Grote herbivoren kunnen brandrisico verminderen (Geitenhouderij)

Inzet van grote herbivoren kan goed werken om bos- en natuurbranden te beperken of zelfs te voorkomen. Dit blijkt uit onderzoek van het Duits centrum voor integratief biodiversiteitsonderzoek (iDiv), de Wageningen Universiteit, de Universiteit Leipzig, het Helmholtz-centrum voor milieuonderzoek (UFZ) en de universiteiten in Porto en Lissabon. Herbivoren kunnen de plek innemen van veel duurdere maatregelen zoals brandbestrijding of mechanische verwijdering van vegetatie.

https://www.vakbladgeitenhouderij.nl/artikel/20210921/grote-herbivoren-kunnen-brandrisico-verminderen/

Australische ‘Black Summer’-bosbranden produceerden bijna dubbel zoveel CO2 als alle Australiërs in een jaar (KNMI)

Australië werd in de zomer van 2019-2020, ook wel ‘Black Summer’ genoemd, geteisterd door enorm bosbranden. Onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam, SRON Netherlands Institute for Space Research en het KNMI hebben met behulp van gegevens van het satellietinstrument Tropomi bepaald hoeveel CO2 daarbij vrij is gekomen. De bosbranden produceerden bijna tweemaal zoveel CO2 als het jaarlijkse verbruik van fossiele brandstoffen in heel Australië.

https://www.knmi.nl/over-het-knmi/nieuws/australische-black-summer-bosbranden-produceerden-bijna-dubbel-zoveel-co2-als-alle-australiers-in-een-jaar

Kerken bieden naast zorg voor armen steeds vaker scheppingszorg. ‘Noem het een groene vorm van missionair zijn’ (Nederlands Dagblad)

Scheppingszorg wordt in de kerk steeds meer als een manier gezien om handen en voeten te geven aan je geloof. Het helpt Embert Messelink om zijn ‘kindje’, A Rocha Nederland, na negentien jaar los te laten.AmersfoortEmbert Messelink stopt eind deze maand als directeur van de Nederlandse afdeling van A Rocha, een internationale, christelijke natuurbeweging. Zondag wordt hij bevestigd als kerkelijk werker in de vrijgemaakt-gereformeerde Westerkerk in Amersfoort. Hij combineert deze nieuwe baan met een parttime studie theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. Op termijn wil hij predikant worden. ‘Ik geniet ervan om met mensen op te trekken, in geloof betrokken te zijn bij elkaar en bij deze wereld. Dat heb ik binnen A Rocha ervaren, het lijkt me mooi om daaraan bij te dragen in een kerkelijke gemeente’, vertelt hij thuis in Amersfoort aan de grote houten eettafel. De muur achter hem is volledig bedekt door een boekenkast. De deur naar de tuin staat open. Die is groen en levend - hoe kan het ook anders. Embert Messelink was een van de mensen die in 2002 aan de wieg stonden van de Nederlandse afdeling van de internationale, christelijke natuurbeweging A Rocha.Wat is de meerwaarde van een christelijke natuurorganisatie?‘Mag het wat minder? Kunnen we leren genieten van genoeg?’‘In de eerste tien jaar kreeg ik bijna elke week een vraag over het bestaansrecht van A Rocha. ik denk dat veel mensen het idee hadden dat we een zuiltje wilden oprichten om met christenen onder elkaar aan natuurbehoud te doen. Dat was niet onze bedoeling. Wij wilden vanuit de kerk dienstbaar zijn aan de samenleving. Noem het diaconaat of een groene vorm van missionair zijn. De kerk heeft zich in de geschiedenis onderscheiden met ziekenzorg en armenzorg. Mag scheppingszorg ook een plek hebben in het handen en voeten geven van je geloof? Ik vind het opmerkelijk dat we als A Rocha zo vaak naar ons bestaansrecht zijn gevraagd. Je kunt net zo goed vragen: moet er een Tearfund zijn, een Woord en Daad, een ZOA, een Compassion? In de katholieke wereld worden alle parakerkelijke organisaties als kloosters gewoon als onderdeel van de totale kerk beschouwd, hoewel het afzonderlijke organisaties zijn. Ik zou het mooi vinden als dat in de protestantse wereld ook zo zou zijn. Kerk en christelijke organisaties hebben elkaar hard nodig.’Je kunt als christen ook in seculiere natuurorganisaties de handen uit de mouwen steken.