Bestuurlui herfst 2022 (Nederlandse Vuurtoren Vereniging)

We ervaren een warme zomer en zullen moeten accepteren dat er zich ook in de Nederlandse weersomstandigheden grotere extremen gaan voordoen. Temperaturen van boven de dertig graden en rivieren met een laagste waterstand ooit. Degenen van u die hun vakantie buiten Nederland in Zuid-Europa doorbrachten zijn met zeer hete omstandigheden geconfronteerd en misschien wel met lokale bosbranden. Anderzijds zijn er door plaatselijke regenval wilde bergstromen en horen we vaker over ongevallen in de bergen. Ontwikkelingen die zorgen baren.

Positief nieuws is dat binnen Rijkswaterstaat gewerkt wordt aan een beleid voor ‘onze vuurtorens’, daarover zijn we met hen en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in gesprek.

Inmiddels hebben we ter beoordeling een aanmelding gedaan om ‘vuurtorenlichten’ opgenomen te krijgen in het Netwerk Immaterieel Erfgoed. Dat zou een mooie ondersteuning zijn voor ons pleidooi om te komen tot een acceptabel model voor het instellen van ‘facultatieve lichten’.

We hebben een positieve reactie ontvangen op mijn oproep voor een nieuwe penningmeester van Bas van den Berg. Inmiddels hebben we kennis met hem gemaakt en is hij aanwezig geweest bij een bestuursvergadering. Op deze pagina stelt hij zich aan u voor.

De benoeming van een bestuurslid vraagt om goedkeuring van de leden in een ledenvergadering. Daarom wordt tijdens de najaarsbijeenkomst een korte formele ledenvergadering ingelast.

Na het grote succes van een bijeenkomst op Schiermonnikoog in 2019 hebben we de najaarsbijeenkomst weer gepland op één van de Waddeneilanden, dit keer Ameland. Ik hoop velen van u daar te zien.

NB: Wij zijn nog steeds op zoek naar een vrijwilliger voor hulp bij het onderhoud van de website.

Johan Bol, voorzitter

https://www.vuurtorens.org/bestuurlui-herfst-2022/

De voorloper van deze hete zomer was al in 1540 (De Erfgoedstem)

Het is in de zomer van 2022 al flink warm geweest. Maar de zomer van 1540, die was pas écht warm. Hoe de situatie in Amsterdam was, is vastgelegd door raadspensionaris Van der Goes, die verslag deed van het bezoek van Keizer Karel V aan de stad dat jaar. De keizer hield het na 1 snikhete, doorwaakte nacht alweer voor gezien hier.

In de nadagen van de late middeleeuwen waren er nog geen klimaatdeskundigen. Toch is er aardig wat bekend over de heetste zomer ooit, in 1540. Heel Europa zucht dat jaar maandenlang onder hitte en droogte. Oogst mislukt, drinkwater is nauwelijks te krijgen, ziektes tieren welig. En dan is er ook nog eens een muizenplaag. Een kapelaan uit Limburg houdt een dagboek bij en beschrijft dat boeren op het land tijdens het maaien dood neervallen door de hitte.

data:image/svg+xml,%3Csvg%20xmlns='http://www.w3.org/2000/svg'%20viewBox='0%200%20620%20604'%3E%3C/svg%3E

Kaart Amsterdam rond 1540.

data:image/svg+xml,%3Csvg%20xmlns='http://www.w3.org/2000/svg'%20viewBox='0%200%20620%20319'%3E%3C/svg%3E

Kaart Amsterdam anno 2018.

Nog nooit gehoord van bacteriën
Veel Amsterdammers bezwijken aan een zonnesteek, hartaanval of verontreinigd drinkwater. Dit drinkwater komt uit de grachten, sloten en putten. Erg onhygiënisch en onsmakelijk. Van bacteriën heeft men nog nooit gehoord, water koken om het daarmee drinkbaarder te maken doet men niet. De laatmiddeleeuwse Amsterdammer wast zich niet, en zaken als deodorant en parfum zijn nagenoeg onbekend. De grachten zijn een open riool waar ook slachtafval in geloosd wordt. Zelfs de laatmiddeleeuwse neuzen die wel wat gewend zijn, kunnen deze melange van stinkend volk en dito stad moeilijk aan.

