Satellieten speuren naar gaslekken en ontbossing (Elsevier)

Steeds preciezer houden satellieten de aarde in de gaten. Vanuit de ruimte speuren ze naar gaslekken, stiekeme vervuilers en illegale bomenkap. Nederlandse innovaties spelen daarbij een belangrijke rol vooral in de ontwikkeling van meetinstrumenten. En die ontwikkelingen gaan in razend tempo door.

Amerikanen konden eind ­jaren vijftig horen hoe de Sovjet-Unie ze in de ruimte voorbijstreefde. Hun radio’s vingen de pieptoon op die de Spoetnik uitzond, de allereerste satelliet.

Uw cookieinstellingen laten het tonen van deze content niet toe. De volgende cookies zijn nodig: marketing. Wijzig uw instellingen om deze content te zien.

Ruim zestig jaar later is het leven onvoorstelbaar zonder de circa zesduizend navolgers van Spoetnik. Dankzij satellieten navigeren we met gps en kunnen we wereldwijd communiceren. Maar de apparaten houden ook de aarde in de ­gaten. Dat is handig wanneer observatie vanaf de grond onpraktisch is. Of wanneer je ergens niet kan of mag komen.

Minder luchtvervuiling tijdens lockdown

Satellieten kwijten zich steeds beter van hun spionnentaak. Wetenschappers zien preciezer dan ooit waar bomen worden omgehakt. Ze krijgen elke dag verse gegevens over luchtvervuiling. En jaarlijks lanceren ze nieuwe satellieten met nog meer mogelijkheden.

Afname van luchtvervuiling in Nederland door Corona-maatregelen:
Tropomi NO2-metingen van 22-26 maart 2020 vergeleken met 23-27 februari 2019 (een periode met vergelijkbare meteorologische omstandigheden).https://t.co/JmX57zGFeT pic.twitter.com/WV234uSlWf

— Helga van Leur ☀ (@helgavanleur) March 28, 2020

Nederland speelt hierin een belangrijke rol. Aan het begin van de coronapandemie gingen kaartjes de wereld over met daarop de door de lockdown extreem afgenomen luchtvervuiling in Wuhan en Noord-Italië. De kaartjes waren gemaakt met Tropomi, van Tropospheric Monitoring Instrument, een apparaat grotendeels bedacht en gebouwd in Nederland. In 2017 ging de meetapparatuur met een satelliet van het Europese ruimtevaart­agentschap ESA de ruimte in.

Vooral de technologie zet stappen vooruit

Dat satellieten steeds krachtiger worden, is vooral te danken aan technologische vooruitgang, zegt Ilse Aben (56), ­verantwoordelijk voor Tropomi bij het Nederlands ruimtevaartinstituut SRON en hoogleraar aan de Vrije Universiteit.

Elke keer als er een satelliet met een nieuw of verbeterd snufje de ruimte in gaat, groeien de mogelijkheden. Tropomi is daarvan een goede illustratie. Voorheen kon de luchtkwaliteit maar beperkt worden gemeten, maar Tropomi gaat dagelijks de hele wereld af voor metingen op stadsniveau. ‘Buitenlandse collega’s noemen Tropomi een game changer,’ zegt Aben. Zij en haar team gebruiken het instrument om enorme gaslekken op te sporen (zie ‘Zoeken naar gaslekken vanuit de ruimte’).

Een app helpt oerwoudbeschermers in Congo

Naast de ‘hardware’ verbeteren wetenschappers ook de analyse van data en weten ze deze slim te combineren. Zo worden radarsatellieten, waarmee je ontbossing door de wolken heen kunt zien, steeds nauwkeuriger. Het aantal pixels dat die naar de aarde sturen, neemt toe. En wetenschappers lukt het steeds beter om die gegevens te analyseren met kunstmatige intelligentie.

Johannes Reiche (37) en zijn team aan Wageningen University & Research maakten een algoritme dat ontbossing opspoort. Vorig jaar lanceerden zij het Radar Meldingen Systeem voor Detectie van Ontbossing (RADD) dat palmolie­leveranciers als Unilever een melding stuurt als er in Indonesië oerwoud wordt gekapt of platgebrand. In januari volgde een alarmsysteem voor het Congobekken (zie ‘Automatische melding als bomen worden gekapt’ ).

