Wekdienst 4/3: rapport over failliete ziekenhuizen en klimaatwet Timmermans (NOS journaal)

Goedemorgen! Een onderzoekscommissie presenteert het rapport naar het bankroet van het MC Slotervaart en de MC IJsselmeerziekenhuizen en Eurocommissaris Timmermans komt met zijn klimaatplan.

Vandaag laat de zon zich af en toe zien. Al trekken er in het binnenland vanmiddag wel enkele buien over. Het wordt 8 of 9 graden bij een matige zuidwestenwind. Vanuit het zuidwesten gaat het vanavond regenen en ook de komende dagen blijft het niet droog. Vooral donderdag is het bewolkt en regenachtig.

Ga je op pad? Hier vind je het overzicht van de werkzaamheden en files en de situatie op het spoor.

Wat kun je vandaag verwachten?

Het onderzoek naar de faillissementen van het MC Slotervaart en de MC IJsselmeerziekenhuizen wordt gepresenteerd. De commissie-Van Manen onderzocht hoe de faillissementen zijn verlopen en welke lessen daaruit kunnen worden getrokken. Is er een verband tussen klimaatverandering en de verwoestende bosbranden in Australië? Een internationale groep wetenschappers doet verslag, onder leiding van de Nederlandse hoogleraar Geert Jan van Oldenborgh. Eurocommissaris Frans Timmermans presenteert de klimaatwet voor de hele Europese Unie. Correspondent Bert van Slooten legt in dit artikel uit wat Timmermans' plannen zijn.

Wat heb je gemist?

De Democratische presidentskandidaten Joe Biden en Bernie Sanders zijn de grote winnaars op Super Tuesday. Biden staat op basis van exitpolls in acht van de veertien staten waar afgelopen nacht voorverkiezingen zijn gehouden op winst. Miljardair Michael Bloomberg lijkt de grote verliezer. Hij won vooralsnog geen enkele staat.

Super Tuesday is een van de belangrijkste dagen in aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Er waren maar liefst 1357 gedelegeerden te verdelen. Dat is zo'n twee derde van het aantal dat nodig is om de voorverkiezingen te winnen en het in november tegen president Trump te kunnen opnemen.

Ander nieuws uit de nacht

Mondiale zorgen over coronavirus blijven, China meldt weer minder besmettingen: het land telde gisteren 119 nieuwe gevallen. Dat zijn er zes minder dan de 125 van een dag eerder en betekent een nieuw laagterecord sinds China eind januari begon met het dagelijks delen van coronacijfers. Vorig jaar flink meer groene stroom opgewekt: 18 procent tegen 11 procent in 2018. Volgens het CBS worden daken steeds groener en neemt ook het aantal zonneparken toe. De elektriciteitsproductie met zonnepanelen nam toe met 40 procent.

En dan nog even dit:

Belgische atletes die naar de Olympische Spelen in Tokio gaan, krijgen hulp uit onverwachte hoek. Een lingerieproducent uit Schellebelle heeft een speciale bh ontwikkeld: goed voor goud. De sport-bh, die deel uitmaakt van de officiële team-outfit, is getest bij verschillende sporten en lichtroze mét de Belgische driekleur.

Speciaal voor de atletes hebben ze wel de maten moeten aanpassen. "Normaal beginnen we pas bij een D-cup De meeste atletes zitten tussen een A- en C-cup", zegt fabrikant Vanessa de Vuyst tegen de VRT.

Fijne dag!

http://feeds.feedburner.com/~r/nosjournaal/~4/ifPXuB-SzuQ

http://feeds.nos.nl/~r/nosjournaal/~3/ifPXuB-SzuQ/2325708

Moeten we mondkapjes gaan dragen? (Motherboard Vice)

In veel grote steden is de lucht al jaren vervuild, maar nu mensen ook nog besmet raken met het coronavirus en er catastrofale bosbranden uitbreken, is er wereldwijd een enorme vraag ontstaan naar mondkapjes die je tegen ziektes en kleine stofdeeltjes zouden moeten beschermen. Van heel Europa vallen de meeste dodelijke slachtoffers door luchtvervuiling in Italië, en hoewel het in mijn thuisstad Milaan al jaren normaal is dat fietsers een mondkapje dragen, zie je ze op straat eigenlijk nog nauwelijks. Om erachter te komen of ik er toch niet eentje zou moeten aanschaffen, nam ik contact op met wat deskundigen en probeerde ik het een week uit.

