Model voorspelt heftige regenval op lange termijn (Elsevier)

Oceanograaf Raymond Schmitt was voor niets naar Bermuda gekomen. Een collega wilde hem voorstellen aan het bestuur van een nieuw internationaal onderzoeksproject naar het komen en gaan van water. Schmitt had destijds, begin jaren negentig, een naam opgebouwd als het ging om verdamping en neerslag boven open zee.

Raymond Schmitt (69)

https://cdn.prod.elseone.nl/uploads/2019/06/IMG_KENNISFEAVOORSPELLENREGENpotrtretvaderenzoons5c93b53f7-720x489.jpg

Emeritus Research Scholar aan het Woods Hole Oceanogra­phic Institution. Studeerde natuurkunde aan Carnegie-Mellon University en promoveerde in de fysische oceanografie aan University of Rhode Island. Sinds 1978 werkt hij als onderzoeker in Woods Hole.

Maar het Global Energy and Water Cycle Experiment (GEWEX) werd geleid door hydrologen – kenners van waar het water blijft op en onder land – en meteorologen, vertelt Schmitt een kwart eeuw jaar later. Na de eerste sessie was hij door de voorzitter apart genomen. ‘Een Franse professor, helemaal het type. En die zei: GEWEX is niet voor oceanografen. Kort­om: ga weg, mannetje. Dus ging ik maar. Het was tenslotte hun project. Ik had ze alleen maar verteld dat ze aan de oceaan moesten denken. Want daar komt alle regen vandaan.’

Nog altijd moet Schmitt vechten om het idee erdoor te krijgen

Nog altijd, vertelt hij in zijn werkkamer op het Woods Hole Oceanographic Institution, op een schiereiland tussen Buzzards Bay en de Atlantische Oceaan, moet hij vechten om dat idee erdoor te krijgen. De illustraties in de lesboeken laten doorgaans zien hoe water als damp opstijgt uit de bodem, van open water en uit de bladeren van planten. En hoe het dan als sneeuw of regen weer neerkomt. Met aan de rand een stukje zee dat ook nog mag meedoen. Terwijl de verhouding juist andersom is, zo luidde in Bermuda de boodschap van Schmitt: ‘Het stroomvolume van de Mississippi is ongeveer eenhonderdste van alle regen die op de Noord-Atlantische Oceaan valt.’

Dat is natuurlijk een gemiddelde. In 1993 kreeg die rivier – net als dit voorjaar trouwens – een uitschieter te verwerken. Het bracht aanwonenden narigheid, maar bracht Schmitt op zijn gouden idee. ‘Het regende wekenlang. Een enorme berg water kwam stroomafwaarts, overstroomde elke stad waar hij langskwam, helemaal tot de Golf van Mexico. Daar resulteerde dat in een plak zoet water van 30 meter dik – zoet water drijft op zout, het is lichter. Die plak werd meegevoerd met de zeestromen, door de Straat van Florida, de Atlantische Oceaan in. En ik dacht: aha, als zo’n golf rivierwater die oceaan zoeter maakt, dan moet daaraan voorafgaand ergens een stuk oceaan zouter zijn geworden, nog voordat al dat water op het land arriveerde.’

Want het zeeoppervlak wordt plaatselijk zouter als watermoleculen als damp de lucht in schieten, met achterlating van alles wat erin opgelost was. En in warme streken is dat effect niet gering. In subtropisch Bermuda, waar Schmitts bijdrage zo hooghartig werd afgewimpeld, zou de zeespiegel elk jaar met zo’n 2 meter dalen, en almaar zouter worden, als er geen vervanging kwam toestromen uit koelere gebieden met een regenoverschot. Maar die zogeheten Goldsbrough- circulatie, al herkend in de jaren dertig van de vorige eeuw, werd gezien als iets wat alleen de oceanen aanging.

‘Zie je het zoutgehalte toenemen, dan zal het meer dan normaal regenen’

De Mississippi bracht Schmitt op het idee dat een deel van die circulatie een omweg over land zou kunnen maken. Misschien wel langs een min of meer vaste route. ‘Zie je het zoutgehalte ergens toenemen, dan weet je dat het ergens anders meer dan normaal zal regenen.’