Maar ook de technische innovatie blijft doorgaan. SRON werkt momenteel onder meer aan de Sentinel-5. Die moet volgend jaar 817 kilometer de lucht in en vervangt de Sentinel-5P. De satelliet meet door middel van Nederlandse technologie de troposfeer, het laagste deel van de atmosfeer. Zo meet het methaan, koolmonoxide en andere broeikasgassen. ‘Dit is belangrijke informatie over de aarde en het klimaat,’ zegt Aaldert van Amerongen (43), hoofd van het aard­observatieprogramma van SRON.

In de ruimte wordt het steeds drukker

Weer een andere satelliet – SPEXone – gaat het stof in de lucht analyseren. ‘Door uitvindingen in samenwerking met onder meer de Universiteit Leiden, Airbus Defence and Space Netherlands, en TNO Delft kunnen we nu fijnstof met een factor 10 nauwkeuriger meten,’ zegt Van Amerongen. ‘We zien nu niet alleen het stof, maar ook wat voor stof het is: zeezout, zand of roet.’ In 2023 moet de SPEXone de lucht in, zo’n 676 kilometer.

Het is in de ruimte wel drukker dan in de tijd van de Spoetnik. Al lang lanceren niet meer alleen overheden de satellieten, maar ook commerciële partijen, zoals SpaceX, het ruimtevaart­bedrijf van Tesla-topman Elon Musk. Zijn ruim zeshonderd satellieten (op 346 kilometer hoogte) maken internet mogelijk, en dat worden er nog duizenden meer.

Voorbeeld 1: Zoeken naar gaslekken vanuit de ruimte

In Turkmenistan was in 2019 iets vreemds aan de hand. Een Canadees bedrijf zag met een proefsatelliet enorme wolken methaan – het voornaamste bestanddeel van aardgas – de lucht in gaan. Midden in de woestijn, waar niemand woont. En niemand had enig idee hoelang dit al gaande was.

Dus klopten de Canadezen bij Nederland aan. Hier hadden wetenschappers een jaar eerder het Tropomi-instrument gelanceerd, dat naast luchtvervuiling ook methaan kan ‘zien’. Uit de gegevens bleek dat in de Centraal-Aziatische woestijn al veel langer methaan lekte, zegt Ilse Aben (56), hoogleraar aan de Vrije Universiteit en onderzoeker bij ruimtevaartinstituut SRON. Boosdoener was een pijpleiding bij een compressorstation. Deze informatie werd doorgespeeld aan de Turkmenen, en warempel, vanuit de ruimte zagen Aben en haar collega’s dat het lekken stopte.

‘Lekken zijn vaak geen kwade opzet’

Het dichten van zulke lekken is nuttig, zegt Aben. Veel methaan komt vrij bij de gaswinning – uit lekke leidingen of bij boorputten en compressors die niet goed werken. Dit kost bedrijven geld. ‘Veel lekken zijn geen kwade opzet,’ zegt Aben. ‘Ze weten het gewoon niet.’ Dat komt doordat infrastructuur vaak afgelegen ligt en na de aanleg zelden wordt gecheckt. En de kennis is beperkt. Recent onderzoek in Mexico, zegt Aben, liet zien dat daar bij olie- en gaswinning op zee veel minder methaan lekt dan op het land. Terwijl de Mexicaanse overheid het tegenovergestelde dacht.

Groot methaanlek gedicht na ontdekking vanuit de ruimte door o.a. het Nederlandse @tropomi instrument: https://t.co/jD8iPqaW8g pic.twitter.com/efzjXo5L4f

— SRON Space Research (@SRON_Space) November 22, 2019

Ook voor het klimaat is het dichten slim. Methaan is over twintig jaar bezien zo’n 86 keer zo effectief als CO2 in het vasthouden van warmte. Na CO2 is methaan het voornaamste broeikasgas. De hoeveelheid in de atmosfeer groeit, deels door onnodige lekkages. Al komt ook methaan vrij door boerende koeien en uit moerassen.

Al weer tal van nieuwe lekken gevonden

Na Turkmenistan werkt Abens team nog altijd met het Canadese bedrijf. Tropomi houdt de hele wereld in de gaten. Als ze iets verdachts zien, seinen ze hun collega’s in. De nieuwe Canadese satelliet observeert maar kleine oppervlakten, maar kan lekken wel tot op 30 meter nauwkeurig lokaliseren. Aben vond al diverse nieuwe lekken, maar ze werkt nog aan de officiële publicatie.

