Hoe gaat het historisch erfgoed lijden onder klimaatverandering? (Infrasite)

Wat betekenen hitte, droogte en wateroverlast voor het cultureel erfgoed? Om antwoord te krijgen op die vragen deed de provincie Noord-Holland onderzoek naar de klimaatrisico’s voor het erfgoed in de provincie.

In 2020 toonde een landelijke studie aan dat de gevolgen van klimaatverandering voor het erfgoed vooral aan de westkust groot zullen zijn. Noord-Holland heeft veel cultureel erfgoed en ligt voor een groot deel onder zeeniveau en grote gebieden bestaan uit veen. Dit maakt de provincie en dus ook haar cultureel erfgoed, kwetsbaar voor de gevolgen van hitte, droogte, wateroverlast en overstromingen. Maar hoe kwetsbaar precies was niet duidelijk.

Kwetsbaarheid

De provincie heeft als eerste provincie in Nederland onderzoek gedaan. Beschikbare informatie over het cultureel erfgoed en klimaatverandering zijn met elkaar gecombineerd om de kwetsbaarheid van bijvoorbeeld monumentale gebouwen en archeologische vindplaatsen in beeld te krijgen. Dit heeft geleid tot een quickscan die is weergegeven op een digitale kaart. De aanduidingen op de kaart en de toelichtende tekst geven een eerste indicatie van de gevolgen van klimaatverandering voor verschillende typen erfgoed. Er is een nadere uitwerking en verdiepend onderzoek nodig om de daadwerkelijke gevolgen in beeld te brengen en te bepalen wat er nodig is om het erfgoed te beschermen. In het eerste kwartaal van 2023 wordt een nader onderzoeksplan uitgewerkt.

Methodiek

De effecten van klimaatverandering op erfgoed zijn nog relatief onbekend, en de methodiek om hiermee om te gaan moet nog ontwikkeld worden. Op basis van de huidige kennis en praktijkvoorbeelden is een aantal effecten al wel bekend. Bijvoorbeeld:

  • Door extreme warmte kunnen bouwmaterialen zoals stalen kozijnen en brugdekken uitzetten. Verflagen worden aangetast en schimmels gaan sneller groeien.
  • Er is meer brandgevaar voor gebouwen met rieten daken.
  • De duinen, vaak aardkundig waardevolle gebieden, zijn extra kwetsbaar voor natuurbranden.
  • Bij hevige regenbuien kunnen hemelwaterafvoeren snel verstopt raken en kelders onderlopen. Daarbij kunnen ook historische vloeren en souterrains beschadigd raken.
  • Regelmatige wateroverlast kan samengaan met hoge grondwaterstanden. Dat veroorzaakt een hoge luchtvochtigheid, wat de kans op schimmels en houtrot vergroot.
  • Een hoge grondwaterstand kan ook grote gevolgen hebben voor het landschap en archeologie: historisch groen kan verdrinken en archeologie kan verloren gaan.
  • Een lage grondwaterstand is zeer schadelijk voor gebouwd erfgoed op houten funderingen. Als de paalkoppen boven water komen te staan, groeit de kans op paalrot. De meeste houten funderingen komen voor in Amsterdam, Haarlem en Zaandam.
  • Een dalende grondwaterstand kan ertoe leiden dat er scheuren ontstaan in historische gebouwen en bijvoorbeeld kademuren. Ook scheefstand ligt op de loer. Indirect bestaat er ook kans op gebroken leidingen. Het erfgoed in de veengebieden boven Amsterdam en in de Wieringerwaard loopt de grootste risico’s als gevolg van droogte.
  • De provincie Noord-Holland ligt voor meer dan 75% onder niveau van zee, IJsselmeer/Markermeer of Noordzeekanaal. Dat maakt de provincie kwetsbaar voor overstromingen. Het meest kwetsbaar zijn de gebieden langs het Noordzeekanaal, de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de Beemster/Schermer en het Amstelmeer.
  • De kans dát een gebied overstroomt, hangt af van de kwaliteit van de waterkering. Daarnaast kunnen juist maatregelen om de overstromingskans te verminderen een indirect risico vormen voor erfgoed. Denk aan dijken die versterkt worden door ze op te hogen en te verbreden. Daardoor kunnen historisch voorland, dijkhuisjes, wielen en het historisch, vaak bochtig, verloop van dijken verloren gaan. Ook gaat de aanleg van waterbergingsgebieden regelmatig ten koste van het historisch verkavelingspatroon. (bron: provincie Noord-Holland)

Lees ook:

Uitgebreide milieumaatregelen bij dijkproject in Andijk

Eerste gat in dijk tussen Westerschelde en Hedwigepolder

The post Hoe gaat het historisch erfgoed lijden onder klimaatverandering? first appeared on Infrasite. https://www.infrasite.nl/hoogwaterbescherming/2022/12/15/hoe-gaat-het-historisch-erfgoed-lijden-onder-klimaatverandering/

Klimaatadaptief beleid is meer dan ooit nodig (IPO)