‘Ik ben in gesprek geweest met een groepje christenen in Hardenberg die overwogen een lokale A Rocha-groep te beginnen, maar daarover twijfelden. Ze zeiden: ‘We zien elkaar zondags in de kerk en woensdag bij natuurorganisatie IVN.’ Daar zag ik geen noodzaak om dingen over te nemen. Maar ik heb ook heel veel mensen gesproken die zeggen: ‘Ik voel mij in de kerk eenzaam omdat ik vanuit mijn geloof betrokken ben op de natuur, maar er in de kerk nooit wat over hoor. In de natuurorganisaties voel ik me eenzaam omdat het niet over geloof gaat.’’Is A Rocha dan tijdelijk nodig, tot het in de kerk meer over de schepping en de klimaat- en biodiversiteitscrisis gaat? ‘A Rocha krijgt denk ik alleen maar meer bestaansrecht. Het zijn geen kleine problemen waarmee we te maken hebben. Wat hebben we een zomer achter de rug met bosbranden, overstromingen en het IPCC-rapport. Deze problemen vragen ons om uitdagende keuzes te maken, die tegen de cultuur in gaan. Mag het wat minder? Kunnen we leren genieten van genoeg? Als christen moet ik te rade gaan bij het evangelie van Jezus. Het evangelie is van toepassing op deze aarde. Het is een boodschap van hoop, van bevrijding uit patronen die we gewoon zijn gaan vinden, van gebruiken en verbruiken en de aarde overvragen. Het is ook een boodschap van schuld en vergeving. Deze tijd vraagt erom schuld en vergeving ook toe te passen op onze omgang met de aarde.’Doen de kerken nu meer aan scheppingszorg dan in de beginjaren van A Rocha Nederland?‘Theologisch is er de laatste jaren veel in ontwikkeling. De Theologische Universiteit Kampen is vorige week gestart met de minor theologische ecologie, over het bewust omgaan met Gods schepping en het milieuvraagstuk. Theoloog Gijsbert van den Brink is bezig met onderzoek naar geloof en schepping. Ik heb de openingsmomenten van verschillende theologische universiteiten gevolgd. Het viel mij op dat het telkens ging over de vraag hoe we ervoor zorgen dat theologie niet alleen waar is, maar ook relevant voor nu.De Christelijke Gereformeerde Kerken gaan voor het eerst een project financieel steunen dat natuurontwikkeling als primaire doelstelling heeft. In samenwerking met A Rocha is de keus gevallen op het Dry Forest Project van A Rocha Peru, dat zich richt op het herstel van bossen in de savanne-achtige kustzone in Noord-Peru.’Waarom bent u theologie gaan studeren?‘De behoefte aan meer theologische verdieping is binnen mijn werk bij A Rocha begonnen. Ik begon in 2018 aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven met de bachelorvakken theologie, behalve de oude talen. Al studerend is het verlangen opgekomen om predikant te worden. Twee jaar geleden ben ik begonnen met een parttime studie aan de theologische faculteit in Kampen. Die studie duurt vier jaar, dus ik zit nu op de helft.’Vindt u het moeilijk A Rocha los te laten?‘Het loslaten van vriendschappelijke werkcontacten met vele tientallen collega’s en vrijwilligers, met wie ik jaren heb opgetrokken, is het moeilijkst. Maar ik heb al anderhalf jaar het gevoel dat ik aan A Rocha gegeven heb wat ik te geven heb. Het past wel bij mij om weer wat nieuws te doen. Ik denk dat het voor A Rocha ook goed is. Een belangrijke vraag voor de nieuwe directeur is hoe A Rocha een beweging kan worden van nog meer mensen. Ik kan mij voorstellen dat er nog andere manieren zijn om lokaal in verbinding met anderen met scheppingszorg aan de slag te gaan.’Gaat u de Westerkerk vergroenen?‘Ik ben wie ik ben, dus hoe ik mij heb ontwikkeld, neem ik mee. Ik neem niet de missie van A Rocha mee. Als je het iets verbreedt, is in mijn geloof het zoeken naar het koninkrijk van God in de wereld een belangrijke lijn. In mijn jeugd lag sterk het accent op zonde en vergeving, het ging meer over de toekomst. Ik houd mij nog altijd vast aan Gods goede toekomst. Maar wat ik veel mooier vind, is me bezighouden met de vraag hoe we nu op weg gaan naar het koninkrijk. Ik wil niet vastzitten in de status quo. Jezus is gekomen om in alles vrede te brengen, staat in Kolossenzen 1. Je kunt die vrede zoeken in alle relaties waarin je als mens leeft. Je kunt je inzetten voor het herstel van de schepping, de natuur. Je kunt ook gaan helpen in het verzorgingshuis naast de kerk of er zijn voor jongeren met depressiviteit.’ Er zijn christenen die zich niet met de klimaat- en biodiversiteitscrisis willen bezighouden. Vindt u dat teleurstellend?‘Ik ben weleens in discussie met het conservatieve kamp. Het thema duurzaamheid is links en verdacht. Dan denk ik weleens: hoe bestaat het dat je het niet pakt? Dat je op alle mogelijke manieren argumenten zoekt om te zeggen dat het geloof belangrijk is en de aardse dingen een heel stuk verderop komen? Dat staat haaks op mijn denken. Ik wil mijn leven niet langer opdelen in eerst God, dan mens, dan schepping. Ik heb er zelf zes, zeven jaar over gedaan om mijn liefde voor de natuur te verbinden met mijn geloof in God. Dat deed ik al lezend, pratend, studerend. Voor mij was het een verrijkende weg. We zeggen bij A Rocha weleens: als je je tot God hebt bekeerd, volgt daarna nog de bekering tot je medemens en de schepping.Wij gooien weleens een steen in de vijver. Zo heeft Koos van Noppen enkele jaren geleden zijn pamflet ‘Messentrekkers bij de Nachtwacht’ via onze website gelanceerd. Dit was een felle oproep aan christenen om de zorg voor de aarde serieus te nemen. Ik ben er niet vies van het af en toe heel scherp te zeggen. Maar hoe veranderen mensen? Ik denk niet door ze het mes op de keel te zetten. Het past meer bij A Rocha om te zeggen: leer met ons mee, haak maar aan, wij gaan alvast. Ik heb heel veel kwartjes zien vallen bij mensen die in een natuurweek gingen helpen en die in een paar dagen tijd zicht kregen op wat ons echt beweegt.’ <A Rocha werkt met lokale groepenEmbert Messelink leerde A Rocha in Zuid-Frankrijk kennen. ‘Met mijn vrouw Petra was ik een paar weken bij een veldstudiecentrum, waar een open, christelijke leefgroep professioneel natuuronderzoek en natuurbescherming combineerde met geloof. A Rocha was in die tijd in acht of negen landen actief, nu in 22 landen. A Rocha is begonnen in Portugal. De naam A Rocha verwijst naar het eerste veldstudiecentrum aan de ‘praia da rocha’, Portugees voor rotskust. De oprichter is daarna in Zuid-Frankrijk gaan wonen, waar hij een tweede veldstudiecentrum is begonnen.’Embert en Petra Messelink wilden met een paar Nederlanders die al bij A Rocha betrokken waren, onder wie milieudeskundige Martine Vonk, ook in Nederland een natuurcentrum beginnen. ‘We hebben een bestuur gevormd en verschillende locaties bekeken. Na vier, vijf jaar vergeefs zoeken naar een geschikte plek, hebben we de stap gezet om met lokale groepen te werken. Opeens kon iedereen A Rocha zijn. Groepjes kerkleden verbonden zich aan een natuurgebied en gingen daar de handen uit de mouwen steken.’ De afdeling in Amersfoort, Messelinks woonplaats, is bijvoorbeeld verbonden aan Landgoed Coelhorst. ‘We onderhouden daar het landschap op verzoek van Natuurmonumenten. We werken veel aan de houtsingels. Die moeten geregeld teruggezaagd worden, om ze soortenrijk te houden. We hebben op dit landgoed ook de broedvogels in kaart gebracht.’A Rocha heeft veertien lokale groepen in Nederland. ‘We doen veel voor Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de 12Landschappen. We werken ook wel samen met burgerlijke gemeenten, private landgoederen en soms doen we wat op het boerenland. In Amerongen onderhouden we een ecologische moes- en pluktuin, die we hebben overgenomen van de zusters diaconessen. We hebben honderd langdurig aan ons verbonden vrijwilligers en 650 donateurs. Vier mensen zijn parttime in dienst bij A Rocha, onder wie ikzelf sinds 2011. Als lokale groepen een activiteit organiseren, bijvoorbeeld een schoonmaakactie, nodigen ze daar ook anderen voor uit. Ik schat dat er per jaar tweeduizend tot drieduizend vrijwilligers meedoen aan de acties van A Rocha in Nederland....