Keizer Karel in Amsterdam
De toenmalige heerser over een groot deel van Europa, Keizer Karel V, brengt in dat jaar een staatsbezoek aan Amsterdam. Hij is met een groot gevolg op rondreis door zijn Habsburgse Nederlanden. Op 13 augustus 1540 arriveert hij in Amsterdam. En hij treft onze stad op haar allerslechtst. Is normaal de stank van de grachten en het ongewassen volk in de straten al niet te harden, in de zomer is dit nog vele malen erger. En de arme Karel is toch al niet in een al te beste stemming, aangezien hij een jaar eerder onverwacht weduwnaar is geworden. Om die reden draagt hij zwarte kleding. Niet handig bij tropische hitte. Volgens de overlevering is de keizer gek op bier en vlees: hedendaags barbecuevoer dat uitstekend samengaat met een hete zomer, zou je denken. Maar de keizer is even daarvoor bij een bezoek aan Den Haag flink ziek geworden en daar nog van herstellende. Erg hongerig en dorstig is hij dan ook niet. Daarnaast bederven de hitte en de allesoverheersende stank de eetlust.

Hitte, herrie, stank en muggen
Keizer Karel V logeert in het Wapen van Embden aan de Nieuwendijk. Daar ligt hij wakker van zomers nachtelijk Amsterdam: hitte, herrie, stank en muggen. Als de volgende dag blijkt dat er nauwelijks enigszins drinkbaar water te verkrijgen is, besluit de vermoeide keizer de stad direct weer te verlaten om er nooit meer terug te keren. Raadspensionaris Van der Goes beschrijft het als volgt: ‘Omdat ’t Amsterdam die vier elementen (lucht, water, aarde, vuur) gecorrumpeerd sijn, ende om te behoeden die gesontheyt van Sijne Majesteit ende dengenen die hem volgen, ende water drincken willen, ’t welck ’t Amsterdam yet en doecht (deugt), ende veel sieck, ja de doodt drincken souden mogen.’ Kortom: Amsterdam is vies en ongezond, zorg dat je er zo snel mogelijk wegkomt.

data:image/svg+xml,%3Csvg%20xmlns='http://www.w3.org/2000/svg'%20viewBox='0%200%20620%20945'%3E%3C/svg%3E

Nieuwendijk 196, hoek Gravenstraat. De plek waar herberg Het wapen van Embden stond, logeerplek van keizer Karel de vijfde. Na de sloop van de oude herberg stond hier het gebouw de Keizershof, vernoemd naar die ene nacht in 1540.

Het Grote Zonnejaar
De exacte temperaturen van de zomer van 1540 weten we niet, maar er is geschreven over drooggevallen rivieren, vele bosbranden en langdurige hitte en droogte. De hitte houdt dermate lang aan dat het jaar 1540 vanaf dat moment de boeken in gaat als het Grote Zonnejaar. Generaties zullen het hebben over die allerheetste zomer ooit. Voor moderne klimatologen is de zomer van 1540 ook nu nog een fascinerend ijkpunt. Het jaar daarop is de zomer van 1541 er trouwens één zoals nog vele Amsterdamse zomers zullen volgen: koud en nat.

The post De voorloper van deze hete zomer was al in 1540 appeared first on De Erfgoedstem.

https://erfgoedstem.nl/de-voorloper-van-deze-hete-zomer-was-al-in-1540/

Na drie jaar kan het weer: ‘Sommige dorpen hebben carnaval, wij bouwen paasvuren’ (NOS Binnenland)

Als Arjan Stevens de telefoon opneemt, zit het bouwen er net op: de jury is juist bezig de paasberg van Espelo op te meten. "We kunnen nu niets meer doen", zegt Stevens. Hij schat dat de 'paasboake', die morgenavond in brand wordt gestoken, zo'n vijftien meter hoog is. Stevens hoopt dat dat genoeg is om de paasvurencompetitie te winnen van de vier andere deelnemende buurtschappen in de Overijsselse gemeente Rijssen-Holten.