Vrijwel elk jaar komt de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) – waarin ook de provincies vertegenwoordigd zijn - in actie om droogteperiodes te voorzien. Onder omstandigheden van een dreigend watertekort volgen concrete maatregelen. Denk aan extra waterbuffering in IJsselmeer en Markermeer. Bij een feitelijk watertekort worden aanvullende maatregelen voorbereid en ter besluitvorming aan met Managementteam Watertekorten voorgelegd. Zo worden sluizen minder frequent geschut om verlies van zoet water te beperken en indringing van zout water te bestrijden. Dit zijn korte termijn maatregelen, gericht op het adequaat tegengaan van de directe effecten van watertekort. De verdringingsreeks is hierbij de lat waarlangs maatregelen worden gelegd: er bestaat een rangorde voor de verdeling van het water.

http://www.ipo.nl/files/5715/3476/3887/afbeelding_verdringingsreeks__002.jpg

Onmiskenbare rol voor de provincie

Watertekort raakt aan diverse terreinen waar de provincie verantwoordelijkheid voor draagt. In de eerste plaats betreft dit waterzaken: denk aan strategisch beleid voor de regionale watersystemen, het vastleggen van waterkwaliteitsdoelen, grondwater (onttrekkingen) inclusief vergunningverlening, vaarwegbeheer, en zwemwater. Daarnaast is er impact van droogte en hitte op provinciale infrastructuur (wegen, vaarwegen, kunstwerken), milieu en gezondheid en uiteraard natuur (biodiversiteitsdoelstellingen, natuurbranden).

Vanuit deze betrokkenheid en verantwoordelijkheid, speelt de provincie een belangrijke rol in het omgaan met watertekorten en droogte. En ook in het beleidsmatig vormgeven van het kunnen anticiperen op droogte.

Impact op natuur

Het voorkomen van onomkeerbare schade aan natuur kent in de aanpak van de verdringingsreeks de hoogste prioriteit, categorie 1. Daarom is het essentieel dat we als provincies een duidelijk beeld hebben van categorie 1 natuur. Welke gebieden en populaties behoren hiertoe? In de Regionale Droogte Overleggen die adviseren aan LCW brengen RWS, waterschappen en provincies hun kennis en kunde samen; daarbij zal ook kennis van terreinbeheerders moeten worden ingezet.

Afgelopen weken zijn in veel gebieden extra maatregelen getroffen om onomkeerbare schade aan de natuur te voorkomen.

Maatregelen die momenteel worden getroffen door waterbeheerders:

  • Waterpeil rond hoogveengebieden hoog houden
  • Water inlaten in laagveengebieden
  • Vispopulaties wegvangen in droogvallende beken op Veluwe, in de Achterhoek en in het stroomgebied van de Dommel
  • Grondwater onttrekken in inlaten in de bovenlopen van beken waar zeer bijzondere en geïsoleerde populaties vissen en amfibieën voorkomen
  • Beregeningsverboden oppervlaktewater
  • In Twente gelden onttrekkingsverboden voor zowel oppervlakte- als grondwater in verband met beregening

We zien dat er zowel door inlaten van rijkswater als aanvoer van regionaal water inspanningen worden gedaan om natuurgebieden van voldoende water te voorzien. Niet overal kan water worden aangevoerd of is het wenselijk dat gebiedsvreemd water wordt ingelaten. Inmiddels worden door terreinbeheerders en experts de eerste meldingen gedaan dat er mogelijk onomkeerbare schade is opgetreden door het volledig droogvallen van sommige gebieden, met name vennen in veengebieden. Gevreesd wordt dat hiermee bepaalde geïsoleerde populaties zijn uitgestorven en niet zullen terugkeren. Hoopvol zijn tegelijkertijd de signalen dat vooral op plekken waar grootschalig is geïnvesteerd in herstel van hydrologie in en rond veengebieden er zichtbaar sprake is van robuustere natuur.

Wake up call

De aanhoudende droogte is een voorbeeld van de negatieve effecten van klimaatverandering die nú al optreden. Volgens experts gaan de veranderingen sneller dan gedacht. Extreme regenval én droogte die voorspeld waren voor het jaar 2050, doen zich nu al voor.

Ook als de klimaatdoelen van het akkoord van Parijs gehaald worden, zal er nog steeds sprake zijn van CO2-uitstoot en moeten we blijven adapteren. Daarom is klimaatadaptief beleid meer dan ooit nodig. Zodat Nederland ‘waterrobuust en klimaatbestendig’ wordt. De kaders hiervoor liggen in het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) en de Nationale Adaptatie Strategie (NAS). Een groot deel van deze opgaven komt terecht bij de ‘decentrale overheden’, ofwel gemeenten, waterschappen en provincies in samenwerking met burgers, bedrijven en maatschappelijke partijen.

Het beleid hiertoe moet in 2020 zijn vastgelegd. Daartoe moeten gemeenten en waterschappen in 2018 en 2019 ‘stresstesten’ doen, gericht op de lokale en regionale gevolgen van wateroverlast, watertekort en hitte. De effecten op landbouw, natuur en stedelijke omgeving moeten in beeld komen, zodat op basis daarvan dialoog plaatsvindt over passende maatregelen.

Provincies vervullen een essentiële rol hierin. Onder andere door actief een rol te nemen in het opstellen van regionale adaptatiestrategieën, waarin de uitwerking van klimaatadaptatie vorm krijgt. De impact van de huidige watertekorten is een ‘wake up call’ om werk te maken van klimaatadaptatie. In heel Nederland.

https://nieuws.ipo.nl/klimaatadaptief-beleid-is-meer-dan-ooit-nodig/