Bangladesh leert Nederland omgaan met klimaatrampen (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/11/erosie-4-875x587.jpeg

Door de aanleg van een dijk is het land van Asob Banu beschermd tegen het wassende water.

Stormen, een stijgende zeespiegel en erosie van rivieroevers jagen de bevolking van Bangladesh op de vlucht. Hoelang kunnen zij nog met klimaatverandering meebuigen? ‘Met al die rampen hier kun je maar beter iets achter de hand hebben.’

De grijzende Jabar Hossain zit met zijn rug naar de rivier, zijn blik strak gericht op de gele stoppels van het geoogste rijstveld. Op de grond liggen rijstkorrels op een stuk plastic te drogen in de zon. Een van zijn geitjes snoept ervan. Hossain (50) laat het gebeuren. Het is zijn laatste oogst hier in Caring Char, een gebied aan de zuidkust van Bangladesh.

Nog een paar weken, hooguit twee maanden, dan verdwijnt zijn rijstveld onder water. De Meghnarivier heeft al zijn halve erf opgeslokt en uit voorzorg heeft hij zijn huis al afgebroken. Het bouwpakket van golfplaten, houten balken en palen ligt kilometers landinwaarts opgeslagen naast de binnendijk. Bedden, kasten en ander huisraad zijn tijdelijk gestald in een gehuurde kamer. Zijn jongste kinderen zitten op een islamitische kostschool in de buurt, de oudsten zijn getrouwd en wonen bij hun schoonfamilie.

Door erosie langs de grote rivieren raken jaarlijks zeker 50 duizend Bengalen ontheemd

“Mijn vrouw en ik blijven hier zolang het kan”, zegt Hossain, wijzend naar een strohut die zij nu delen met hun drie koeien en vijf geiten. Het is het enige onderkomen in de wijde omgeving. Alle buren zijn inmiddels vertrokken. “Wij moeten onze bomen nog kappen en de groenten oogsten. We hebben het geld hard nodig om nieuw land te kopen. Net zoals tien jaar geleden, toen we hier kwamen.”

Door de erosie langs de grote rivieren raken jaarlijks zeker 50 duizend Bengalen ontheemd. Maar er komen ook duizenden hectaren nieuw land bij. De rivier schuurt de oevers uit en verplaatst regelmatig haar stroomgebied. Van dat sediment ontstaan in de rivierbedding zandplaten, die geleidelijk uitgroeien tot eilanden (chars).

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/11/erosie-1-875x587.jpeg

Het land van Jabar Hossain en zijn vrouw wordt langzaam opgeslokt door de rivier.

De bewoners van het gebied leven al eeuwen met de overstromingen, bodemverzilting en erosie door klimaatverandering waarmee andere landen in de toekomst ook geconfronteerd zullen worden. En dus letten ingenieurs wereldwijd goed op hoe de Bengalen zich beschermen tegen het wassende water. Karin Sluis, CEO van ingenieursbureau Witteveen en Bos, vertelde hierover onlangs op BNR Nieuwsradio.

Sluis: ‘Je zou verwachten dat ingenieurs uit Nederland naar Bangladesh komen om eens even uit te leggen hoe het moet, maar er is juist sprake van grote wederkerigheid. Wij hebben daar geleerd hoe je op een veel grotere schaal die natuurlijke processen kunt gebruiken en wij passen dat in de praktijk nu, mede dankzij Bangladesh, in Nederland toe.’

Nieuw land

Al sinds de jaren 60 voert de Bengaalse overheid een beleid van inpolderen en bedijken van land. Voor het dichtbevolkte, arme en voornamelijk op landbouw gerichte Bangladesh is land een schaars en kostbaar goed. Daarom heeft de overheid in 1994 het Char Development & Settlement Project (CDSP) opgezet, een samenwerkingsverband van zes departementen om nieuwe nederzettingen te ontwikkelen. Nederland was een van de financiers.

Het natuurlijke proces van landwinning duurt zo’n 20 tot 30 jaar, zo lang kunnen erosieslachtoffers niet wachten

“Een stuk land biedt arme mensen houvast, een basis om geld te verdienen”, zegt ingenieur Zulfiquer Azeez van CDSP in havenstad Noakhali. De resultaten van het project vormen het bewijs; de armoede is fors gedaald in het projectgebied dat nu een half miljoenmensen telt. De bewoners hebben betere huizen, meer bezittingen, meerdere inkomstenbronnen en hun kinderen gaan naar school. “Maar nieuw land goed bewoonbaar maken, vereist investeringen in oeverbescherming en infrastructuur. Dat kost tijd en geld.”

Het natuurlijke proces van landwinning, waarbij zandplaten in de rivierbedding ontstaan die uiteindelijk uitgroeien tot eilanden, duurt zo’n twintig tot dertig jaar. Dan komt de overheid in actie en poldert het eiland in met dijken. Zo lang kunnen Jabar Hossain en andere erosieslachtoffers niet wachten.

Dat weten lokale bendes, de ‘muscle men’. Zodra de mangroven en andere bomen, die het departement van bosbouw heeft aangeplant, stevig geworteld zijn, claimen gespierde bandieten het nieuweland als graasland. Zij zijn jarenlang heer en meester van het gebied, innen pacht voor vee en rijstbouw, en verkopen het land later in kleine percelen aan door erosie ontheemde boeren.

Twee keer per dag, bij vloed, stroomde het huis vol met water

Toen Hossain met zijn gezin tien jaar geleden in Caring Char neerstreek, ruilde hij twee koeien voor een kwart hectare grond. Aanvankelijk kon hij er alleen zoutbestendige rijst op verbouwen. Beginnende polders zijn nog niet zo droog en er zit nog veel zilt water in de grond, waar niet veel op wil groeien. Het kolonistenbestaan was hard voor Hossain, maar hij had nog geluk: binnen drie jaar werd Caring Char ingepolderd door CDSP.

De struise Asob Banu (55) die in 2001 met man en tienerzonen in Nangulia Char (het eiland dat grenst aan Caring Char) neerstreek, was ruim tien jaar overgeleverd aan de bendes, de verzilte grond en de getijden. “Er was hier helemaal niks: geen wegen, geen stroom, geen telefoon, geen overheid. En twee keer per dag bij vloed stroomde het huis vol met water. Tot aan mijn knieën.” Banu stond er alleen voor. Man en zonen waren maanden van huis om elders als dagloner geld te verdienen.

