Onlangs verscheen de VPRO-documentaire Kan vi leve med deg?, Noors voor ‘Kunnen we bij jou wonen?’ Documentairemaker Nicolaas Veul verkende daarin de opties van een toekomst voor Nederlanders in Noorwegen, mocht het water ons op een gegeven moment écht aan de lippen staan. Uit onderzoek van de Amerikaanse University of Notre Dame kwam Noorwegen uit de bus als veiligste bestemming in het geval van een globale klimaatcatastrofe. De meeste Noren die Veul sprak in zijn documentaire – van willekeurige passanten tot een lokale burgemeester – hadden er wel oren naar: miljoenen Nederlanders zouden in zo’n doemscenario van harte welkom zijn in het hoge noorden. Noorwegen heeft net als wij te maken met een groot personeelstekort en Nederlanders ‘lijken van alle volken misschien wel het meest op Noren’.
Win-win dus: als klimaatmitigatie de komende jaren niet effectief blijkt en een opwarming van 3 graden Celsius realiteit wordt, kunnen we in ieder geval terecht in Noorwegen. Niet iedereen is het ermee eens dat migratie nodig zal zijn, en Nederland kan nog een flinke poos vooruit met de huidige bescherming van het land (dijken, gemalen, dammen, keringen, en die kunnen allemaal groter), maar een gecontroleerde terugtrekking behoort zeker tot de toekomstscenario’s. Dit houdt in dat we hogerop gaan wonen wanneer het te duur of onveilig wordt om Nederland droog te pompen. Maar is klimaatgerelateerde migratie echt zo makkelijk te realiseren als Veul in zijn documentaire doet vermoeden? Ja en nee. Het ligt eraan wie de groep migranten is en hoe de volksverhuizing wordt georganiseerd.
De kanarie in de kolenmijn
Een land waar dit vraagstuk al veel langer leeft, is Kiribati, een eilandstaatje in de Grote Oceaan dat slechts een paar meter boven zeeniveau ligt. Op papier zitten zij in een vergelijkbaar klimaatschuitje als Nederland, maar voor de krap 120.000 inwoners is zeespiegelstijging nu al een existentiële bedreiging. Stukken land zijn al onbewoonbaar geworden, er zijn overstromingen en zoet water is schaars. ‘Iedereen heeft een zelfgemaakte zeewering van zandzakken voor z’n deur. Anders wordt je huis weggespoeld bij vloed,’ zegt oud-president Anote Tong over een haperige Zoom-verbinding vanwege slechte weersomstandigheden op Kiribati.
De zeventigjarige Tong was van 2003 tot 2016 president van het eilandstaatje en maakte zich als een van de eerste wereldleiders hard voor een strenge klimaataanpak. ‘In 2004 zei ik het al bij de Verenigde Naties: we moeten nú handelen. Ik ging naar huis denkend dat ik mezelf voor schut had gezet, want niemand leek te luisteren. Ze waren allemaal te druk met het bestrijden van internationaal terrorisme.’
‘Het is te laat voor mijn land. Kiribati zal in zee verdwijnen, ook al gaat de globale CO2-uitstoot naar nul.’
Uit een prognose van het laatste IPCC-rapport van het VN-klimaatpanel blijkt dat Kiribati – naast de Malediven, Tuvalu, de Marshalleilanden en Nauru – mogelijk in het jaar 2060 al volledig onbewoonbaar zal zijn. ‘Het is te laat voor mijn land. Kiribati zal in zee verdwijnen, ook al gaat de globale CO2-uitstoot naar nul’, zegt Tong. Hij heeft zich neergelegd bij deze wrede realiteit, maar blijft denken in oplossingen. ‘Ik wil een veilige toekomst voor mijn kleinkinderen.’
Voor de inwoners van Kiribati wordt migratie noodzakelijk. En ze zijn niet de enigen. Naar schatting zijn er in 2050 wereldwijd tussen de 31 en 143 miljoen mensen die zich elders moeten vestigen vanwege klimaatverandering. Vooral mensen in Sub-Sahara-Afrika (vanwege hitte en droogte) en de Caraïben en Pacifische Eilanden (vanwege verzilting en zeespiegelstijging) zullen in de komende decennia tot migratie worden gedwongen.
