch materiaal gevormd is draagt bij aan extra opwarming, als de uitstoot daarvan toeneemt.

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2023/08/figuur5.jpg?w=1024

Figuur 5. De afbraak van fossiel organisch materiaal in de bodem voegt extra CO2 toe aan de atmosfeer.

Een andere bron van fossiel methaan is het steeds meer discontinu worden van de permafrost. Permafrost vormt een afsluitend deksel voor methaanlekkage uit de diepere ondergrond (met name boven gasvelden); bij ontdooien kan de emissie daarvan toenemen. Ook is hoge methaanemissie uit onderzeese permafrost waargenomen.

Kortom, hoe warmer de permafrost-bodem, hoe meer CO2, methaan en lachgas. Methaan is het gas waar de meeste publieke aandacht voor is, maar CO2 is wat hoeveelheid betreft het belangrijkste broeikasgas uit de permafrost. De verhouding tussen CO2 en CH4 is moeilijk in te schatten: die hangt sterk af van het landschap. Veel erosie levert meer CO2 en lachgas op, weinig erosie maar meer poelen en meren, levert meer methaan.

Aan de andere kant laat de opwarming van het klimaat ook de vegetatie toenemen in de toendra- en poolwoestijn-gebieden op de permafrost. Dat leidt tot meer opname van CO2. In de toendra nemen vooral struiken toe (de boomgrens in vlak laagland kan de snelle opwarming niet goed bijhouden). Dit staat bekend als ‘Arctic Greening’ en is ook opgenomen in klimaatmodellen. De laatste jaren blijkt uit satellietbeelden ook ‘Arctic Browning’ op te treden, een verlies van groene vegetatie door de toename van klimaat-extremen in het Arctische gebied: droogte, warmte, bos- en toendrabranden, en insectenplagen die ook vaak samenhangen met klimaatverandering. De effecten van abrupte dooi met poelen en erosie dragen ook bij.

Uit metingen in de Siberische toendra bleek ook, dat in jaren met een langer groeiseizoen wel meer CO2 werd opgenomen door de vegetatie, maar tegelijkertijd kwam er ook meer CO2 uit de bodem. Dat compenseerde de extra opname van CO2. Recent is ook gebleken dat in de winter CO2– en methaan-emissies uit de bodem doorgaan zolang de bodem niet compleet bevroren is. Ook dat neem toe, omdat door opwarming van het klimaat het bevriezen van de bodem steeds langer duurt. Afbraak van organische stof gaat daardoor langer door. De in de bodem opgeslagen gassen worden er vervolgens door het bevriezingsproces uitgedreven. Deze winterse uitstoot overtreft de in de zomer door planten opgenomen CO2.

Uit waarnemingen blijkt dus dat de opname van CO2 door meer vegetatie niet in staat is de uitstoot van broeikasgassen te compenseren, en waarschijnlijk wordt dat in de toekomst ook niet beter. Helaas zijn er weinig lange meetreeksen van CO2– en methaanuitstoot boven de permafrost. De logistieke problemen om dat met gevoelige apparatuur te meten zijn groot, en geschikte apparatuur is er ook pas zo’n 15 jaar. Temperaturen zijn in de winter extreem, terwijl de emissies ook in de winter niet te verwaarlozen zijn. Onlangs is een 16 jaar lange tijdreeks van metingen uit de Siberische toendra gepubliceerd, die een duidelijke toename van zomertemperatuur laten zien die gepaard gaat met een toename van zomerse methaan-emissie van 1.9 ± 0.7% per jaar bij een Juni-temperatuur toename van 0.3 ± 0.1 °C per jaar.

Sinds 2007 is er een zeer snelle toename van methaan in de atmosfeer te zien. Kan ontdooiende permafrost hieraan bijdragen? Het onderscheid tussen de verschillende bronnen van methaan en CO2 is lastig, en permafrost is lang niet de enige bron. Er zijn meer grote natuurlijke methaanbronnen, zoals moerassen in de tropen, zoetwatermeren, en je moet permafrost-methaan ook kunnen onderscheiden van de grote menselijke bronnen zoals fossiele brandstoffen en landbouw. De natuurlijk voorkomende isotopen van de koolstof, zuurstof en waterstof, kunnen helpen bij het schatten van de grootte van bronnen, maar zijn vaak niet beslissend.

Uit meerdere onderzoeken blijkt niet dat er tot nu toe een grote bijdrage van de permafrost is. In een publicatie uit 2015 wordt met behulp van modellen geschat dat door opwarming van de permafrost 10% van de koolstof daaruit in de atmosfeer verdwijnt tot het einde van deze eeuw, het meest als CO2. Dat is vergelijkbaar met 10% van de emissie uit fossiele brandstoffen en is goed voor 0.2°C extra opwarming. De verdeling van concentratie van methaan in de atmosfeer over de hele Aarde geeft ook aan dat de belangrijkste natuurlijke bronnen van biogeen methaan in de tropen liggen. Metingen van methaanconcentratie in de Arctische atmosfeer laten ook nog geen toename zien op grote schaal. De snelle toename van methaan in de atmosfeer wordt voor het grootste deel toegeschreven aan methaan uit tropische wetlands.