https://www.nd.nl/nieuws/nederland/1059566/kerken-bieden-naast-zorg-voor-armen-steeds-vaker-scheppingszorg-noem-het-een-groene-vorm-van-missionair-zijn-

Als je je tot God hebt bekeerd, volgt daarna nog de bekering tot je medemens en de schepping’ (Nederlands Dagblad)

Scheppingszorg wordt in de kerk steeds meer als een manier gezien om handen en voeten te geven aan je geloof. Het helpt Embert Messelink om zijn ‘kindje’, A Rocha Nederland, na negentien jaar los te laten.AmersfoortEmbert Messelink stopt eind deze maand als directeur van de Nederlandse afdeling van A Rocha, een internationale, christelijke natuurbeweging. Zondag wordt hij bevestigd als kerkelijk werker in de vrijgemaakt-gereformeerde Westerkerk in Amersfoort. Hij combineert deze nieuwe baan met een parttime studie theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. Op termijn wil hij predikant worden. ‘Ik geniet ervan om met mensen op te trekken, in geloof betrokken te zijn bij elkaar en bij deze wereld. Dat heb ik binnen A Rocha ervaren, het lijkt me mooi om daaraan bij te dragen in een kerkelijke gemeente’, vertelt hij thuis in Amersfoort aan de grote houten eettafel. De muur achter hem is volledig bedekt door een boekenkast. De deur naar de tuin staat open. Die is groen en levend - hoe kan het ook anders. Embert Messelink was een van de mensen die in 2002 aan de wieg stonden van de Nederlandse afdeling van de internationale, christelijke natuurbeweging A Rocha.Wat is de meerwaarde van een christelijke natuurorganisatie?‘Mag het wat minder? Kunnen we leren genieten van genoeg?’‘In de eerste tien jaar kreeg ik bijna elke week een vraag over het bestaansrecht van A Rocha. ik denk dat veel mensen het idee hadden dat we een zuiltje wilden oprichten om met christenen onder elkaar aan natuurbehoud te doen. Dat was niet onze bedoeling. Wij wilden vanuit de kerk dienstbaar zijn aan de samenleving. Noem het diaconaat of een groene vorm van missionair zijn. De kerk heeft zich in de geschiedenis onderscheiden met ziekenzorg en armenzorg. Mag scheppingszorg ook een plek hebben in het handen en voeten geven van je geloof? Ik vind het opmerkelijk dat we als A Rocha zo vaak naar ons bestaansrecht zijn gevraagd. Je kunt net zo goed vragen: moet er een Tearfund zijn, een Woord en Daad, een ZOA, een Compassion? In de katholieke wereld worden alle parakerkelijke organisaties als kloosters gewoon als onderdeel van de totale kerk beschouwd, hoewel het afzonderlijke organisaties zijn. Ik zou het mooi vinden als dat in de protestantse wereld ook zo zou zijn. Kerk en christelijke organisaties hebben elkaar hard nodig.’Je kunt als christen ook in seculiere natuurorganisaties de handen uit de mouwen steken.‘Ik ben in gesprek geweest met een groepje christenen in Hardenberg die overwogen een lokale A Rocha-groep te beginnen, maar daarover twijfelden. Ze zeiden: ‘We zien elkaar zondags in de kerk en woensdag bij natuurorganisatie IVN.’ Daar zag ik geen noodzaak om dingen over te nemen. Maar ik heb ook heel veel mensen gesproken die zeggen: ‘Ik voel mij in de kerk eenzaam omdat ik vanuit mijn geloof betrokken ben op de natuur, maar er in de kerk nooit wat over hoor. In de natuurorganisaties voel ik me eenzaam omdat het niet over geloof gaat.’’Is A Rocha dan tijdelijk nodig, tot het in de kerk meer over de schepping en de klimaat- en biodiversiteitscrisis gaat? ‘A Rocha krijgt denk ik alleen maar meer bestaansrecht. Het zijn geen kleine problemen waarmee we te maken hebben. Wat hebben we een zomer achter de rug met bosbranden, overstromingen