Omdat Tropomi elke dag de wereld afgaat, is het geschikt om kortdurende lekken te spotten. Een voorbeeld is de Ohio blowout, een immens lek dat in 2018 ontstond na een ongeluk. In een kleine drie weken stootte het meer methaan uit dan de Nederlandse olie- en gassector in een jaar. Tropomi was de enige die kon meten hoeveel methaan de lucht in ging.

Voorbeeld 2: Klimaatbeleid: vertrouwen is goed, controle is beter

De ambities zijn ­af­gelopen jaar flink opgevoerd in het klimaatbeleid. Steeds meer landen willen in 2050 geen broeikasgassen meer uitstoten – zelfs China wil in 2060 naar nul. Nu moet blijken of die woorden worden omgezet in ­daden.

Om hun voortgang te volgen, houden landen een immense klimaatboekhouding bij. Daarin staat hoeveel steenkool er de hoogovens in gaat, hoeveel kilometers auto’s rijden, hoeveel gas cv-ketels verstoken en nog veel meer. Alle broeikasgassen die zo vrijkomen, tellen op tot de totale uitstoot. Die dus veel sneller moet gaan dalen.

Veel landen werken met tegenzin aan klimaatbeleid

Tot dusver moeten landen elkaar ‘op hun blauwe ogen geloven’. Naast de boekhouding zijn er geen onafhankelijke metingen van de CO2-uitstoot. Ook niet voor landen die met frisse tegenzin meewerken aan het klimaatbeleid, zoals Rusland en Brazilië. Of die, zoals China, geen goede reputatie hebben bij het aanleveren van statistieken.

Er zijn diverse initiatieven om de CO2-uitstoot vanuit de ruimte te gaan meten. Een van de meer ambitieuze is van de ­Europese Commissie. Vanaf 2025 gaan er drie CO2M-satellieten de ruimte in om de uitstoot van CO2 te meten. Dat levert nuttige inzichten op voor de welwillenden. Welk beleid helpt de uitstoot succesvol naar beneden? Waar neemt de ­natuur weer CO2 op?

Vals spelen gaat steeds meer lonen voor klimaatbeleid

Maar er kan ook worden gekeken of landen hun beloftes nakomen. En ook of er bedrijven zijn die zich niet aan de regels houden. Naarmate het klimaatbeleid meer tanden krijgt, loont het steeds meer om vals te spelen. Het verleden illustreert dat. Een paar jaar geleden betrapten wetenschappers nog Chinese ­fabrieken op het produceren van cfk’s. Deze stoffen tasten de ozonlaag aan en zijn al decennia verboden.

Uw cookieinstellingen laten het tonen van deze content niet toe. De volgende cookies zijn nodig: marketing. Wijzig uw instellingen om deze content te zien.

De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft al ervaring met het meten van CO2. In 2014 lanceerde zij een satelliet, genaamd OCO-2. Deze bewees dat compacte steden per inwoner echt minder broeikasgassen uitstoten. Ook kon de satelliet inschatten hoeveel CO2 vrijkwam bij een grote bosbrand.

Ambities zijn wel heel groot

Aangezien de EU-plannen veel ambi­tieuzer zijn, moet er nog flink wat vooruitgang worden geboekt. Zelfs veel experts zijn sceptisch of het gaat lukken om de klimaatboekhouding te doen met echte waarnemingen. En dan is er ook nog grote haast. Het lanceerjaar 2025 lijkt ver weg. ‘Maar voor satellietbouw is dat gevoelsmatig overmorgen,’ zegt Aaldert van Amerongen (43), hoofd van het aardobservatieprogramma bij ruimtevaartinstituut SRON.

Ook hier kan Nederland een bijdrage gaan leveren. Zo wordt de meting van CO2 op diverse manieren verstoord. Denk aan kleine deeltjes in de lucht. Door deze deeltjes precies te meten – iets wat Nederlandse ingenieurs goed kunnen – valt daarvoor te corrigeren en worden de CO2-metingen nauwkeuriger.

