Nieuwe KNMI klimaatscenario’s: heter en extremer (Klimaatverandering blog)

De vorige stamden uit 2014, dus het werd hoog tijd voor een update: vandaag werden de nieuwe KNMI klimaatscenario’s aan demissionair minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat overhandigd. Die geven de bandbreedte aan waarbinnen het Nederlandse klimaat zich waarschijnlijk zal ontwikkelen, o.a. afhankelijk van de mondiale uitstoot van broeikasgassen.

Niet langer ver-van-mijn-bed

Klimaatverandering is niet meer weg te denken. We worden er bijna dagelijks mee geconfronteerd: de berichten over extreme hitte, droogte, bosbranden en overstromingen buitelen over elkaar heen. En vaker dan voorheen ook in onze spreekwoordelijke achtertuin. Het is niet langer een ver-van-mijn-bed show.

Dat betekent dat we ons hoe dan ook weerbaarder moeten maken tegen de veranderingen die al gaande zijn: adaptatie. Maar om klimaatverandering beheersbaar te houden moeten we de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen drastisch terugdringen. Nota bene: “we” slaat natuurlijk op de hele wereld; niet alleen Nederland. Maar natuurlijk wel inclusief een rijk en CO2-intensief land als Nederland.

Anders dan vorige keer zijn nu ook scenario’s doorgerekend voor Caribisch Nederland, namelijk Bonaire, Sint Eustatius en Saba (de zogenaamde BES-eilanden, drie bijzondere gemeenten van Nederland).

Twee dimensies: hoge/lage uitstoot; vernatting/verdroging

Om de spreiding van mogelijkheden te vangen wordt een hoog (SSP5-8.5) en een laag uitstootscenario (SSP1-2.6) gebruikt. Er is nog een lager IPCC emissiescenario (SSP1-1.9), maar daar zijn niet genoeg modelruns van beschikbaar om de analyses mee uit te voeren. De beste schatting van de mondiale opwarming eind deze eeuw bij het hoge scenario is 4,9°C t.o.v. eind 19de eeuw; in het lage scenario is dat 1,7°C.

Beiden worden verder opgesplitst in een droge en een natte variant. Samen geeft dat het volgende vierluik aan scenario’s:

Winters worden natter en zomers worden droger. Maar de mate waarin is nogal onzeker: in sommige modellen overheerst het eerste effect, maar in andere het tweede. Dat komt omdat Nederland in een breed overgangsgebied zit tussen een droger wordend Middellandse Zeegebied en een natter wordend Scandinavië. Dat overgangsgebied schuift ruwweg in de Noord-Zuid richting heen en weer met de seizoenen. Het maakt voor de situatie in Nederland nogal uit of dat overgangsgebied meer ten Noorden van ons of juist meer ten Zuiden van ons ligt. Dat is de reden dat er droge en natte varianten van de uitstootscenario’s zijn doorgerekend.

Er is overigens ook een scenario doorgerekend met matige uitstoot (op basis van SSP2-4.5), maar die resultaten zijn niet in het rapport meegenomen. Alle resultaten (dus inclusief die voor matige uitstoot) zijn te vinden in het dataportaal.

Waarschijnlijk wel bekend voor de regelmatige lezer hier, maar bij deze toch maar even in de herhaling: scenario’s zijn geen toekomstverwachtingen. Uit de FAQ:

De klimaatscenario’s op basis van hoge- en lage mondiale uitstoot en de natte en droge varianten voor Nederland geven samen de hoekpunten weer waarbinnen klimaatverandering zich waarschijnlijk zal ontwikkelen. In de praktijk moeten we met alle mogelijke toekomsten daarbinnen rekening houden.

Neerslagtekort

Dat droogte ook in waterland Nederland voor problemen kan zorgen is de afgelopen jaren goed duidelijk geworden. In alle scenario’s – dus ook de vernattende – neemt het verwachte neerslagtekort in de zomer toe. In het hoge uitstoot, verdrogende scenario (Hd) is het mediane neerslagtekort ongeveer gelijk aan de droogste zomers nu. En de droogste zomers zijn in dat scenario aan het eind van deze eeuw nog zo’n 50% droger.