Preventief handelen
Maar hoe organiseer je dat als staat? Idealiter heb je vrijwillige migratie in plaats van gedwongen migratie. ‘Als we wachten tot het laatste moment, zal migratie gehaast en ongecontroleerd gaan met alle gevolgen van dien. Kijk hoe dat bij jullie gaat op de Middellandse Zee,’ zegt Tong. Helen Adams, klimaatwetenschapper en socioloog aan King’s College in Londen, stelt dat mensen zeggenschap moeten hebben over hun eigen migratie. 'Van een noodlijdende, dwangmatige of onveilige migratie ondervindt iedereen schade.’
Preventief handelen dus, tijdig verkennen waar je in de toekomst droge voeten kunt halen. ‘Maar een plek voor onze mensen vinden is niet makkelijk,’ zegt Tong. Toch schoot één land Kiribati te hulp. Tong werd in 2012 wereldnieuws toen bekend werd dat Kiribati een stuk land van Fiji had gekocht. Het landoppervlak is ruim 22 vierkante kilometer, ongeveer de grootte van de gemeente Delft, en kostte een kleine 8,5 miljoen euro. Fiji ligt ook in de Grote Oceaan, maar is een vulkanisch eiland en vanwege de hogere ligging een stuk minder kwetsbaar voor zeespiegelstijging. Dit gebied kan op de lange termijn dienen als vluchtheuvel. ‘En het was een boodschap aan de internationale gemeenschap: terwijl jullie blijven uitstoten, leven wij aan de frontlinie,’ zegt Tong.
Het probleem is: hoe de volksverhuizing eruit zou moeten komen te zien is niet duidelijk en tot op de dag van vandaag is er nog niemand naar het gebied in Fiji verhuisd. Net zoals een Nederlandse exodus naar Noorwegen hoogstwaarschijnlijk voelt als een surrealistisch toekomstbeeld, hebben de inwoners van Kiribati de investering in Fiji ook nooit helemaal omarmd. Volgens Tong voelt het voor velen nog steeds als een ver-van-je-bed-show. ‘Ook al slinkt het land en horen ze de alarmerende verhalen, ze geloven het simpelweg niet.’ Migreren vanwege je veiligheid doe je pas als het echt niet anders kan, stelt Adams. ‘Mensen vertrekken van de een op de andere dag naar het buitenland voor familie, werk of een studie, maar als ze hun huis zijn kwijtgeraakt aan een bosbrand, bouwen ze vaak gewoon een nieuw huis op dezelfde plek. Ook al weten ze dat er nog een bosbrand komt’, zegt de Britse socioloog.
Daarom startte Tong een programma genaamd ‘migreren met waardigheid’: door middel van onderwijs de bevolking voorbereiden op een toekomst buiten Kiribati. Niet alleen inlichten over de pushfactoren (gevaren van klimaatverandering), maar ook de pullfactoren (kansen op een welvarend leven). ‘Maak mensen gekwalificeerd. Met diploma’s op zak ben je als Kiribatiër welkom in landen als Australië of Nieuw-Zeeland. Laat ons de personeelstekorten oplossen.’
Klimaatvluchtelingen hebben nog geen status
Andere Pacifische leiders verklaarden Tong voor gek. Je beste mensen wegsturen? Onzin en onnodig. Volgens Tong zijn de leiders in klimaatontkenning of hopen ze op mogelijkheden van het internationaal recht. Wachten op rechtsbescherming doet Tong liever niet. Op basis van klimaatschade komt een Kiribatiër momenteel namelijk niet zo ver. ‘Als Nederlander kun je je bijna overal ter wereld zonder problemen vestigen, maar als klimaatmigrant uit het globale zuiden loop je tegen een visumplicht aan,’ zegt Evelien Brouwer, docent Publiekrecht, Migratie en Technologie aan de Universiteit Utrecht.
En dat visum krijgt een Kiribatiër die de stijgende zeespiegel probeert te ontvluchten hoogstwaarschijnlijk niet. ‘Afgezien van arbeids- en gezinsmigratie, kun je als je niet vervolgd wordt in het land van herkomst, bijvoorbeeld vanwege je geaardheid of journalistieke werk, moeilijk via de legale weg naar bijvoorbeeld de Europese Unie komen.’
