Europese Patriotten – Op zoek naar de Portugese ziel in bedevaartsoord Fátima (GeenStijl)

Aflevering 1 van onze nieuwe serie Europese Patriotten INCLUSIEF PODCAST

https://image.gscdn.nl/image/65ba5f69c9_amerongenfatima.jpg?h=True&w=880&s=d939997e5e3af22f00d4d4641c9b5e74

https://image.gscdn.nl/image/5f0b96e010_I_See_Fascists_Everywhere_-_1280x720.jpg?h=True&w=880&s=4e4391952f91d7bddd96fd0ff0fff8e0

Ik woon nu elf jaar in de Algarve en snap nog steeds helemaal niets van de Portugezen, ondanks het feit dat ik talloze keren ging dineren bij een herenclub in Faro. De stokoude Zé, een begrip in de wijde omgeving, ontving in zijn vervallen paleisje in het hart van de stad zijn vriendenclub, de malta: notabelen, een voetbaltrainer, een advocaat, een oude journalist, een herenboer, een slager, een visser, et moi. Ik was al snel uitgenodigd door mijn toenmalige huisbaas Alvaro, want in Portugal geldt de mantra: amigo do meu amigo, meu amigo é.

Iedereen nam drank mee en geld voor de cataplana, de typisch Algarviaanse kookpot waarin alle mogelijke vissoorten gaan. Zé (descanse em paz) bereidde het godenmaal in zijn eentje. De gesprekken, rijkelijk geplengd met wijn, brandy, aguardente en medronho, gingen altijd over Sporting Lissabon en Benfica. Buiten Porto zelf en het noorden van het land, is niemand fan van Porto. Dat maakt een discussie over voetbal wel zo overzichtelijk, al blijft dat fanatieke geouwehoer over voetbal natuurlijk vreselijk, in welk land ter wereld dan ook.

En verder lieten de notabelen elkaar vieze filmpjes zien, op hun mobieltjes. Portugese humor ligt op het niveau van Mister Bean en Benny Hill: de bananenschil, de man in de jurk, grappen over schoonmoeders en ik denk dat ik met een scheetkussen hier ook hele zalen plat krijg. Ik heb de ziel van de Portugalidade helaas niet kunnen ontdekken tijdens deze feestmalen, hoogstens de ziel van Bacchus.

Een kleine anekdote tussendoor: de colleges Portugees van schrijver/vertaler August Willemsen aan de Universiteit van Amsterdam waren legendarisch. Om 9 uur ‘s ochtends kwam de goede man aanzeulen met flessen cachaça, limoenen, ijs en rietsuiker en werd de Braziliaanse ziel verklaard aan de hand van een spoedcursus caipirinhas stampen. Leuker kan men alcoholisme niet maken.

https://image.gscdn.nl/image/cc72c71ebc_IMG-20221212-WA0079.jpg?h=True&w=880&s=f77ca9af7b81a96da3797c52ea862c5e

Portugalidade, ook wel lusitanidade genoemd, is wat mij betreft de kern en de ziel van het Portugese patriottisme. Lexicoloog dr. Vitor de Sousa schreef hierover: het eerste geregistreerde gebruik van het begrip dateert uit de tijd na de Tweede Wereldoorlog van de Novo Estado. Het ophemelen van Portugal als een wereldleider, zowel wat betreft de omvang van de gebieden die onder zijn controle staan als het aantal burgers dat Portugees als eerste taal spreekt, was een essentieel kenmerk van de propaganda van het regime. Het concept van een nationale identiteit met een sociale psychologie en cultuur die zich uitstrekte van de Minho tot Timor in het oosten (en ten opzichte van de onafhankelijke staat Brazilië in het westen) werd beschouwd als een wereldwijd verschijnsel. De dagen van het koninkrijk en de welvaart die het het vaderland en de kolonies bracht, zullen nooit vergeten worden.