“Dat is verleden tijd.” De komst van de dijk en de overheid heeft de boeren uit hun isolement gehaald en de ‘muscle men’ onttroond. Banu is nu eigenbaas. “Wij zijn nu officieel landeigenaar, we kunnen leven van de opbrengst en investeren in een tractor en een waterpomp, in ons huis en in de school voor de kleinkinderen. Het leven is goed. Dat willen we niet kwijtraken.”

Natte voeten

Het nieuwe land van Nangulia Char oogt lieflijk, alsof het er altijd is geweest. De dijkwegen zijn omzoomd met hoge pijnbomen, huizen omringd met fruitbomen. In het polderland is het een en al bedrijvigheid; er wordt geoogst, geploegd en nieuwe rijst aangeplant. Elk stukje grond wordt benut. Rond visvijvers en sloten groeien courgettes en pompoenen langs palen omhoog, in de bermen bloeien bonenplanten, en op elk erf scharrelen duiven, kippen, eenden, ganzen.

Alleen de cycloonschuilplaatsen die boven het landschap uitsteken, herinneren de bewoners voortdurend aan de gevaren van de oprukkende erosie. Het bezorgt de kolonisten slapeloze nachten. Ze weten maar al te goed hoe machtig en meedogenloos de Meghnarivier kan zijn. Zij eisen extra onderhoud, betere oeverbescherming, hogere dijken, meer drainagekanalen.

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/11/erosie-2-1-875x587.jpeg

De loop van de rivier verandert door erosie en dwingt boeren te verhuizen.

Maar dat lijkt niet altijd mogelijk, ook niet bij Caring Char. Het project daar is na zeven jaar alweer aan het instorten: de dijk is verzakten verzwolgen door het water – waardoor weten ingenieurs nog niet. “Groot herstelwerk is op dit moment niet mogelijk”, verklaart ingenieur Zulfiquer van CDSP. “Dat is te riskant, de stroming is te sterk.” Met een sjaal om zijn hoofd tegen de ochtendkou, staat de ingenieur aan de oever van de Meghnarivier op de meest westelijk punt van Caring Char.

De erosieschade loopt in de miljoenen. Over een jaar zal het hele gebied verdwenen zijn

De rivier lijkt wel een zee; de overkant is niet te zien, het wassende getij klotst tegen de aarden wal. Zulfiquer kijkt over de afgebrokkelde rand van de weg naar het water. Een paar honderd meter verderop steekt nog net een stuk van de sluis uit de rivier. Het is de tweede sluis die is weggespoeld. De ingenieur was bij de bouw betrokken, net als bij de aanleg van de vijf kilometer lange weg dwars over Caring Char waar nu nog één kilometer van over is. De erosieschade loopt in de miljoenen.

Zulfiquer: “Over een jaar is Caring Char verdwenen, het aangrenzende Noler Char mogelijk binnen tien jaar als de erosie zo doorgaat. We moeten eerst weten wat er speelt, waar die eroderende stroming vandaan komt.” Voorlopig komen er in elk gevalgeen nieuwe dijken of dammen. De oude dijk verder landinwaarts wordt de nieuwe verdedigingslinie.

Een derde minder land

“In de toekomst wordt het alleen maar erger”, voorspelt water- en klimaatexpert Ainun Nishat van het Centre for Climate Change and Environmental Research (C3ER) in Dhaka. Hij onderzoekt al jaren de effecten van klimaatverandering in Bangladesh. Tussen 1990 en2018 werd het land getroffen door 154 overstromingen, stormen en andere klimaatgerelateerde rampen, die tientallen miljoenen Bengalen troffen en miljarden euro schade aanrichtten. “Klimaatverandering is een feit, de aarde warmt op, de zeespiegel stijgt, het weer wordt onvoorspelbaar en steeds extremer.”

Bengalen hebben net als Nederlanders een hekel aan natte voeten

Bangladesh is uitermate kwetsbaar; de helft van het land ligt minder dan 12,5 meter boven zeeniveau, dat blijft stijgen. Het Intergouvernementele Panel for Climate Change (IPCC), een VN-orgaan dat de wetenschappelijke basis van klimaatverandering beoordeelt, voorziet dat Bangladesh zonder tegenmaatregelen in2100 een derde van de landoppervlakte voorgoed kwijt is. “Erosie is geen klimaatverandering, het is een natuurlijk proces, maar het wordt wel degelijk beïnvloed door veranderingen in het klimaat.”

Door een hogere zeespiegel en smeltende gletsjers stroomt er meer water door de rivieren. Zwaardere stormen zorgen ervoor dat die grotere hoeveelheid harder gaat stromen, met als gevolg erosie. Nishat heeft er alle begrip voor dat de bedreigde eilandbewoner dijkbescherming eisen. “Bengalen hebben net als Nederlanders een hekel aan natte voeten. Daarom zijn wij, net als jullie, gebieden gaan inpolderen en omdijken.”

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/11/erosie-3-875x587.jpeg

Kustbewoners breken hun huis af en slaan het landinwaarts op.

De eerste polders in Bangladesh dateren uit de jaren 60. Inmiddels staat de teller op 139 polders. In de kustgebieden zijn de leefomstandigheden van miljoenen Bengalen erdoor verbeterd en is de economische groei bevorderd, constateren onderzoekers in de vuistdikke rapporten van het Bangladesh Deltaplan 2100. Maar de polderontwikkeling creëert ook nieuwe problemen, omdat het de natuurlijke processen verstoort, waardoor afvoerkanalen dichtslibben en het water in de polders stagneert en de eilanden verzilten. Het polderconcept overboord zetten gaat de onderzoekers te ver, maar gezien de klimaatverandering is het evident dat het concept vernieuwd en aangepast moet worden. De sleutelvraag is hoe?

Zelf betalen

De natuur kan de mens een handje helpen, signaleert het Deltaplan. In een van de polders in Satkhira, in het zuidwestelijke kustgebied van Bangladesh, mag de rivier alweer een paar jaar haar gang gaan en de polder van een nieuwe vruchtbare sliblaag voorzien – en tegelijkertijd de afvoerkanalen schoonspoelen. Het klinkt goed, maar de aanpak stuit op praktische bezwaren. De boeren, die jarenlang hun land moeten afstaan, weten niet of en hoe ze gecompenseerd gaan worden, zeker als ze moeten migreren om elders werk te vinden.