en het IPCC-rapport. Deze problemen vragen ons om uitdagende keuzes te maken, die tegen de cultuur in gaan. Mag het wat minder? Kunnen we leren genieten van genoeg? Als christen moet ik te rade gaan bij het evangelie van Jezus. Het evangelie is van toepassing op deze aarde. Het is een boodschap van hoop, van bevrijding uit patronen die we gewoon zijn gaan vinden, van gebruiken en verbruiken en de aarde overvragen. Het is ook een boodschap van schuld en vergeving. Deze tijd vraagt erom schuld en vergeving ook toe te passen op onze omgang met de aarde.’Doen de kerken nu meer aan scheppingszorg dan in de beginjaren van A Rocha Nederland?‘Theologisch is er de laatste jaren veel in ontwikkeling. De Theologische Universiteit Kampen is vorige week gestart met de minor theologische ecologie, over het bewust omgaan met Gods schepping en het milieuvraagstuk. Theoloog Gijsbert van den Brink is bezig met onderzoek naar geloof en schepping. Ik heb de openingsmomenten van verschillende theologische universiteiten gevolgd. Het viel mij op dat het telkens ging over de vraag hoe we ervoor zorgen dat theologie niet alleen waar is, maar ook relevant voor nu.De Christelijke Gereformeerde Kerken gaan voor het eerst een project financieel steunen dat natuurontwikkeling als primaire doelstelling heeft. In samenwerking met A Rocha is de keus gevallen op het Dry Forest Project van A Rocha Peru, dat zich richt op het herstel van bossen in de savanne-achtige kustzone in Noord-Peru.’Waarom bent u theologie gaan studeren?‘De behoefte aan meer theologische verdieping is binnen mijn werk bij A Rocha begonnen. Ik begon in 2018 aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven met de bachelorvakken theologie, behalve de oude talen. Al studerend is het verlangen opgekomen om predikant te worden. Twee jaar geleden ben ik begonnen met een parttime studie aan de theologische faculteit in Kampen. Die studie duurt vier jaar, dus ik zit nu op de helft.’Vindt u het moeilijk A Rocha los te laten?‘Het loslaten van vriendschappelijke werkcontacten met vele tientallen collega’s en vrijwilligers, met wie ik jaren heb opgetrokken, is het moeilijkst. Maar ik heb al anderhalf jaar het gevoel dat ik aan A Rocha gegeven heb wat ik te geven heb. Het past wel bij mij om weer wat nieuws te doen. Ik denk dat het voor A Rocha ook goed is. Een belangrijke vraag voor de nieuwe directeur is hoe A Rocha een beweging kan worden van nog meer mensen. Ik kan mij voorstellen dat er nog andere manieren zijn om lokaal in verbinding met anderen met scheppingszorg aan de slag te gaan.’Gaat u de Westerkerk vergroenen?‘Ik ben wie ik ben, dus hoe ik mij heb ontwikkeld, neem ik mee. Ik neem niet de missie van A Rocha mee. Als je het iets verbreedt, is in mijn geloof het zoeken naar het koninkrijk van God in de wereld een belangrijke lijn. In mijn jeugd lag sterk het accent op zonde en vergeving, het ging meer over de toekomst. Ik houd mij nog altijd vast aan Gods goede toekomst. Maar wat ik veel mooier vind, is me bezighouden met de vraag hoe we nu op weg gaan naar het koninkrijk. Ik wil niet vastzitten in de status quo. Jezus is gekomen om in alles vrede te brengen, staat in Kolossenzen 1. Je kunt die vrede zoeken in alle relaties waarin je als mens leeft. Je kunt je inzetten voor het herstel van de schepping, de natuur. Je kunt ook gaan helpen in het verzorgingshuis naast de kerk of er zijn voor jongeren met depressiviteit.’ Er zijn christenen die zich niet met de klimaat- en biodiversiteitscrisis willen bezighouden. Vindt u dat teleurstellend?