Rook bosbranden verspreidt mogelijk besmettelijke ziektes (BNR Wetenschap Vandaag podcast)

Mede mogelijk gemaakt door: Broadwick

Dankzij de nieuwste technologie konden onderzoekers de rook van bosbranden beter onderzoeken dan ooit. Ze vonden in de grote pluimen honderden verschillende bacteriën en schimmels en zelfs bij hele intense branden was een groot deel gewoon nog in leven.

Er moet nog uitgebreider onderzocht worden hoe gevaarlijk de verspreiding van elk van de microben voor ons is en welke afstand ze kunnen afleggen op deze manier, maar de onderzoekers vermoeden dat deze route een mogelijke verklaring kan zijn voor onverklaarbare uitbraken van infectieziektes op sommige plekken.

Meer lezen over het onderzoek kan hier: Wildfire smoke, a potential infectious agent.

https://www.bnr.nl/podcast/wetenschap-vandaag/10429162/rook-bosbranden-verspreidt-mogelijk-besmettelijke-ziektes

Rook bosbranden verspreidt mogelijk besmettelijke ziektes (BNR Wetenschap Vandaag podcast)

Dankzij de nieuwste technologie konden onderzoekers de rook van bosbranden beter onderzoeken dan ooit. Ze vonden in de grote pluimen honderden verschillende bacteriën en schimmels en zelfs bij hele intense branden was een groot deel gewoon nog in leven.

Er moet nog uitgebreider onderzocht worden hoe gevaarlijk de verspreiding van elk van de microben voor ons is en welke afstand ze kunnen afleggen op deze manier, maar de onderzoekers vermoeden dat deze route een mogelijke verklaring kan zijn voor onverklaarbare uitbraken van infectieziektes op sommige plekken.

Meer lezen over het onderzoek kan hier: Wildfire smoke, a potential infectious agent.

https://www.bnr.nl/podcast/wetenschap-vandaag/10429162/rook-bosbranden-verspreidt-mogelijk-besmettelijke-ziektes

Wat weten we over klimaatverandering (Klimaatverandering blog)

Wat weten we zoal over de huidige klimaatverandering, ondanks de complexiteit van het klimaatsysteem? De kortst mogelijke samenvatting komt hierop neer:

  • Het warmt op
  • Dat komt door de mens
  • Dat heeft verstrekkende gevolgen
  • Er zijn dingen die we kunnen doen om de risico’s te beperken

In het publieke debat lopen de meningen over klimaatverandering sterk uiteen, ook over feitelijke aspecten die wetenschappelijk gezien heel helder zijn. Voor een zinnige maatschappelijke discussie is het belangrijk om de wetenschappelijke inzichten goed in beeld te hebben. De basis van onze kennis is in de 19de eeuw gelegd door bekende en minder bekende natuurkundigen. Toen al werd voorspeld dat de uitstoot van CO2 tot opwarming van de aarde zou leiden, lang voordat dat door metingen zou worden bevestigd. Ook in het verre verleden blijkt CO2 vaak een sleutelrol te hebben vervuld in de forse klimaatveranderingen die de aarde heeft doorgemaakt. De huidige opwarming gaat naar verhouding pijlsnel en wordt hoofdzakelijk door menselijke activiteit veroorzaakt.

Dit is een korte samenvatting van wat in meer detail wordt besproken in het boek Wat iedereen zou moeten weten over klimaatverandering (verschenen bij Prometheus) en in het hoorcollege Kennis van klimaat (verschenen bij Home Academy).

Inhoudsopgave

  1. Het broeikaseffect
  2. De rol van CO2 in het klimaat
  3. Het klimaat verandert in hoog tempo
  4. Oorzaken van klimaatverandering
  5. Toekomstprojecties
  6. Gevolgen van klimaatverandering
  7. Er zijn dingen die we kunnen doen

En een uitgebreide opsomming van aanbevolen literatuur en websites.

Deze blogpost is ook te lezen op de statische pagina wat weten we en te downloaden als brochure (15 pagina’s) of (een verkorte versie) als factsheet factsheet. 