De jury in de gemeente gebruikt landmeetapparatuur en een beetje wiskunde om de paasvuren op te meten:

In Espelo wordt van oudsher een van de grootste paasvuren van Nederland gebouwd, in een traditie die de afgelopen twee jaar niet kon doorgaan vanwege de coronacrisis. Sinds vijf jaar staat het Espelose vreugdevuur op de lijst van immaterieel erfgoed in Nederland. Volgens het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed zijn onder meer de sociale en culturele aspecten van het paasvuur heel belangrijk.

"De traditie van het bouwen is hier diepgeworteld", zegt Stevens, die op zijn twaalfde voor het eerst meehielp met de opbouw van de 'paasbult'. De hele vriendengroep van de nu 29-jarige inwoner van Espelo is eromheen ontstaan. "Op het platteland is het verenigingsleven de kern van de buurt, dat is waar je elkaar tegenkomt. Sommige dorpen hebben carnaval, wij bouwen paasvuren."

Normaal gesproken beginnen de voorbereidingen voor het paasvuur van Espelo al in oktober. Deze keer zijn de bouwers echter pas in januari gestart met het verzamelen van hout, omdat eerder onzeker was of de vreugdevuren wel konden doorgaan. "Corona was toen nog in volle gang."

De bouwers in Espelo aan het werk:

Op de paasbult liggen kerstbomen, snoeihout van boeren en tuinders uit de omgeving en jong hout van de Sallandse Heuvelrug. Voor dat laatste werken de paasvuurbouwers van Espelo samen met Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. "Dat is een win-winsituatie", vindt Stevens. "Wij halen jonge boompjes weg van de heidevelden, dat is mooi hout voor ons paasvuur. Voor de natuurorganisaties is het ook gunstig: door het verwijderen van die 'opslag' voorkomen we dat de heide dichtgroeit."

Volgens Stevens is het natuurbeheer goed gereguleerd. "We overleggen een keer per jaar met Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten; ieder buurtschap krijgt dan bepaalde gebieden toegewezen op de heide. Vervolgens ga je daar in de maanden voor Pasen met zo veel mogelijk mensen hout ophalen. Regelmatig komt de boswachter daarbij een kijkje nemen."

Smog

Tegelijkertijd klinkt ook kritiek op de paasvurentraditie in met name Oost-Nederland. Zo komt er bij de branden CO2 vrij en kunnen de rook en geur overlast veroorzaken, vooral bij mensen die last hebben van hun luchtwegen.

Het RIVM waarschuwde vandaag al voor smog door de paasvuren in Duitsland en het oosten van Nederland. Omdat er oostenwind staat, kan de daarbij uitgestoten fijnstof zich snel over de rest van Nederland verspreiden. De smogwaarschuwing geldt tot en met maandag.

Stevens zegt soms wel een beetje te worstelen met die kritiek. "We stoten wel wat uit, maar aan de andere kant doen we ook veel terug in de vorm van natuurbeheer." Verder denkt hij dat het merendeel van de inwoners van Oost-Nederland voorstander is van de paasvuren. "Het idee dat je vuur stookt met Pasen is hier heel erg verankerd."

In Nederland worden jaarlijks enkele honderden paasvuren aangestoken, hoewel dat de afgelopen twee jaar vanwege corona niet is gebeurd. Ook in 2019 konden veel vreugdevuren niet doorgaan, toen vanwege het risico op natuurbranden door droogte.

De regels waar paasvuren aan moeten voldoen verschillen per gemeente. Zo mag er in sommige gemeenten alleen snoeihout op de paasbulten terechtkomen. Ook zijn er allerlei vergunningen nodig en zijn er brandveiligheidseisen voor de constructie van de houtstapel, schreef RTV Oost in 2015 al.

https://nos.nl/l/2425410

Nieuw IPCC-rapport: effecten klimaatverandering ernstiger dan gedacht; beperkte tijd voor effectieve adaptatie (Deltares)

Gericht op adaptatie

Gevolgen van klimaatverandering zijn al zichtbaar. De meest kwetsbare mensen en ecosystemen worden daarbij onevenredig getroffen. Het opgestapelde wetenschappelijke bewijs daarvoor is onomstotelijk en nog nooit zo indringend verwoord door het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change). De focus van het Werkgroep 2 rapport van het IPCC, dat vandaag is gepubliceerd, is gericht op de gevolgen, risico’s en adaptatiemaatregelen.