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is luchtvervuiling alleen al in Italië verantwoordelijk voor 80.000 doden per jaar. Ter vergelijking: in 2018 kwamen er in Italië 3.334 mensen om bij verkeersongevallen. Toch zijn mondkapjes in Europa nog lang niet zo’n ding als in Azië. Japan was het eerste land waar mensen massaal mondkapjes gingen dragen, toen in 1918 de Spaanse griep uitbrak en er wereldwijd minstens 50 miljoen doden vielen. Toen de industrialisatie na de Tweede Wereldoorlog op gang kwam, werd het fenomeen steeds groter, en verspreidde het zich over het hele continent.

In Hongkong zijn deze maskers uitgegroeid tot een symbool van de demonstraties tegen China – de centrale regering wilde het gebruik ervan zelfs verbieden in openbare ruimtes. En hoewel India het meest vervuilde land ter wereld is, wordt het probleem daar door de medische autoriteiten gebagatelliseerd en zijn goede mondkapjes nauwelijks betaalbaar.

Op het gebied van mondkapjes hebben de winkels van Milaan geen al te uitgebreid aanbod, dus kocht ik dit sobere, zwarte model (in een boekwinkel, nota bene). Het was heel wat anders dan die witte exemplaren die je altijd op tv ziet, maar goed. Ze beschermen je alleen tegen de grotere stofdeeltjes – net als je neusharen trouwens. Als je echt goed beschermd wil zijn tegen luchtvervuiling, moet je eigenlijk een goedgekeurd N95-masker aanschaffen – de internationale standaard voor PM10 (fijnstof kleiner dan 10 micron) en PM2,5 (fijnstof kleiner dan 2,5 micron). Dit masker wordt ook aanbevolen aan mensen die een groot risico lopen op het coronavirus, zoals medisch personeel.

Toen ik het masker uit de verpakking haalde, viel het me op dat de instructies zo gedetailleerd waren als een IKEA-handleiding – alsof het enorm moeilijk zou zijn om het ding te bedienen. En dat bleek uiteindelijk ook zo te zijn. De eerste keer dat ik hem probeerde om te doen, viel hij er gelijk weer van af. Het zou one-size-fits-all zijn, maar het ding was veels te groot voor mijn gezicht en tegelijkertijd onmogelijk om te dragen zonder dat mijn haar door de war zou gaan.

https://video-images.vice.com/_uncategorized/1580468427048-IMG_5710.jpeg

De auteur met haar tijdelijke accessoire. Foto: VICE

In esthetisch opzicht vond ik het prima om het masker te dragen, maar op sociaal vlak vond ik het toch een beetje genant – vooral omdat ik mijn experiment toevallig net uitvoerde tijdens de uitbraak van het coronavirus. In Italië zijn inmiddels meerdere doden gevallen door het virus, maar toen ik de straat op ging was er nog geen enkele besmetting bekend – ik vroeg me dus vooral af of mensen me niet zouden aanzien als iemand met extreme smetvrees. Toch vroeg maar één iemand of ik ziek was. En een van mijn buren deed alsof hij me niet kende, al kan dat ook komen doordat mijn gezicht bijna volledig bedekt was. Verder werd ik door iedereen genegeerd, of staarden mensen me eerst een paar seconden aan en negeerden ze me daarna alsnog.

Toch kreeg ik niet de indruk dat ik beter ademde. Het voelde alsof er de hele tijd met een hand op mijn mond gedrukt werd. Ook ergerde ik me eraan dat ik hem moest afdoen als ik mijn neus wilde snuiten of een slokje water wilde drinken.

Om erachter te komen hoe goed deze maskers nou echt zijn voor onze gezondheid, sprak ik met Alessandro Miani, president van Società Italiana di Medicina Ambientale (SIMA). Zijn antwoord was duidelijk: “Ze zijn nutteloos, omdat ze alleen pollen en grotere stofdeeltjes tegenhouden.” Hij benadrukt dat de schadelijkste deeltjes (PM1 en kleiner) veel kleiner zijn, je diepe luchtwegen kunnen bereiken en “zowel je bloed als je bloed-hersenbarrière kunnen binnendringen.”

Volgens Miani zijn er maar weinig maatregelen die echt een aanzienlijke invloed hebben op de menselijke gezondheid. “Een autovrije zondag invoeren, auto’s weren of buiten roken verbieden zijn allemaal noodmaatregelen,” zegt hij. “We hebben een serieus langetermijnplan nodig. Het is alsof er tien mensen in een kamer staan te roken en we tegen één persoon hebben gezegd dat hij naar buiten mag, en we daarmee denken dat het probleem is opgelost.”

Miani zegt dat we een meerjarenplan nodig hebben om de hitte-uitstoot van huishoudens te verminderen, bijvoorbeeld door filtersystemen op het dak van gebouwen te bouwen. Hij stelt ook voor steden deels te herbebossen, en dan specifiek met boomsoorten die helpen om de fijne deeltjes uit de lucht te halen.