Fátima, Fado en Futebol waren in de tijd van dictator Salazar de pijlers van de Portugalidade: Fátima voor het geloof, fado voor de saudade en futebol voor de glorie van het vaderland. Brood en spelen dus. Saudade in de woorden van Arie Pos: het magische, zogenaamd onvertaalbare begrip, gekoppeld aan het fado-fatalisme. Er zijn twee soorten fado: de studentikoze fado van Coimbra en de zelfkant-fado van Lissabon. De teneur: het gevoel van onvervuld verlangen waar ze de naam saudade voor hebben gereserveerd. Het kan het gemis van iets van vroeger betreffen, maar ook het onvervulbare verlangen naar iets in de toekomst. Fado is volks, heeft niets te maken met het verlies van de grandeur van grote Portugal. Fado komt ook niet voort uit Afrikaanse slavenliederen. Wel zijn er Moorse invloeden.

De fado wordt vooral gespeeld in Coimbra en Lissabon. Met de malta van Zé zag ik een paar voetbalwedstrijden van Portugal tijdens het EK, toen het land kampioen werd, en het gemopper over met name maricas Ronaldo was fanatieker dan de euforie over de winst tegen Frankrijk in de finale. Wat mij betreft zit de Portugese ziel vooral in de sacrale lunch, maar goed. In de queeste naar de Portugalidade resteert het katholieke geloof.

Portugal lijkt een met katholicisme doordesemd land maar in de praktijk merk ik er weinig van. De leden van de herenclub waren godloochenaars en vloekten als ketellappers. De kerken in de Algarve zijn vrijwel altijd leeg, op wat oude besjes na.

De meest katholieke stad van Portugal is Braga. Reisgidsen noemen Braga het Rome van Portugal, vanwege het enorme aantal kerken in de binnenstad en voegen daar aan toe: ‘bidden doe je in Braga, werken in Porto en feesten in Lissabon’. In Nederland kennen we de variant van Jules Deelder: In Rotterdam verdienen ze het, in Den Haag verdelen ze het en in Amsterdam smijten ze het over de balk. Voor Portugezen is Braga de stad van de 5 P’s. Padres, paneleiros, putas e a puta que os pariu: priesters, flikkers, hoeren en de hoer die hen baarde.

Hoeren zijn er bij mijn weten niet in Fátima, paneleiros des te meer. Met Rob Muntz en Arie Pos nam ik deze potkast op, met beeld en geluid, en als u een nog doorwrochtere uitleg wil over het wonder van Fátima, moet u gewoon verder lezen.

Video

Mijn goede vriend, oud-collega bij de Groene Amsterdammer en vooraanstaand Lusitanoloog René Zwaap, is de grootste Fátima-kenner van Nederland. Op zijn kenmerkende luchtige wijze analyseert hij hier het Wonder van Fátima. Volgens de overlevering heeft het dorp Fátima zijn naam te danken aan een Moorse prinses die zich in de twaalfde eeuw tot het christendom bekeerde om in het huwelijk te kunnen treden met een Portugese edelman, en die daarom op last van haar getergde familie werd vermoord. De naam kan ook ergens anders vandaan komen: tijdens de Moorse overheersing van Portugal, die duurde van de achtste tot de dertiende eeuw, was de streek van Fátima regelmatig het toneel van mystieke verschijningen van Fátima, de door de sjiitische moslims aanbeden dochter van de profeet Mohammed. Zeker is dat in deze streek lang een Fátima-cultus heeft bestaan, precies zoals die onder Marokkaanse Berbers nog steeds wordt aangetroffen. Daarbij komt het wonder van Fátima goed van pas.

Zwaap: Het wonder van Fátima blijkt het beste instrument om het Portugese volk te ‘rekatholiseren’. In de zomer van 1936 trekt een half miljoen Portugezen op bedevaart naar Fátima. In een herderlijk schrijven meldt het episcopaat onder leiding van Salazars oude studievriend aartsbisschop Manuel Cerejeira: ‘Sedert O.L. Vrouwe van Fátima is verschenen aan de hemel te Fátima, daalde een bijzondere zegen neer over de Portugese natie. De vreselijke reeks van vervolgingen is beëindigd en een nieuw tijdperk van gewetensvrijheid en katholieke opbloei is aangebroken.’ In 1940 sluiten Salazar en de katholieke kerk een nieuw concordaat. De anti-clericale maatregelen van de oude republiek worden daarmee ongedaan gemaakt, zij het dat de officiële scheiding tussen Kerk en Staat tot teleurstelling van bisschop Cerejeira intact blijft. De vurige wens van de kerk om echtscheidingen weer te verbieden wordt niet gehonoreerd, wel wordt de kerk vrijgesteld van belastingen en krijgen de missionarissen in de Afrikaanse gebiedsdelen staatssteun bij hun ‘beschavingsmissie om de inheemsen te bekeren tot het katholieke geloof en het Portugalisme’.