Nederlandse auteurs

Wereldwijd hebben ruim 270 wetenschappers bijgedragen aan dit rapport, waaronder deze Nederlandse hoofdauteurs: Marjolijn Haasnoot (Deltares), Robbert Biesbroek (WUR) en Maarten van Aalst (Universiteit Twente). Marjolijn Haasnoot: “Dit rapport laat zien dat er grote risico’s zijn van klimaatverandering en bespreekt mogelijkheden om ons aan te passen. Een versnelling van adaptatie en ingrijpendere maatregelen zijn nodig om de klimaatverandering bij te houden. Door rekening te houden met de lange termijn adaptatie-opgave kunnen we tijdig duurzame keuzes maken en verkeerde investeringen voorkomen.”

https://www.deltares.nl/app/uploads/2022/02/Klimaatverandering-gevolgen-en-oplossingen-v8a-735x413.png

Bekijk hier de infographic in een groter formaat

Tien conclusies betreffende overstromingen, droogte, hitte, natuur en waterbeheer

De tien belangrijkste uitkomsten van het rapport hebben we samengevat tegen het licht van onze missie: Enabling Delta Life. Welke oplossingen voor overstromingen, droogte, hitte voor mens en natuur worden in dit rapport benadrukt? En wat betekent dit voor het kust- en waterbeheer?

1. Effecten van klimaatverandering doen zich nu al voor op vele plekken, en nemen toe bij elke verdere opwarming

Klimaatverandering heeft al aanzienlijke schade en verlies veroorzaakt aan ecosystemen, de bestaansmogelijkheden van mensen, en infrastructuur. Hittegolven, overstromingen en bosbranden zijn toegenomen door klimaatverandering. De helft van de wereldbevolking heeft al te maken met waterschaarste. Dit komt door een toenemende vraag naar zoet water terwijl de beschikbaarheid afneemt als gevolg van de toegenomen verdamping, veranderingen in sneeuw- en gletsjerdynamiek en schade aan de infrastructuur. Deze trends vormen risico’s voor het leven in delta’s en kustgebieden.

2. Het aanpakken van de gevolgen van klimaatverandering is afhankelijk van de verbonden interacties tussen het klimaat, de natuur en de mens

Klimaatverandering heeft niet alleen gevolgen voor de mens, maar ook voor de ecosystemen op het land en in de oceanen. Dit rapport benadrukt meer dan ooit tevoren dat het verlies en schade aan ecosystemen in elke regio op aarde belangrijke risico’s vormen, en dat deze risico’s versneld toenemen naarmate de aarde meer opwarmt. Daardoor vermindert het vermogen van ecosystemen om gevolgen van klimaatverandering op te vangen en klimaatverandering te beperken. Zowel klimatologische als niet-klimatologische factoren verhogen de druk op het watersysteem en geven aanleiding tot een grondige heroverweging van waterbeheer en ruimtelijke ordening.

3. De kwetsbaarheid van ecosystemen en mensen voor klimaatverandering verschilt tussen regio’s,  maar treft vooral de meest kwetsbaren

De lasten van klimaatverandering zijn niet gelijk verdeeld: mensen die al in een kwetsbare positie verkeren worden onevenredig getroffen. Klimaatverandering draagt daardoor ​​bij aan humanitaire crises en conflicten en heeft geleid tot acute voedselonzekerheid en ondervoeding als gevolg van overstromingen en droogte in onder andere Afrika en Midden-Amerika. Ook in Nederland hebben kwetsbare mensen een hoger risico op hittestress, of financiële gevolgen van storm- of overstromingsschade. Het opbouwen van een veerkrachtige samenleving vereist bewustzijn van deze ongelijke verdeling van klimaatrisico’s over de bevolkingsgroepen.