1 Het broeikaseffect

Al sinds de 19e eeuw weten we dat sommige gassen, zoals kooldioxide, methaan en waterdamp, warmtestraling absorberen. Als een soort ‘deken’ beperken broeikasgassen daardoor het warmteverlies van een planeet. Zonder broeikaseffect zou het aardoppervlak gemiddeld zo’n 33°C kouder zijn. Door meer broeikasgassen in de atmosfeer te brengen maken we die figuurlijke deken dikker, waardoor de aarde meer warmte vasthoudt. CO2 speelt hierbij de belangrijkste rol; de hoeveelheid waterdamp – eveneens een zeer sterk broeikasgas – fungeert als een versterkende factor, aangezien warme lucht meer waterdamp kan bevatten. Al in 1896 berekende Svante Arrhenius dat de uitstoot van CO2 als gevolg van de toenemende industrialisatie tot opwarming zou leiden. Die voorspelling bleek vele decennia later inderdaad uit te komen.

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2020/12/tekening-1-temperatuur-van-de-aarde.png?w=1024

De drie factoren die de gemiddelde oppervlaktetemperatuur van een planeet bepalen: de inkomende zonnestraling; het aandeel daarvan dat gereflecteerd wordt; de warmtestraling van de planeet zelf. Broeikasgassen beïnvloeden hoeveel van de warmtestraling daadwerkelijk de planeet verlaat. Illustratie door Marije Mooren.

2 De rol van CO2 in het klimaat

De CO2-concentratie stijgt ongekend snel en is nu aanzienlijk hoger dan in de afgelopen paar miljoen jaar is voorgekomen. De koolstofatomen in de CO2 wijzen uit dat deze toename voornamelijk is veroorzaakt door het verbranden van fossiele brandstoffen zoals olie, gas en steenkool. Daarnaast komt het vrij bij ontbossing. De CO2 die we uitstoten wordt voor ongeveer de helft opgenomen door oceanen (die daardoor verzuren) en door extra plantengroei. De andere helft blijft voor lange tijd, een deel zelfs vele duizenden jaren, in de atmosfeer. Ook in het verre verleden hebben veranderingen in het CO2-gehalte van de atmosfeer grote invloed gehad op het klimaat.

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2020/12/historie-co2-concentratie-in-de-atmosfeer-2019.png?w=500

De CO2-concentratie over de afgelopen 800.000 jaar op basis van luchtbelletjes in ijsboorkernen en recent op basis van directe observaties in de atmosfeer. Grafiek door Jos Hagelaars op basis van publiekelijk beschikbare data.

3 Het klimaat verandert in hoog tempo

Het aardoppervlak is nu ruim 1°C warmer dan in de tweede helft van de 19e eeuw, toen met systematische metingen is begonnen. Dat lijkt weinig, maar bedenk dat tijdens de laatste ijstijd het aardoppervlak ‘slechts’ een graad of vijf kouder was dan nu. Vanwege natuurlijke variatie gaat de opwarming niet monotoon, maar met ups en downs. Als gevolg van de opwarming krimpen gletsjers, neemt de hoeveelheid zee-ijs in het Noordpoolgebied af, smelt er steeds meer ijs van de grote ijskappen, stijgt de zeespiegel en treden er allerlei veranderingen op in ecosystemen.

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2020/12/mondiale-temperatuur-2019.png?w=500

De geobserveerde opwarming van de aarde van 1850 tot 2019. De dikke, zwarte lijn is een lopend gemiddelde van de jaarlijkse waarden (dunne, gekleurde lijnen) van verschillende onderzoeksgroepen. Grafiek door Jos Hagelaars op basis van publiekelijk beschikbare data.

4 Oorzaken van klimaatverandering

Klimaatmodellen, waarin de kennis van het klimaatsysteem in wiskundige formules is gevat, kunnen het geobserveerde temperatuurverloop goed simuleren – maar alleen als zowel natuurlijke als menselijke factoren worden meegenomen. De klimaatmodellen bevestigen wat te verwachten is op basis van welbegrepen natuurkundige theorie. Ook zijn veel klimaatveranderingen uit het verre verleden alleen te verklaren door een aanzienlijke invloed van CO2. Daarnaast wordt de menselijke oorzaak van de huidige opwarming bevestigd door specifieke ‘vingerafdrukken’ van het versterkte broeikaseffect. Zo blijkt uit metingen vanaf satellieten en vanaf de grond dat de aarde inderdaad meer warmtestraling vasthoudt, precies in die golflengten waar CO2 en andere broeikasgassen de straling absorberen.