Vergeleken met eerdere jaren (en decennia) is de situatie verbeterd. Toen ik als kind opgroeide in Milaan, moest ik vaak hoesten. Mijn bezorgde moeder zei altijd tegen me dat ik niet moest inademen als we langs de ronkende uitlaatpijpen van auto’s liepen.

Ook al is het nu beter, betekent dat niet dat we onze aandacht moeten laten verslappen. Miani zegt dat luchtvervuiling niet alleen gekoppeld wordt aan cardiovasculaire problemen (zoals hartaanvallen of een beroertes) of problemen aan het ademhalingsstelsel (zoals chronisch obstructieve longziekten of longkanker), maar ook aan bepaalde neurologische aandoeningen.

En daar blijft het niet bij. Als de lucht buiten vervuild is, kan het volgens Miani binnenshuis nog vijf keer zo erg zijn. Vervuiling die huizen en kantoren binnendringt, blijft daar hangen. En andere stoffen van bijvoorbeeld koken of schoonmaakmiddelen vergroten de vervuiling nog meer.

Terwijl we wachten op steekhoudende politieke beslissingen of futuristische maskers met sensoren die gevaarlijke stoffen detecteren, zijn er een aantal dingen die we kunnen doen. SIMA heeft praktisch advies: lucht je kamers vaak, vermijd de spits en let erop waar en wanneer je in de buitenlucht sport.

Een week later wist ik niet zeker of mijn mondkapjesexperiment nou een succes was geweest. Toen ik ‘m openmaakte, zag ik dat het filter niet echt van kleur was veranderd – ook al stond in de instructies dat het filter elke zes tot acht weken vervangen moest worden. Ik had echter wel gemerkt hoeveel invloed het masker op mijn sociale leven had.

Persoonlijk ben ik er nog niet klaar voor om het masker permanent te gaan gebruiken. Voorlopig blijf ik hopen op een serieus plan om de lucht schoner te maken. En anders word ik graag uitgenodigd voor een verkleedfeestje met als thema de Apocalyps.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op VICE IT

https://www.vice.com/nl/article/qjdvap/moeten-we-mondkapjes-gaan-dragen

Nepnieuws-expert: ‘Enorm veel valse informatie rondom het coronavirus’ (Nieuwsuur)

Het coronavirus is een in Amerika ontwikkeld biologisch wapen dat erop is gericht Chinezen te treffen. Of is het virus ontwikkeld in een Canadees lab, en gestolen door Chinese spionnen om de eigen bevolking te besmetten? Geen van deze complottheorieën is waar, maar ze zijn online wel een eigen leven gaan leiden.

Er is veel nepnieuws over het coronavirus te vinden op internet. Net als bijvoorbeeld recent rond de bosbranden in Australië en de Iraanse raketaanval op een Iraakse legerbasis. Wat kan er gedaan worden tegen dit soort valse en misleidende informatie?

'China heeft het virus zelf gemaakt'

De Amerikaanse journalist Craig Silverman maakte de term 'nepnieuws' groot in aanloop naar de Amerikaanse verkiezingen in 2016, maar krimpt nu ineen als hij het woord hoort. "Ik begon het te gebruiken voor compleet onjuiste informatie, maar nu is het een mantra van president Donald Trump geworden en wordt het gebruikt om journalisten zwart te maken."

Silverman werkt voor de website Buzzfeed en is één van 's werelds bekendste experts op het gebied van online desinformatie. Hij ziet de afgelopen weken veel onzin over het coronavirus op het internet. "Bij groot, brekend wereldnieuws verschijnt er online bijna altijd desinformatie. Maar nu met het coronavirus zien we echt enorm veel valse informatie."

Zo schrijft een website die banden heeft met de radicaal-rechtse ex-strateeg van Trump, Steve Bannon, dat China het virus zelf heeft gefabriceerd in een laboratorium. Een andere beruchte desinformatie-website beweert dat Bill en Melinda Gates hebben voorspeld dat het virus 65 miljoen doden zal eisen. Complotdenkers brengen het echtpaar in verband met de uitbraak ervan. Buzzfeed ontkrachtte dit verhaal.

Vleermuissoep

Volgens een andere complottheorie hebben Chinese spionnen het virus uit een Canadees lab gestolen. Het bericht, dat linkt naar een artikel van de Canadese publieke omroep, is duizenden keren gedeeld en geliket. De auteur van het oorspronkelijke omroep-artikel waarschuwde daarop dat haar stuk die bewering helemaal niet onderbouwt. Die waarschuwing is nauwelijks geretweet of geliket.