Een mogelijke verklaring is dat zomerdroogte die regionaal optreedt in het Arctische gebied de methaanvorming onderdrukt. De bacteriële oxidatie van methaan in de bodem neemt ook toe in het Arctische gebied en kan een deel van het ontbrekende methaan verklaren. Aan de andere kant zorgt een Arctische Oceaan met minder ijsbedekking ook voor meer sneeuwval en regen, wat juist in het begin van de zomer voor natte omstandigheden kan zorgen. Vooral riviervlakten die bij veel sneeuwval in het voorjaar overstromen zijn sterke bronnen van methaan. Wereldwijde inventarisaties met behulp van meetgegevens en atmosferische inversie-modellen laten een lichte toename zien van methaanuitstoot uit het Arctische gebied.

Hierbij moet wel benadrukt worden dat veel publicaties niet veel verder gaan in hun analyses dan tot 2020. Effecten van recente extreme gebeurtenissen (recente extreme bosbranden in Siberië en Canada, extreem warm, droog weer van de afgelopen paar jaar en van dit jaar) zullen we in die analyses nog niet zien.

Zijn we het permafrost tipping point al gepasseerd?

Deze vraag blijkt dus lastig te beantwoorden door gebrek aan gegevens. Een artikel uit 2020 stelde dat de permafrost al een tijd geleden een kantelpunt gepasseerd is en onomkeerbaar aan het dooien is (Randers & Goluke 2020). Die conclusie werd getrokken uit experimenten met een vereenvoudigd aardsysteem- en klimaatmodel. Zelfs als we onmiddellijk zouden stoppen met CO2 uitstoten, zou de dooi – na een aanvankelijke vertraging – eeuwenlang doorgaan. In dit model werd de dooi van permafrost versterkt door de uitstoot van broeikasgassen uit de permafrost, en door toename van waterdamp (ook een broeikasgas) in de atmosfeer, en verder worden versterkt door meer opwarming door verdwijnen van sneeuw en ijs. Het model berustte op simpele aannames: de stijging van de luchttemperatuur is een maat voor dooi van permafrost, evenals de emissie van broeikasgassen. Zoals hierboven besproken, zit het wel wat ingewikkelder in elkaar. In de eerste plaats blijkt er niet één kantelpunt te zijn in het permafrost-klimaatsysteem (Fig. 6).

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2023/08/figuur6.jpg?w=635

Figuur 6. Globale relatie permafrost en klimaat.

Het ontdooien van permafrost zelf is geen kantelpunt. Zodra het klimaat afkoelt kan de bodem weer bevriezen. Dat is ook wel gebleken uit snelle terugkeer van permafrost bij de laatste koude fase aan het eind van de laatste ijstijd (Jonge Dryas Stadiaal) in Nederland, toen de permafrost van het koudste deel van de laatste ijstijd al een paar duizend jaar verdwenen was.

Het eerste kantelpunt heeft betrekking op landschap en ecosystemen van ijsrijke permafrost: aardverschuivingen, erosie, ontstaan van poelen en meren door snelle, abrupte dooi. Uit verschillende publicaties (hierboven aangehaald) blijkt dat dit al plaatsvindt, en verlies van organische stof uit de bodem veroorzaakt. Het duurt tientallen tot honderden jaren voordat sporen van erosie weer uitgewist zijn in de vegetatie, en nog langer voordat de hoeveelheid organische stof in de bodem weer op het oude niveau is. De beruchte Batagay megaslump laat zien dat wanneer dat het erosieproces eenmaal in gang gezet is, het tientallen jaren door kan gaan. Ook het verdwijnen van de ijstijd-permafrost uit het koudste deel van de ijstijd in Nederland veroorzaakte op zeer grote schaal verstoring van de bodem (Fig. 7).

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2023/08/figuur7.jpg?w=227

Figuur 7. Sterke vervloeiïng van de bodem tijdens het ontdooien van de permafrost uit de laatste ijstijd in Nederland. Stukken venige toendrabodem (zwarte brokken) zijn in een zandlaag gezakt. Dat kon, doordat de zandlaag door dooi van grondijs oververzadigd was geraakt met water. Deze zogenaamde kryoturbatie wordt in grote delen van Nederland aangetroffen, vlak onder lagen waarin geen aanwijzingen voor permafrost aanwezig zijn. Hengelo, bouwput aanleg A1, foto J. van Huissteden.

Het tweede kantelpunt is de uitstoot van broeikasgassen uit de ontdooiende permafrost. Het is de vraag of dit een kantelpunt is – neemt dit geleidelijk toe naarmate de permafrost warmer wordt, of gaan er abrupte veranderingen optreden waarbij de emissie in korte tijd sterk toeneemt en op een hoger niveau blijft? Gezien de enorme hoeveelheden fossiel organisch materiaal die zijn opgeslagen in de permafrostbodems en de abrupte dooiverschijnselen die we nu zien toenemen, zou dit zeker een kantelpunt kunnen zijn. Alleen wijzen de schattingen van wereldwijde uitstoot uit permafrost nog niet op een sterke toename tot nu toe. Waarschijnlijk is hier nog geen kantelpunt bereikt.