Voor een eerste poging richtte hij zijn blik meteen maar op de grootste rivier ter wereld, in afvoer gemeten: de Amazone. In de jaren negentig zetten onderzoekers uit allerlei landen de eerste Argo-drijvers in de oceanen uit. Dat zijn met instrumenten uitgeruste boeien die telkens naar zo’n 2 kilometer diepte zakken en dan weer boven komen om data naar huis te seinen. De eerste Argo’s maten alleen de temperatuur. Op initiatief van Schmitt gingen ze ook het zoutgehalte meten.

Schmitt wist niet beter, of die begroting was lokaal sluitend: de Atlantische Oceaan is zoeter waar het rivierwater erin komt en zouter ten noorden daarvan. Het daar verdampte water had vast de Zuid-Amerikaanse regenwouden als bestemming.‘Ik kreeg geld van de National Science Foundation (NSF) om twintig van die drijvers uit te zetten in de tropische Atlantische Oceaan, in de omgeving van de Amazone. Ik had het geluk dat toen ook waarnemingen vanuit satellieten beschikbaar kwamen, van de kleur van het oceaanwater. Amazonewater is bruin, de oceaan zelf is blauw. Dus de drijvers vertelden ons hoe diep die zoetwaterpluim was en de satellieten hoe uitgebreid. Zo kon je een zoet-zoutbegroting maken.’

Het zou een kleine twintig jaar duren voor hij ontdekte hoe ver hij ernaast zat. Want na dat eerste project kreeg hij bij de gebruikelijke geldschieters voor dit soort onderzoek, zoals NSF en NASA, telkens nul op het rekest. Het idee paste niet in de vertrouwde hokjes. ‘Een hydroloog wil geen geld geven aan oceanografie, en omgekeerd.’

Meer zout in de lente blijkt een goede voorspeller voor moessonregens in de zomer

Maar in 2013 kwam er een buitenkans: het Woods Hole-instituut heeft een beperkt budget voor postdocs, en onder de sollicitanten voor zo’n contract van achttien maanden meldde zich een Chinese onderzoeker, Laifang Li. Zij bleek gepromoveerd op de invloed van regenval in de Atlantische Oceaan op weersystemen in de Indische Oceaan. ‘Ik heb met de vuist op tafel geslagen: díe moeten we hebben. Toen ze kwam, trok ik een vierkant rond het zoutmaximum in de Atlantische Oceaan en zei: ik wil weten waar dat water heen gaat. Ik dacht nog steeds: dat gaat naar het Amazonegebied. Maar na een week kwam ze terug en zei: het spijt me, maar het gaat naar Afrika.’

Met gebruik van computertechnieken waarvan Schmitt toegeeft dat ze hem boven de pet gaan, had Li in wereldwijde databestanden van het weer naar gebieden gezocht die een statistische dans leken te doen met dat stuk oceaan: hier een piek in het zoutgehalte, daar precies een aantal maanden later een piek in de regenval. Niet altijd, maar vaak genoeg om door een computerprogramma gespot te worden. Zo’n gebied bleek er te zijn, en het is een plek waar elk jaar reikhalzend naar regen wordt uitgekeken: meer zout in de Noord-Atlantische Oceaan in de lente blijkt een goede voorspeller te zijn voor meer moessonregens in de zomer in de Sahel.

Geïnspireerd door Li’s bevindingen richtte Schmitt zijn aandacht weer op de Mississippi. Die overstromingen uit 1993: waren die te herleiden tot extreme verdamping uit één gebied in de Atlantische Oceaan? Ja, was het antwoord.

https://cdn.prod.elseone.nl/uploads/2019/06/IMG_KENNISFEAVOORSPELLENREGENGettyImages-1153106332-720x480.jpg

De Mississippi, hier bij West Alton in Missouri, trad eind mei buiten zijn oevers. Foto: Scott Olson/Getty Images

Ruim van tevoren regen voorspellen is met huidige aanpak onmogelijk

In juni 2015 woonde Schmitt een congres van meteorologen bij in Minneapolis in de staat Minnesota, aan de bovenloop van de Mississippi. Hij meldde zich aan met een presentatie over ‘het voorspellen van regen in Minnesota aan de hand van het zoutgehalte van de Noord-Atlantische Oceaan’. ‘In maart keek ik naar de laatste gegevens en die zagen er precies zo uit als in 1993. Dus daar stond ik dan, op een vergadering van weerkundigen, te beweren: jullie krijgen een natte zomer! En het kwam uit. Het was niet zo erg als in 1993, maar in Illinois waren er overstromingen. En de Grote Meren, die door droogte 1 meter te laag stonden, hadden in één klap weer hun gewone niveau terug.’