4. Natuurlijke ecosystemen staan ​​onder toenemende druk, waardoor hun bijdrage aan mitigatie- en aanpassingsinspanningen wordt ondermijnd

Klimaatverandering heeft aanzienlijke schade en onomkeerbare verliezen veroorzaakt aan ecosystemen op land, aan de kust en in de open oceaan. Exploitatie van de natuur, versnippering van leefgebieden en schade veroorzaakt door verontreinigende stoffen vergroten de kwetsbaarheid van ecosystemen voor klimaatverandering. Bovendien kunnen sommige vormen van mitigatie op het land nadelige ecologische effecten hebben, zoals wijdverbreide toepassing van bio-energiegewassen die de watervoorziening, voedselzekerheid en biodiversiteit kunnen ondermijnen. We moeten ervoor zorgen dat aanhoudende negatieve effecten van klimaatverandering de ecosysteemfuncties niet schaden.

https://www.deltares.nl/app/uploads/2022/02/Figuur-IPCC--735x568.png

Figuur 1: Hoe langer we wachten, hoe minder er straks nog mogelijk is.

5. Stedelijke gebieden zijn hotspots: gevolgen van klimaatverandering komen daar samen maar er zijn tegelijkertijd mogelijkheden voor adaptatie en mitigatie

Door de toenemende verstedelijking zullen de effecten van klimaatverandering op de menselijke gezondheid, kritieke infrastructuur en levensonderhoud toenemen. Met name de infrastructuur voor sanitatie, watervoorziening, transport, communicatie en energie vereisen een upgrade van de gebruikte ontwerpnormen. Kuststeden worden onevenredig zwaar getroffen door de concentratie van economische activiteiten en bevolking in smalle kustgebieden. De concentratie aan bouwactiviteiten en sociaal-economische ontwikkelingen bieden echter een schat aan mogelijkheden om klimaatadaptatie- en mitigatiebeleid te implementeren.

6. Zeespiegelstijging zal grote risico’s en aanpassingsproblemen met zich meebrengen voor kustgebieden

Een steeds sneller stijgende zeespiegel brengt grote risico’s met zich mee voor kuststeden, ecosystemen en infrastructuur. De risico’s voor levensonderhoud, gezondheid, welzijn, voedselbeschikbaarheid, watervoorziening en cultureel erfgoed nemen toe. De ernst van de effecten van zeespiegelstijging neemt in de loop van de eeuwen steeds sneller toe, en deze effecten kunnen veel eerder optreden wanneer de zeespiegel sneller stijgt als gevolg van het smelten van de Antarctische ijskap. Zeespiegelstijging is een existentiële bedreiging voor laaggelegen delta’s, kusten en eilanden. Maatregelen voor aanpassen bestaan uit het beschermen, zeewaarts gaan, meebewegen en geplande terugtrekking.

7. Kettingreacties, samenvallende omstandigheden en grensoverschrijdende effecten hebben grote invloed op de ecologische en humanitaire crises

Meerdere klimaateffecten zullen tegelijkertijd optreden, wat resulteert in grotere en meer verspreiding van gevolgen. Ook kunnen klimaateffecten leiden tot keten van andere effecten over sectoren en regio’s veroorzaken. Hitte kan leiden tot droogte wat weer kan leiden tot bosbranden waardoor water niet meer goed kan worden vastgehouden wat weer kan leiden tot een overstroming.. Klimaatgerelateerde extremen veroorzaken economische en maatschappelijke gevolgen over de landsgrenzen heen via toeleveringsketens, verbonden rivier- en kustgebieden, markten en natuurlijke hulpbronnenstromen, met toenemende grensoverschrijdende risico’s in de water-, energie- en voedselsectoren. Dit heeft invloed op hoe wij onze delta-studies vormgeven.

8. De mogelijkheden tot adaptatie zijn ongelijk verdeeld en deze kloof wordt groter

Hoewel veel landen zich voorbereiden op klimaatverandering, is er een grote verscheidenheid aan plannen en implementatie van maatregelen. De omvang en snelheid van huidige en geplande maatregelen zijn onvoldoende om negatieve effecten voldoende in te perken. Een gedegen lange-termijn planning en tijdige implementatie van adaptatiebeleid zijn noodzakelijk om gevolgen te beperken en te voorkomen dat we vastlopen of verkeerde investeringen doen. Voor Nederland is dit recent expliciet aangekaart in de conclusie dat water- en ondergrondprocessen als leidraad genomen moeten worden voor toekomstig landgebruik en waterbeheer.