Dat de uitstoot uit permafrost gering is ten opzichte van andere broeikasgasbronnen is overigens niet geruststellend. Hierboven wordt een schatting genoemd die aangeeft dat de broeikasgassen uit permafrost in deze eeuw wereldwijd bijdragen aan ± 0.2°C extra opwarming. Via de ‘Arctic amplification’ is dat echter meer opwarming boven de permafrost. Zoals het model van Randers & Goluke laat zien, moeten we ook rekening houden met meer waterdamp door een vochtiger arctische atmosfeer. Dezelfde schatting zegt dat permafrost-broeikasgassen slechts 10% van onze emissie uit fossiele brandstoffen vertegenwoordigen. Dat lijkt weinig, maar betekent veel meer economische en maatschappelijke inspanning om de opwarming van de Aarde tot 2°C te beperken. Zelf denk ik dat deze schatting te laag is, omdat ze gebaseerd is op modellen waarin de effecten van abrupte dooi niet goed verwerkt zijn.

Het is bovendien ook onzeker of ‘Arctic greening’ leidt tot meer CO2 opname in vegetatie om de emissie uit permafrost te compenseren. De recente extreme bos- en toendrabranden zijn zeer verontrustend. De uitstoot van roet van de branden, en afzetting daarvan op het sneeuwdek leidt ook tot snellere sneeuwsmelt door meer absorptie zonnestraling. De vernietiging van beschermende vegetatie leidt ook tot extra permafrost-dooi.

Tenslotte moeten we ook rekening houden met andere kantelpunten in het klimaat, die de Arctische opwarming kunnen versterken: het domino-effect van kantelpunten die elkaar beïnvloeden. Verdwijnen van Arctisch zee-ijs leidt tot meer waterdamp in de Arctische atmosfeer en meer opwarming. De extra neerslag die daarvan het gevolg is heeft ook een opwarmend effect op de permafrost, zoals we hierboven gezien hebben. Andere kantelpunten in het klimaat, met name kantelpunten die de stromingen en broeikasgas-uitwisseling in de oceanen beïnvloeden, hebben waarschijnlijk grotere gevolgen voor het klimaat dan permafrost-dooi. Permafrost-dooi is slechts een van de grote risico’s die we lopen door te gokken met het klimaat van onze planeet.

https://klimaatveranda.nl/2023/08/22/permafrost-een-kantelpunt/

Nederland op slot? Bouwen kán snel, leert Groningse lng-terminal (NOS Economie)

Het elektriciteitsnet moet worden uitgebreid, er moet een waterstofnetwerk komen en er moeten installaties komen waarmee CO2 van de industrie kan worden afgevangen en opgeslagen in lege aardgasvelden onder de Noordzee. De projecten zijn nodig om de klimaatdoelen voor 2030 te halen, maar de doelen raken uit zicht. Een voorbeeld van de Gasunie in de Groningse Eemshaven toont aan dat projecten ook snel gerealiseerd kunnen worden.

Regels en procedures halen de vaart uit de energietransitie met als gevolg dat veel bedrijven die van het gas af willen, geen zware elektriciteitsaansluiting kunnen krijgen. Voor sommige projecten is nieuwe wetgeving nodig en het is onzeker of de Tweede Kamer die nog gaat behandelen voor de verkiezingen in november. De aanleg van de infrastructuur voor het afvangen van CO2 van de petrochemische industrie in de Rotterdamse haven stokt vanwege stikstofregels.

In 200 dagen

Nederland lijkt steeds vaker 'op slot' te zitten maar afgelopen jaar was er een opvallende uitzondering. Binnen 200 dagen legde de Gasunie in samenwerking met Groningen Seaports, bouwbedrijven en verschillende overheden een drijvende lng-terminal (vloeibaar gas) in de Groningse Eemshaven aan. Die was nodig om het verlies aan Russisch gas te compenseren met vloeibaar gas uit de Verenigde Staten.

Het kabinet overtuigde de provincie Groningen van het 'nationaal belang' en regelde een gedoogvergunning voor de twee fabrieksschepen. Ondertussen rekenden alle partijen terug vanuit de opleveringsdatum van 15 september 2022, die nodig was om voor de winter de gasvoorraden gevuld te hebben. Uitstel van oplevering was geen optie.

Het project slaagde volgens Hans Coenen, lid van de raad van bestuur van de Gasunie, omdat "alle partijen de urgentie voelden". De dreiging van gezinnen die hun huis niet kunnen verwarmen, industrieën die stil dreigen te vallen en de schok van de Russische inval in Oekraïne zorgden ervoor dat alle problemen en bezwaren werden opgelost. Bouwmateriaal werd 'geleend' van andere projecten, ruim 500 man personeel uit Mozambique, Tsjechië, Australië en andere delen van de wereld werd ingevlogen naar de Eemshaven.