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2020/12/vergelijking-observaties-klimaatmodellen-2019.png?w=500

De verandering in de mondiaal gemiddelde temperatuur sinds 1880 op basis van waarnemingen (dunne, zwarte lijn) en modellen (dikke, blauwe lijn is het modelgemiddelde; lichtblauwe gebied is de modelspreiding). Grafiek door Jos Hagelaars op basis van Lewandowsky et al.

Natuurlijk zijn er naast broeikasgassen ook andere factoren die het klimaat beïnvloeden. Zo zorgen vulkaanuitbarstingen voor een tijdelijke afkoeling doordat de uitgestoten zwaveldeeltjes zonlicht weerkaatsen. Ook bij veel menselijke activiteiten komen dergelijke aerosolen vrij, waardoor het opwarmende effect van broeikasgassen enigszins wordt getemperd. De zonneactiviteit varieert over een elfjarige cyclus, maar is sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw juist iets gedaald. Andere natuurlijke processen opereren veel te langzaam om de naar geologische maatstaven pijlsnelle opwarming te kunnen verklaren.

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2020/12/opwarming-mens-natuur-carbonbrief-kleur.png?w=500

De invloed van de zon, vulkanen, broeikasgassen, en aerosolen op de temperatuurverandering van 1850 tot 2017, op basis van een statistische methode die de beste match bepaalt tussen die verschillende factoren en de observaties (zwarte cirkels). Grafiek door Jos Hagelaars op basis van Zeke Hausfather op CarbonBrief.

5 Toekomstprojecties

De opwarming die we in de toekomst kunnen verwachten hangt sterk af van de hoeveelheid broeikasgassen die wij met z’n allen nog gaan uitstoten. Daarom kunnen er alleen conditionele voorspellingen (als …, dan …) worden gedaan, gebaseerd op mogelijke emissiescenario’s. Als de emissies heel snel worden teruggeschroefd (zoals in het RCP2.6 scenario, blauw in de grafiek) kan de opwarming beperkt blijven tot onder twee graden ten opzichte van het pre-industriële niveau. Zonder enige vorm van klimaatbeleid (zoals in het RCP8.5 scenario, rood in de grafiek) zal de aarde aan het eind van deze eeuw zo’n drieënhalf tot zes graden zijn opgewarmd. Er is dus nog een behoorlijke onzekerheidsmarge voor de mate van opwarming. Dat komt omdat we niet precies weten hoe gevoelig het klimaat is voor veranderingen in bijvoorbeeld de CO2-concentratie. Niettemin is het duidelijk dat een heel forse emissiereductie nodig is om de opwarming tot maximaal twee graden te beperken.

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2020/12/srocc-spm1-figuur-1a-oppervlakte-temperatuur-kleur.png?w=500

Toekomstprojecties van de opwarming na 2005 op basis van twee verschillende emissiescenario’s: RCP2.6 met ambitieus klimaatbeleid en RCP8.5 zonder klimaatbeleid. De grafiek begint in 1950, toen de aarde al een paar tienden van een graad warmer was dan eind 19de eeuw. Grafiek door Jos Hagelaars op basis van figuur 1a uit IPCC SROCC 2019.