Noakhali geeft CDSP het nieuwe land wat meer ruimte dooreen kleiner gebied in te polderen, zodat de natuur haar werk kan doen. Klimaatexpert Nishat betwijfelt of die aanpak werkt. “Vroeger was dat misschien mogelijk, maar nu is daarvoor in Bangladesh geenruimte meer. Er wonen al te veel mensen. Die willen geen voedselhulp, die eisen beter dijkonderhoud om zelf rijst te verbouwen.”

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/11/erosie-hoofdbeeld-875x587.jpeg

Erosie van de Meghnarivier, bij de Bengalese stad Noahkali.

Bengaalse kustbewoners zijn vooral op zichzelf aangewezen. De mensen op het platteland, die direct slachtoffer zijn van klimaatgerelateerde rampen, investeren zelf het meeste geld in de rampenbestrijding, blijkt uit recent onderzoek van het International Institute for Environment and Development (IIED). De plattelandsbewoners geven bijna 2 miljard dollar per jaar uit aan preventieve maatregelen, zoals het ophogen, versterken of herstellen van huizen en oevers. Dat is twee keer zoveel als het Bengaalse overheidsbudget, en ruim twaalf keer het bedrag dat internationale organisaties aan hulpgelden geven voor het Bengaalse platteland. Lokale initiatieven kunnen maar mondjesmaat aanspraak maken op overheidsfinanciering.

Met al die rampen hier, kun je maar beter iets achter de hand hebben

“Experimenteren en uitproberen. Je aanpassen aan het klimaat leer je in de praktijk”, is het devies van de Bengaalse klimaatdeskundige Saleemul Huq. Hij is als wetenschapper lid van het IPCC. “Het hele kustgebied beschermen is op den duur een onmogelijke opgave”, zegt hij. “Men zal keuzes moeten maken en misschien hele gebieden moeten opgeven.” En dan gaat de voorkeur uit naar de grote steden in plaats van dorpen met landbouwgrond. Voorlopig pleit Huq voor tijdelijke bescherming. “Elk jaar dat de mensen langer kunnen profiteren van hun grond is meegenomen. Zo kunnen ze een buffer opbouwen en zich voorbereiden op de toekomst.”

Kolonisten weten wat hun te doen staat. Zij bereiden zich mentaal en financieel voor op een nieuwe toekomst elders. De een opent een winkel, een ander gaat kalkoenen vetmesten of koopt een brommer of landbouwmachines. Asob, die haar boerderij niet kwijt wil, legt alvast geld opzij om landinwaarts grond te kopen. “Met al die rampen hier, kun je maar beter iets achter de hand hebben.”

Dit artikel verscheen eerder in OneWorld Magazine.

Zijn ook verwoestende bosbranden het nieuwe normaal?

Dit zijn de zorgwekkende gevolgen van smeltende permafrost

Hilde Janssen

Het bericht Bangladesh leert Nederland omgaan met klimaatrampen verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/lezen/klimaat/bangladesh-leert-nederland-omgaan-met-klimaatrampen/

Schrijfster Ottessa Moshfegh: ‘Veel mensen durven niet voor hun eenzaamheid uit te komen’ (Vrij Nederland)

‘Ik heb nogal een dramatische week achter de rug,’ vertelt de 39-jarige Amerikaanse schrijfster met Iraans-Kroatische wortels wanneer we elkaar via Zoom spreken. De Californische bosbranden grepen zo ongecontroleerd om zich heen dat Ottessa Moshfegh, haar echtgenoot en hun twee honden de ene brandhaard per ongeluk voor de volgende vuurlinie verruilden.

‘We reden dwars door gigantische rookpluimen van Oregon, waar ik op retraite was, naar ons huis in Pasadena, een voorstad van Los Angeles. We wonen aan de voet van een groot gebergte, dat bij aankomst in lichterlaaie bleek te staan. Toen we bij het verblijf van mijn echtgenoot net buiten Palm Springs aankwamen, begon het ook daar te branden.

Nu verblijven we in de frisse lucht van Wyoming. Ik nam alleen het essentiële mee: mijn computer, wat printjes van komende projecten, het Perzisch huwelijkstapijt van mijn grootmoeder en mijn paspoort. Niet dat Amerikanen momenteel het land uit kunnen, maar toch. Het was erg angstaanjagend allemaal, maar nu berust ik. Ik geloof erg in het lot; wat moet gebeuren, zal gebeuren.’

Het ‘fucking enge’ jaar 2020

Haar zenuwen stonden het voorbije jaar wel vaker op springen, blikt de schrijfster terug op het ‘fucking enge’ jaar dat 2020 was. Want nog griezeliger dan de pandemie of de bosbranden vindt Moshfegh het politieke klimaat in de Verenigde Staten. ‘Er waren weliswaar enkele hoopvolle momenten, zoals de Black Lives Matter-protesten. Even leefde het Amerikaanse samenhorigheidsgevoel weer op, maar onvoldoende om op te wegen tegen de vrees dat dit land steeds meer op een fascistische staat lijkt. De uitkomst van de aanstaande verkiezingen zal hoe dan ook omstreden zijn. Trump heeft laten weten dat hij niet zal opgeven; dat is een duidelijke oorlogsverklaring.

Ik ben niet de enige die gelooft dat we het land zo snel mogelijk zouden moeten verlaten, als dat zou kunnen. Veel linkse liberalen, die toch voldoende geld hebben om comfortabel te leven, zijn ernstig verontrust. Om nog maar te zwijgen van de Trumpkiezers: die bewapenen zich alsof er een gigantische muiterij op komst is. Terwijl het alleen maar door hun eigen toedoen tot een dergelijke escalatie kan komen.’

Moshfegh zegt het allemaal zonder een spier te vertrekken. Diezelfde droge scherpte kenmerkt haar werk. Als auteur grossiert ze in eenvoudige, maar pijnlijk rake observaties; zo laconiek opgeschreven dat het hartverscheurend hilarisch wordt.

‘Ondanks alles zal ik waarschijnlijk toch in de VS blijven,’ vervolgt ze. ‘Dat heeft niets met identiteitsgevoel te maken, het is eerder zo dat ik mijn familie niet wil achterlaten. Mijn ouders zijn eind zeventig; zij gaan hun leven nu niet meer omgooien. En ik wil mijn zus en nichtjes niet missen.’