Urgentie kopiëren

Hans Coenen heeft de manier van werken inmiddels met veel mensen uit de energiesector besproken, ook met minister Jetten voor Klimaat en Energie. Coenen denkt dat het navolging krijgt, al zal het niet meevallen om de urgentie van afgelopen jaar te kopiëren. Ook is er geen enkele organisatie in Groningen tegen de gedoogvergunning in beroep gegaan, zijn er geen woningen in de Eemshaven en ligt er geen Natura 2000-gebied in de directe omgeving.

Toch kan de manier van werken navolging krijgen, verwacht ook Marjolein Dieperink, hoogleraar Klimaatverandering en Energietransitie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. "Wat er in de Eemshaven is gebeurd, is dat marktpartijen en overheden heel dicht op elkaar zijn gaan zitten in een vroeg stadium van het proces en met elkaar hebben bekeken wat er nodig is om het project tot een goed einde te brengen."

Dieperink is partner bij advocatenkantoor AKD en als advocaat bij veel energieprojecten betrokken; "Ik zie dat projecten soms traag verlopen en dat het beter kan." Net als netbeheerders, werkgevers en milieuorganisaties vreest Dieperink dat de klimaatdoelen voor 2030 uit beeld verdwijnen onder meer vanwege de val van het kabinet. "Bijvoorbeeld voor waterstof en warmtenetten is nieuwe wetgeving nodig en die processen duren lang en de meeste partijen wachten die af voor ze investeren. De vraag is of 2030 niet te snel komt."

Nationaal belang

Voor het lng-project in de Eemshaven deed minister Jetten een beroep op het nationaal belang en het gevaar voor de openbare orde en veiligheid als er een tekort aan gas zou ontstaan. De vraag is of de bosbranden, hittegolven en overstromingen die de wereld dit jaar teisteren niet aantonen dat de klimaatcrisis inmiddels ook een zaak van openbare orde en veiligheid is.

"Er zijn steeds meer rapporten die aantonen dat we achterlopen bij de doelstellingen uit het Parijs-akkoord, daarom valt ook hier zo'n noodsituatie wel te beredeneren", zegt Dieperink. Netbeheerders, werkgevers en milieuorganisaties hebben in een brandbrief aan de Tweede Kamer gepleit voor snelheid. De organisaties zijn bang dat vanwege de val van het kabinet, energieprojecten die van belang zijn om de klimaatdoelen te halen nog verder uit het zicht raken.

https://nos.nl/l/2485326

Begrotingsdebat: ‘Zorgen over verhoging OZB en frustraties over reclamebelasting en situatie sportpark Corpus’ (Oog TV)

Vanwege de financiële penibele situatie van de gemeente wil de coalitie gaan werken met niet sluitende begrotingen. Dat bleek woensdag tijdens de laatste raadsvergadering voor de zomervakantie. De oppositie is dit een doorn in het oog die daarbij tegelijkertijd de coalitie verwijt dat er geen keuzes worden gemaakt om het financiële huishoudboekje op orde te houden.

In de gemeenteraad vond woensdag het voorjaarsdebat plaats. Dat kan als een opmaat worden gezien naar het debat over de gemeentebegroting. Waar gaat geld aan uitgegeven worden, en waar kan het een onsje minder? In de gemeente werd over het jaar 2022 een bedrag van 27 miljoen euro overgehouden. Daarbij is echter de solvabiliteitsratio te laag. Die schommelt rond de 9 á 10 procent. Daarnaast komen er minder inkomsten binnen uit Den Haag. De verwachting is dat in de aanloop naar het ravijnjaar 2026, wanneer de geldkraan vanuit Den Haag significant dichter wordt gedraaid, er een tekort ontstaat van 3 miljard euro. Daardoor is duidelijk dat een aanzienlijk deel van de ambities die het huidige gemeentebestuur heeft niet verwezenlijkt kan worden.

Wat is solvabiliteit?
Solvabiliteit, ook wel solvabiliteitsratio genoemd, geeft de verhouding weer tussen het eigen vermogen dat je hebt en het vreemd vermogen in je onderneming. Vreemd vermogen kan bijvoorbeeld geld zijn dat je als bedrijf geleend hebt. Het eigen vermogen is het verschil tussen bezettingen en de schulden van je bedrijf. Door te kijken naar de verhouding tussen deze twee, kun je concluderen hoe afhankelijk een bedrijf is van anderen. De solvabiliteit zegt veel over de mate waarin je bedrijf in staat is om financiële tegenslagen op te vangen. Een goede solvabiliteit betekent dat je bedrijf tegen een stootje kan.