In onderstaande figuur kun je zien dat het mediane neerslagtekort sterker toeneemt in Hn (hoge uitstoot, vernatting) dan in Ld (lage uitstoot , verdroging). Daaruit blijkt dat het uitstootscenario (hoog/laag) meer bepalend is voor de ernst van de droogteproblematiek dan of we met relatief meer vernatting of meer verdroging te maken krijgen. Dat geldt voor de meeste variabelen, zo kun je in de tabel met kerncijfers zien (pagina 3 van het gebruikersrapport).

Hitte

In 2019 werd het voor het eerst sinds de start van de metingen een temperatuur van 40°C waargenomen in Nederland:

Deze hittegolf was extreem, ook in het huidige warmere klimaat. Rond 1900 waren zulke hoge temperaturen in Nederland vrijwel onmogelijk; tegenwoordig is de kans op zulke hitte hier eens in de 50 tot 100 jaar.

De omstandigheden van die zomer van 2019 zijn nagerekend voor o.a. het hoge uitstootscenario:

In een 4°C warmer klimaat zijn temperaturen in de stad tot 50°C niet uit te sluiten en zou de zomer van 2019 vrijwel één continue hittegolf zijn geweest.”

Oeps.

Zeespiegelstijging

Zeespiegelstijging blijft ook wel een dingetje:

Bij een wereldgemiddelde opwarming van meer dan 2°C wordt de toekomst van Antarctica erg onzeker. De drijvende ijsplaten die het landijs van Antarctica omringen, zullen dan deze eeuw grotendeels  verdwijnen, waarna het landijs sneller naar de kust beweegt en er meer afkalft.

In tegenstelling to bij de vorige klimaatscenario’s zijn nu ook berekeningen gemaakt van de hoogst mogelijke zeespiegelstijging, als de ijskappen versneld instabiel raken:

Volgens het hoge uitstootscenario bedraagt de zeespiegelstijging rond 2300 2 tot 6 meter. Als ook onzekere ijskap-processen op Antarctica worden meegenomen, kan dit oplopen tot meer dan 17 meter.

Meer lezen en/of kijken:

Animatie over de KNMI’23-klimaatscenario’s:

Video met drie voorbeelden – uit Limburg, Bonaire en Bunnik – die laten zien hoe we ons aanpassen aan klimaatverandering:

Veelgestelde vragen over de klimaatscenario’s

https://klimaatveranda.nl/2023/10/09/nieuwe-knmi-klimaatscenarios-heter-en-extremer/

KNMI schetst vreselijke toekomst voor mensen in Oost-Nederland (Trendnieuws)

Het KNMI en experts van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) maken zeer veel zorgen om de toekomst. Zij denken dat er dankzij de opwarming van de aarde steeds meer natuurbranden in Nederland zullen komen, die niet te blussen zijn.

De onderzoekers schrijven er het volgende over: ”Natuurbranden zullen zich vaker ontwikkelen tot branden die niet meer geblust kunnen worden, maar pas stoppen als er geen brandstof meer is.” Met brandstof worden bijvoorbeeld bomen en planten bedoeld.

Oost-Nederland

Deskundigen voorzien een ”verwoestende impact op gezondheid, natuur, welzijn en economie” in ons land. Dat zal met name gelden voor mensen die in het oosten van ons land wonen. Daar gaat de brandgevoeligheid van de natuur sneller stijgen dan in het westen. Dat komt doordat de zee de temperatuur afremt.

Steeds meer onblusbare natuurbranden verwacht, vooral in oosten van het land https://t.co/ebEmiRNeEc

— Hart van Nederland (@HartvNL) January 23, 2023

Mensen moeten vluchten

De experts waarschuwen nu dat in de toekomst mensen ”vaker moeten vluchten”. Ook zullen inwoners te maken krijgen met directe en indirecte schade, uitval van vitale infrastructuur en onherstelbare schade aan flora en fauna. Daar komt nog bij dat de menselijke gezondheid zwaar zal worden aangetast.

Aan het rapport van het KNMI en de NPIV werkten ook de Wageningen University & Research (WUR), alsmede de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en Deltares mee.