Existentiële verlossing

Ottessa Moshfegh groeide op als dochter van muzikale migranten in Newton, Massachusetts. Haar Iraanse vader en Kroatische moeder leerden elkaar kennen op het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Ze vestigden zich in de Verenigde Staten toen Iran geen optie meer was omdat daar de Islamitische Revolutie was uitgebroken. Ze speelden in allerlei orkesten, gaven les aan het New England Conservatory en voedden drie kinderen op.

Materieel waren de Moshfeghs minder bemiddeld dan de meeste van hun buren, maar cultureel waren ze uiterst gefortuneerd. Zo leerde de jonge Ottessa al piano spelen nog voor ze een woord kon lezen. ‘Klassieke muziek heeft mijn idee van verlichting erg bepaald. Ik heb altijd geloofd dat ik door hard werk, toewijding en discipline uiteindelijk zo vrij zou zijn dat ik alles kon bereiken wat ik maar wilde. Als schrijver slaag ik daar ondertussen grotendeels in, maar mijn ideeën blijven vooralsnog beter dan de uiteindelijke romans. Ik heb het gevoel dat ik nog maar aan het begin sta.’

‘Ik beschouw mijn schrijven als een forum voor radicaal activisme, ook al is het niet per se politiek.’

Behalve die vroegrijpe notie van existentiële verlossing gaven haar ouders haar ook historisch perspectief mee. Zo vochten de ouders van haar moeder bij het Joegoslavische partizanenleger tegen Nazi-Duitsland. Haar vaders familie vluchtte, nadat al hun bezittingen in beslag waren genomen, uit Iran tijdens de islamitische omwenteling van 1978-1979.

‘Binnen mijn familie bestaat dus wel enige ervaring met staten die het fascisme omarmen,’ vat Moshfegh samen. ‘Maar van mijn grootouders’ activisme heb ik niets geërfd. Ik heb het simpelweg niet in me. Op sommige vlakken ben ik erg sterk, maar op andere behoorlijk fragiel. Ik ben dus meer geneigd te denken: redde wie zich redden kan. Maar ik beschouw mijn schrijven wel als een forum voor radicaal activisme, ook al is het niet per se politiek.’

Onbeschaamd onbeduidend

Een zuiplap van een matroos die per ongeluk zijn enige vriend vermoordt, een rijke jongedame die meent dat een jaar slapen de enige manier is om een betere versie van zichzelf te ontwikkelen, een weduwe die vanuit haar blokhut een moordmysterie probeert op te lossen dat ze misschien zelf verzon: al Moshfeghs protagonisten brengen meer tijd in hun eigen hoofd door dan met anderen. Het isolement van de hoofdpersonages is de grote gemene deler van haar verhalen, hoe verschillend ze ook zijn.

Onlangs verscheen haar derde roman Death in Her Hands (in het Nederlands verschenen bij De Bezige Bij als De dood in haar handen, vertaald door Lidwien Biekmann en Tjadine Stheeman). Het is Moshfeghs hoogsteigen versie van een whodunnit. Het onopmerkelijke bestaan van weduwe Vesta Gul en haar wispelturig hondje wordt overhoopgehaald door de ontdekking van een vreemd briefje in het bos. ‘Haar naam was Magda. Niemand zal ooit weten wie haar heeft vermoord. Ik was het niet. Hier ligt haar lichaam.’

Dat het boek verscheen in een tijd waarin sociaal isolement het nieuwe normaal is, is puur toeval

Maar van een lijk is geen sprake. Is Magda misschien een vrucht van Vesta’s verbeelding, een uitvlucht om haar gedachten gaande te houden en haar verstand niet te verliezen? Of is het omgekeerd en laat de moord op Magda Vesta langzaam in waanzin verglijden?

Volgens Moshfegh is het in de eerste plaats een verhaal over eenzaamheid. Dat het boek verscheen in een tijd waarin sociaal isolement het nieuwe normaal is, is puur toeval. Moshfegh schreef de roman namelijk al een hele poos terug, tijdens haar ‘persoonlijke Jezusjaar’, oftewel de existentiële crisis die haar trof op haar drieëndertigste; niet toevallig de leeftijd waarop Gods zoon overleed.

Destijds had Moshfegh al enkele korte verhalen en de meer experimentele novelle McGlue gepubliceerd, maar van een doorbraak bij het brede publiek was nog geen sprake. Dat haar eigenzinnige thriller Eileen haar spoedig de PEN/Hemingway Award en een plekje op de shortlist van de Man Booker Prize zou bezorgen, wist ze nog niet toen ze in totale afzondering Death in Her Hands schreef.

Moshfegh: ‘Ik woonde in Oakland waar ik niemand kende, had geen vrienden, mijn toekomst was vaag en ik had het gevoel dat ik niets van het leven begreep. Ik bestond bijna uitsluitend via mijn werk. Aangezien creativiteit het enige was dat ik kende, vertrouwde ik erop dat fictie me tot een inzicht zou brengen over hoe te bestaan. Anders dan ik, met mijn torenhoge ambitie, durft Vesta onbeschaamd onbeduidend te zijn. Zij hoeft niet de hele wereld uit te pluizen; het mysterie achter één vodje papier volstaat. Dat voelde erg veilig.’

‘Veel mensen durven niet voor hun eenzaamheid uit te komen, uit vrees om zielig over te komen.’

Tegenwoordig voelt Moshfegh zich niet langer verloren wanneer ze niet achter haar schrijftafel zit, maar ze heeft er geen moeite mee toe te geven dat ze grote delen van haar leven bijzonder geïsoleerd doorbracht. ‘Veel mensen durven niet voor hun eenzaamheid uit te komen, uit vrees om zielig over te komen. Populair zijn is een morele plicht, zeker hier in de VS. Je telt alleen mee als je minstens duizend volgers hebt of voortdurend berichtjes van iedereen ontvangt. Je hoort je haast te schamen voor je behoefte aan gezelschap. Alsof toegeven dat je niet honderd procent gelukkig bent met alleen zijn betekent dat je geen goede relatie met jezelf hebt, en dat dus je eigen schuld is.

Er worden tegenwoordig zulke hoge eisen gesteld, zeker aan vrouwen. Er wordt van ons verwacht dat we extra onafhankelijk zijn. Als je ook maar een beetje aan je mannelijke partner gebonden bent, geeft de maatschappij je al snel het gevoel dat je gefaald hebt in het feministische ideaal. Dat vind ik ontzettend oneerlijk.’