Mirte Goodijk (Student & Stad): “Op de Grote Markt is na de huldiging van FC Groningen een groots vuurwerk te zien”
Fractievoorzitter Mirte Goodijk van Student & Stad: “Het is 2030. Angela stapt haar gasloze studentenwoning op de Zernike Campus uit en stapt op haar fiets richting cultuurcentrum De Nieuwe Poort, waar ze een optreden bij gaat wonen van de band Turfy Gang, die in dat jaar voor Nederland het songfestival hebben gewonnen. Bij de Nieuwe Poort komt ze mensen tegen uit heel Nederland die Groningen hebben bereikt via de Lelylijn. Na afloop van het concert drinkt Angela een biertje in de binnenstad, waarbij het haar opvalt dat de binnenring getransformeerd is tot een echte verblijfsplek. Ze maakt contact met een jongen die ze al een tijdje op het oog heeft. Voor ze naar zijn woning in Meerstad gaan, wordt er eerst nog een eierbal gegeten. Angela eet een klassieke eierbal, hij een veganistische. Na een gezellige nacht in Meerstad fietst Angela de volgende dag terug naar huis. In Meerstad fietst ze langs sportvelden waar de jeugd massaal aan het sporten is. Op de Grote Markt ziet ze FC Groningen gehuldigd worden die in dat seizoen landskampioen zijn geworden. Het feest wordt afgesloten met een groots vuurwerk.”

Leendert van der Laan (Partij voor het Noorden): “Dit gemeentebestuur is gek op belastingen”
De creatieve inleiding van Student & Stad legt pijnlijk bloot dat er vanuit het College veel ambities zijn, maar duidelijk is ook dat niet alles gerealiseerd kan worden. Maar welke keuzes maak je? Verschillende fracties vinden dat de inwoners niet de dupe mogen worden. Leendert van der Laan van de Partij voor het Noorden: “Onze fractie maakt zich zorgen over de veelheid en de hoogte van lokale belastingen. Dit gemeentebestuur wil de Onroerendezaakbelasting met 7% verhogen. Ook andere tarieven stijgen. Voor de gemiddelde ambtenaar is dat geen probleem, want die ziet zijn salaris keurig meestijgen. Maar niet iedereen is ambtenaar. Ondertussen stijgen ook andere tarieven. De parkeerbelasting en om nog maar te zwijgen over de reclamebelasting. Dit gemeentebestuur is gek op belastingen, hoe meer en hoe diverser, hoe beter. Het resultaat is dat deze gemeente steeds exclusiever wordt, waarbij een gezin dat woont in de binnenring jaarlijks een compleet maandsalaris kwijt is aan lokale lasten. Waar stopt dit?”

Wethouder Mirjam Wijnja (GroenLinks): “Het zou zomaar kunnen dat de belastingen komende jaren worden uitgebreid”
Mirjam Wijnja (GroenLinks) is wethouder Financiën: “Het gaat vanavond veel over geld. Geld komt hoofdzakelijk op twee manieren bij ons binnen: via lokale belastingen en via het gemeentefonds. Met dat geld willen we de juiste dingen doen. Er moeten keuzes gemaakt worden, en dat is een politieke afweging. Als er in die geldstromen iets gaat veranderen, dan heeft dit direct grote gevolgen voor wat je kunt doen. Verschillende fracties wijzen vanavond naar de belastingen. Het zou zomaar kunnen dat dit de komende jaren wordt uitgebreid. De Rijksoverheid wil dat er lokaal bepaald gaat worden welke belastingen geheven kunnen worden. Ik realiseer me dat dit een expliciete discussie kan gaan opleveren.”

“Passen we geen indexatie toe dan kost ons dit miljoenen”
Wijnja: “Als gemeentebestuur hebben we afgesproken de Onroerendezaakbelasting niet te verhogen, maar we gaan wel indexeren. Het is een systematiek die niet alleen omhoog kan, maar ook omlaag. Maar we weten dat we allemaal te maken hebben met inflatie. Passen we deze indexatie niet toe, dan kost dit de schatkist van de gemeente tussen de 3 en 7 miljoen euro structureel. En ik weet niet hoe we die tekorten op moeten gaan vangen.”

Daan Brandenbarg (SP): “Wilt u wegen gaan bombarderen om de woningwaarde te verlagen?”
En toch zit die OZB veel partijen niet lekker. Jim Lo-A-Njoe van D66: “De belastingen zitten al op een hoog niveau. Door de OZB te verhogen zullen middeninkomens het kind van de rekening worden.” Leendert van der Laan: “Bij de OZB kun je aan drie knoppen draaien. Je hebt de knop van de reguliere stijging van de woningwaarde, je hebt de inflatiecorrectie, en je hebt de reguliere verhogingspercentages. In Groningen kan alleen aan de tweede knop gedraaid worden.” Dat kan op een vraag rekenen van Daan Brandenbarg van de SP: “Stel dat we aan die eerste knop gaan draaien. Dat we de woningwaarde aan gaan passen. Hoe wilt u dat doen? Wilt u wegen gaan bombarderen? Wilt u voorzieningen weghalen?” Van der Laan: “U begrijpt de knoppen niet. Mijn advies zou zijn om eens een financiële presentatie bij te wonen. In Groningen gaat de OZB altijd omhoog. En dat maakt ons ongerust.”