Meestal ontstaat dit soort desinformatie als teksten, video's of foto's worden losgeweekt van hun originele context. Filmpjes waarin vleermuissoep wordt gegeten, werden bijvoorbeeld gesitueerd in Wuhan. Het zou de oorzaak zijn van het coronavirus. De filmpjes zijn echter opgenomen in Palau in de Stille Zuidzee. En hebben dus niks te maken met de uitbraak.

'Elven' strijden tegen 'trollen'

In de Baltische staten is ook een corona-verzinsel verspreid: een NAVO-soldaat zou besmet zijn met het virus en het bondgenootschap zou dit onder de pet houden.

Het gerucht werd al snel ontkracht door Debunk.eu. Dit Litouwse burgerinitiatief heeft software ontwikkeld die 1500 verdachte bronnen afspeurt naar mogelijk nepnieuws. Als de berichten geschreven lijken door 'trollen' wordt een waarschuwing gemaild aan 'elven'. Dat zijn vrijwilligers die verspreiders van desinformatie in de gaten houden, berichten labelen en melden bij Facebook.

Vervolgens verifiëren professionele journalisten en onderzoekers de potentiële desinformatie en schrijven er verhalen over. Deze factchecks worden meestal veel minder gelezen dan het oorspronkelijke nepnieuws, maar Debunk weet toch een groot publiek te bereiken doordat het samenwerkt met het grootste nieuwsplatform van Litouwen. Initiator Viktor Dauksas: "We hebben meer dan 200 verhalen ontkracht. Die zijn 30 miljoen keer gelezen, enorm veel voor een land met zo'n kleine bevolking. Zo houden we mensen betrokken."

'Voor veel mensen doet de bron er niet toe'

Lastig voor de lezer is dat nepnieuws vaak staat op sites die lijken op echte nieuwswebsites. Vaak zijn de artikelen aangepaste versies van artikelen van gerenommeerde persbureaus en kranten.

Tech-ondernemer Sebastiaan van der Lans heeft daar iets op gevonden: Wordproof. Dat is een soort watermerk dat auteurs aan hun artikel kunnen toevoegen, waardoor zoekmachines en internetgebruikers precies kunnen zien wanneer er iets aan de inhoud of context wordt aangepast. En: hoe meer een auteur prijsgeeft over zijn identiteit, hoe zichtbaarder in de zoekmachines. Het wordt al gebruikt op Indebuurt.nl.

"Ik vind dat alle desinformatie mag bestaan, want we zijn in Nederland tegen censuur", zegt Van der Lans. "Maar het grote gevaar is dat het massaal wordt gedeeld. Daar moet een oplossing voor komen."

De Litouwse software van Viktoras Dauksas laat nepnieuws met weinig bereik ongemoeid. Pas als een bericht viraal lijkt te gaan, grijpen de factcheckers in. Volgens Silverman van Buzzfeed hebben zulke systemen die software combineren met menselijk toezicht, de toekomst. Een watermerk heeft volgens hem maar beperkt zin. "Voor een bepaalde groep doet de context of bron er niet toe, zolang het bericht maar overeenkomt met hun eigen wereldbeeld."

https://nos.nl/l/2323356

De uitzending van 16 februari (Nieuwsuur)

De strijd tegen nepnieuws

Het coronavirus is een in Amerika ontwikkeld biologisch wapen dat erop is gericht Chinezen te treffen. Of is het virus juist ontwikkeld in een Canadees lab, en gestolen door Chinese spionnen om de eigen bevolking te besmetten? Geen van deze complottheorieën is waar, maar ze zijn online wel een eigen leven gaan leiden.

Desinformatie rond het coronavirus tiert welig op het internet, net als bijvoorbeeld recent rond de bosbranden in Australië en de Iraanse raketaanval op een Iraakse legerbasis. Wat kunnen we doen tegen dit soort valse en misleidende informatie? We spreken met drie bestrijders van online desinformatie.

https://nos.nl/l/2323286

Ondanks alles heeft klimaatjournalist David Wallace-Wells nog hoop voor onze aarde (Vrij Nederland)

De twee jaar die aan de publicatie van mijn boek De onbewoonbare aarde voorafgingen had ik mezelf ondergedompeld in klimaatwetenschap, onderzoek dat ik indertijd zag als het product van een soort bewustwording – het soort dat ooit misschien een openbaring genoemd zou worden, aangezien de toekomstscenario’s die wetenschappers schetsten mij ertoe noopten om mijn kijk op de wereld en op de ontwikkelingen in de komende decennia volledig te herzien.