Zielsverwant

Drie jaar geleden zakte schrijver Luke Goebel vanuit zijn woestijnhut af naar Ottessa Moshfeghs appartement in Los Angeles om – in zijn eigen woorden – ‘de meest geniale literaire stem van zijn generatie’ te interviewen. Na een marathon van een maand waarbij het interview alleen maar werd onderbroken voor seks en slaap, vertrok hij om vervolgens met een diamant terug te keren. De robuuste edelsteen blinkt nu samen met hun trouwring aan Moshfeghs ringvinger.

Het is een wel erg romantisch verhaal voor iemand die jarenlang zweerde bij het celibaat, omdat ‘ware liefde een illusie is’ en ‘de meeste mannen toch saai en kinderachtig zijn’, zoals Moshfegh nog beweerde in een interview met Harper’s Bazaar uit 2016.

Ik dacht dat relaties niet voor mij waren, en had besloten als een vrije ziel te leven

‘Ik verafschuwde de romantische ervaringen die ik tot dan toe had. Na elke verhouding had ik het gevoel mezelf verspild te hebben. En dat klopte waarschijnlijk ook, aangezien ik niet met de juiste persoon samen was. Ik dacht dat relaties niet voor mij waren, en had besloten als een vrije ziel te leven. Vlak voor ik de deur opende om mijn interviewer binnen te laten, voelde ik al dat er iets groots te gebeuren stond. “Oh shit,” dacht ik toen ik Luke zag, “daar ben je dan.” Daar klopte ineens mijn zielsverwant aan de deur, iemand die me kwetsbaarheid en zelfexpressie kwam bijbrengen. Ik had geen geweldigere ervaring voor mezelf kunnen verzinnen.’

Over de vraag of zij afhankelijk is van haar echtgenoot hoeft ze nog geen twee seconden na te denken. ‘Natuurlijk, wij zijn geen twee satellieten; we proberen als een familie samen een leven te delen.’

Wanhoop en onverschilligheid

Ottessa Moshfegh heeft nu wel het grote liefdesgeluk gevonden, maar haar personages houden er allesbehalve bevredigende relaties op na. Wanhoop en onverschilligheid tekenen hun verhoudingen, en niet zelden zijn hun verlangens vreemd of verstorend.

Dat haar protagonisten zich daarbij niet gedragen zoals van vrouwen verwacht wordt, stuit moraalridders nogal eens tegen de borst. Zo kwam bijvoorbeeld, ook vanuit feministische hoek, veel kritiek op de hoofdpersoon van Eileen: een jonge, verbitterde vrouw die in een gevangenis voor minderjarigen werkt en haar paranoïde, alcoholverslaafde vader onderhoudt. Ze is gefascineerd door haar eigen ‘oceanische’ ontlasting en de geur van haar genitaliën, en houdt er als maagd levendige verkrachtingsfantasieën op na.

‘Ik wil mijn werk niet over feminisme laten gaan. Het is te voor de hand liggend.’

Moshfegh vindt het verbazingwekkend dat mensen daar aanstoot aan nemen: in haar ogen is Eileen namelijk een perfect normaal personage, zeker in verhouding tot haar weinig liefdevolle omgeving. ‘Onze samenleving is zo verknipt dat het gewoon onmogelijk is om puur te blijven. Mij interesseert hoe mensen reageren op alle giftigheid die hen omgeeft.

De VS gaat prat op haar christelijke waarden, maar is tegelijk wel het meest destructieve land ter wereld. We weten allemaal dat de wereld naar de kloten is, waarom doen we dan alsof dat niet zo is?’

Sowieso genaaid

Moshfegh moet niets hebben van labels en noemt zichzelf noch haar werk feministisch; al was het maar omdat ze geen idee heeft waar dat woord tegenwoordig eigenlijk voor staat.

‘Natuurlijk ben ik voor gelijke rechten en tegen misbruik, maar dat lijkt me vanzelfsprekend. Ik begrijp niet hoe dat feminisme kan heten. Is feminisme de MeToo-beweging? Betekent feminisme dan dat ik niet verkracht wil worden? Ik wil mijn genderidentiteit niet laten definiëren door wat een bende klootzakken andere vrouwen heeft aangedaan.

Vrouw zijn betekent voor mij niet slachtoffer zijn. Vrouwen zijn ongelofelijk krachtig, wijs, productief, vervuld van heilige energie. Ik wil mijn werk niet over feminisme laten gaan. Het is te voor de hand liggend: vrouwen zijn eeuwenlang ondergerepresenteerd en onderdrukt, dat weten we allemaal. Er vallen nog zoveel andere verhalen te vertellen. Trouwens, wat je gender ook is, je wordt sowieso genaaid. Als ik met al mijn gevoeligheden een penis had, zou ik ook problemen hebben.’

Kunst en de dood

Al Moshfeghs personages worden geplaagd door existentiële vervreemding, voortvloeiend uit de onmogelijkheid zich tot deze verwarrende samenleving te verhouden. Moshfegh zelf werd op haar vijfde voor het eerst overvallen door een overweldigend gevoel van vergankelijkheid.

‘Als kleuter had ik een soort van openbaring waardoor ik plotseling begreep ik dat ik op een dag zou sterven. Alles kwam me ineens zo zinloos voor. Ik vroeg me af waarom we daar braafjes prenten zaten in te kleuren, alsof we niet allemaal vroeg of laat doodgingen. Recentelijk ben ik mezelf gaan afvragen of ik autisme heb. Misschien was dat onbehaaglijke gevoel wel het gevolg van mijn onvermogen om bepaalde neurologische input te verwerken. Maar waarschijnlijk is dat vooral wishful thinking, vanuit de hoop dat zo’n diagnose zou verklaren waarom ik me al van jongs af aan niet op mijn plaats voel.’

Het korte verhaal ‘A better place’, opgenomen in Moshfeghs bundel Homesick for Another World, thematiseert die existentiële malaise op een metafysische, bijna folkloristische manier. Zo gelooft het piepjonge hoofdpersonage dat ze van een andere, betere plek komt; eentje waarnaar ze alleen terug kan keren door dood te gaan, of door de juiste persoon te vermoorden. In dat laatste geval zal zich een zwart gat voor haar openen als toegangspoort tot die andere, betere plek. ‘Earth is the wrong place for me, always was and will be until the day I die’, schrijft Moshfegh. Ze noemt het een van haar ‘beste, meest persoonlijke’ verhalen.