Tekst gaat verder onder de foto:

https://www.oogtv.nl/wp-content/uploads/2023/07/euro-g7a470c891_1280-490x327.jpg


Verschillende fracties maken zich zorgen over de financiële weg die het gemeentebestuur inslaat. Foto: Bruno via Pixabay

Amrut Sijbolts (Stadspartij 100% voor Groningen): “Slaat dit gemeentebestuur wel de juiste weg in?”
Om bij het financiële thema te blijven: de gemeentebegroting. Het gemeentebestuur wil gaan werken met niet sluitende gemeentebegrotingen. Verstandig zegt de coalitie. Maar de oppositie maakt zich zorgen. “Wij maken ons zorgen of het gemeentebestuur de juiste weg inslaat qua financiën”, betoogt Amrut Sijbolts van Stadspartij 100% voor Groningen. “Het Rijk trekt te weinig geld uit, we hebben een financieel ravijnjaar in het vooruitzicht. Dan kun je niet anders concluderen dat geen sluitende begroting roekeloos is.” Dat kan op een vraag rekenen van Peter Rebergen van de ChristenUnie: “Heeft u kennis genomen van de oproep van de VNG om te gaan werken met niet sluitende begrotingen?” Sijbolts: “Ja, daar heb ik kennis van genomen.”

Daan Brandenbarg (SP): “Wij denken dat je van scherven iets moois kunt maken”
Daan Brandenbarg van de SP: “Je kunt het mes zetten in uitgaven, maar dan ben je medeplichtig in afbraak. In de afgelopen tien jaar is er heel veel afgebroken door zaken over te laten aan de marktwerking. Wij willen op gaan bouwen, en wij denken dat we van scherven iets moois kunnen maken. Het gemeentebestuur kiest er voor om niets af te breken. Men durft het aan om een niet sluitend meerjarenprogramma te presenteren.” Leendert van der Laan: “Maar geven we daarmee niet het verkeerde voorbeeld? Als gezinnen nu hun rekeningen niet meer kunnen betalen? Geldt dan voor hun hetzelfde?” Brandenbarg: “Voor deze gezinnen hebben we heel veel regelingen, zoals het kwijtschelden van de afvalstoffenheffing en het energiecompensatiepakket.” Sijbolts: “Mensen die hun OZB niet kunnen betalen die moeten eerst hun huis verkopen.”

Geen blaashal
Maar de avond ging ook over andere zaken. Over concrete zaken bijvoorbeeld. Moet er geïnvesteerd worden in de opvang van daklozen door middel van de realisatie van een appartementencomplex? Kan een blaashal helpen in de tekorten die er zijn op het gebied van ruimte op sportvelden en moet er doorgegaan worden met de stedenband die Groningen heeft met Moermansk in Rusland? Op het gebied van de stedenbanden komt er volgens de burgemeester een stevige analyse hoe daar mee verder te gaan. Bij de opvang van daklozen gaan de PVV en de PvdA samenwerken aan een initiatiefvoorstel hoe dit verbeterd kan worden. En een blaashal komt er niet: 20 raadsleden stemden voor, 24 tegen.

Tekst gaat verder onder de foto:

https://www.oogtv.nl/wp-content/uploads/2015/09/Sportpark-Corpus-den-Hoorn-490x276.jpg


Tijdens het debat liepen de gemoederen over sportpark Corpus den Hoorn hoog op. De wethouder geeft aan dat ze meer tijd nodig heeft om de situatie op te lossen. Foto: Andor Heij

Wethouder Inge Jongman (ChristenUnie): “Meer tijd nodig voor sportpark Corpus”
Op het gebied van sport liepen de gemoederen in de raadszaal hoog op. En dan gaat het over sportpark Corpus. Verschillende politieke partijen willen dat de wethouder woord houdt om voorrangsregels toe te passen op het park, waarbij de breedtesport voorrang krijgt op de topsport. Wethouder Inge Jongman (ChristenUnie) van Sport: “We hebben de afgelopen periode diverse gesprekken gevoerd. Daaruit blijkt dat het opstellen van een beheerplan meer tijd kost.” Dat kan op een vraag rekenen van Jim Lo-A-Njoe van D66: “Afgelopen voorjaar vond er een hoorzitting plaats in deze raadszaal. Er is toen de verwachting gewekt dat een nieuwe regeling van kracht zou worden bij de start van het nieuwe seizoen.” Jongman: “Gesprekken hebben plaatsgevonden tot 19 juni. Ook met FC Groningen is gesproken. Er wordt op dit moment heel hard gewerkt. Maar we hebben wel te maken gekregen met een nieuwe situatie waarbij de honkbalclub besloot om toch niet te verhuizen en op het terrein te blijven.”