Het huidige VN-Vluchtelingenverdrag stamt uit 1951 en is qua beginselen duidelijk gericht op individuele vervolging. Asiel wordt enkel verleend aan mensen die kunnen aantonen dat zij om politieke of andere redenen vervolgd worden. Klimaatvluchtelingen vallen buiten deze definitie. ‘Een natuurramp wordt immers niet aangemerkt als een situatie van individuele “vervolging” of “bedreiging”’, zegt Brouwer. ‘Het huidige recht moet daarom worden uitgebreid met een juridische regeling van klimaatvluchtelingen.’
‘De grootste vervuilers zijn nog steeds aan de macht en moreel leiderschap zie je maar zelden.’
De juridische erkenning van klimaatvluchtelingen staat al langer op de agenda, staat al langer op de agenda, maar veel landen, onder andere binnen de Europese Unie, stribbelen flink tegen. ‘Steeds vaker wordt het geagendeerd, maar telkens wordt het op de lange baan geschoven. Iedereen is bang voor een aanzuigende werking van migranten,’ zegt Brouwer. ‘Als het Westen in zo’n grote mate verantwoordelijk is geweest voor de uitstoot – waar we rijk van zijn geworden, dan is het wel heel cynisch als we tegen de slachtoffers van klimaatverandering zeggen: jammer voor jullie, maar dit is niet onze verantwoordelijkheid.’
Adams sluit zich daarbij aan. Volgens de Britse wetenschapper heerst er in Europa een irrationele angst voor migratie: ‘Mensen denken dat het tot oorlog zou kunnen leiden, maar er is helemaal geen bedreiging voor de nationale veiligheid of onze economieën. Sterker nog: in het globale noorden hebben we migranten nodig om personeelstekorten op te vullen.’
Anote Tong gelooft niet langer dat het Globale Noorden zijn morele verantwoordelijkheid oppakt en klimaatgerelateerde migratie zal toestaan, laat staan faciliteren. ‘De grootste vervuilers zijn nog steeds aan de macht en moreel leiderschap zie je maar zelden. We moeten de toekomst van onze kleinkinderen niet overlaten aan het grootkapitaal uit het Globale Noorden, die geeft alleen iets om economische groei.’ De noodzaak van zijn experimentele klimaataanpak wordt steeds duidelijker.
Het internationaal recht komt langzaam in beweging
Er lijkt wel iets te gebeuren om de minder bevoorrechten bescherming te bieden voor de gevolgen van klimaatverandering. Het VN-Migratiepact, dat een groot deel van de landen ter wereld in 2018 heeft ondertekend, biedt mogelijkheden. ‘Het verdrag richt zich voornamelijk op het welzijn van de migrant in plaats van de economische voordelen van migratie,’ zegt Adams.
Een recente uitspraak van het VN-Mensenrechtencomité verschaft ook perspectief voor de bescherming van klimaatvluchtelingen en -migranten. In 2020 klaagde Ioane Teitiota, een inwoner van Kiribati, de Nieuw-Zeelandse staat aan bij het Mensenrechtencomité. Teitiota vond dat Nieuw-Zeeland zijn asielaanvraag onterecht afwees. De aanklager eiste asiel omdat Kiribati vanwege de gevolgen van klimaatverandering binnen tien tot vijftien jaar niet meer leefbaar zou zijn.
Het Mensenrechtencomité gaf hem geen gelijk, maar dat zat hem in de tien tot vijftien jaar. Teitiota liep daardoor geen onmiddellijk risico in Kiribati. Was dat wél het geval geweest, dan hadden ze hem niet teruggestuurd. ‘De Teitiota-uitspraak betekent dat wanneer in een bepaald gebied essentiële mensenrechten in gevaar komen als gevolg van klimaatverandering, bijvoorbeeld wanneer er weinig voedsel is en dat tot conflicten kan leiden, iemand niet zomaar naar dat gebied teruggestuurd mag worden’, zegt Brouwer. Aangezien klimaatverandering steeds erger wordt, verwacht de jurist dat het niet lang zal duren voordat de eerste klimaatvluchteling vanwege de Teitiota-uitspraak asiel moet krijgen. Toch is dit nog geen garantie. Ook kan het Mensenrechtencomité geen bindende uitspraken doen. Terwijl de tijd begint te dringen voor de inwoners van Kiribati.