In 1928 krijgt de Nederlandse architect Gerardus Samuel van Krieken de opdracht in Fátima een groot sanctuarium te bouwen op de plek waar Maria zou zijn verschenen. Daar stond al een kleine kapel, een replica van het in 1922 met buskruit opgeblazen originele gebedshuis, maar die maakte plaats voor een enorme basiliek in neo-barokke stijl, met daarvoor een plein dat groter is dan het Sint-Pietersplein in Rome. Fátima moest van Salazar het kloppende hart worden van de katholieke staatsgodsdienst. Op 12 mei 1929 trekt Salazar met een stoet ministers op bedevaart naar Fátima. Op 13 oktober 1930 gaat de Portugese kerk met de zegen van het Vaticaan over tot de officiële goedkeuring van de Mariaverschijningen in Fátima. Was de kerk eerst mordicus tegen de ‘heidense’ cultus van Fátima, nu ontfermen de priesters zich over het heiligdom, inclusief de gulle giften die tal van bedevaartgangers achterlaten. De toestroom van bedevaartgangers komt snel op gang: in 1923 worden er in Fátima 144.000 bezoekers gemeld, vijf jaar later zijn dat er al 588.000. Onder leiding van Salazars fanatieke propagandachef Antonio Ferro ontstaat er een door de staat georganiseerde cultus van persoonsverheerlijking rondom de figuur van Salazar als vader des vaderlands. Salazar is de man die Portugal zal herstellen in de grandeur uit de dagen van Vasco da Gama en Bartholomeus Diaz. Portugal, zo is de boodschap, is nog steeds een wereldmacht, met koloniën in Afrika (Angola, Mozambique, Guinee, São Tomé e Principe, de Kaapverdische eilanden) en Azië (Oost-Timor, plus Macau in China en Goa in India), en doet voor geen enkele andere Europese grootmacht onder.

Dit jaar zijn de pelgrimages naar het goddelijke gehucht rond 13 mei, 12 juni en 12 en 13 juli. Het is een vertrouwd beeld: langs de Portugese kronkelwegen wandelen duizenden pelgrims in knalgele fluorescerende hesjes naar Fátima om de diverse verschijningen van de Maagd in 1917 te herdenken. Twee wandelroutes vormen de officiële bedevaartgang naar Fátima: een noordelijke en een zuidelijke. De Caminho do Norte is tweehonderd kilometer lang en begint in Porto. Gelovigen die vanuit het zuiden komen, nemen de 126 kilometer tellende Caminho do Sul vanuit Lissabon. Tijdens de route ondersteunen honderden vrijwilligers de pelgrims op zogenaamde assistentie-posten. Het ziet er levensgevaarlijk uit, temeer omdat Portugese automobilisten zo ongeveer de gevaarlijkste en meeste krankzinnige van Europa zijn. Regelmatig las ik in de Correio da Manhã dat er bedevaartgangers waren doodgereden. Zo gezond is pelgrimeren onder Moeder Maria’s hoede dus ook weer niet.

https://image.gscdn.nl/image/882cd69b1d_IMG_20221212_182335_267.jpg?h=True&w=880&s=ee490c8a914c92054e29c5951d844aa0

Ik ben inmiddels drie keer in Fátima geweest. Misschien is het een merkwaardige passie voor een genetische papenvreter maar ik ben dol op roomse poppenkast.

Zo was ik in Lourdes, Santiago de Compostela en het Duitse Kevelaer, bezocht ik de Zwarte Madonna in het Poolse Częstochowa, kuste ik de Maagd van Caacupé in Paraguay en telde ik de krukken en de protheses bij het graf van de heilige Charbel in Libanon. Tijdens mijn langdurige verblijf in Jeruzalem, als student en als correspondent, leerde ik de heilige plekken kennen als mijn broekzak. Mijn voorkeur ging uit naar de diverse graven van de Heere Jezus en het graf van Maria in de Dormition-abdij. Allemaal boerenbedrog natuurlijk want moeder en zoon zijn ten hemel gevaren.