Ook het schrijven zelf was een verwerking van, of beter gezegd een worsteling met de mate waarin die nieuwe kennis inbreuk had gemaakt op de intuïtieve inzichten waarmee ik dat onderzoek was ingegaan, als talismannen van mijn eigen naïviteit.

Toen ik de laatste pagina’s schreef, wist ik genoeg om in te zien dat maar weinig oppervlakkige aannames over de oplosbaarheid van de klimaatcrisis een echte confrontatie met de absolute nietsontziendheid van die crisis zouden kunnen doorstaan. En toch was ik nog vol enthousiasme – over de droom van een waarachtig inclusief, wereldwijd, zelfs universeel perspectief op het lot van de planeet en diegenen die erop hopen te leven.

Natuurlijk is die gelukkiger toekomst mogelijk; het enige wat daarbij in de weg staat zijn wijzelf.

En ik geloofde oprecht dat we, door ervoor te kiezen op die manier naar het klimaat te kijken, nog steeds een leefbare, bevredigende, rechtvaardige en welvarende toekomst voor de wereld konden veiligstellen. Althans relatief leefbaar, relatief bevredigend, relatief rechtvaardig en relatief welvarend, aangezien we al leven op een planeet die lijdt onder klimaatverandering, en al zien hoe gemakkelijk vermoedens van hulpbronnenschaarste leiden tot de rechtvaardiging van hulpbronnenafgunst, en tot het voor lief nemen, uit naam van diegenen die het voorrecht genieten van een aangenaam en zeker bestaan, van het disproportionele leed van diegenen die het slechtst af zijn.

Natuurlijk is die gelukkigere toekomst mogelijk; het enige wat daarbij in de weg staat zijn wijzelf, en de hindernissen die we overal hebben opgeworpen, waar we ons overheen moeten worstelen om überhaupt enige vooruitgang te boeken. De vraag is hoeveel vertrouwen we nog mogen hebben in onze kansen – kansen die decennialang elke dag kleiner leken te worden, verdrongen door co2-concentraties en giftige deeltjes, zoals een kamer die volstroomt met gas. Onze enige kamer.

een nieuw uitstootrecord

Het afgelopen jaar is de wetenschap blijven doormarcheren, en zijn onderzoekers even hard op de trom blijven slaan, of zelfs nog harder: gletsjers smelten sneller, net als permafrost; hittegolven en natuurbranden vestigen nieuwe records. Volgens geloofwaardige rapporten staan er misschien wel een miljoen soorten op het punt van uitsterven. Wetenschappers stellen op basis van nieuwe modellen dat de verwachte uitstoot deze eeuw voor aanzienlijk meer opwarming zou kunnen zorgen dan voorheen gedacht werd, en dat onze planeet al in de volgende eeuw zijn vermogen om wolken te creëren zou kunnen kwijtraken. Wat op zichzelf al voor acht graden Celsius extra opwarming kan zorgen.

Het grootste nieuws kwam nu eens niet uit de wetenschap, maar uit de politiek

Misschien is het fatalistisch om je af te vragen of vijf graden onze beschaving te gronde zou richten, of in elk geval grote schade zou berokkenen; het is dom om je niet hetzelfde af te vragen bij dertien graden.

Maar het grootste nieuws kwam nu eens niet uit de wetenschap, maar uit de politiek. Wetenschappers en pleitbezorgers die alleen maar perioden van totale passiviteit hadden meegemaakt – perioden waarin elk jaar stond voor een verdere stap terug met een nieuw uitstootrecord – lieten me weten dat ze zich nog nooit eerder zo optimistisch hadden gevoeld.

De Verenigde Naties brachten een baanbrekend rapport uit, waarin in niet mis te verstane bewoordingen werd geschetst wat onbelemmerde opwarming alleen al in de komende decennia voor gevolgen zou hebben, en welke mate van gezamenlijke, gecoördineerde inspanning vereist zou zijn om dat te voorkomen – een mobilisatie van wereldoorlogachtige proporties, meldde het rapport, in termen die veel alarmerender en urgenter klonken dan alle eerdere publicaties van dit soort organen. De secretaris-generaal waarschuwde dat die mobilisatie binnen enkele maanden zou moeten beginnen.

Op dat moment was Greta Thunberg nog een onbekende Zweedse scholier, die elke vrijdag stilletjes spijbelde om te protesteren tegen de laksheid van haar land ten aanzien van klimaatverandering; in de maanden daarna ontwikkelde zij zich tot een soort Jeanne d’Arc van de klimaatbeweging, sprak ze zonder een blad voor de mond te nemen de Verenigde Naties en het World Economic Forum toe, en inspireerde ze miljoenen mensen in heel Europa en de rest van de wereld om ook te spijbelen.