9. Het dichten van de aanpassingskloof is afhankelijk van tijdige actie en flexibele strategieën voor de lange termijn

Met elke toename van de wereldtemperatuur zullen er in elke regio nieuwe aanpassingsgrenzen ontstaan. Maatregelen voor mitigatie en aanpassing met snelheden en schalen die verder gaan dan de huidige plannen zijn nodig om toenemende verliezen en schade te voorkomen. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat een mix ecosystemen gebaseerde (groene) en technische (grijze) oplossingen kansrijk is om de adaptatiekosten te verlagen en bij te dragen het beperken van overstromingen en vasthouden van water voor tijden van droogte.

10. Duurzame ontwikkeling en het vermijden van maladaptatie vereisen geïntegreerde benaderingen van adaptatie, mitigatie en het aanpakken van sociale en ecologische uitdagingen.

De biodiversiteit en de veerkracht van ecosystemen tegen klimaatverandering worden verminderd wanneer maatregelen uitblijven. Acties die gericht zijn op afzonderlijke sectoren of risico’s en waarbij prioriteit wordt gegeven aan de winst op korte termijn leiden op de lange termijn vaak tot nadelige effecten op ecosystemen en mensen. Oplossingen op basis van een integrale en inclusieve benadering kunnen risico’s verminderen en klimaatbestendige ontwikkeling mogelijk te maken.

Deltares collega’s werkten eerder aan het rapport van Werkgroep 1 over de klimaatveranderingen zelf. Dit rapport verscheen augustus vorig jaar. In april komt Werkgroep 3 met haar rapport over klimaatmitigatie.

Vanuit Deltares hebben de volgende experts bijgedragen aan deel 1 en deel 2 van het IPCC rapport:

Roshanka Ranasinghe (coördinerend hoofdauteur voor WG-I)
Bart van den Hurk (hoofdauteur voor WG-I)
Marjolijn Haasnoot (hoofdauteur voor WG-II)
Johan Reyns (bijdragende auteur voor WG-I)
Sadie McEvoy (wetenschappelijke ondersteuning en bijdragende auteur voor WG-II)
Gundula Winter (bijdragende auteur voor WG-II)

The post Nieuw IPCC-rapport: effecten klimaatverandering ernstiger dan gedacht; beperkte tijd voor effectieve adaptatie appeared first on Deltares.

https://www.deltares.nl/nl/nieuws/nieuw-ipcc-rapport-effecten-klimaatverandering-ernstiger-dan-gedacht-beperkte-tijd-voor-effectieve-adaptatie

Na jarenlang debat worden 10.000 wilde paarden in Australië afgeschoten (NOS journaal)

Meer dan 10.000 wilde paarden worden de komende jaren afgeschoten in het natuurgebied Kosciuszko in het zuidoosten van Australië. Het is de conclusie van jarenlang debat over wat te doen met de wilde paarden die door sommige deskundigen als een plaag, en door anderen als cultureel erfgoed worden gezien.

"Ze hebben alles weggevreten. Ik word er diep triest van", zegt Richard Swain, een aboriginal-gids in het nationale park. Hij komt al jaren in het natuurgebied en heeft gezien hoe de paardenpopulatie exponentieel is gegroeid. Waar toeristen idyllisch ronddartelende paarden zien, valt hem de verwoesting op die de dieren achterlaten.

Bedreigde inheemse dieren

In heel Australië komen minstens 400.000 wilde paarden voor, de grootste populatie ter wereld. In Kosciuszko, een natuurgebied zo groot als een derde van Nederland, lopen ruim 14.000 wilde paarden rond.

Ze veroorzaken erosie, verspreiden onkruid en concurreren met inheemse dieren om leefruimte en voedsel. De deelstaatregering heeft daarom onlangs besloten om de komende jaren de populatie terug te brengen naar 3000. De overgebleven dieren mogen nog vrij rond blijven rennen.

Dat plan gaat volgens deskundigen niet ver genoeg. Onder wetenschappers bestaat er geen twijfel: de paarden zijn een plaag en moeten allemaal afgeschoten worden. "Paarden horen niet thuis in dit landschap. Het zijn zware beesten van gemiddeld 400 kilo. Ze vertrappen de inheemse planten en verwoesten de leefomgeving van ernstig bedreigde inheemse dieren", zegt hoogleraar James Pittock van de Australian National University in Canberra.