6 Gevolgen van klimaatverandering

Elk aspect van het leven wordt direct of indirect door klimaatverandering beïnvloed. Door de hogere temperaturen neemt de verdamping toe, wat tot droogte kan leiden en daardoor bijvoorbeeld tot een grotere kans op bosbranden. Extreme neerslag neemt echter eveneens toe, met wateroverlast tot gevolg. Door het uitzetten van het warmere water en het smelten van ijs stijgt de zeespiegel. De natuur kan in veel gevallen de snelle veranderingen van het klimaat niet bijbenen. De meeste koraalriffen, ook wel bekend als de kraamkamer van de oceanen, zullen het einde van deze eeuw waarschijnlijk niet halen. De voedselproductie kan door klimaatverandering onder druk komen te staan, al is dat sterk afhankelijk van de regio. Door bijvoorbeeld ondervoeding, wateroverlast en een groter verspreidingsgebied van bepaalde infectieziekten beïnvloedt klimaatverandering ook de volksgezondheid. In sommige gebieden kan de hitte zelf levensbedreigend worden.

Veel bestaande problemen worden door klimaatverandering verergerd, bijvoorbeeld honger, armoede, gezondheid, natuurrampen, maatschappelijke ontwrichting, en dergelijke. De gevolgen hangen natuurlijk sterk af van de mate van opwarming. En die hebben we – gelukkig – grotendeels zelf in de hand.

7 Er zijn dingen die we kunnen doen

We zullen ons hoe dan ook moeten aanpassen aan een veranderend klimaat. Om de opwarming te beperken zullen we daarnaast de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen fors moeten reduceren. Aangezien we nu nog voornamelijk van fossiele brandstoffen afhankelijk zijn is een energietransitie daarvoor van wezenlijk belang. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor energie-efficiëntie, maar desondanks is de verwachting dat de mondiale vraag naar energie vooralsnog fors zal toenemen. Als onderdeel van de transitie zullen we een groter deel van de energievraag gaan afdekken met elektriciteit, en voor specifieke toepassingen wellicht met waterstof of biomassa. Windenergie en zonne-energie zijn bekende duurzame energiebronnen met een zeer lage CO2-uitstoot per kWh aan opgewekte elektriciteit. De snelle kostendaling hiervan heeft zelfs experts verrast.

De uitdaging is van een dusdanige omvang dat we ook minder populaire opties, zoals biomassa, CO2-opslag en kernenergie, zullen moeten overwegen, natuurlijk met open oog voor de voor- en nadelen die aan elke energiebron kleven. Hoe meer opties we uitsluiten van het palet aan oplossingen, hoe moeilijker het wordt om de CO2-uitstoot daadwerkelijk naar nul te brengen. Naast de energietransitie zullen we ook kritisch moeten kijken naar het landgebruik, en bijvoorbeeld ontbossing zoveel mogelijk tegengaan.

Technisch en economisch is er veel mogelijk, maar de politieke en maatschappelijke werkelijkheid blijkt weerbarstig: wereldwijd is de uitstoot nog nauwelijks gereduceerd (afgezien van de tijdelijke daling door de coronacrisis). Het tempo waarin we de omslag naar een CO2-neutrale economie maken beïnvloedt de mate van opwarming waarmee de mensheid voor vele duizenden jaren te maken zal hebben.

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2020/12/wind-at-sea.jpg?w=500

Windturbines op zee. Illustratie CC Andreas Klinke Johannsen

Nawoord

Laten we, juist in tijden van crisis, het hoofd helder houden en vertrouwen op de wetenschap als methode bij uitstek om de werkelijkheid om ons heen te begrijpen. Vervolgens kunnen we, mede op basis van die wetenschappelijke informatie, bepalen hoe we met de crisis om willen gaan. In de politieke besluitvorming daarover kunnen we het natuurlijk hartgrondig met elkaar oneens zijn. Maar een gedeelde visie op de werkelijkheid, zoals de wetenschap die met enig voorbehoud en voortschrijdend inzicht verschaft, is daarbij onontbeerlijk. Complottheorieën en wetenschapsontkenning kunnen we missen als kiespijn.

Dit schreef ik in het kader van de coronacrisis, maar het is evenzeer van toepassing op klimaatverandering.

Aanbevolen literatuur

Overview rapporten van overkoepelende organisaties zoals het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) of Nationale Wetenschapsacademies geven een heel doorwrocht overzicht van de stand van de wetenschap.