Zoveel maanden van tevoren regen voorspellen is met de gebruikelijke aanpak – computermodellen die de toestand van de atmosfeer van uur tot uur telkens een stapje vooruitrekenen – totaal onmogelijk. Dus de ontdekte zoutroute leek een wetenschappelijke goudmijn. Maar niet iedereen zag dat. Om Li na afloop van haar contract op Woods Hole te houden, moest Schmitt geld binnenhalen en opnieuw stuitte dat op afwijzingen. Li vertrok naar de Duke University in North Carolina.

‘Mijn hart brak. Maar we hielden vol. We schreven samen een voorstel voor de NSF. Die waren begonnen met een programma over het voorspellen van extreem weer, inclusief overstromingen en droogtes. Daar zetten we onze kaarten op.’

De familie Schmitt deed mee aan een prijsvraag

De aanvraag was nog in behandeling toen Schmitt van een collega een ongewone tip kreeg: het Bureau of Land Reclamation, de instantie die in het zuidwesten van Amerika het water beheert, met reservoirs als Lake Mead bij Las Vegas, had een prijsvraag uitgeschreven. Wie kon een jaar lang de beste lange­termijnvoorspelling voor de neerslag in het gebied maken? Er was 100.000 dollar beschikbaar voor de categorie ‘drie en vier weken vooruit’ en nog eens dat bedrag voor ‘vijf en zes weken vooruit’.

‘O, wat erg,’ was Schmitts reactie. ‘Ik heb geen team!’

Hij verzon een list. ‘Het werd Kerst, het hele gezin was bij elkaar, en ik vraag mijn zoons, tweelingen, 28 jaar oud, hoe het ermee gaat. “We zijn bezig met kunstmatige intelligentie, neurale netwerken, om meer succes te hebben bij het gamen.” Ik zei: wat denk je van meedoen aan een echte wedstrijd?’

De familie Schmitt – een oceanograaf, een werktuigbouwkundige en een programmeur – ging ervoor. De intelligente software ging op zoek naar samenhangen in temperatuur en zoutgehalte op de oceaan, waar ook ter wereld, en latere regenval in Amerika. Eenmaal gevonden, werden die verbanden ingezet om vooruit te kijken.

Software steunde op temperatuur zeewater en niet het zoutgehalte

‘De wedstrijd begon in april 2017,’ vertelt Schmitt. ‘Een maand later kreeg ik een mailtje van Stephen: “Dad, kijk vlug, we zijn aan het winnen!”

 ‘Ik heb met de vuist op tafel geslagen: díe onderzoeker moeten we hebben’

De software bleek overigens het meest te steunen op de temperatuur van het zeewater, niet op Schmitts stokpaardje, het zoutgehalte. Dat zat hem in de relatief korte tijdschaal van de wedstrijd­opgave. Uit een vergelijking van die twee indicatoren, in april dit jaar gepresenteerd op een geofysica-congres in Wenen, concludeert Schmitt dat het zoutgehalte het wint van de zeewatertemperatuur als er geen weken, maar maanden vooruit wordt gekeken.

Hij denkt dat dat komt doordat het zoutgehalte ook het langetermijngeheugen van het zeewater is. Als het warm is boven de oceaan, wordt het water zowel warmer als zouter. Als het kouder wordt, daalt de temperatuur van het water weer mee, terwijl het zoutgehalte blijft verraden hoelang het warm is geweest.

Net als iedere meteoroloog zit Schmitt er geregeld naast

Een wedstrijd winnen is nog niet hetzelfde als het weer exact voorspellen. Net als iedere meteoroloog zit Schmitt er geregeld naast. Als je het achteraf bekijkt, verklaren zijn oceaanmetingen ongeveer een kwart van het verschil tussen de neerslag in een bepaalde week en het gemiddelde van de laatste dertig jaar. Maar dat is beter dan elke andere methode tot nu toe.