Je wieg bepaalt je klimaatschade
Hoe anders is de situatie in Nederland. Ons land ligt op veel plekken nog lager dan Kiribati, maar we hebben tal van alternatieven voordat migratie echt het overwegen waard is. En al zou het zover komen, dan zijn er in ieder geval geen juridische obstakels. De relatief makkelijk te verwezenlijken Noorse droom van Nicolaas Veul voelt toch wrang als je beseft hoe benauwend de situatie van Kiribati op dit moment al is.
Adams, die meeschreef aan het laatste IPCC-rapport, benadrukt dat het niet zozeer gaat om de fysieke dreiging van klimaatverandering, maar om de onderliggende kwetsbaarheid van groepen mensen. ‘Het is niet de vloedgolf die je verdrijft, het is je sociaaleconomische positie. De situatie zou aanzienlijk beter zijn in Sub-Sahara Afrika als ze irrigatiesystemen hadden. Kijk naar landen in het Midden-Oosten, daar kan de bevolking zorgeloos leven omdat ze airconditioning kunnen betalen.’
Een ander voorbeeld zijn de laaggelegen Malediven, een bekende huwelijksreis-hotspot in de Indische Oceaan. Het land is geografisch gezien zeer vergelijkbaar met Kiribati. De eilandengroep overwoog in 2012 land te kopen in Australië en India, maar heeft dat plan in de ijskast gezet en is nu met de opbrengsten uit de toerismesector bezig met de creatie van kunstmatige eilanden. Zoiets is voorlopig ondenkbaar in Kiribati. ‘Eén zeewering bouwen is al een reusachtige kostenpost voor ons’, zegt Tong. Met andere woorden: wie het kan betalen, gaat over tot klimaatmitigatie, wie dat niet kan, is aan zijn lot overgelaten.
‘Ik heb altijd gerefereerd aan klimaatverandering als ‘s werelds grootste morele uitdaging. En dat is het nog steeds.’
Dus wat bepaalt je klimaatkwetsbaarheid? Waar je huis staat of welk paspoort je hebt en of je in staat bent om je elders te vestigen? Beleidsmakers in het Globale Noorden zouden zich voornamelijk met dat laatste moeten bezighouden als het gaat om klimaatgerelateerde migratie, stelt Helen Adams. ‘Het gaat om armoede en ongelijkheid.’
Ook binnen Nederland zullen de meest kwetsbare personen de meeste schade ondervinden van klimaatverandering. ‘Belangrijk is dat je probeert gemeenschappen bij elkaar te houden, ook al is dat niet op dezelfde plek,’ zegt de Britse socioloog. ‘Hoe zorg je voor de ouderen, die al hun hele leven lang in een diepe polder wonen? Hoe zorg je voor ongedocumenteerde migranten en thuislozen? Of mensen die simpelweg niet het menselijke kapitaal hebben om hun spullen te pakken en elders een nieuw leven te starten? Dit zijn zaken waar de Nederlandse autoriteiten over na zouden moeten denken.’
Anote Tong is inmiddels gepensioneerd. Zelf zal hij Kiribati niet meer verlaten. ‘De grote klimaatimpact komt pas na mijn dood. En ook al zou het nu zijn, dan zou ik er juist voor willen zorgen dat jongeren een veilig thuis krijgen.’ Volgens de oud-president is de juiste klimaataanpak een kwestie van je belangen op orde krijgen. ‘Ik heb altijd gerefereerd aan klimaatverandering als ‘s werelds grootste morele uitdaging. En dat is het nog steeds.’
Het bericht Niet de natuurramp, maar je economische positie bepaalt je klimaatkwetsbaarheid verscheen eerst op Vrij Nederland.
https://www.vn.nl/natuurramp-economische-positie-klimaatkwetsbaarheid/