Websites van overheidsinstanties geven doorgaans een goed en neutraal overzicht van de beschikbare kennis. Relevante Nederlandse instituutswebsites zijn bijvoorbeeld:

  • Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, KNMI: uitleg over veranderingen in het klimaatsysteem. Wekelijks klimaatbericht.
  • Planbureau voor de Leefomgeving, PBL: uitleg over beleidsmaatregelen op het gebied van klimaat, leefomgeving en energie.
  • Compendium voor de Leefomgeving, CLO: feiten en cijfers over klimaatverandering en het energiesysteem.

Op internet is ontzettend veel informatie te vinden over klimaatverandering, maar met veel variatie in de betrouwbaarheid. Enkele websites die zich baseren op de wetenschappelijke inzichten zijn de volgende:

  • Klimaatverandering: context, reflectie & discussie. Dit is het blog dat ik samen met drie anderen onderhoud. Een lijst met blogposts, gerangschikt naar onderwerp, is hier te vinden.
  • Skeptical Science: getting skeptical about global warming skepticism. Met name de lijst met veelgehoorde misvattingen – en de wetenschappelijke context ervan – is heel handig.
  • Real Climate: climate science from climate scientists. Diepgravende artikelen over klimaatwetenschap.
  • Carbon Brief: clear on climate. Goed leesbare artikelen over alle aspecten van klimaatverandering.
  • Climate Feedback: a scientific reference to reliable information on climate change. Kritische beschouwing van Engelstalige media artikelen.
  • Milieucentraal: praktisch over duurzaam. Een schat aan informatie over de milieueffecten van zo ongeveer alles.
  • Klimaathelpdesk: Antwoorden van wetenschappers op al je vragen over klimaatverandering.

Nederlandstalige boeken:

Engelstalige tekstboeken:

 

https://klimaatveranda.nl/2020/12/15/wat-weten-we-over-klimaatverandering/

GGD-directeur gelooft niet in vaccinatiedwang: ‘Medici en de overheid moeten vertrouwen wekken’ (Omroep Brabant)

Ellis Jeurissen ziet in het coronavaccin dé stip op de horizon om ‘vrij’ te zijn. Tegelijkertijd maakt de directeur van GGD Brabant-Zuidoost zich zorgen om polarisatie: “Wat gaat het met een samenleving doen als je privileges krijgt als je bent ingeënt?”

Het is juni 2021. Na een jaar zonder Groots met een zachte G van Guus Meeuwis, is het tijd om dubbel zo hard het Philips Stadion uit haar voegen te laten barsten. Wie naar binnen mag, is afhankelijk van wie ingeënt is tegen het coronavirus. GGD-directeur Ellis Jeurissen in Brabant-Zuidoost vreest voor dit scenario in dit door haar aangehaalde fictieve voorbeeld.

“Stel, je krijgt zo’n maatschappij: dat het vaccinatieboekje bepaalt waar je naartoe mag. Daar ben ik angstig voor: wat gaat het met een samenleving doen als je privileges krijgt als je bent ingeënt? Daar vind ik moreel wat van.”

Jeurissen, nu drie jaar directeur, vertelt digitaal via Teams over de stand van zaken bij ‘haar’ GGD. Over 24/7 ‘aan’ staan, de complexiteit van corona en het veelbesproken vaccin. Om daarmee te beginnen: volgens haar zijn GGD’s dé organisaties die Nederland moeten inenten. Althans: degenen die willen. Veel Nederlanders zijn sceptisch over het coronavaccin.

Snapt u dat mensen twijfelen over het vaccin?
Ik denk in maart corona te hebben gehad en ik hoop echt nooit meer zo ziek te worden. Dus ik sta vooraan zo gauw ik aan de beurt ben, ook omdat ik niet weet of ik nu immuun ben. Daarnaast kan ik niet tegen vaccineren zijn als Directeur Publieke Gezondheid. We vergeten weleens: mazelen is een dodelijke ziekte voor kinderen. Maar we zijn nu zo rijk dat er eigenlijk niemand meer aan dood hoeft te gaan, omdat we dit goed geregeld hebben. Hoe minder mensen zich vaccineren, hoe minder effectief dat is om groepsimmuniteit te krijgen.