In het Verenigd Koninkrijk liet datzelfde najaar de beweging Extinction Rebellion van zich horen door vijf bruggen in het centrum van Londen te bezetten; hun eerste eis was eenvoudigweg: vertel de waarheid.

Er geloven meer Amerikanen in klimaatverandering dan ooit tevoren, meer Amerikanen zijn er bezorgd over en meer zijn erdoor gealarmeerd.

In de Verenigde Staten gebeurde er iets vergelijkbaars: de Sunrise Movement bestormde het kantoor van Nancy Pelosi, kandidaat-voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, en wist met hulp van de nieuw gekozen klimaatheld Alexandria Ocasio-Ortez de zogenoemde Green New Deal, een programma voor energietransitie, hoog op de politieke agenda te krijgen – een ongekende stap, aangezien veel Democraten in de tijd van Obama zelfs een bescheiden programma op dat gebied al te radicaal vonden. De partij heeft een serieuze presidentskandidaat die zich uitsluitend op het klimaat richt, Jay Inslee, en ook in de campagne voor de voorverkiezingen lijkt iedereen die Donald Trump wil wippen bezig te zijn met een soort klimaatveranderingswapenwedloop, waarbij het erom gaat wie zich het meest serieus en het meest ambitieus betoont ten aanzien van de bedreiging die ze zonder uitzondering ‘existentieel’ noemen.

politiek droombaar

Opiniepeilingen geven maar zelden de enorme dynamiek van politieke wendingen weer, en vervlakken hele landschappen van intensiteit tot een handjevol algemene antwoorden, maar ook de uitslagen daarvan sprongen in het oog. Er geloven meer Amerikanen in klimaatverandering dan ooit tevoren, meer Amerikanen zijn er bezorgd over en meer zijn erdoor gealarmeerd – het aantal Amerikanen dat liet weten zich druk te maken over de opwarming van de aarde lag zelfs hoger dan het aantal dat zei te geloven dat er overweldigende wetenschappelijke consensus was over dat verschijnsel, waaruit op ironische wijze blijkt dat desinformatiecampagnes maar een beperkte reikwijdte hebben. In sommige gevallen was het percentage dat zich bezorgd toonde in één jaar tijd met tien procentpunten gestegen.

Uiteraard is de macht in de wereld niet in handen van de publieke opinie – en als die al invloed uitoefent, verloopt dat doorgaans traag. Zelfs sommige milieuactivisten vroegen zich af hoe serieus de demonstranten waren – waarbij ze discussieerden over de rol van kernenergie of over de vraag of het verstandig is om klimaatvraagstukken te koppelen aan sociale rechtvaardigheid – en, gezien de ervaringen met eerdere, kleinere opwellingen van bezorgdheid na orkaan Katrina en na de publicatie van An Inconvenient Truth van Al Gore, hoe lang ze het allemaal zouden volhouden.

Aangezien de recente geschiedenis van zelfs epische protestbewegingen niet al te inspirerend was, kon je het sceptici niet kwalijk nemen dat ze zich afvroegen wat deze schijnbare opleving in feite betekende: in het afgelopen decennium hadden we Occupy Wall Street gehad, in het decennium daarvoor de mobilisatie tegen de oorlog in Irak, en in de laatste jaren van de vorige eeuw de hevige protesten tegen de wto. Die waren elk meteen daarna als zo ongeveer een totale mislukking bestempeld, een leeggelopen ballon van onvrede die op het manifestatieterrein was achtergebleven, bijna als een herinnering aan de beperkte invloed van demonstraties en de obstakels die echte veranderingen in de weg staan.

Op het wereldpodium is op dit moment plaats voor zowel Greta Thunberg als Jair Bolsonaro.

Ongelooflijk genoeg hebben de betogers die deelnamen aan de klimaatprotesten van het afgelopen jaar in veel minder tijd al veel meer bereikt dan die eerdere bewegingen. Begin 2019 kreeg Greta een toezegging los van de voorzitter van de Europese Commissie dat maar liefst een kwart van alle eu-uitgaven besteed zou worden aan maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan; ze was toen net zestien geworden. Tegen de zomer had het Britse parlement mede onder druk van Extinction Rebellion een klimaatnoodtoestand uitgeroepen – een parlement waarin de Conservatieven het voor het zeggen hadden en dat geheel in de ban was van de tumultueuze brexit. Vlak voor haar aftreden verplichtte Theresa May het land ertoe om in 2050 co2-neutraal te zijn.