Mirte Goodijk (Student & Stad): “Waarom erkent de wethouder niet dat het zelfs niet gelukt is om duidelijkheid te scheppen?”
Lo-A-Njoe: “Dus u dacht serieus dat als de honkbalclub vertrekt dat dan alles opgelost is? Dat een honkbalveld in een aantal maanden omgetoverd kan worden in een andere type sportveld. Dat kan toch niet?” Jongman: “Wij kiezen voor de breedtesport. We zijn hier hard mee aan de slag.” Mirte Goodijk van Student & Stad: “Waarom geeft de wethouder geen duidelijkheid? Ze kan toch erkennen dat zelfs duidelijkheid scheppen niet gelukt is?”

Amrut Sijbolts (Stadspartij 100% voor Groningen): “Als het de wethouder voor het nieuwe seizoen niet lukt, dan heeft ze een groot probleem”
De fractievoorzitter van D66: “Wij zien een hopeloos falend beleid op Corpus. De uitkomst van de hoorzitting was heel duidelijk. De voorrangssituatie zou vanaf het nieuwe seizoen gelden.” Sijbolts: “Dat het niet lukt wordt vandaag gecommuniceerd, terwijl sportverenigingen ook op vakantie gaan en nu niet weten waar zij straks aan toe zijn. Wij als fractie vinden dat de gemeente dit voor de start van het nieuwe seizoen op moet lossen. En mocht dat niet lukken dan heeft de wethouder wat ons betreft een groot probleem.”

Els van der Weele (PvdA): “Mevrouw Jongman werkt toch hard aan een oplossing?”
Els van der Weele van de PvdA probeert de gemoederen te sussen: “Er worden hele grote woorden gebruikt, waarbij eigenlijk helemaal niet de tijd is genomen om een debat te voeren.” Jalt de Haan van het CDA: “We hebben enkele maanden geleden een sessie gehad. Het resultaat van die sessie was heel duidelijk. Dat er duidelijkheid wordt geschept, en dat verenigingen weten waar ze aan toe zijn. Ik merk dat verschillende fracties nu heel erg gefrustreerd zijn.” Van der Weele: “Maar u heeft mevrouw Jongman toch gehoord? Er wordt hard aan gewerkt om tot een oplossing te komen.” De motie om de voorrangsregels toe te passen wordt uiteindelijk niet gesteund. Van de raadsleden stemmen er 20 voor, en 24 tegen.

Tekst gaat verder onder de foto:

https://www.oogtv.nl/wp-content/uploads/2021/12/drukte_binnenstad.jpeg


Met het invoeren van reclamebelasting wil het gemeentebestuur openbare ruimte herwinnen. De oppositie is faliekant tegen de plannen. Foto: OOG Tv

Ietje Jacobs-Setz (VVD): “De reclamebelasting voelt als een overval”
Ook werd er uitgebreid gesproken over de reclamebelasting. De fractie van de VVD is daar bijvoorbeeld niet blij mee. Ietje Jacobs-Setz: “Ondernemers zijn een belangrijke banenmotor. Ondernemers houden onze wijken en dorpen leefbaar en levendig. Ondernemers hebben een zware coronatijd achter de kiezen, waarbij belastingen soms zelfs nog terugbetaald moeten worden. Maar ondertussen leggen we ondernemers duurzaamheidsnormen op, en komt de gemeente met een reclamebelasting. Een reclamebelasting die onverwacht wordt ingevoerd, en voor de ondernemers ervaart als een overval. Zoiets zouden wij als partij nooit doen, en het schaadt het vertrouwen in de politiek.”

“U kunt nu lachen, maar ik ben serieus. Welke ruimte herwinnen wij?”
Wethouder Wijnja: “De invoeren van een reclamebelasting is een afspraak uit het coalitieakkoord. We willen de openbare ruimte herwinnen. Dat is de route die we hebben ingezet. We willen alle middelen daar ook voor gebruiken. Sommige partijen stellen dat we al precario hebben, maar dat gaat toch echt ergens anders over. Op dit moment zijn we bezig met een onderzoek, later komt er vanuit het gemeentebestuur een voorstel hoe we dit in willen voeren.” Jacobs-Setz: “Maar de meeste reclame zit aan de gevel. Hoe ga je daar nu ruimte mee herwinnen. Loopt u overdwars over de gevel? Dat zie ik mensen nooit doen.” Het leidt tot een lachende wethouder. Jacobs-Setz: “Ja, u kunt nu lachen. Maar ik ben echt serieus. Welke ruimte herwinnen wij door belasting te heffen op een bord dat op twee meter hoogte aan de gevel hangt?”

Jim Lo-A-Njoe (D66): “Dus u wilt ook reclame achter de ramen belasten?”
Wijnja: “Het gaat om uitingen die vanuit de openbare ruimte de aandacht vragen. Dus we kijken ook naar etalages en materialen achter de ramen.” Jim Lo-A-Njoe van D66: “Dus ook uitingen achter de ramen, daar wilt u belasting op heffen?” Dat is het moment waarop voorzitter Koen Schuiling ingrijpt: “U heeft de wethouder gehoord. Er komt nog een voorstel. Het lijkt me goed om deze discussie naar een later moment te verplaatsen.” Uiteindelijk wordt de motie wel in stemming gebracht. Het voorstel om te stoppen met de reclamebelasting kan op 20 stemmen voor rekenen en 24 tegen.