Maar ik snap wel dat het echt een vraagstuk is. Toen mijn dochter 13 werd, heb ik me heel erg verdiept in de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. Ik dacht: wat ga ik nou doen? Er was veel twijfel over de betrouwbaarheid ervan. Ik merk dat dit nu ook weer opspeelt. Het is heel gemakkelijk om als Directeur Publieke Gezondheid te zeggen: dat gaan we doen. Ieder moet daar zelf over nadenken.

Er wordt gesproken over indirecte dwang om mensen te laten vaccineren. Wat vindt u daarvan?
Het is en blijft een persoonlijke afweging die je voor jezelf en je kinderen maakt. Dat past ook wel bij hoe ik denk over vrijheid die je in dit land hebt. Ik geloof niet in een verplichting. Het vaccin kan op die manier polarisatie in de hand werken.

Misschien duurt het nog een jaar voordat het vertrouwen groeit en dat meer mensen die stap zetten. Later die keuze maken mag, maar het betekent wel iets voor de virusbestrijding en de immuniteit. Als straks vijftig procent is ingeënt, dan hebben we er niets aan.

Wat is er nodig hen over de streep te trekken?
Medici en de overheid moeten vertrouwen wekken. We zullen heel goed in lekentaal moeten uitleggen welke stappen er zijn gezet, waardoor we zeker zijn dat het betrouwbaar is en het op de markt komt. Je moet er eerlijk over zijn. Al ga je sommigen nooit overtuigen.

Voor het zover is, gaat er eerst nog een poos overheen. We zitten in de tweede golf. Hoe gaat het met u en GGD Brabant-Zuidoost?
Het houdt niet op, het is hartstikke druk. We hebben nu als het ware twee GGD’s: de ‘gewone’ GGD en een soort corona-GGD. Dat is een parallelle organisatie.

Het wordt steeds complexer, omdat het volume enorm toeneemt. We openen binnenkort een XL-coronateststraat, waar meer tests gedaan worden dan we nu in alle teststraten in ons gebied doen. Gisteren hebben we met mijn twee coronamanagers staan glunderen: dat ons ook dat lukt. Ook al rekt het onze organisatie enorm uit. We kunnen iedereen testen en binnen 24 uur de uitslag geven. Daarnaast zitten we middenin de overname van jeugdgezondheidszorg en reorganiseren we. Ik sta ervan te kijken wat deze organisatie aankan. Dat geeft ook rust.

Hiervoor was u politiechef in Oost-Brabant. Wat is het grootste verschil met de GGD?
De politiewereld bestaat eigenlijk uit twee hoofdprocessen: handhaven en opsporen. De GGD er meer: seksuele gezondheid, toezicht kinderopvang, jeugdgezondheidszorg, infectieziekten, ambulancezorg. Wat het ook complexer maakt, is dat de GGD een bestuur heeft van 21 zorgwethouders. Het is een gemeenschappelijke regeling en dat maakt dat het op- en afschalen bij GGD’s trager gaat. In de zorgkolom gaat het meer om samenwerken en coördineren.

De politie is juist een command & control-gerichte, nationale organisatie. Dat was duidelijk te zien na de tramaanslag in Utrecht. Ik reed toen over de snelweg en op álle op- en afritten stond een politieauto. Dat is mogelijk door te nationaliseren.

Wat kan de GGD daar van leren?
Infectieziektebestrijding moet meer uitgewerkt worden naar zo’n command & control-structuur. Dat zullen we nationaler moeten oppakken. Normaal gesproken moeten GGD’s alleen maar bezuinigen. Nu zitten we in een unieke situatie: wat we ook doen, we krijgen het vergoed. Zo bouwen we een paviljoen in de XL-teststraat in Eindhoven. Dat kost een paar ton en het wordt gewoon betaald.

Laatst was het een weekje rustiger in onze teststraat. Dan vraagt iedereen: zoveel mensen in de teststraat hoef je toch niet te laten werken? Dat vond ik zo’n gekke vraag. De brandweer is ook zo georganiseerd. Niemand moppert op de brandweer die ook betaald wordt als er geen brand is. Dit virus moet je ook zien als een brand, een veenbrand waar wij voor aan de lat staan.