‘Ondertussen beschouw ik het gevoel hier niet thuis te horen als een zegen.’

Nu ze de veertig nadert, is de vervreemding die ze als kind ervoer nog even groot.

‘Ondertussen beschouw ik het gevoel hier niet thuis te horen als een zegen. Ik geloof dat het erg gezond is om je zo bewust te zijn van je eigen sterfelijkheid. Door mezelf te omarmen als een tijdelijk wezen, dat op deze aarde is gezet om zichzelf uit te drukken, kan ik me makkelijker losmaken van alle verdriet en woede die mijn gedrag stuurden toen ik jonger was.’

Zo overwon ze een depressie, eetstoornis en alcoholverslaving; demonen waarmee ook veel van haar protagonisten kampen. ‘In mijn werk staat weinig dat ik niet grondig persoonlijk onderzocht heb.’

Dat vergankelijkheidsbesef werd de voorbije jaren aangescherpt door het overlijden van Moshfeghs jongere broer, met wie ze een erg hechte band had, en de zelfdoding van haar voormalig mentor, schrijfster Jean Stein. ‘Ik ontdekte dat kunst en de dood elkaar overlappen. Ik geloof dat er een niet-wereldse sfeer bestaat waar iemands energie naartoe gaat als zijn leven op aarde beëindigd is. Dat is ook het domein van verbeelding en inspiratie. Nu ik van mensen houd die zich niet meer op deze aarde bevinden, is zowel mijn leven als mijn werk betekenisvoller geworden. Zelf ben ik niet bang voor de dood, wel voor de pijn van het sterven. Maar een eeuwigdurend leven en bewustzijn lijkt me vele malen erger dan de dood.’

Regelmaat en discipline

‘Ottessa Moshfegh is de interessantste hedendaagse auteur over wat het betekent om te leven in een tijd waarin leven verschrikkelijk voelt,’ prees critica Jia Tolentino in The New Yorker Moshfeghs talent.

In haar onverholen, van literaire trucjes gespeende taal legt ze de vinger precies op de zere plek. Ze beroert de oervervreemding die we tegenwoordig zo bedrijvig proberen verdringen.

Zo bereikte ze intussen een ware cultstatus. Maar ze is zelf de eerste om die populariteit te relativeren. ‘De mensen die mijn werk nu belangrijk en emblematisch noemen, wilden op school geen vrienden met me zijn. Maar ik ben nog steeds dezelfde; ik heb mijn schrijven niet aangepast aan de wensen van mijn lezers. Ik geloof dat ik gewoon geluk heb gehad met de culturele stroming van dit moment. Veel hipsters voelden zich aangesproken door My Year Of Rest And Relaxation (in het Nederlands vertaald als Mijn jaar van rust en kalmte, JA) omdat hun interesses toevallig samenvallen met die van de protagoniste in dat boek. Waarschijnlijk voelen velen van hen zich teleurgesteld na het lezen van Death In Her Hands. Maar dat vind ik prima; ik schrijf niet voor hipsters.’

‘Als ik mezelf elke dag aan het werk zet, vertrouw ik erop dat het verhaal zichzelf uiteindelijk zal vormen.’

Sowieso trekt Moshfegh zich weinig aan van wat anderen, lezers noch critici, van haar denken; daarvoor is haar mentale welzijn haar te dierbaar. Om dezelfde reden blijft ze ook ver weg van sociale media. ‘Mijn internetgebruik blijft heel bewust beperkt tot research, e-mails en grasduinen op eBay. Zo hoop ik totale intoxicatie te vermijden.

Ik voel me het beste wanneer ik mezelf als een patiënt in een ouderwets sanatorium behandel; met veel regelmaat, routine en discipline. Zonder plan word ik angstig. Wanneer ik niet aan het werk ben of mezelf niet met interessante ervaringen voed, voelt mijn leven dom en zinloos aan. Dan voel ik letterlijk hoe elke hartslag me dichter bij de dood brengt.

Altijd op de hoogte blijven van de beste verhalen? Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Meld je aan en ontvang de beste verhalen van Vrij Nederland in je mailbox.

Oeps! Voer een geldig e-mailadres in.
Op onze nieuwsbrieven is ons cookiestatement van toepassing.

Ik hou ervan om volledig in mijn schrijven op te gaan. Maar een dergelijke extase verkrijg je niet zonder discipline. Daarom geloof ik dat discipline een daad van geloof is: als ik mezelf elke dag aan het werk zet, vertrouw ik erop dat het verhaal zichzelf uiteindelijk zal vormen. Ik kan tien opeenvolgende dagen geen enkele bruikbare zin op papier krijgen, maar op de elfde dag zal ik iets ontdekken. Die ontdekking is niet mogelijk zonder het voorafgaande geknoei. Zo meet ik mijn succes als schrijver niet door wat ik al bereikt heb, maar door de discipline die ik aan de dag weet te leggen.’

Het bericht Schrijfster Ottessa Moshfegh: ‘Veel mensen durven niet voor hun eenzaamheid uit te komen’ verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/ottessa-moshfegh-interview/

Feynman en/of Feiten – Trial by media (GeenStijl)

De zorgvuldige frame “blanke agent vermoord zwarte man”, werd zonder verdere context gebracht

https://image.gscdn.nl/image/334037a0cc_triooooo.jpg?h=True&w=880&s=0d5c7451d0c4628b6f17a36761d06106

https://image.gscdn.nl/image/1f25c92c78_triooooo.jpg?h=True&w=880&s=38bea21eada4e76981cb33825ab6bc5b

George Floyd werd door vier agenten vermoord. Eentje stond op de uitkijk, drie deden hun knie op hem en Derek Chauvin plaatste bijna negen minuten zijn knie in de nek van George. De beelden zijn duidelijk, wat die agenten in hemelsnaam dachten helaas niet.

Links ziet u J Alexander Kueng, een geadopteerde Afrikaanse Amerikaan, hij was op zijn derde stagedag. Zijn achternaam is Chinees of Koreaans. De middelste, Thomas Lane, was op zijn vierde stagedag. Beiden zaten samen met field training officer Derek Chauvin op George. De rechter Tou Thao, een Aziaat, raakte George niet aan en stelde zelfs voor een hobble device te gebruiken.