De een na laatste keer dat ik Fátima bezocht, reisde ik in het kader van mijn boek Saudades met het openbaar vervoer. Zingend stapte ik uit op station Chão de Maçãs-Fátima (ik vond die dubbele naam geenszins alarmerend toen ik mijn treinkaartje kocht) en verlangde naar een ijskoude douche in mijn pension, gevestigd in een voormalig jongensweeshuis op een boogscheut van het Sanctuarium. Het gehucht Chão de Maçãs lag er bij alsof de pest was uitgebroken. Even hoopte ik dat ik met mijn domme kop een station te vroeg was uitgestapt, maar de enige passant, een laveloos keuterboertje, prevelde dat dit hét treinstation van Fátima was. Portugese treinstations liggen vaak buiten de bebouwde kom maar nooit op een afstand van twintig kilometer van het oord waarnaar het vernoemd is. Ik had net Jezus-sandalen van het merk Ecco gekocht en besloot te gaan wandelen, in de bloedhitte. Zo kon ik meteen mooi in de ziel van de pelgrim kruipen. De eerste tien kilometer waren een eitje. Ik zong wandelliederen van Schubert, werd eventjes één met de natuur, maar na twee uur kwamen de blaren. Bovendien verzwikte ik mijn enkel en was mijn water op. In de wijde omgeving woedden bosbranden, het waaide keihard en ik was omringd door uiterst ontvlambare eucalyptusbomen. Mijn telefoon had geen bereik en er was geen één auto gepasseerd. Ik meende zelfs gieren boven mijn hoofd te zien cirkelen.

Mijn moedertje vertelde mij graag voor ik slapen ging het bijbelverhaal over de profeet Elisa die door kindertjes werd uitgescholden voor kaalkop. Twee beren vraten de 42 jongetjes vervolgens met huid en haar op. Zou ik nu eindelijk gestraft worden voor mijn blasfemische spotternijen over de Heilige Moeder en haar zoon en tot vreugde van menigeen als een ketter in vlammen opgaan?

Op 27 juli is het 53 jaar geleden dat Salazar stierf, maar de stilte rond zijn sterfdag is oorverdovend. Behalve in Fátima. Daar draagt men de despoot op handen, want hij zorgde ervoor dat het gat een pauselijk goedgekeurd pelgrimsoord werd. Papa Pius XII over Salazar: ‘De Heer heeft de Portugese natie een regeringsleider gegeven die niet alleen de liefde van zijn volk wist te winnen maar ook het respect en de waardering van de wereld.’

De Portugalidade en het Portugese patriottisme blijken in de praktijk toch iets complexere begrippen dan Futebol, Fado e Fátima en Deus, pátria e família. Daarover meer in de volgende afleveringen van Europese Patriotten.

A Deus e até a próxima

https://image.gscdn.nl/image/3aca1ec357_IMG_20221213_090436_286.jpg?h=True&w=880&s=cefac2e48859f7df0572f812ee450414

https://www.geenstijl.nl/5168630/europese-patriotten-op-zoek-naar-de-portugese-ziel-in-bedevaartsoord-fatima/

Geert Dales – NOS en Rob Jetten kwijlen bij WK-opmars Marokko (ThePostOnline)

https://tpo.nl/wp-content/uploads/2022/12/WK-voetbal-2022-Qatar-kwart-finale-marokko.jpg

OPINIE

Nicole le Fever, reporter van het NOS Journaal, kreeg bijna een orgasme toen ze op zaterdagavond 10 december 2022 in een bioscoop te Helmond een groep jonge Nederlanders van Marokkaanse komaf bezig zag de overwinning van het Marokkaanse WK-voetbalteam op Portugal te vieren. Gillend, huilend en zwaaiend met Marokkaanse vlaggen vielen ze elkaar in de armen. Zonder uitzondering waren ze jonger dan twintig en ongetwijfeld allemaal geboren in Nederland, als klein- of achterkleinkind van een immigrant uit Marokko. ‘Hun land’ had gewonnen! Nicole stond erbij, keek ernaar en het kwijl liep langs haar mondhoeken. Ach wat zijn die Marokkaantjes leuk. Geen moment had ze in de gaten hoe belachelijk en zelfs bedenkelijk die vertoning was. Inclusief haar eigen optreden, live uitgezonden door de NOS.