Voorbeeld 3: Automatische melding als bomen worden gekapt

In het Congobekken, een gebied dat zich uitstrekt over de Democratische Republiek Congo, de Republiek Congo, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Gabon en Kameroen, wil de strijd tegen de bomenkap nog niet zo lukken. Het tempo van ontbossing is sinds 1990 gelijk gebleven en de laatste jaren zelfs versneld.

De lokale autoriteiten hebben er een middel bij gekregen in hun strijd tegen illegale bomenkap: de app RADD (Radar Meldingen Systeem voor Detectie van Ontbossing). Twee jaar werkten de wetenschappers van Wageningen University & Research (WUR) daaraan onder leiding van ­Johannes Reiche, en in januari is de app gelanceerd.

De Europese radarsatelliet Sentinel-1 (die op 693 kilometer hoogte draait) kan door het wolkendek heen kijken, wat gunstig is boven een tropisch regenwoud. Elke zes tot twaalf dagen stuurt de satelliet foto’s op een schaal van 10 bij 10 meter. Het is niet te doen om deze beelden handmatig te controleren op gaten in het bosgebied. Dat proces is door de WUR nu geautomatiseerd. ‘Het systeem vergelijkt de nieuwe foto met de eerdere foto,’ legt Reiche uit. ‘Als er een afwijking is, stuurt het automatisch een alert die je krijgt in de app.’

‘Veel bomenkamp is illegaal’

Met de app is het mogelijk om tot op hectareniveau te zien wat er gebeurt. Zo worden specifieke boomsoorten gekapt omdat ze ‘tropisch hardhout’ op­leveren. En waar dat gebeurt, ontstaan opeens wegen. ‘Veel bomenkap is illegaal,’ zegt Reiche.

Uw cookieinstellingen laten het tonen van deze content niet toe. De volgende cookies zijn nodig: marketing. Wijzig uw instellingen om deze content te zien.

Hij hoopt dat het alarmsysteem meer transparantie zal brengen. Een uitdaging in een land als Congo, dat op de corruptielijst op plaats 168 (van de 180) staat. ‘De gegevens zijn nu bijna realtime beschikbaar,’ zegt Reiche. Hij hoopt dat de ­lokale autoriteiten er daardoor sneller bij zijn. Door de samenwerking met Global Forest Watch, een onlineplatform dat de wereldwijde ontbossing laat zien, is de ontbossing voor ­iedereen te volgen.

Bevolking blijft maar groeien in het Congobekken

Volgens Reiche is het belangrijk om het Congobekken in de gaten te houden, omdat dit het grootste tropisch regenwoudgebied ter wereld is. Maar dat staat onder druk door de bevolkingsgroei. In Congo alleen al is de verwachting dat er in 2100 zo’n 362 miljoen mensen wonen, tegen nu 90 miljoen.

En al die mensen moeten eten. ‘Je ziet dat er bomen “verdwijnen” voor zelfvoorzienende landbouw,’ zegt Reiche. ‘Maar er is armoede. Dus wie zijn wij om te zeggen dat ze hun familie niet mogen voeden?’ Hij richt zich dus vooral op de illegale bomenkap en op mijnbouw, de derde belangrijke oorzaak van ontbossing in het Congobekken. Daarbij gaat het om kleine ­boeren die zoeken naar onder meer mineralen die worden gebruikt in telefoons. Vanuit de lucht is deze activiteit te herkennen aan wat Reiche open pit mining noemt. De handel in delfstoffen uit het Congobekken is schimmig, maar de vindplaatsen zijn nu goed te zien.

The post Satellieten speuren naar gaslekken en ontbossing appeared first on EWmagazine.nl.

https://www.ewmagazine.nl/kennis/achtergrond/2021/02/satellieten-speuren-naar-gaslekken-en-ontbossing-227594w/

De Australian Open gaat door – maar kijk niet raar op als corona roet in het eten gooit (VK Sport)

‘We zijn er absoluut zeker van dat de Australian Open maandag gewoon doorgaat.’ Waren het vorig jaar bosbranden die een dergelijk statement van toernooibaas Craig Tiley nood­zakelijk maakten, dit jaar dreigde het coronavirus het eerste grandslamtoernooi van het tennisseizoen te doorkruisen.

https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/de-australian-open-gaat-door-maar-kijk-niet-raar-op-als-corona-roet-in-het-eten-gooit~b27b54df/

De politiek moet de klimaatcrisis als CRISIS gaan behandelen. Vandaag nog. (Greenpeace)

Vroeger voelde ik me vaak schuldig. Als ik op vakantie ging met het vliegtuig, of als ik vlees at. Deed ik wel genoeg om het noodlijdende klimaat te redden? Ook de aanhoudende stroom nieuwsberichten over bosbranden, hitterecords en de stijgende zeespiegel hielpen niet mee – wat kon ik daar in m’n eentje nou aan doen?