Het bericht KNMI schetst vreselijke toekomst voor mensen in Oost-Nederland verscheen eerst op Trendnieuws.

https://trendnieuws.nl/knmi-schetst-vreselijke-toekomst-voor-mensen-in-oost-nederland/

Daar is ie weer: code oranje vanwege de hitte van morgen (Metronieuws)

https://www.metronieuws.nl/wp-content/uploads/2022/07/code-oranje-hitte-hittegolf.jpg

Vanwege de extreme hitte geldt morgen code oranje in het zuiden van het land. Verschillende evenementen gaan door het (te) warme weer niet door.

In de provincies Zeeland, Noord-Brabant, Limburg, Gelderland, Zuid-Holland, Utrecht en Overijssel wordt morgen vanaf 11.00 uur de waarschuwing code oranje actief. Pas in de loop van de avond is geen sprake meer van extreme hitte en geldt weer code geel. Code oranje wordt altijd uitgeroepen door het KNMI.

Ondanks dat het in de avonduren niet meer extreem heet is, koelt het maar moeizaam af in ons land. Op veel plaatsen blijft de temperatuur ruim boven 20 graden in de nacht. Daar waar de temperatuur het hele etmaal boven 20 graden blijft, is officieel ook sprake van een tropennacht.

Twitter wordt niet geladen omdat je geen toestemming hebt gegeven. Klik hier om het aan te passen.
Wel toestemming gegeven maar niet getoond, herlaad de pagina.

Morgen, dinsdag 19 juli, wordt het zeer warm. In het midden en zuiden van het land geldt van de ochtend tot in de avond #codeoranje voor zeer hoge temperaturen, met maximumtemperaturen van 38-39°C. #knmiwaarschuwing pic.twitter.com/xEz01odR21

— KNMI (@KNMI) July 18, 2022

In de buurt van hoogste temperatuur ooit gemeten

Op veel plaatsen in de zuidelijke helft van het land loopt de temperatuur volgens weerdienst Weeronline op naar 38 of 39 graden. Regionaal zijn waarden van ruim 39 of misschien zelfs wel 40 graden mogelijk. Dit zijn dan waarden op het platteland en in de schaduw. Wilfred Janssen van Weeronline: „Daarmee komen we in de buurt van de hoogste temperaturen die ooit in ons land zijn gemeten.”

Het hitterecord ligt op 40.7 graden, gemeten op 25 juli 2019 in Gilze Rijen. Voor De Bilt staat het record op 37.5 graden, ook op dezelfde dag als het nationaal record. „Morgen komen we dus in de buurt van beide records, maar het eventueel breken ervan zal erg krap worden. De kans dat we morgen een nieuw nationaal en/of officieel hitterecord kunnen noteren is nu nog 30 procent.”

In stedelijk gebied nóg heter

In stedelijk gebied wordt het tijdens code oranje zelfs nog een flink stuk warmer dan op het platteland. Waar het in het buitengebied op de warmste plaatsen ruim 39 graden kan worden, kunnen thermometers in betegelde achtertuinen en in smalle zonnige steegjes waarden ver over 40 graden laten zien. De stenen in stedelijk gebied nemen overdag ook veel van de warmte op, waardoor het in de avond en nacht ook maar heel moeizaam afkoelt.

Janssen meldt: „Het is dus zeker in bebouwd gebied nóg belangrijker om goed te drinken en voldoende verkoeling te zoeken. Beperk daarnaast fysieke inspanning op het warmste moment van de dag. Daarnaast worden alle voet- en fietspaden en autowegen ook ontzettend heet. De temperatuur van het donker gekleurd asfalt kan boven 50 graden uitkomen. Op sommige plaatsen in de volle zon wordt asfalt zelfs zacht door de extreme hitte. Bedenk dus goed dat wanneer je de hond uitlaat de pootjes op asfalt snel kunnen verbranden.”

Twitter wordt niet geladen omdat je geen toestemming hebt gegeven. Klik hier om het aan te passen.
Wel toestemming gegeven maar niet getoond, herlaad de pagina.

Morgen, dinsdag, geldt in het midden en zuiden code oranje voor de hitte. https://t.co/9jRPva4zyH

— Weeronline (@weeronline) July 18, 2022

Evenementen door code oranje afgelast

Naast de eerste wandeldag van de Vierdaagse van Nijmegen zijn ook een aantal andere evenementen afgelast vanwege de hitte. Zo gaat in Alkmaar de kaasmarkt morgenavond niet door en is in het Zuid-Hollandse dorp Stompwijk een paardenrace die vandaag gepland stond afgelast. Volgens de gemeente Alkmaar is de keuze om de avondkaasmarkt niet door te laten gaan onvermijdelijk. „We zijn zuinig op onze gasten, kaasdragers, producenten en de bezoekers. En uiteraard op de kazen”, aldus wethouder Robert te Beest.