Elk van deze toezeggingen was van een serieuzere en ambitieuzere orde dan wat nog maar enkele maanden daarvoor politiek haalbaar – of zelfs droombaar – werd geacht. Maar als we mogen afgaan op het voorzichtige oordeel van de Verenigde Naties, dat we nog hooguit tien jaar hebben om de uitstoot te halveren, waren ze verre van toereikend om een klimaatramp te voorkomen.

geen lineair proces

En toch geldt voor het klimaat wat ook voor alle andere zaken geldt, te weten dat de geschiedenis geen lineair proces is. Op het wereldpodium is op dit moment plaats voor zowel Greta Thunberg als Jair Bolsonaro, die zijn plan doorzet om grote delen van het Amazonegebied in cultuur te brengen en zo de meest productieve co2-put ter wereld de nek om te draaien.

In de Verenigde Staten heeft Michael Bloomberg 500 miljoen dollar toegezegd om een eind te maken aan het gebruik van steenkool, terwijl in China de investeringen in duurzame energie in de eerste helft van 2019 sterk gekelderd zijn – een patroon dat angstwekkend genoeg vervolgens ook in de rest van de wereld te zien was. Amerikaanse oliebedrijven lobbyden voor een co2-belasting, maar vroegen in ruil daarvoor om een moratorium op toekomstige rechtszaken over klimaataansprakelijkheid, en in juni kregen de Democratische presidentskandidaten, die tegen de verwachting in zagen dat de opwarming van de aarde een van de belangrijkste zorgen van de kiezers was geworden, van hun partij te horen dat er geen klimaatdebat zou komen.

In diezelfde maand riep Canada een klimaatnoodtoestand uit en gaf het land al de volgende dag een vergunning af voor een nieuwe oliepijpleiding. Mohammad bin Salman, kroonprins van Saoedi-Arabië, mijmerde in de nasleep van de onder zijn verantwoordelijkheid gepleegde moord op de journalist Jamal Khashoggi over de economische noodzaak om de productie van fossiele brandstoffen in zijn land de rug toe te keren, maar begon enkele maanden later opnieuw de mogelijkheid te onderzoeken van een beursgang voor Aramco, het staatsoliebedrijf, en kreeg toen de volgende G20-bijeenkomst toegewezen.

The New York Times onthulde dat de klimaatsceptici van het Competitive Enterprise Institute, een vooraanstaande libertarische denktank, werden ondersteund door ‘grote ondernemingen, zoals Google en Amazon, die hun inzet voor de aanpak van klimaatverandering tot een speerpunt van hun pr-strategie hebben uitgeroepen’.

klimaathypocrisie

Ik heb voorheen begrip getoond voor een ander type vermeende klimaathypocrisie – mensen die oproepen tot verandering terwijl ze blijven vliegen en hamburgers blijven eten, die waarschijnlijk menen dat de politiek een productievere route biedt dan kiezen voor een andere leefstijl, wat zelfs als alle gelijkgestemden dit voorbeeld volgen maar een beperkte invloed heeft.

Bijna zonder uitzondering zullen de minst machtigen zich het meest moeten aanpassen.

Maar de toenemende hypocrisie van organisaties en personen met echte macht – grote ondernemingen, landen, politieke leiders – wijst op een veel zorgwekkender mogelijkheid. Die is des te verontrustender omdat we er zo vertrouwd mee zijn vanuit andere politieke domeinen: dat praten over het klimaat niet de aanzet geeft tot actie, maar een alibi, een dekmantel wordt voor laksheid en onverantwoordelijkheid, waarbij de machtigste mensen ter wereld eensgezind met twee monden zingen, in een koor dat weinig meer produceert dan het lied.

Intussen moeten de minder machtigen er maar gewoon aan wennen – bijna zonder uitzondering zullen de minst machtigen zich het meest moeten aanpassen. Dat is de echte dreiging achter de redelijk klinkende term ‘normalisering’, die dreigt gebruikt te gaan worden voor de genadeloze aanpassingen in het leven van miljarden van de armsten ter wereld, in landen die volgens één onderzoek in de afgelopen decennia al een kwart aan potentiële economische groei zijn misgelopen vanwege klimaatverandering.

Normalisering zal ook van invloed zijn op het leven van de rijken in de wereld, die niet meer zo veilig zullen zijn voor de natuurkrachten als ze zich de afgelopen decennia hebben gewaand.

opeengehoopte machinerie

Zolang we geen ingrijpende maatregelen nemen om de hele opeengehoopte machinerie van het moderne leven opnieuw vorm te geven zonder co2, kunnen we ons troosten met de wrange gedachte dat de wereld altijd met droogte en overstromingen en orkanen, met hittegolven en hongersnoden en oorlogen te maken heeft gehad.