Veel Amerikaanse agenten klussen bij om een normaal inkomen te halen. Zo ook Derek Chauvin, hij deed dat met George Floyd. Slachtoffer en dader waren collega's, ze hebben zelfs samen diensten gedraaid bij een nachtclub. Ze kenden elkaar. Derek Chauvin is (nog eventjes) getrouwd met een vluchtelinge uit Laos die een missverkiezing won.

De zorgvuldige frame “blanke agent vermoord zwarte man”, werd zonder verdere context gebracht. Omdat de hoofddader blank is, en meestal alleen werd afgebeeld, ontstaat het vooroordeel dat deze moord racistisch ingegeven was. Het ontstak een diepe veenbrand in de maatschappij. Rellen en plunderingen met als dieptepunt de dood van een 77 jarige zwarte agent met 38 dienstjaren.

We maken eerst een karikatuur van de moord op George Floyd, en gaan vervolgens daartegen protesteren. Tegen een gecultiveerd incident, vanwege een structureel probleem.

https://image.gscdn.nl/image/0e53d9b1fc_new-george-floyd-arrest-video-screengrab-exlarge-169.jpg?h=True&w=880&s=1630c6634056cf1ef450a662180a44cf

Agenten hebben het idee dat zo lang je kunt zeggen dat je geen lucht krijgt, je blijkbaar lucht langs je stembanden ademt en dus overdrijft. Met zijn knie drukte Derek de halsslagader van George Floyd dicht. Daarmee ontstaat zuurstoftekort in het brein. Je ziet 'm slaperig worden voor hij sterft. Wisten de agenten welk risico hij met deze veelgebruikte methode nam?

Had Derek de dood als doel, of het risico daarop aanvaard? De mate van opzet bepaalt in een rechtssysteem welk delict het is. Een verwijtbaar ongeluk levert dood door schuld, een goed opgezet plan maakt het moord. Derek werd eerst voor moord in de derde categorie vervolgd, inmiddels de tweede. De drie andere agenten voor medeplichtigheid, dankzij volksgericht.

De agenten die 75 jarige man omver duwde (die een helm terug wilde geven) verklaarde eerst dat de man gevallen was. Hij struikelt na een paar stappen, maar is daarvoor geduwd. Tientallen agenten stappen langs hem heen terwijl er bloed uit zijn schedel loopt. Het is een militair die eerste hulp verleent. De agenten werden pas vervolgd nadat de beelden uitlekten.

Het is pijnlijk om te zien hoe vervolging een speelbal wordt van publiciteit en volkswoede. De onafhankelijke positie van het OM binnen de trias politica wankelt. De omerta onder politiediensten, samen met anonieme ordetroepen faciliteren dat. Het OM wordt gedwongen direct en publiekelijk beslissingen te nemen, wat de ruimte voor onderzoek beperkt. De problematiek is complex.

Binnen onze multiculturele samenleving is ooit onderzoek gedaan naar vreemdelingenhaat. De meeste wrevel bleek tussen Turken & Marokkanen te zitten. Een stageregisseur die werd ingeschakeld om minderheden aan een stage te helpen, kwam erachter dat zelfs bedrijven in eigendom van minderheden niet zaten te wachten op pubers uit hun eigen etnische groep.

Binnen de Surinaamse gemeenschap is het bleken van de huid een taboe. Men gebruikt chemicaliën om blanker te worden, met alle schadelijke gevolgen van dien. Het is een inkijkje dat binnen de regenboog aan huidskleuren blijkbaar is opgedeeld in sociale kasten en dat daar een rangorde in is aangebracht met een sociale ladder die beklommen moet worden.

Onder blanken is de gebronsde huid dankzij carcinogene UV-straling een statussymbool. Tunnelvisie op de oude witte of oranje man laat je de opbouw naar spanningen tussen Hutti's & Tutsi's of Serven & moslims missen. Tijdens de covid-lockdown werden Afrikanen door de Chinese overheid volledig vergruisd, alsof het magere heinen waren die het virus persoonlijk kwamen brengen.

Tijdens de antiracisme demonstratie moesten blanke betogers achteraan staan, en de meest gepigmenteerde vooraan. Waarom moet het beeld naar buiten dat alleen zwarten protesteren?! Waarom is het beeld dat iedereen protesteert tegen discriminatie ongewenst? De NOS bepaalt ook al op afkomst en huidskleur wie er in beeld mag.

GroenLinks twitterde landelijk over de demonstratie op de Dam: “ga je ook”. Femke Halsema liep ertussenin, besloot eenzijdig niet te handhaven, deelde die beslissing mee aan Ferd Grapperhaus en probeerde daarna dat appje te verheffen tot ruggespraak. Een burgemeester hoort de orde en volksgezondheid te bewaken, maar kiest samen met haar partij voor een politiek evenement.

Mark Rutte zegt ingebakken racisme niet met nieuwe wetten te willen aanpakken, maar liever in het openbaar zijn visie te verkondigen. “Normeringen uitspreken” Nou, dan mag hij beginnen bij zijn eigen discriminerende belastingdienst. Okay, er worden een paar topambtenaren vervolgd, maar slachtoffers wachten nog steeds op (de rest van) hun geld en leesbaar dossier.

Racisme eist geen blanke huidskleur, iedereen kan het, velen doen het.

https://www.geenstijl.nl/5153809/feynman-en-of-feiten-trial-by-media/

Dit zijn de indrukwekkendste foto’s van deze week (NRC In Beeld)

De fotoredactie van NRC selecteert elke week de indrukwekkendste, mooiste en beste nieuwsfoto’s die binnenkomen op de redactie. In de week dat natuurbranden vele hectares natuur verwoestten in Nederland en Polen, bereidden moslims zich voor op ramadan in tijden van de coronapandemie, trouwden Natasha en Michael Davis op een parkeerplaats en ging een noodziekenhuis open in het sportstadion van Cardiff.

https://www.nrc.nl/nieuws/2020/04/24/dit-zijn-de-indrukwekkendste-fotos-van-deze-week-24-a3997685

Wc-papier hamsteren of niet zoenen: zo reageren andere landen op corona (NOS journaal)

Nederlanders hebben veel vragen over het coronavirus, maar van paniek is geen sprake. Er wordt tot nu toe niet op grote schaal gehamsterd en mensen blijven ook niet massaal thuis. Het kabinet raadt het voorlopig af om evenementen af te gelasten, zoals in sommige andere landen gebeurt. Kinderen moeten gewoon naar school, vindt premier Rutte.