‘Ik ben weleens in discussie met het conservatieve kamp. Het thema duurzaamheid is links en verdacht. Dan denk ik weleens: hoe bestaat het dat je het niet pakt? Dat je op alle mogelijke manieren argumenten zoekt om te zeggen dat het geloof belangrijk is en de aardse dingen een heel stuk verderop komen? Dat staat haaks op mijn denken. Ik wil mijn leven niet langer opdelen in eerst God, dan mens, dan schepping. Ik heb er zelf zes, zeven jaar over gedaan om mijn liefde voor de natuur te verbinden met mijn geloof in God. Dat deed ik al lezend, pratend, studerend. Voor mij was het een verrijkende weg. We zeggen bij A Rocha weleens: als je je tot God hebt bekeerd, volgt daarna nog de bekering tot je medemens en de schepping.Wij gooien weleens een steen in de vijver. Zo heeft Koos van Noppen enkele jaren geleden zijn pamflet ‘Messentrekkers bij de Nachtwacht’ via onze website gelanceerd. Dit was een felle oproep aan christenen om de zorg voor de aarde serieus te nemen. Ik ben er niet vies van het af en toe heel scherp te zeggen. Maar hoe veranderen mensen? Ik denk niet door ze het mes op de keel te zetten. Het past meer bij A Rocha om te zeggen: leer met ons mee, haak maar aan, wij gaan alvast. Ik heb heel veel kwartjes zien vallen bij mensen die in een natuurweek gingen helpen en die in een paar dagen tijd zicht kregen op wat ons echt beweegt.’ <A Rocha werkt met lokale groepenEmbert Messelink leerde A Rocha in Zuid-Frankrijk kennen. ‘Met mijn vrouw Petra was ik een paar weken bij een veldstudiecentrum, waar een open, christelijke leefgroep professioneel natuuronderzoek en natuurbescherming combineerde met geloof. A Rocha was in die tijd in acht of negen landen actief, nu in 22 landen. A Rocha is begonnen in Portugal. De naam A Rocha verwijst naar het eerste veldstudiecentrum aan de ‘praia da rocha’, Portugees voor rotskust. De oprichter is daarna in Zuid-Frankrijk gaan wonen, waar hij een tweede veldstudiecentrum is begonnen.’Embert en Petra Messelink wilden met een paar Nederlanders die al bij A Rocha betrokken waren, onder wie milieudeskundige Martine Vonk, ook in Nederland een natuurcentrum beginnen. ‘We hebben een bestuur gevormd en verschillende locaties bekeken. Na vier, vijf jaar vergeefs zoeken naar een geschikte plek, hebben we de stap gezet om met lokale groepen te werken. Opeens kon iedereen A Rocha zijn. Groepjes kerkleden verbonden zich aan een natuurgebied en gingen daar de handen uit de mouwen steken.’ De afdeling in Amersfoort, Messelinks woonplaats, is bijvoorbeeld verbonden aan Landgoed Coelhorst. ‘We onderhouden daar het landschap op verzoek van Natuurmonumenten. We werken veel aan de houtsingels. Die moeten geregeld teruggezaagd worden, om ze soortenrijk te houden. We hebben op dit landgoed ook de broedvogels in kaart gebracht.’A Rocha heeft veertien lokale groepen in Nederland. ‘We doen veel voor Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de 12Landschappen. We werken ook wel samen met burgerlijke gemeenten, private landgoederen en soms doen we wat op het boerenland. In Amerongen onderhouden we een ecologische moes- en pluktuin, die we hebben overgenomen van de zusters diaconessen. We hebben honderd langdurig aan ons verbonden vrijwilligers en 650 donateurs. Vier mensen zijn parttime in dienst bij A Rocha, onder wie ikzelf sinds 2011. Als lokale groepen een activiteit organiseren, bijvoorbeeld een schoonmaakactie, nodigen ze daar ook anderen voor uit. Ik schat dat er per jaar tweeduizend tot drieduizend vrijwilligers meedoen aan de acties van A Rocha in Nederland....