Te vaak zien oppervlakkige waarnemers de crisis in versimpelde termen, alsof de universaliteit van gevolgen betekent dat ze uniform zijn.

We zullen waarschijnlijk last krijgen van paniekaanvallen – sommigen van ons, op sommige momenten – als we bedenken dat een toekomst waarin we zoveel meer van dit soort calamiteiten zullen meemaken op dit moment zo onleefbaar, onmenselijk, zelfs ondenkbaar lijkt. In de tussentijd gaan we door met onze dagelijkse beslommeringen alsof de crisis niet zo aanwezig is. En houden we ons staande in een wereld die steeds meer wordt bepaald door de genadeloosheid van klimaatverandering door ons te fixeren op deelproblemen en de kop in het zand te steken, door ons te beklagen over onze verbrande politiek en onze verkoolde kijk op de toekomst, maar die slechts zelden in verband te leggen met de verhitting van onze planeet, en door zo nu en dan vooruitgang te boeken en onszelf daar vervolgens op de borst voor kloppen. Ook al was het nooit genoeg vooruitgang, en nooit op tijd.

Maar wie zijn die ‘wij’? Dat is waarschijnlijk de vraag die me het meest heeft beziggehouden, nu zorgen over rechtvaardigheid terecht een plaats hebben gekregen in het centrum van het klimaatdebat. Te vaak zien oppervlakkige waarnemers de crisis in versimpelde termen, alsof de universaliteit van gevolgen betekent dat ze uniform zijn, in plaats van bepaald door ongelijkheid. En alsof de zeer uiteenlopende varianten voor het verdere verloop betekenen dat er maar twee toekomsten mogelijk zijn – dat we hetzij de opwarming van de aarde de baas worden, hetzij moeten toezien hoe die ons de baas wordt.

De schade door de opwarming is al ongelijk verdeeld en dat zal vermoedelijk nog verergeren.

Verreweg de meest waarschijnlijke uitkomst is iets onduidelijkers, dat niet wordt bereikt door een of ander ei van Columbus of door politieke revoluties of eng nationalisme of de revanchistische triomf van het eigenbelang van ondernemingen, maar door een of ander rommelig mengsel van dit alles, plus andere elementen. Hoe je kijkt naar die toekomst, besmeurd door een nu nog onkenbare hoeveelheid klimaatleed, en de mate waarin die jou afschrikt en motiveert en boos en bang maakt, zegt waarschijnlijk veel over hoe je denkt over ‘wij’ en ‘ons’ en ‘zij’.

Blijf vrij van geest. Lees onze nieuwsbrief.
Ontvang de beste verhalen van Vrij Nederland in je mail, twee keer per week.

Op deze grote vraag biedt klimaatverandering zelf zulke uiteenlopende antwoorden dat het lastig kan zijn om ze allemaal tegelijk in gedachten te houden. De schade door de opwarming is al ongelijk verdeeld en dat zal vermoedelijk nog verergeren – binnen gemeenschappen, binnen landen, en wereldwijd. Diegenen die de macht hebben om betekenisvolle veranderingen door te voeren zijn vaak degenen die op dit moment het best beschermd zijn tegen de opwarming; in veel gevallen zijn zij degenen die profiteren, vaak juist in ruime mate, van lijdelijk toezien.

En toch is klimaatverandering ook, onmiskenbaar, iets waar we allemaal bij betrokken zijn, iets wat het leven van ons allemaal op zijn kop dreigt te zetten als we onze koers niet wijzigen. Ook de oplossingen, als we ons die durven voor te stellen, gelden voor de hele wereld. Waardoor een universele taal volgens mij, zelfs als die niet volledig klopt, niettemin gepast en illustratief en inderdaad motiverend is, willen we enige kans maken om zelfs maar de hoop te behouden op die gelukkiger toekomst – relatief leefbaar, relatief bevredigend, relatief welvarend, en misschien meer dan slechts relatief rechtvaardig. Verklaar me gerust voor gek, of beter gezegd voor naïef, maar ik denk nog steeds dat het kan.

Dit is een bewerkte versie van het nawoord dat David Wallace-Wells schreef voor de vierde druk van De onbewoonbare aarde (De Bezige Bij, 368 p., € 22,99)

Wallace-Wells’ boek vormde de aanleiding voor een nieuwe serie voor HBO MAX. De releasedatum is nog niet bekend.

Het bericht Ondanks alles heeft klimaatjournalist David Wallace-Wells nog hoop voor onze aarde verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/david-wallace-wells-nawoord-onbewoonbare-aarde/