In andere landen is sprake van meer onrust. Dat laat een rondgang langs de buitenlandcorrespondenten van de NOS zien.

Italianen reageerden behoorlijk paniekerig op het coronavirus voordat er ook maar een geval was geconstateerd, vertelt Mustafa Marghadi. "De handgel en mondkapjes waren snel uitverkocht bij de apotheker. De Italianen zijn zeer gesteld op hun gezondheid en persoonlijke hygiëne. Dat past in de cultuur. Dat merk je in de voetbalkleedkamer, waar veel mannen na het douchen in hun badjas en slippers hun lichaam staan droog te föhnen. Waag het niet om te vragen een handdoek van iemand te lenen, want dat vinden ze walgelijk."

De regering nam verregaande maatregelen. Als eerste land weigerde Italië inkomende vluchten vanuit China. "Sommige politici eisten dat de grenzen potdicht gingen en het Schengenverdrag tijdelijk werd opgeschort. En toen de uitbraak er kwam, sloten de autoriteiten 11 dorpen van de buitenwereld af en deden ze alle scholen en universiteiten in het noorden van het land dicht," zegt Marghadi.

De Duitse overheid wil geen paniek of overtrokken maatregelen, vertelt Judith van de Hulsbeek. "Grenzen sluiten of hele dorpen in quarantaine doen zoals in Italië, daar willen ze hier niet aan beginnen."

Toch gaan bij de oosterburen de ingrepen wel wat verder dan in Nederland. In de regio Heinsberg in Noordrijn-Westfalen, dichtbij de Nederlandse grens, zijn de kinderopvang en scholen voor onbepaalde tijd gesloten. In Berlijn, waar één geval is geconstateerd, is de grootste toerismebeurs ter wereld, de ITB, uit voorzorg afgelast. Ook de boekenbeurs van Leipzig gaat niet door.

Ook de hygiëne-aanbevelingen gaan net een stapje verder. Er wordt bijvoorbeeld aangeraden voorlopig even geen handen meer te schudden.

Dat is even wennen, ook voor bondskanselier Merkel:

"Fransen zijn kussers." Zo schetst Frank Renout het probleem. Want: "afhankelijk van waar je woont, geef je vrienden en bekenden 1 tot zelfs 4 zoenen. Op elk moment van de dag. Neem een gemiddelde van 15 kussen per dag per persoon, vermenigvuldig dat met ruim 60 miljoen inwoners van Frankrijk en je snapt waarom het coronavirus zo snel om zich heen grijpt in het land."

De Franse regering kwam de afgelopen dagen met het advies zo min mogelijk te kussen en handen te schudden. Want naast zoenen is ook dat laatste heel gebruikelijk, zowel bij bekenden als onbekenden.

"In Libanon is de paniek enorm," vertelt Daisy Mohr. "Huizen worden schoongemaakt, scholen en universiteiten zijn dicht en er wordt geadviseerd zo min mogelijk naar openbare gelegenheden te gaan. Er wordt hier normaal veel gekust en omhelsd maar nu groeten mensen elkaar met een 'voet groet'."

De beroemde Libanese zander Ragheb Alama toont aan hoe dat moet:

"Hier in Libanon is iedereen altijd op zijn hoede voor de verspreiding van griep en verkoudheid," zegt Mohr. "Bij 15 graden krijg je al het advies om een muts en een warme sjaal te dragen. Met regen kan je beter binnen blijven want anders word je misschien ziek."

Mensen die recentelijk uit China, Iran, Korea en Italië zijn gekomen moeten twee weken thuisblijven. Samen met hun gezin.

"Veel Libanezen zijn bang dat de overheid niet adequaat zal reageren mocht er een grotere uitbraak komen," voegt Mohr toe. "Het land huisvest meer dan een miljoen vluchtelingen onder erbarmelijke omstandigheden. De hulpverlening schiet al jaren tekort, maar als het coronavirus deze kampen zou bereiken is het einde zoek, zo is de gedachte."

Ondertussen wordt er in Iran heel anders gereageerd, althans onder sommige gelovigen in de heilige stad Qom:

Australiërs zijn aan het hamsteren, vertelt Eva Gabeler. In Sydney is er bijvoorbeeld bijna geen wc-papier meer te krijgen. Het land maakt regelmatig natuurrampen mee, zoals overstromingen en extreme bosbranden. "Daardoor zijn mensen gewend om zich voor te bereiden op het ergste. Deskundigen raden het af om voedsel op grote schaal in te slaan, maar Australiërs hebben daar lak aan," zegt Gabeler.

Tot afgelopen weekend wist Australië het virus goed buiten de deur te houden met de duidelijke en strenge regels waar het land om bekend staat. Reizigers uit China en Iran werden geweerd, tenzij ze beschikten over een permanente Australische verblijfsvergunning.

Maar nu er toch tientallen gevallen bekend zijn, hangen er in universiteitsgebouwen posters bij de wc's met instructies voor handen wassen. Aan de muren hangen apparaten met desinfectiemiddel.

In Indonesië duurde het lang voordat een eerste coronabesmetting werd geconstateerd. Maandag werden de eerste twee gevallen bekend. Critici hebben daar vraagtekens bij en onderzoekers van Harvard stelden vast dat het statistisch heel onwaarschijnlijk was dat Indonesië geen besmettingen had.

"In de samenleving en op sociale media gingen hier allerlei theorieën over rond," vertelt Annemarie Kas. "De meerderheid van de bevolking is moslim en het vijf keer per dag wassen en bidden zou goed zijn voor de hygiëne, bijvoorbeeld. Zelfs de minister van Volksgezondheid heeft een sterker geloof in Allah dan in statistiek. Hij zei dat het allemaal "dankzij het gebed" was dat er nog geen besmettingsgevallen bekend waren."

Waarschijnlijker is dat het aan het lage aantal afgenomen tests lag. Ondanks het grote vertrouwen in Allah's bescherming, gingen veel Indonesiërs maandag toch de straat op om extra inkopen te doen: zakdoekjes, handgel en mondkapjes.

http://feeds.feedburner.com/~r/nosjournaal/~4/O7uD-TGtCLY

http://feeds.nos.nl/~r/nosjournaal/~3/O7uD-TGtCLY/2325717