En omdat het weer zo belangrijk is, valt er geld mee te verdienen. Schmitt: ‘Halverwege de wedstrijd las ik in The Wall Street Journal dat de prijs van winterkoren met 40 procent omhoog was geschoten wegens droogte in de Dakota’s. Ik zei bij mezelf: we zouden moeten gaan handelen in graanfutures. Ik heb mijn zoons een website laten maken – salientpredic­tions.com – met een voorspelling erop voor de hele Verenigde Staten. We hopen dat we door onze overwinning in de wedstrijd belangstelling krijgen van een graanhandelaar, of een verzekeraar die wil weten hoe hoog het risico op bosbranden volgend jaar is.’

Maar veel meer nog hoopt hij op belangstelling van collega-wetenschappers die niet toevallig ook oceanograaf zijn. En daar zit beweging in. Vorig jaar, terwijl de wedstrijd nog liep, is zijn onderzoeksvoorstel over het verband tussen zout in de oceaan en extreem weer goedgekeurd door de NSF. ‘In september ging ik naar een vergadering over dat project. Er waren ook hydrologen bij. Ik zei tegen ze: ik kan regen beter voorspellen dan wie ook van jullie.’

Dit keer konden ze hem niet wegsturen.

The post Model voorspelt heftige regenval op lange termijn appeared first on Elsevierweekblad.nl.

https://www.elsevierweekblad.nl/kennis/achtergrond/2019/06/zoute-zee-kletsnat-land-175299w/

Van wie is water eigenlijk? (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2019/06/website-Cover_2100x1118_HZHM-water_Nestle-875x466.jpg

In het kurkdroge zuiden van Californië woedt een strijd om een kleine, groene oase. Voor wie is het water van de Strawberry-kreek? Voor mens en natuur, of voor een bedrijf dat het in flesjes stopt en verkoopt?

Zie je dat daar?” Gepensioneerd bosbeheerder Gary Earney, gewapend met een houten wandelstok en snoeischaar aan z’n riem, wijst naar een varen. “Een varen is een goede indicator dat er water in de grond zit.” Ik sta met hem en Amanda Frye, een lokale wateractivist, op een steile helling in de San Bernardino-bergen, zo’n 80 kilometer ten oosten van Los Angeles. Om ons heen zien we varens, vlierbloesems en dennenbomen. Een hert vlucht weg als het ons hoort.

Het is niet per se een tafereel dat je verwacht in het zuiden van de Amerikaanse staat Californië, dat bekendstaat als woestijngebied met drukbevolkte steden zoals Los Angeles. Maar tussen die droge gebieden ligt een kleine groene oase: het bos van San Bernardino, dat in 1893 de status van nationaal bos kreeg van de federale regering in Washington DC.

Het is een van de weinige plekken in de regio waar natuurlijke waterbronnen te vinden zijn. Na flink geklim en geklauter over een droog rivierbed vinden we er een. Vanonder een grote rots sijpelt een straaltje helder water langzaam de helling af. “Zo ziet een natuurlijke waterbron eruit”, zegt Earney. “En het stroomt nu beter dan voorgaande jaren”, voegt Amanda Frye toe.

Klimaatverandering gaat zonder twijfel meer droge periodes veroorzaken in Californië en de bewoners beseffen dit maar al te goed

Californië heeft na jaren van uitzonderlijke droogte (2014-2017) een bijzonder nat jaar achter de rug. In de hele staat viel afgelopen winter zo veel regen en sneeuw dat vrijwel de hele staat nu officieel uit de droogte is. Maar die opluchting is van korte duur. Experts wijzen erop dat er door klimaatverandering zonder twijfel meer droge periodes aan zullen komen en Californiërs beseffen maar al te goed dat water geen vanzelfsprekendheid is in hun staat.

Bronwater kost water

Hoeveel liter water heb je nodig om 1 liter bronwater (voorverpakt water uit een natuurlijke bron) te maken? Daar zijn geen eenduidige cijfers over te vinden. Volgens de Internationale Vereniging van Gebotteld Water, die de sector vertegenwoordigt, is er 1,39 liter water nodig per liter bronwater.