Ook de organisatie van de Stompwijkse Paardendagen kon bijna niet anders dan het slotevenement te annuleren. Vanwege het warme weer is het niet verantwoord om de paarden te vervoeren en ze te laten racen, aldus Harddraverijvereniging Nooit Gedacht.

Een aantal sportevenementen moest ook sneuvelen vanwege de verwachte hitte. Zo gaat in Zeeuws-Vlaanderen de zomerloop die morgen gepland stond in het dorp Sint Kruis niet door. Verder is de oefenwedstrijd die de Maastrichtse voetbalclub MVV morgen zou spelen tegen het Belgische Patro Eisden vervallen en in Groesbeek (Gelderland) is de oefenwedstrijd tussen De Treffers en NEC afgelast.

Bosbranden in Zuid-Europa worden groter en groter, piloot omgekomen bij blusactie

https://www.metronieuws.nl/in-het-nieuws/binnenland/2022/07/daar-is-ie-weer-code-oranje-vanwege-de-hitte-van-morgen/

Klimaatverandering maakte extreme hittegolf in India & Pakistan 30 keer waarschijnlijker (Klimaatverandering blog)

Gastblog van Carolina Pereira Marghidan

Sinds begin maart hebben meer dan een miljard mensen in India en Pakistan te maken gehad met een extreme hittegolf. In India was dit de warmste maart ooit gemeten; in Pakistan de warmste maart in 61 jaar en daar werden meerdere all-time records gemeten. Temperaturen in maart en april kwamen op veel dagen boven de 45 °C uit en liepen zelfs op tot de 51 °C. Ook was het ontzettend droog, in maart er viel in India 71% en in Pakistan 62% minder regen dan normaal. Hoewel India en Pakistan regelmatig hoge temperaturen ervaren voorafgaand aan het moessonseizoen, kwam deze hittegolf ongewoon vroeg, strekte zich uit over een enorm oppervlak (bijna 70% van India en 30% van Pakistan), en duurde extreem lang (nog steeds bezig in sommige delen) – wat zorgde voor verreikende en ingewikkelde maatschappelijke effecten.

Door klimaatverandering nam de kans op deze hittegolf toe met een factor 30, volgens een nieuwe attributiestudie van het World Weather Attribution (WWA) initiatief, waar het KNMI onderdeel van is. Daarnaast zou een dergelijke hittegolf ongeveer 1 °C koeler geweest zijn in een pre-industrieel klimaat. De klimaatwetenschappers hebben beschikbare data vergeleken met 20 klimaatmodellen met temperatuurgegevens van de afgelopen decennia. Resultaten laten zien dat bij een wereldgemiddelde opwarming van +2 °C, hittegolven zoals deze 2 tot 20 keer waarschijnlijker, en 0.5 tot 1.5 °C heter zullen zijn vergeleken met 2022. Dat betekent dat bij een opwarming van +2 °C, de kans van deze hittegolf (nu geschat op eens in de honderd jaar) stijgt naar een kans van eens in de 5 tot 50 jaar. Deze resultaten zijn waarschijnlijk conservatief omdat temperatuurdata maar beschikbaar zijn voor een relatief korte periode. De meeste data komen van KNMI Climate Explorer.

Complexe gevolgen en samengestelde risico’s
De extreme hittegolf die over India en Pakistan strekte raakte vele verschillende sectoren van de maatschappij. De visualisatie in Figuur 1 laat al deze relaties zien en geeft ook weer dat de effecten van een hittegolf ingewikkeld en onderling verbonden met elkaar kunnen zijn, waardoor de volledige omvang moeilijk te bevatten is.