https://www.nd.nl/nieuws/nederland/1059566/als-je-je-tot-god-hebt-bekeerd-volgt-daarna-nog-de-bekering-tot-je-medemens-en-de-schepping-

De onstuimige zomer van 2021 toonde ons de gevolgen van klimaatverandering (Nederlands Dagblad)

Deze week is de meteorologische herfst begonnen, na een zomer vol natuurrampen. Van verzengende hitte in Canada tot hevige regenval in Duitsland en Nederland: hoe extreem is het weer van de afgelopen maanden te noemen?Wakker worden in een tent waar het water tot aan de rand van je luchtbed staat: vakantiegangers in Friesland maakten het deze zomer mee. En ook strandtenthouders hadden het zwaar. Dat de omzet zou tegenvallen door de coronamaatregelen, lag in de lijn der verwachting. Geen grote feesten met dj’s op het strand, om middernacht sluiten. Maar daarbovenop kwam het slechte weer, waardoor ook dagjesmensen wegbleven.De tropische temperaturen die de afgelopen zomers het nieuwe Hollandse normaal leken te zijn geworden, bleven deze keer in juli en augustus uit. Ter vergelijking: vorig jaar telde de zomer elf dagen waarop het kwik in de Bilt tot 30 graden of hoger steeg. Deze zomer was dat er maar één. En op maar liefst vijftien dagen viel er ergens in het land meer dan 50 millimeter regen: een record.Een uitzonderlijke kwakkelzomer? Nee hoor, vertelt klimaatonderzoeker Peter Siegmund van het KNMI. Pas vanaf 1976 kennen de Nederlandse zomers soms hoge temperaturen, voor die tijd was het oud-Hollands koel. Wat in 1976 de ommezwaai veroorzaakte, is niet zeker. De aarde warmt op, dus dat speelt een rol, maar de toegenomen warme wind uit zuidelijke en oostelijke richting is ook van invloed. Maar dat betekent niet dat het élke zomer warm is, en ook over de volgende zomer valt nog niets te zeggen. Toeval blijft een grote rol spelen, aldus Siegmund.beeld vkToch zagen wetenschappers in de zomer van 2021 wereldwijd wel degelijk de effecten van klimaatverandering, met op diverse plekken verlammende hitte en bizarre hoeveelheden neerslag, die we volgens de klimaatmodellen vaker kunnen verwachten. Een overzicht van de extreme zomer van 2021, van bosbranden in Siberië tot weggespoelde bergdorpen in Duitsland.bijna vijftig gradenDe zomer van 2021 brak hitterecord na hitterecord. In Canada en het noordwesten van de VS zochten mensen hun toevlucht tot speciaal daarvoor ingerichte koelcentra, daar konden zij schuilen voor de verzengende hitte. De politie riep burgers op oudere familieleden goed in de gaten te houden.Inwoners van het Canadese dorp Lytton zagen het kwik stijgen tot 49,6 graden Celsius: warmer dan ooit tevoren. De Amerikaanse stad Portland verbrak het oude hitterecord met 5 graden en tikte de 46,7 graden aan. Ook het Europese hitterecord sneuvelde: op Sicilië klom de temperatuur op tot 48,8 graden Celsius.De hitte op de continenten kent verschillende oorzaken: in de mediterrane landen leidt een combinatie van droogte, felle zon en warme, dalende lucht uit de Sahara tot hoge temperaturen. Boven Canada en het noordwesten van de Verenigde Staten vormde zich een koepel van warme lucht die niet weg kon en daardoor genoodzaakt was te dalen, waardoor de temperatuur ook daar tot recordhoogte steeg.Direct na de hittegolf in Canada sloegen onderzoekers van onder andere het KNMI aan het rekenen. Conclusie: dergelijke temperaturen op die plek zijn niet langer te verklaren door toevallige omstandigheden in het weer. Zonder de opwarming van de aarde door CO2-uitstoot was de piek vrijwel zeker niet zo hoog. Peter Siegmund, klimaatonderzoeker bij het KNMI: ‘Dit was inderdaad een extreem jaar qua hitte, maar deze zomer hebben we ook gewoon pech gehad. Zulke temperaturen gaan eens in de honderden jaren voorkomen.’Mechelen tijdens de overstromingen afgelopen juli - beeld Marcel van den BerghbosbrandenHonderden mensen opeengepakt op een veerpont die wegvaart van een kustlijn die in lichterlaaie staat. Apocalyptische beelden van het Griekse eiland Evia gingen de wereld over. Ook buiten Zuid-Europa was het raak. In onder meer Canada, de Verenigde