Daarbij rekenen ze niet mee wat er aan water nodig is bij de productie, verpakking en transport. Nestlé zegt zelf dat ze ‘minder dan 3 liter water nodig hebben per liter gebotteld water’. Volgens het bedrijf de laagste watervoetafdruk binnen de drankencategorie.

Pijpleidingen

San Bernardino mag dan de titel ‘nationaal bos’ dragen, toch zijn er bedrijven actief. Een nationaal bos wordt namelijk niet volledig geconserveerd, in tegenstelling tot een nationaal park. Natuurlijke grondstoffen als hout, mineralen en water mogen eraan worden onttrokken, zonder dat daar veel voorwaarden aan verbonden zijn.

In het bos van San Bernardino mijnt Mitsubishi bijvoorbeeld kalksteen voor cement, en Nestlé Waters North America (onderdeel van het Zwitserse Nestlé) neemt er bronwater af. In 2017 verkocht het bedrijf 66,2 miljoen liter water uit deze bron. Dat wordt in het westen van de VS en in Mexico onder het merk Arrowhead verkocht, voor 1,79 dollar (ruim 1,5 euro) per anderhalve liter.

De activiteiten van Nestlé zijn zeer omstreden sinds de jaren van uitzonderlijke droogte

Nestlé verzamelt het bronwater via net-niet horizontale boringen in de bergwand, op zo’n 1,6 kilometer hoogte. Oud-bosbeheerder Earney en wateractivist Frye nemen me mee over een overgroeid, steil, onofficieel wandelpad de berg af om zulke boringen te zien. Metalen pijpleidingen met een diameter van zo’n 5 centimeter gaan enkele tientallen meters de bergwand in, waarbij sijpelend bron- of grondwater wordt opgevangen.

De pijpleidingen brengen het water naar de voet van de berg, 10 kilometer verderop. In de vallei wordt het water opgeslagen. Het water dat Nestlé houdt, wordt met vrachtwagens afgevoerd naar een bottelfabriek in een nabijgelegen stad. Het water dat ze niet nodig hebben vloeit terug in de kreek.

De activiteiten van Nestlé hier zijn zeer omstreden sinds de jaren van uitzonderlijke droogte. In 2014 sloeg Earneys oud-collega Steve Loe alarm. Hij maakte zich zorgen om het water in de Strawberry-kreek, het grondwaterniveau en de wilde dieren die ervan afhankelijk zijn. “De geelpotige bergkikker, de vissoort gespikkelde voorn en de slangensoort zuidelijke rubberboa zijn er al bijna niet meer te vinden”, vertelt hij.

Het verlies van bomen is niet alleen slecht voor de biodiversiteit, het vergroot ook de kans op bosbranden

De dennenbomen in het gebied hebben het zwaar door de droogte en vallen ten prooi aan de westelijke dennenkever, die in een mum van tijd een boom kan leegvreten. De afgelopen 15 jaar stierven zo een miljoen bomen in het bos. Dat is niet alleen slecht voor de biodiversiteit, het vergroot ook het toch al niet geringe gevaar op bosbranden. De 30.000 mensen die in de bergen wonen, leven in de zomer en herfst met angst voor een verwoestende brand – net als in 2003, tijdens de vorige periode van droogte. De ‘Old Fire’ legde toen 369 vierkante kilometer aan bos en bewoond gebied in de as. Er vielen zes doden.

Dat wilde diersoorten en planten en bomen bedreigd worden en dat het brandgevaar extreem is, is een direct gevolg van de droogte. Maar de impact van Nestlé’s activiteiten daarop is niet bekend, omdat het nooit is onderzocht. Wel is bekend dat het water dat Nestlé gebruikt, niet doorstroomt naar gebieden stroomafwaarts. Dat betekent ook dat er minder water in het grondwaterbassin van San Bernardino zit, een stad van 200.000 mensen aan de voet van de bergen, vertelt Susan Longville, een plaatselijke waterexpert en bestuurder van het lokale waterdistrict.