Door mijn werk bij Greenpeace, en alles wat ik inmiddels weet over de klimaatcrisis, is mijn schuldgevoel veranderd in boosheid. En in frustratie. Waarom doe ik van alles, en de overheid niets?

Natuurlijk is het goed om te kijken hoe je je eigen leven leidt. En echt, de fiets pakken en vegetariër worden helpt. Maar in je eentje, met je bamboe tandenborstel en linnen tasje, sta je machteloos.

Wat pas écht verschil maakt is als de fossiele industrie niet langer gereanimeerd wordt, de intensieve veehouderij wordt afgeschaft, en de heffing op CO2 er daadwerkelijk komt – vandaag nog. Maar met frustratie verander je niets. Met je stem laten horen wel.

https://www.greenpeace.org/static/planet4-netherlands-stateless/3cbbfd54-petitiefbshare-1024x538.png

In Den Haag zitten de mensen die de middelen en de macht hebben, alleen doet het huidige kabinet te weinig om de klimaatcrisis aan te pakken. Veel politici zien het klimaat als een probleem dat je beetje bij beetje aanpakt, als een agendapunt dat weinig prioriteit heeft.

De CO2-uitstoot van de grote industrie is hier een goed voorbeeld van. Na luid protest is er met veel pijn en moeite een CO2-heffing voor bedrijven zoals Tata Steel en KLM tot stand gekomen. Maar die belasting is inmiddels net zo hard weer uitgesteld. Onacceptabel vind ik, en oneerlijk bovendien: de bakker en de groenteman bij mij op de hoek betalen relatief gezien veel meer voor hun energie en uitstoot dan de grote vervuilers.

We kunnen de klimaatcrisis alleen oplossen als we korte metten maken met dit soort ongelijkwaardigheid. Om dat te bereiken zou de fossiele industrie niet langer mee mogen beslissen over klimaatbeleid. En ook de luchtvaart mag niet langer een uitzonderingspositie hebben. Schiphol moet – net als jij en ik – belasting gaan betalen over brandstof en CO2-uitstoot terugdringen. Ik wil dat de vervuiler betaalt in plaats van bepaalt.

Samen moeten wij, jij en ik, besluitvormers en beleidsmakers ervan doordringen dat de klimaatcrisis als CRISIS behandeld moet worden – dat er geen tijd meer is om te wachten, uit te stellen of stil te staan.

Als we ons laten horen met duizenden en duizenden tegelijk, zullen ze naar ons luisteren. Dat hebben eerdere acties van Greenpeace al bewezen. Na groot protest besloot Shell niet meer naar olie te boren in het Noordpoolgebied; vanaf dit jaar zit er statiegeld op kleine plastic flesjes; een oceanenverdrag en een bossenwet zijn in zicht. Dit laat zien dat het werkt om samen lef te tonen en op te komen voor je idealen.

Over een paar maanden kiezen we een nieuwe Tweede Kamer. En daarmee bepalen we onze toekomst. Een momentum van formaat waar ik als campaigner bij Greenpeace graag gebruik van maak. Dat doen wij, zowel voor als achter de schermen, door met politici te praten. En met feiten overtuigen we ze er allemaal – van links tot rechts, van christendemocraat tot conservatief-liberaal – dat klimaat prioriteit moet krijgen.

Jouw stem, jouw geluid, jouw lawaai, is onmisbaar. Laat je horen richting de verkiezingen. Laat politici weten dat onze toekomst niet langer in de wacht mag worden gezet. Luidt het klimaatalarm, teken onze petitie en doe mee met onze Toekomstmuziek sms-actie. Maak toekomst.