‘Zorgwekkende uiting van vaderlandshaat en falende integratie die diepgravend blootgelegd en bestreden dient te worden’

Dit gebeurde daags na de nederlaag van Nederland tegen Argentinië. Waarvoor geen enkele Marokkaan -al dan niet van Nederlandse komaf- op een vergelijkbare emotionele wijze zijn of haar teleurstelling liet blijken. Er waren die avond ook geen rellen met bijbehorende vernielingen op het Amsterdamse Mercatorplein, in het Utrechtse Lombok of aan de Haagse Vaillantlaan. Evenmin stonden hordes Nederlanders van Nederlandse komaf ‘alle Marokkanen zijn criminelen’ te scanderen.

‘Alle joden zijn homo’s’

Hoe anders was het nadat het Marokkaanse elftal in actie kwam. Elke keer als dat gespeeld had sloegen Marokkaanse Nederlanders de boel kort en klein. Ook al had ‘hun land’ gewonnen. Zelfs nadat Marokko doordrong tot de halve finale van het WK werden in Amsterdam, Utrecht en Rotterdam vernielingen aangericht en moest de ME uitrukken. Op het Amsterdamse Mercatorplein scandeerde een horde Nederlanders van Marokkaanse komaf ‘alle joden zijn homo’s’. Een politieagent met Marokkaanse looks handhaafde niet de orde maar haakte aan bij de groepsdans.

Laat dit even op u inwerken: uitschakeling van een team dat het land representeert waar je geboren en getogen bent en dat, met alle tekortkomingen, geldt als een van de meest welvarende ter wereld laat de jonge Nederlander van Marokkaanse komaf koud. Geen raam gaat aan diggelen. Geen auto wordt vernield. De Mobiele Eenheid kan in de kazerne blijven en klaverjassen. Fijn, maar opmerkelijk in het licht van wat gebeurt als Marokko aan de bal is.

 

Artikel gaat verder na afbeelding.

https://tpo.nl/wp-content/uploads/2022/12/AP22344627294237-scaled.jpg

AP Photo/Martin Meissner.

 

Het voetballen door een team dat een land representeert waar ze geboren noch getogen zijn, dat ze nooit bezocht hebben en waar sprake is van schrijnende armoede, onaanvaardbare sociale tegenstellingen en ernstige schendingen van mensenrechten brengt jonge Nederlanders van Marokkaanse komaf in vervoering. Ramen gaan aan diggelen. Auto’s worden vernield. De Mobiele Eenheid moet uitrukken en krijgt stenen naar zijn hoofd. Niet ver van het historisch beladen Amsterdamse centrum klinkt ‘alle joden zijn homo’s’.

Dit zijn geen ‘kleine relletjes’ zoals het gros van de vaderlandse media dat stuitende vandalisme en de weerzinwekkende kreten trachtte te downplayen. Dit is een zorgwekkende uiting van vaderlandshaat en falende integratie die diepgravend blootgelegd en bestreden dient te worden.

De baard van Rob Jetten

Als ik naar de beelden van die vernielzuchtige Marokkanen kijk loopt er geen multiculturele kwijl langs mijn mondhoeken, maar word ik laaiend over dit vertoon van neerbuigendheid naar Nederland. Wat is dit voor waanzin om hysterisch toeterend en zwaaiend met Marokkaanse vlaggen door Nederlandse steden te trekken als een land gewonnen heeft waar je helemaal niet vandaan komt en waar je geen enkele binding mee hebt anders dan dat een groot- of overgrootouder er ooit geboren werd?

‘We zijn twintig jaar verder. Onder leiding van Cohen zijn er hectoliters thee gedronken’

Mijn roots liggen in Doetinchem, Gelderland. Een kwart van mijn leven heb ik er gewoond. Desalniettemin zou het totaal idioot zijn als ik na een wedstrijd van FC De Graafschap zwaaiend met een Gelderse vlag en toeterend door Amsterdam zou trekken. Toch is dat exact wat die Nederlandse Marokkanen of -zo u wilt- Marokkaanse Nederlanders doen. Het is absurd.