Figuur 1. Conceptueel diagram van de complexe interacties en gevolgen van de hittegolf in India & Pakistan, 2022 (Bron: Figuur 9 van WWA, 2022, door Carolina Pereira Marghidan)


Er zijn in totaal minstens 90 hitte-gerelateerde sterfgevallen gemeld, maar de daadwerkelijke cijfers zullen ongetwijfeld vele malen hoger liggen. Dat komt door de vertraging tussen de gebeurtenis en het moment waarop sterftecijfers beschikbaar zijn, die vervolgens moeten worden vergeleken met de verwachte sterfte voor die periode van het jaar (zonder hittegolf). Daarnaast leidde deze hittegolf tot overbelaste ziekenhuizen, inkomensverlies, verminderde werkuren, gemiste schooldagen, bosbranden en overstromingen door smeltende gletsjers. De vraag naar stroom nam aanzienlijk toe (o.a. door gebruik van airconditioning), waardoor er grote elektriciteitstekorten ontstonden – India’s grootste elektriciteitstekort in 60 jaar. Dit zorgde er bijvoorbeeld voor dat ziekenhuizen en bewoners op kritische momenten beperkt gebruik konden maken van koelsystemen. De hitte verwoestte ook grote hoeveelheden van de tarwe-oogsten (geschat op 10-35% vermindering in gewasopbrengsten), wat ervoor zorgde dat India geen graan meer kon exporteren maar dit nodig had voor zichzelf – precies op het moment dat de mondiale tarwemarkt onder druk staat door de Russische invasie in Oekraïne. De volledige omvang van de gevolgen van deze hittegolf zullen pas in de komende maanden beter worden begrepen.

Het is niet alleen de hitte; ook blootstelling en kwetsbaarheid spelen een rol
De risico’s en effecten van een hittegolf zijn niet alleen het gevolg van een bepaalde hoge temperatuur. Ook de blootstelling aan die extreme hitte en de kwetsbaarheid van mensen en systemen (en al het andere wat risico loopt, bijvoorbeeld dieren, infrastructuur) spelen hierbij een belangrijke rol.

Tijdens deze hittegolf was de blootstelling enorm groot: India en Pakistan zijn bij elkaar ongeveer 100 keer het oppervlak van Nederland. Bovendien bevat de metropool Delhi in India al bijna 2 keer zo veel mensen als heel Nederland (maar liefst 32 miljoen). Daarnaast zijn kwetsbare groepen onevenredig benadeeld. Dit zijn mensen die minder vermogen hebben om met hitte om te gaan (bijvoorbeeld door makkelijk toegang te hebben tot koele ruimtes, schaduw, en water). Dit zijn onder andere dagloners zoals straatverkopers, constructie- en landbouwarbeiders, riksja-chauffeurs, huishoudens met een laag inkomen en daklozen. Fysiologische factoren spelen ook een rol in kwetsbaarheid: ouderen, jonge kinderen en mensen met chronische of psychische aandoeningen lopen meer risico.

Als ik het over kwetsbare groepen heb, klinkt het misschien alsof ik het heb over een soort kleine minderheid van mensen. Maar eigenlijk gaat dit over een héle grote groep mensen. Wereldwijd wordt de groep die zeer kwetsbaar is voor klimaatverandering geschat op ongeveer 3.3 – 3.6 miljard mensen, oftewel bijna de helft van de wereldbevolking. In India en Pakistan werkt 80% en 71% respectievelijk in de informele economie, en ongeveer de helft van de arbeiders in India werkt buiten. Deze mensen hebben vaak geen andere keuze dan te werken in de ondraaglijke hitte. Daarbovenop zijn dit vaak dezelfde groepen mensen die ook door de Coronapandemie onevenredig benadeeld zijn.

Warmte-gelijkheid (ofwel “heat equity”) verwijst naar het recht op een thermisch-veilige binnen- en buitenomgeving. Verschillen in blootstelling en kwetsbaarheid zorgen ervoor dat sommige mensen zoals dagloners en boeren, verhoogde nadelige effecten ervaren vergeleken met anderen in dezelfde regio. Het is daarom belangrijk om beleid en praktijken te ontwikkelen om het risico van hitte te verminderen, die gefocust zijn op de ongelijke verdeling van hitte risico’s over groepen in dezelfde gemeenschap of stad.