Is je tijd schaars en wil je maar 1 ding doen, teken dan de petitie:

https://www.greenpeace.org/static/planet4-netherlands-stateless/2021/02/f9db0aed-handtekening-1.gif

https://www.greenpeace.org/nl/klimaatverandering/44737/de-politiek-moet-de-klimaatcrisis-als-crisis-gaan-behandelen-vandaag-nog/

EU-coronahulpfonds is niet illegaal, zoals Europarlementslid Eppink (JA21) claimt (NieuwsCheckers)

Op 16 december doet Derk Jan Eppink in het Europees Parlement meerdere beweringen over het herstelfonds dat door de EU is opgesteld om noodlijdende landen in de coronacrisis een financiële injectie van honderden miljarden euro’s te geven. Volgens de Europarlementariër van JA21 is dat herstelfonds illegaal, omdat het in strijd zou zijn met meerdere artikelen van het Verdrag van Rome (EEG). Volgens de artikelen die Eppink zelf als bron noemt, zijn zijn beweringen onwaar, en heeft het fonds wel degelijk juridische poten om op te staan.

De beweringen
1. Het hulpfonds is gebaseerd op artikel 122 van het Verdrag van Rome, en dat is bedoeld voor natuurrampen.

2. De Europese Commissie mag volgens artikel 311 van het Verdrag geen geld lenen op de kapitaalmarkt, maar doet dat voor het hulpfonds toch.

3. Het herstelfonds heeft geen voorwaarden

Oordeel: onwaar

Bron van de beweringen

Eppink sprak op 16 december in het Europees Parlement en twitterde daar een dag later over.

Mijn bijdrage in EP: Stijgende kostenpost NL. Herstelfonds: € 750 mrd. NL garant voor: € 43 mrd. Totale NL garanties en leningen (Corona + Euro) opgelopen tot € 245 mrd: € 32.000 per gezin! Rutte en Hoekstra zwijgen bewust. U heeft recht te weten wat er boven uw hoofd hangt. pic.twitter.com/awTvZDMnp8

— Derk Jan Eppink (@djeppink) December 17, 2020

Bewering 1: Het hulpfonds is gebaseerd op artikel 122, en dat is bedoeld voor natuurrampen.

In zijn bijdrage in het Europees Parlement zegt Derk Jan Eppink dat het corona-hulpfonds is gebaseerd op artikel 122 van het Verdrag van Rome. Dat artikel is volgens Eppink puur bedoeld voor rampen als bosbranden of overstromingen, en ‘niet voor de mega overdracht van gelden zonder voorwaarden.’ Artikel 122 heeft inderdaad betrekking op natuurrampen, maar daarmee is nog niet alles gezegd.

In artikel 122 staat:

“In geval van moeilijkheden of ernstige dreiging van grote moeilijkheden in een lidstaat, die worden veroorzaakt door natuurrampen of buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen, kan de Raad op voorstel van de Commissie, onder bepaalde voorwaarden financiële bijstand van de Unie aan de betrokken lidstaat verlenen.”

Omdat de Europese Commissie heeft besloten dat de coronapandemie een dergelijke buitengewone gebeurtenis is die lidstaten niet alleen kunnen bevechten, is het fonds niet in strijd met artikel 122.

Eppink, om een reactie gevraagd:

“U gaat wel heel kort door de bocht bij de aanvaarding dat u het terecht vindt dat een bepaling die normaal gezien voor bosbranden of overstromingen gebruikt wordt in de begroting, nu gebruikt wordt om een bedrag van 750 miljard op de kapitaalmarkt op te halen. Een bedrag dat ongeveer 70% bedraagt van de meerjarenbegroting (2021-2027). Dat staat in geen enkele verhouding tot de omvang van de bedoeling van artikel 122.”

“Artikel 122 is juist bedoeld voor deze uiterst ongewone omstandigheden”, legt hoogleraar Europees recht Gareth Davies (Vrije Universiteit) uit. “Zo kunnen samenhangende maatregelen worden genomen om lidstaten te ondersteunen, mits de omstandigheden dat toelaten. Natuurrampen zijn daar een voorbeeld van, maar ook een epidemie valt binnen de categorie van onverwachte, economisch desastreuze en niet zelf veroorzaakte rampen waarvoor artikel 122 in leven is geroepen.”

Bewering 2:  De Europese Commissie mag volgens artikel 311 geen geld lenen op de kapitaalmarkt, maar doet dat voor het hulpfonds toch.

Volgens hoogleraar EU-wetgevingsvraagstukken Ton van den Brink  van de Universiteit Utrecht trekt Eppink de verkeerde conclusie uit artikel 311. In dat artikel staat namelijk niet expliciet vermeld dat de Europese Unie geen geld mag lenen op de kapitaalmarkt, maar dat de begroting altijd volledig uit eigen middelen moet bestaan.