In plaats van een diepgravende analyse te geven van deze zorgwekkende Nederlandhaat en integratieproblemen vond minister Rob Jetten het nodig om zijn baard te laten staan. “Zolang Marokko nog in de wedstrijd zit blijft die. Dat brengt geluk”, sprak dit lid van de Nederlandse regering in het tv-programma WNL op Zondag, waar de vernielingen ook al werden weggezet als “een beetje ongeregeldheden” die te betreuren waren, maar verder niets afdeden aan de feestvreugde. Presentator en erkend D66-likker Rick Nieman stelde uiteraard geen lastige vragen aan de bebaarde Jetten.

Artikel gaat verder na video.

 

‘Kutmarokkanen’

Kutmarokkanen’ oordeelde de toenmalige PvdA-lijsttrekker Rob Oudkerk op de avond van de gemeenteraadsverkiezingen van 2002 over de grote aantallen probleemveroorzakende allochtone jongeren in de hoofdstad. Bij toeval werd Oudkerks uitspraak, gedaan tijdens een onderonsje met burgemeester Job Cohen, vastgelegd door een cameraploeg, waarna zijn ontboezeming een eigen leven ging leiden in het maatschappelijk debat over integratieproblemen van de tweede en derde generatie jongeren van niet-westerse komaf.

We zijn twintig jaar verder. Onder leiding van Cohen zijn er hectoliters thee gedronken. Veel heeft het niet geholpen. Integratie Marokkanen in Nederland is een doorslaand succes, schreven Rob Jetten en de huidige D66-fractievoorzitter in de Tweede Kamer Jan Paternotte op 14 mei 2019 in De Volkskrant. Natuurlijk zijn er successen te melden. Maar ‘Integratie Marokkanen laat nog ernstig te wensen over’ is ook een waarheid en eentje die ons verder brengt dan een kwijlende Nicole le Fever, een politiek correcte NOS of de baard van Rob Jetten.

Als de jongste generatie Nederlanders van Marokkaanse komaf zwaaiend met Marokkaanse vlaggen door onze straten trekt, zich meer verbonden voelt met het Marokkaanse voetbalteam dan het Nederlandse en Marokko ziet als ‘hun land’ is er reden voor grote zorg. Dit is geen onschuldig vertier van verveelde jongeren. Dit is een veenbrand van gebrekkige loyaliteit die ons nog ernstig zal opbreken als er niet op tijd ingegrepen wordt.

De in dit artikel geuite meningen en standpunten zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de meningen of standpunten van TPO.

 

 

Lees meer van Geert Dales en doneer!

 

In het voorjaar van 2023 verschijnt www.geertdales.com/rechtse-privileges-voor-een-linkse-burgemeester/hoe-femke-halsema-van-activist-regent-werd. Bij voorintekening 10 euro. In de winkel 14,50.

 

Vond je dit artikel leuk? Neem dan een abonnement! Daarmee ondersteun je TPO, krijg je toegang tot nog veel meer leuks en kun je al dat leuks voortaan lezen zonder last te hebben van hinderlijke banners en privacyschende trackers of cookies!

Geert Dales – NOS en Rob Jetten kwijlen bij WK-opmars Marokko

https://tpo.nl/2022/12/11/geert-dales-nos-en-rob-jetten-kwijlen-bij-wk-opmars-marokko/

Algerije: doodstraf voor 49 mensen wegens lynchen ‘Marokkaanse spion’ die bosbranden zou hebben aangestoken (marokko.nl)

https://stcm.nl/imgs/l/d/d1cbb5b910ca83bbb8544f175b0676d2-1.jpg


Een Algerijnse rechtbank heeft donderdag 49 personen ter dood veroordeeld voor de lynchpartij waarbij in 2021 een man levend werd verbrand. https://nieuws.marokko.nl/79870/algerije-doodstraf-voor-49-mensen-wegens-lynchen-marokkaanse-spion-die-bosbranden-zou-hebben-aangestoken/