Er zijn niet alleen zorgen om het milieu, er heerst ook een gevoel van economisch onrecht

“Dat water maakt maar een klein deel uit van ons totale waterreservoir,” zegt ze, “maar het is wel belangrijk omdat uiteindelijk de helft van het water in Californië uit een natuurlijke waterbron komt.” In een staat waar water zo schaars is, helpen alle beetjes. Hugh Bialecki is voorzitter van de Save Our Forest-vereniging en woont en werkt als tandarts in een dorpje in de San Bernardino-bergen. Hij vertelt dat de onvrede over Nestlé’s watergebruik niet alleen draait om zorgen om het milieu. “Er heerst ook een gevoel van economisch onrecht”, zegt hij.

Nestlé betaalt voor het water zelf immers niets, al betaalt het voor de vergunning van het bosbeheer, inmiddels rond de 2000 dollar per jaar. Bialecki vervolgt: “Sinds de droogte hier beseft iedereen hoe kostbaar water is, en dat dat iets is waar we allemaal voor moeten betalen. Maar de toegang tot schoon drinkwater moeten we niet privatiseren. Mensen hebben terecht het idee dat schone lucht en schoon water een basisrecht is. Niet iets dat je met dikke winst verkoopt.”

Verlopen vergunning

Volgens Loe waren de natuurproblemen bij de Strawberrykreek wel degelijk te wijten aan het werk van Nestlé. Hij besloot druk uit te oefenen op het bosbeheer, zijn oude werkgever. Die had in 1978 een vergunning afgegeven aan Arrowhead Waters (dat later door Nestlé werd gekocht) om federaal land te mogen gebruiken voor het installeren, onderhouden en gebruiken van de boringen en pijpleidingen. Die vergunning was al in 1988 verlopen, maar anno 2014 nog steeds in gebruik.

Hoe is dat mogelijk? Het heeft alles te maken met slechte financiering van het bosbeheer, legt Earney uit. Hij was destijds al verantwoordelijk voor meer dan 250 vergunningen, naast zijn andere werkzaamheden. Hij en zijn collega’s hadden niet de menskracht om alle verlopen vergunningen te herzien en lieten daarom de oude van kracht tot er tijd was om ernaar te kijken. “Zo wisten we tenminste met wie we te maken hadden en onder welke voorwaarden.” Die werkwijze is toegestaan, zolang er voor de vergunning betaald wordt – in het geval van Nestlé was dat tot 2018 het tarief uit 1978 van 524 dollar per jaar. Earney schat dat een derde van de 1800 vergunningen van verschillende bedrijven in het San Bernardino bos verlopen zijn.

Droge gebieden en reservaten

Nestlé is de grootste verkoper van gebotteld water wereldwijd. In de Verenigde Staten onttrekt Nestlé North America op dertig plekken bronwater of grondwater. De meeste publieke weerstand ondervinden ze ondertussen in Californië, omdat het bedrijf daar ook water bottelt in gebieden die erg droog zijn, en waar de beschikbaarheid van ondergrondse waterbronnen afneemt.

Ook is er kritiek dat het bedrijf in sommige gevallen partnerschappen aangaat met gemarginaliseerde, oorspronkelijke bewoners zoals de Morongo. Op hun reservaten gelden geen federale wetten en restricties. Bedrijven als Coca-Cola en Pepsi worden ook regelmatig bekritiseerd om hun gebruik van water en hun plannen voor privatisering van waterbronnen in kwetsbare gebieden.

Maar in de tussentijd zijn er belangrijke natuurwetten doorgevoerd, zoals de Clean Water Act. Die wetten stammen uit de jaren ’70, maar ze waren nog niet doorgesijpeld naar de lokale praktijk toen in 1978 de vergunning werd afgegeven aan Nestlé. Die bevatte geen voorwaarden over maximale waterafname of over zorg dragen voor de natuur die van het water afhankelijk is. Zo kon het dat Nestlé in 2014, in een periode van historische droogte, zonder specifieke voorwaarden water kon blijven aftappen voor de verkoop van flessenwater.

Nestlé verwoordt het anders. Larry Lawrence, die bij Nestlé Waters North America in San Bernardino over natuurlijke grondstoffen gaat: “Onder de oude vergunning móchten wij niets anders doen dan onze boringen en pijpleidingen onderhouden. We konden geen onderzoek doen naar de mogelijke milieueffecten van onze activiteiten buiten de Strawberry Canyon, want dat zou landgebruik vereisen waarvoor we geen vergunning hadden.”