Van den Brink legt uit dat de Raad van Ministers sinds het Verdrag van Lissabon in 2009 in staat is om nieuwe categorieën eigen middelen beschikbaar te stellen. Daaronder kunnen ook leningen vallen. De bewering van Eppink over artikel 311 is daarom onjuist.

Eppink reageert dat artikel 311 wel degelijk is geschonden in de naam van het hulpfonds.

“Ik heb beide juridische documenten ook gelezen, alsook juridisch advies ingewonnen. Daaruit kwam de conclusie dat het EU-verdrag wel degelijk geschonden wordt. Want volgens het artikel mag de Europese Commissie lenen, maar niet op deze schaal. De lidstaten staan namelijk garant voor de leningen die de Europese Commissie afsluit op de kapitaalmarkt. Overigens kunnen de lidstaten zelf ook tegen gunstige voorwaarden terecht op de kapitaalmarkt, en is er dus geen enkele reden om een fonds van deze opvang in het leven te roepen. Tot slot kunnen de lidstaten ook nog beroep doen op het ESM.”

Ook hier is professor Davies het oneens met Eppink:

“‘Eigen middelen’ betekent  in artikel 311 dat de Unie geen geld kan uitgeven op de basis dat een andere partij, in dit geval de lidstaten, dat zullen bekostigen. De Unie moet zelfvoorzienend zijn in haar budget. Dat betekent echter niet dat de Unie niet mag lenen als ze (i) toestemming hebben van de Europese Raad (dat hebben ze), (ii) ze het geld zelf lenen en (iii) de capaciteit hebben om die schuld zelf terug te betalen.”

Bewering 3: Het herstelfonds heeft geen voorwaarden

Volgens Eppink zitten aan het herstelfonds geen voorwaarden voor de lidstaten die van het fonds gebruik willen maken. Dit is incorrect. Lidstaten kunnen alleen aanspraak maken op geld uit het herstelfonds als ze een plan van besteding inleveren bij de Europese Commissie. De Commissie beoordeelt de plannen en legt de bevindingen voor aan de overige lidstaten. Die lidstaten stemmen of het geld wordt toegekend.

Eppink beargumenteert tevens dat de gestelde ‘boterzachte voorwaarden’ onderworpen zijn aan het oordeel van de Commissie, ‘waaruit volgt dat praktisch gesproken maximaal drie maanden tijdwinst wordt geboekt kan worden en het hele verhaal uiteindelijk doorgaat.’

Volgens Davies is dat niet het geval, maar zijn lidstaten waarschijnlijk sneller geneigd om te klagen over de hoeveelheid regels en voorwaarden waaraan ze moeten voldoen om het geld te krijgen:  

“Artikel 12 tot en met 18 zijn duidelijk in het feit dat lidstaten die een lening willen aanvragen, eerst aan een aanzienlijk aantal voorwaarden en regels moeten voldoen. Ze moeten met gedetailleerde plannen komen waarin staat hoe ze het geld willen uitgeven, en wat op lange termijn de voordelen zijn voor de efficiëntie, welvaart etc. De Commissie kan om wijzigingen in de plannen vragen. In de praktijk zal dit een vrij intensief proces zijn waarbij de Commissie de leningen gebruikt om economische hervormingen te forceren binnen de lidstaten. Het is het tegenovergestelde van boterzachte voorwaarden. Sterker nog, het is niet onwaarschijnlijk dat de lidstaten zullen klagen over de eisen van de Commissie.”

Conclusie

Het corona-hulpfonds van de EU bestaat om noodlijdende lidstaten financiëel te ondersteunen. Het fonds is samengesteld uit leningen die door de Raad van Ministers zijn goedgekeurd. De EU stelt daarnaast hoge eisen aan lidstaten die gebruik willen maken van het beschikbare geld. Het fonds is niet in strijd met artikel 122 of artikel 311 van het Verdrag van Rome, en is dus anders dan europarlementariër Eppink beweerde, niet illegaal.

https://nieuwscheckers.nl/nieuwscheckers/eu-coronahulpfonds-is-niet-illegaal-zoals-europarlementslid-eppink-ja21-claimt/