Fietsvlonders
Over het herwinnen van openbare ruimte: een plan van Student & Stad om fietsvlonders te realiseren waar tweewielers op geparkeerd kunnen worden kreeg wel een meerderheid. Volgens de partij is het een goedkope tussenoplossing om snel meer fietsplekken te realiseren. Dat vindt ook wethouder Philip Broeksma (GroenLinks) van Verkeer. Hij heeft ook al een idee hoe het plan te financieren: namelijk vanuit de opbrengsten van het betaald parkeren. Dat zorgt voor verhitte reacties bij de VVD, CDA en Stadspartij 100% voor Groningen. Aanvankelijk waren deze partijen mede-indieners van het plan, maar door het antwoord van de wethouder haken zij af.

Tekst gaat verder onder de foto:

https://www.oogtv.nl/wp-content/uploads/2023/07/loaf-gb11524b02_1280-490x276.jpg


De klimaatverandering zorgt voor grote opgaven. De eiwittransitie is daarin volgens de Partij voor de Dieren een belangrijke uitdaging, waarbij een deel van de oplossing op onze eettafel ligt. Foto: -Rita-�‍� und � mit ❤ via Pixabay

Wesley Pechler (Partij voor de Dieren): “Er is een systeemverandering nodig”
In de laatste raadsvergadering voor de zomervakantie gaat het ook over vakantiebestemmingen. Hoewel dit voor de Partij voor de Dieren aanleiding is om daar de zorgen over uit te spreken. Wesley Pechler van deze partij: “We zien de laatste periode temperatuurrecord na temperatuurrecord sneuvelen. Grote bosbranden in Canada en hevige overstromingen in Azië. Extreme weersomstandigheden zijn het nieuwe normaal. Het laat de urgentie zien dat we de broeikasgassen terug moeten dringen. In Groningen doen we daar ons best voor. Met Warmtenet lopen we twee jaar voor op de rest van Nederland, maar het is belangrijk om wel voorop te blijven lopen. Het redden van het klimaat lukt niet alleen met zonnepanelen. Er is een systeemverandering nodig. Eén van de effectiefste manieren daarvoor vinden we op onze eettafel: het eten van minder vlees. Daarom is de eiwittransitie belangrijk, wat voor de duidelijkheid niet een hobby-projectje is van dit gemeentebestuur.”

“Meer samenwerking zoeken met Avebe”
Dat kan op een vraag rekenen van Ietje Jacobs-Setz van de VVD: “In Groningen gebeurt al heel veel op het gebied van eiwittransitie. Ook al voor we daar een wethouder voor hadden. In hoeverre waardeert u de inzet van Avebe op dit terrein?” Pechler: “Wij zijn blij met het bedrijf Avebe, dat een versterkende factor heeft.” Jacobs-Setz: “Avebe is al heel lang bezig. Wat kunt u beter dan wat Avebe doet?” Pechler: “Ze zijn in Europa marktleider, en wij willen hen niet de les lezen. Het doel is om meer samenwerking te zoeken. Dat we boeren verleiden om over te stappen op andere modellen. Waar we ook het onderwijs bij betrekken.”

Dennis Ram (PVV): “Dit is toch een zinloze exercitie?”
Dennis Ram van de PVV: “Nu willen wij in Groningen graag voorop lopen. Maar in landen als India en China zijn ze helemaal niet bezig met duurzaamheid en klimaatdoelstellingen. Is waar wij mee bezig zijn niet een zinloze exercitie?” Pechler: “Die mening laat ik bij u. In China liggen er meer zonnepanelen dan in de hele VS bij elkaar. In India eten ze minder vlees dan dat wij doen.”

Jeffry van Hoorn (GroenLinks): “We moeten gaan voor een eerlijk voedselsysteem”
GroenLinks wil nog graag even inhaken op de eiwittransitie. Jeffry van Hoorn van deze partij: “Ons huidige voedselsysteem is onhoudbaar. Het is belangrijk dat we dierlijke eiwitten vervangen door natuurlijke eiwitten. Ik en mijn fractie zijn trots dat we onze nek uitsteken met een wethouder eiwittransitie die hard aan het werk is.” Jim Lo-A-Njoe van D66: “Ik hoor GroenLinks zeggen dat ze blij zijn met de eiwittransitie. Maar kunt u drie dingen noemen die het afgelopen jaar op dit terrein zijn gerealiseerd?” Van Hoorn: “Ik doe niet mee aan goedkope retoriek door drie dingen te gaan noemen. Waar we voor moeten gaan is een eerlijk voedselsysteem, en daar wordt hard aan gewerkt.”

https://www.oogtv.nl/2023/07/begrotingsdebat-zorgen-over-verhoging-ozb-en-frustratie-over-reclamebelasting-en-situatie-sportpark-corpus/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=begrotingsdebat-zorgen-over-verhoging-ozb-en-frustratie-over-reclamebelasting-en-situatie-sportpark-corpus