Nestlé mag zelf onderzoek doen naar het milieueffect van hun waterafname

Het gaat dan om andere locaties dan in de directe omgeving van de leidingen, bijvoorbeeld om metingen te doen naar het grondwaterpeil. Nestlé deed wel het gebruikelijke onderzoek, zoals naar de stroomsnelheid van het water in de pijpleidingen en de waterkwaliteit, maar geen studies naar effecten op het milieu in het hele gebied.

Tijdens de droogtejaren nam Nestlé minder water af dan in voorgaande of opvolgende jaren, maar dat gebeurde omdat er nu eenmaal minder water was. Nestlé houdt vol dat de activiteiten geen impact hebben op het milieu. “Kijk maar naar de diverse natuur die je er ziet”, zegt Lawrence. “Na de bosbrand van 2003 was het hele gebied kaal. Nu staat er weer volop vegetatie. Ik zie dat als teken dat er genoeg water is voor de natuur.”

Dit wordt het meest onderzochte stroomgebiedje in de VS

Mede door de publieke druk onder aanvoering van Loe, Earney en Frye kwam er uiteindelijk in 2018 een nieuwe vergunning, voor drie tot vijf jaar. En deze keer waren er wel voorwaarden. Zo moet Nestlé tijdens de vergunningsperiode verschillende studies doen, naar grondwaterniveaus, de hoeveelheid water in de stroompjes en kreken die afhankelijk zijn van de waterbronnen, naar de biodiversiteit van het gebied, en vergelijkende studies doen in nabijgelegen soortgelijke kloven en waterbronnen.

Daarnaast geeft het bedrijf het bosbeheer een vergoeding, zodat hun deskundigen toezicht kunnen houden op het proces en zelf steekproeven kunnen doen. Als uit een van de studies blijkt dat Nestlé’s activiteiten nadelige invloed hebben, zijn daaraan specifieke acties verbonden, zegt Lawrence. “Een daarvan is dat we minder water gebruiken uit de bron.” Als Nestlé zich niet aan de afspraken houdt, kan in het ergste geval de vergunning ingetrokken of niet verlengd worden.

Loe, Earney en Frye zijn bijna tevreden met de nieuwe vergunning en het milieuplan dat erbij hoort. “Bijna”, zegt Earney, “want alles dat in het milieuplan staat is fantastisch. Behalve één alinea. Die waar ze Nestlé opdracht geven het onderzoek zelf uit te voeren.” Gevraagd naar de twijfel aan de onafhankelijkheid en betrouwbaarheid van Nestlé’s studies, zegt Lawrence dat hij er onafhankelijke professionals voor inhuurt. “Dit wordt het meest onderzochte stroomgebiedje in de VS”, zegt hij. Bovendien, voegt hij toe: “Nestlé heeft misschien wel het grootste belang bij het behouden van de waterbron. Als die opdroogt, droogt onze business op.”

Gevecht om waterrechten

Naast de verlopen vergunning speelt er nog een andere kwestie: heeft Nestlé wel waterrechten? Die zijn namelijk essentieel om water uit een natuurlijke bron te mogen afnemen. Een vergunning geeft slechts het recht om land te gebruiken voor boringen en pijpleidingen.

Een waterrecht wordt sinds 1914 alleen toegewezen door het California State Water Resources Control Board, oftewel het Staatsbestuur. Hetzelfde instituut kan beslissen dat er voor een bepaald stroomgebied geen nieuwe waterrechten meer vergeven worden. Dat is sinds 1989 het geval met het Santa Ana-stroomgebied, waar de Strawberry-kreek deel van uitmaakt.

Uit onderzoek blijkt dat Nestlé recht heeft op 32 miljoen liter water, tot het definitieve rapport mag Nestlé 187 miljoen liter water opvangen

Vóór 1914 werden waterrechten niet geregistreerd. Maar ze worden wel erkend. Nestlé zegt waterrechten te bezitten uit de late negentiende eeuw. Op aandringen van activisten is het Staatsbestuur een onderzoek hiernaar begonnen. In 2017 bracht het een voorlopig rapport uit, waarin stond dat er met enige zekerheid te zeggen was dat Nestlé een waterrecht van 32 miljoen liter per jaar heeft. Mogelijk zijn er nog meer rechten, voor nog eens maximaal 155 miljoen liter. Tot het definitieve rapport uitkomt, mag Nestlé 187 miljoen liter water per jaar opvangen.