Staten, Siberië, Finland en Noord-Afrika woedden bosbranden, die soms wel 2000 vierkante kilometer besloegen en mensenlevens kostten.Hoewel bosbranden al voorkomen zolang er bomen en blikseminslag bestaan, is er in de zogeheten boreale zone iets bijzonders aan de hand. Hier bevinden zich de naaldbossen van de noordelijke regio’s, zoals Canada en Siberië. Gert-Jan Nabuurs, hoogleraar Europese bossen aan de Wageningen Universiteit en hoofdauteur van het klimaatpanel IPCC, legde eerder in de Volkskrant uit hoe de bosbranden in Rusland toenemen. ‘Van gemiddeld 1 tot 2 miljoen hectare in Rusland per jaar in de jaren negentig, naar 5 tot 6 miljoen hectare nu. De hogere temperaturen door klimaatopwarming werken dat in de hand. Dit is uitermate zorgelijk en niemand heeft er een goed antwoord op. Ook klimaatslim bosbeheer is vrijwel niet uit te voeren in deze onmetelijke gebieden.’Daarnaast valt de timing van de bosbranden dit jaar op, zegt Guido van der Werf, fysisch geograaf en hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam. ‘Ieder jaar is er op de wereld wel een gebied waar veel branden zijn. Dit jaar branden al die gebieden tegelijk, dit is het eerste jaar dat ik dat zie.’Dat is niet zonder gevolgen. Nu bosbranden vaker voorkomen en intenser zijn, kan het bos niet tot oorspronkelijke staat herstellen voordat de volgende brand zich aandient. Daardoor verandert de vegetatie en raakt de CO2-balans zoek: normaliter compenseert het bos de CO2-uitstoot die de bosbrand veroorzaakte doordat er nieuwe bomen groeien die CO2 uit de lucht kunnen halen, maar nu krijgt het bos daar de tijd niet voor en produceert het netto meer CO2 dan het opneemt. Toch valt de uitstoot relatief nog mee, zegt Van der Werf. Zo is de hoeveelheid CO2 die vrijkomt bij bosbranden een stuk kleiner dan wat er wereldwijd bij de verbranding van fossiele brandstoffen de lucht in wordt geblazen.overstromingenDe Duitse Uwe leidt een Volkskrant-correspondent daags na de grote overstromingen van juli rond in het verwoeste dorp aan de Ahr waar hij woont. ‘Woonde’, corrigeert hij zichzelf. Het kolkende water sloeg gaten in de muren, vulde het huis met modder en sleurde zijn schoonvader mee, die tot dan toe spoorloos was.Half juli veroorzaakten aanhoudende regenbuien in West-Europa ernstige overstromingen. Mensen brachten de nacht door op het dak van hun huis, terwijl dorpen onderliepen en wegen en spoorlijnen door aardverschuivingen verwoest werden. Ruim tweehonderd mensen kwamen om. Ook in Nederland gaf het water overlast: in een ziekenhuis in Venlo moesten patiënten op stel en sprong vluchten voor het water. En de hevige regenval bleef niet beperkt tot West-Europa: de Chinese provincie Henan werd eveneens getroffen door zware wateroverlast.Het Duitse dorp Altenburg werd hard getroffen door de overstroming van de Ahr. - beeld Julius SchrankDoor klimaatverandering zal zulk extreem noodweer in West-Europa vaker voorkomen, constateerde een internationaal team wetenschappers onlangs. Maar hoe vaak precies blijft ongewis: het KNMI berekende dat zulke neerslaghoeveelheden ongeveer eens in de duizend jaar optreden, het Belgische KMI kwam uit op eens in de vierhonderd jaar. Dat verschil alleen al geeft aan hoe onzeker de statistiek is als het om extremen gaat, zegt Klaas-Jan van Heeringen, expert waterbeheer bij Deltares. ‘Daarnaast zitten we in een veranderend klimaat, waardoor dit soort extremen naar verwachting vaker zullen optreden. Misschien concluderen we over vijftig jaar wel dat extreme regenval zoals in de zomer van 2021 eens in de 25 jaar voorkomt.’Mensen vragen zich terecht af hoe vaak zulke extremen gaan voorkomen, zegt Van Heeringen. ‘Maar uiteindelijk gaat het daar niet alleen om. We moeten ons daarnaast afvragen: hoe gaan we ons wapenen tegen dit soort extreme situaties, met het doel de impact ervan in te perken? Wat dat betreft gaan waterbeheerders een interessante periode tegemoet.’...

https://www.nd.nl/nieuws/buitenland/1058857/de-onstuimige-zomer-van-2021-toonde-ons-de-gevolgen-van-klimaatverandering