Ernstig bedreigde soorten in dit gebied zijn onder meer de geel-zwart-gestreepte corroboree kikker, waarvan wetenschappers denken dat er slechts tussen de vijftig en tweehonderd van over zijn. Of de mastacomys, een kleine buidelrat en een unieke hagedissoort, de Alpine she-oak skink. Ook een aantal unieke Australische bloemen en grassen wordt bedreigd.

Deze dieren zijn niet erg bekend bij de Australische gemeenschap. "Ik geloof dat ze zich zorgen maken om kikkers, maar ze kunnen toch een omheining om het moeras zetten?", zegt Victoria Patchell. Ze woont in het noorden van het land en is speciaal naar Kosciuszko gekomen om de paarden te zien. "Het zijn zulke prachtige, vredige dieren. We moeten ze met rust laten."

Verschillende lobbygroepen pleiten voor andere oplossingen, zoals het vangen en steriliseren van de paarden. Activist Lewis Benedetti heeft bijvoorbeeld andere ideeën. Hij is paardentemmer en organiseert tours te paard. "We kunnen de populatie onder controle krijgen door de paarden te temmen, er zijn genoeg mensen die ze op willen nemen."

Maar dat is volgens deskundigen geen oplossing. "De paarden vermenigvuldigen zich ieder jaar met 20 procent. Het zijn er gewoon te veel. Ieder jaar dat we niets doen, richten ze meer schade aan", zegt Pittock.

Droogte

De dieren zorgen voor vervuiling van de rivieren en vergroten de kans op bosbranden. "Inheemse planten remmen de stroming en filteren het water. Maar doordat alles is weggevreten en de paarden door de rivieren stampen, stroomt het water nu veel te snel weg en laat een kale, droge vlakte achter", legt Pittock uit.

Daarnaast is de huidige situatie ook voor de paarden zelf niet ideaal, stelt hij. "In Australië zijn regelmatig lange periodes van droogte, waardoor er niets te eten is. Ik heb beesten uitgemergeld rond zien lopen, stervend van de honger. Niemand vindt het leuk om paarden dood te schieten, maar helaas is het de enige realistische oplossing."

De gemoederen lopen hoog op bij tegenstanders van het plan om de paarden af te schieten. Deskundigen zoals Pittock en Swain worden zelfs bedreigd. Dat heeft deels te maken met de symbolische betekenis van de paarden voor sommige Australiërs. De dieren zijn ruim 200 jaar geleden geïntroduceerd door de eerste Britten die Australië hebben ingenomen.

De eerste brumbies, zoals de wilde paarden nu nog liefkozend genoemd worden, zouden van de Brit James Brumby zijn, een hoefsmid die zijn paarden vrijliet in de Australische bush. Sindsdien spreken de wilde paarden tot de verbeelding. Een beroemde film uit de jaren 80, The Man from Snowy River, heeft bijgedragen aan het romantische beeld van de edele dieren.

In zijn boek The Brumby Wars schrijft journalist Anthony Sharwood dat het inmiddels een 'cultuuroorlog' is die verdergaat dan de liefde voor de paarden, en een strijd is om de 'ziel van Australië'.

Pittock beaamt dat. "Sommige mensen willen niet toegeven dat Australië is ingenomen door de Britten en dat de inheemse bevolking is uitgeroeid. Ze zien het paard als rechtvaardiging van hun bestaan in Australië."

Kolonialisme

Voor aboriginal-man Richard Swain is het verzet tegen de aanpak van de plaag een teken van kolonialisme en overheersing. "Het is walgelijk dat we deze dieren zoveel schade laten aanrichten. Het geeft aan hoe weinig respect Australiërs hebben voor hun eigen land."

Het plan van de regering om de aantallen terug te dringen is een goede eerste stap, maar gaat volgens Swain nog niet ver genoeg. "Als je paarden wilt zien, kan dat waar ook ter wereld. Hier in Australië is het onze verantwoordelijkheid om voor de kwetsbare, inheemse dieren en planten te zorgen."

https://nos.nl/l/2411806