Susan Longville, de bestuurder van het lokale waterdistrict, schreef het Staatsbestuur dat ze Nestlé zal aanklagen voor een schadevergoeding als uit het eindrapport blijkt dat het bedrijf slechts 32 miljoen liter mocht gebruiken. “Dan was dat water namelijk in ons grondwaterbassin terechtgekomen. Door het voor zichzelf te winnen, hebben ze ons geschaad”, zegt ze.

Beweeglijk water

Amanda Frye, de lokale wateractivist, beweert stellig dat Nestlé geen enkel waterrecht heeft. Ze heeft de afgelopen jaren veel documentatie verzameld in lokale en regionale archieven. Frye hoopt dat na de uitspraak van het Staatsbestuur juridische stappen tegen Nestlé volgen.

“Ze hebben het water van ons, het publiek, gestolen en bovendien gelogen tegen federale agentschappen. Dat is crimineel gedrag”, zegt ze. Zo zeker als Frye is van haar zaak, zo zeker is Nestlé dat het wél de rechten heeft – voor 334 miljoen liter water in de Strawberry-kloof. “Wij hebben het bewijs van onze historische rechten geleverd aan het Staatsbestuur”, zegt Larry Lawrence.

Als het Staatsbestuur beslist dat Nestlé geen rechten heeft, dan moet het bedrijf stoppen met water afnemen in dit nationale bos. Maar als blijkt dat Nestlé wel rechten heeft, dan moet het bedrijf het water uit de Strawberry-kreek alsnog delen met het bosbeheer. Zij hebben als landeigenaar namelijk ook waterrechten.

Voor de activisten is het duidelijk: de eigenaar van het land is ook de eigenaar van het water

Als er in droge jaren minder water beschikbaar is, zijn er nog altijd evenveel waterrechten. Die rechten geven dan ook geen tastbaar bezit aan, het is een juridisch middel. “Er zijn in Californië vijf keer meer waterrechten dan water”, zegt Susan Longville lachend. Ze zeggen dus weinig over de meer ideologische vraag: van wie is water?

Voor activisten als Frye, Earney en Loe is het duidelijk: de eigenaar van het water is degene die het land bezit. Het bosbeheer dus, en daarmee de Amerikaanse belastingbetaler. Dat idee gaat ervan uit dat water een vast goed is. Maar water is beweeglijk: zonder menselijke inmenging stroomt het van de ene plek naar de andere.

Dit artikel verscheen eerder in OneWorld-magazine.

Hoe Zit Het Met Plastic? is onafhankelijk tot stand gekomen en financieel mede mogelijk gemaakt door Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Nestlé, Onswater.nl, Oasen en Simavi.  De overeenkomst tussen OneWorld en deze bedrijven is openbaar en in te zien.

Waterpaniek

Hoe Zit Het Met Water?

Eva Schram

Het bericht Van wie is water eigenlijk? verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/hoe-zit-het-met/van-wie-is-water-eigenlijk/

Luchtvervuiling Mexico-Stad gezondheidsrisico (De Telegraaf Buitenland)

Bewoners van Mexico-Stad wordt geadviseerd binnen te blijven vanwege ernstige luchtvervuiling. De lucht is zo vervuild dat het gevaarlijk kan zijn voor de gezondheid, meldt de BBC. De stad heeft het aantal auto’s dat de weg op mag flink beperkt.

Bij een meetstation zaten meer dan zes keer zoveel ongezonde deeltjes in de lucht als de dagelijkse limiet van de Wereldgezondheidsorganisatie.

Op foto’s is een dikke gele mist boven de stad te zien. Doordat het niet waait, blijft alle vieze lucht boven de stad hangen. Daarnaast zijn in de regio meerdere bosbranden, waardoor de luchtkwaliteit nog verder afneemt.

Vanwege de luchtvervuiling is de voetbalwedstrijd tussen Léon en Club America afgelast. Als de situatie niet snel beter wordt, worden de scholen gesloten.

https://www.telegraaf.nl/nieuws/3591547/luchtvervuiling-mexico-stad-gezondheidsrisico