Figuur 2. Een Edhi-vrijwilliger giet water op een voetganger langs een straat in Karachi, Pakistan op 16 mei 2022. (Foto door Rizwan Tabassum/AFP via Getty Images) (Voor meer foto’s: de hittegolf in foto’s)

Attributiestudies: een snel groeiende tak in de klimaatwetenschap
De WWA bestaat uit een internationale groep klimaatwetenschappers. De samenwerking binnen deze groep is absoluut essentieel voor het uitvoeren van dergelijke snelle attributie studies. Tijdens zo’n snelle studie delen we data, simulaties, media berichten, wetenschappelijke artikelen, en ideeën met elkaar. We lezen meerdere keren over elkaars werk, zodat potentiële onjuistheden worden gesignaleerd. Daarnaast delen we veel perspectieven en beslissen we over de belangrijkste conclusies van de studie.

Door gebruik te maken van peer-reviewed methoden, proberen we op een systematische en herleidbare manier de vraag te beantwoorden: was deze recente, impactvolle ramp beïnvloed door klimaatverandering? Zo ja, hoe groot was de rol van klimaatverandering in het versterken van de waarschijnlijkheid of intensiteit van de extreme weersomstandigheid? (Dat de resultaten zo snel beschikbaar worden gesteld (binnen enkele weken na zo’n ramp) is erg van belang. Dat is nuttig voor het publiek en overheden om klimaatextremen en risico’s beter te begrijpen en vervolgens weloverwogen keuzes te maken over klimaatplannen en strategieën, wanneer de ramp nog relevant en onder de aandacht is (Zie ook eerdere blogposts over de hittgolf in Europa van 2019 en die van Noord-Amerika van 2021, en over attributiestudies in het algemeen).

Kunnen we ons (beter) voorbereiden op extreme hitte?
Hitte-actieplannen worden steeds vaker opgezet in landen en steden wereldwijd, vaak als gevolg van een impactvolle hittegolf in een bepaald gebied (zoals veel Europese landen deden na de dodelijke hittegolf in 2003). Dit zijn belangrijke en effectieve plannen die verschillende korte- en lange-termijn acties vastleggen om de risico’s van hittegolven te verminderen. De stad Ahmedabad in India was de eerste stad in India die zo’n plan heeft opgezet in 2013, dat geschat wordt jaarlijks 1,190 hitte-gerelateerde sterfgevallen te vermijden. Inmiddels hebben 130 steden in India en Pakistan vergelijkbare hitteplannen ontwikkeld.

Desalniettemin is het zorgwekkend dat hitte en de gevolgen ervan nog steeds nauwelijks onderzocht en/of gerapporteerd worden in lage- en midden-inkomenslanden. Zonder zulke basisinformatie is het erg moeilijk om de kenmerken en omvang van een hittegolf in lokale context te begrijpen, en dus om passende maatregelen te nemen. We weten dat hittegolven wereldwijd extremer worden en steeds vaker voorkomen, en dat die zullen leiden tot menselijk lijden en economische schade. Hoe langer we doorgaan met het uitstoten van broeikasgassen, hoe moeilijker het zal zijn, én hoe meer geld het zal kosten om ons aan te passen.Wie zullen deze verliezen lijden? Hoeveel adaptatie is mogelijk? Hoe ambitieus willen we zijn in het beperken van mondiale opwarming?

Carolina is een MSc student aan de faculteit Geo-Information Science and Earth Observation (ITC), Universiteit van Twente en co-auteur van WWA studie (V&E Sectie).

https://klimaatveranda.nl/2022/06/01/klimaatverandering-maakte-extreme-hittegolf-in-india-pakistan-30-keer-waarschijnlijker/

Australische ‘Black Summer’-bosbranden produceerden bijna dubbel zoveel CO2 als alle Australiërs in een jaar (KNMI)

Australië werd in de zomer van 2019-2020, ook wel ‘Black Summer’ genoemd, geteisterd door enorm bosbranden. Onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam, SRON Netherlands Institute for Space Research en het KNMI hebben met behulp van gegevens van het satellietinstrument Tropomi bepaald hoeveel CO2 daarbij vrij is gekomen. De bosbranden produceerden bijna tweemaal zoveel CO2 als het jaarlijkse verbruik van fossiele brandstoffen in heel Australië.

https://www.knmi.nl/over-het-knmi/nieuws/australische-black-summer-bosbranden-produceerden-bijna-dubbel-zoveel-co2-als-alle-australiers-in-een-jaar