Daarover gesproken, de testcapaciteit: minder mensen lieten zich vorige week testen. Goed nieuws?
Dat weten we niet. Inspelen op het gedrag van mensen is lastig. Zo steeg de testvraag in de zomer eerder dan verwacht. Maar als je kijkt naar het reguliere snotter- en griepseizoen, dan is november normaal ook een dalende maand. Pas halverwege december krijgen mensen normaal gesproken weer klachten. Het is een valkuil om te denken dat een afname aan tests positief is.

Tot slot: een vooruitblik. Waar staan we over een jaar?
Ik hoop dat sommige dingen blijven. We rijden nu veel minder kilometers met z'n allen. Thuiswerken moeten we blijven stimuleren. Verder hoop ik dat we steeds minder ziek worden van Covid als het zich muteert. Ik zie het zo voor me, dat als je over een jaar corona hebt, je gewoon naar de apotheek kunt gaan en een testje haalt, je dan zelf kan testen, een paar dagen thuis blijft als je het hebt en een paracetamol neemt. Ik hoop dat het ‘normaal’ wordt en dat we er ook zo mee om kunnen gaan.

LEES OOK:

Ziekenhuisdirecteur in crisistijd: 'corona heeft iets van een mindfuck in zich'

'Er is een periode van voor en na corona, zoals mijn ouders spraken over voor en na de oorlog'

https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/3296723/ggd-directeur-gelooft-niet-in-vaccinatiedwang-medici-en-de-overheid-moeten-vertrouwen-wekken

Studie: Opwarming van de aarde kost meer levens dan alle virussen bij elkaar (Welingelichte Kringen)

De aarde warmt op en dat is niet alleen erg voor de gletsjers en de ijsberen. Er gaan ook heel veel mensen aan dood. Hoeveel precies? Nou, meer dan aan alle virussen bij elkaar, becijferden onderzoekers in een grote, nieuwe studie.

De stijgende temperaturen eisen vooral hun tol in arme, hete delen van de wereld. Daar is geen geld om de benodigde maatregelen te treffen. Maar ook in rijke landen zullen mensen sterven aan de opwarming.

Als er weinig wordt gedaan aan het terugdringen van CO2-uitstoot zorgt de opwarming van de aarde ervoor dat het sterftecijfer tegen het eind van de eeuw stijgt met 73 doden per 100.000 mensen. Dat is ongeveer evenveel als het dodental van alle infectieziekten bij elkaar, dus niet alleen Covid-19, maar ook tbc, hiv, malaria, dengue en gele koorts.

Ouderen
De onderzoekers keken niet alleen naar het aantal mensen dat direct overlijdt door bijvoorbeeld overstromingen en bosbranden, maar ook indirect doordat mensen een hartaanval krijgen tijdens een hittegolf.

“Veel oudere mensen overlijden door indirecte hitte-effecten,” zegt onderzoeker Amir Jina van de universiteit van Chicago. “Het komt griezelig veel overeen met Covid-19. De kwetsbaarste mensen zijn degenen met onderliggende aandoeningen. Als je hartklachten hebt en je wordt dagenlang geteisterd door hitte dan kan dat net te veel zijn.”

Arme landen
Arme, hete landen zoals Ghana, Bangladesh, Pakistan en Soedan hebben het hevigst te lijden onder de opwarming van de aarde. In deze landen stijgt het dodental mogelijk met wel 200 mensen per 100.000 inwoners. Koudere, rijke landen als Noorwegen en Canada zullen hun sterftecijfer juist zien dalen, doordat minder mensen doodgaan van de kou.

“Arme mensen worden veel harder getroffen, omdat ze geen middelen hebben om zich aan te passen aan de hitte. De rijke landen, zelfs als er meer mensen sterven, hebben wel het geld om maatregelen te nemen,” zegt Jina. “Het is echt zo dat de mensen die het minst hebben bijgedragen aan klimaatverandering, er het meest onder lijden.”

https://www.welingelichtekringen.nl/natuur-en-milieu/1993346/studie-opwarming-van-de-aarde-kost-meer-levens-dan-alle-virussen-bij-elkaar.html