Natuurramp in Zuid Amerika: grootste moerasgebied van de wereld staat in brand (NPO Radio 1)

https://www.nporadio1.nl/images/2020/11/02_0c6812c0f3_pantanal-5379257_1920.jpg

In Zuid Amerika vindt op dit moment een natuurramp plaats. De Pantanal, het grootste moerasgebied van de wereld, staat al sinds juli in brand. 84% Van de vegetatie is verloren gegaan. "Een kwart van het gebied heeft in brand gestaan dit jaar", zegt zoetwaterecoloog Sarian Kosten in Vroege Vogels.

{prepr_video nid="7758047a-199e-4096-af00-513251c8bc6b" caption="Natuurramp in Zuid Amerika" image=""}

De Pantanal is een enorm groot gebied: het is ongeveer vijf keer zo groot als Nederland. "En een kwart van het gebied heeft in brand gestaan dit jaar", zegt Sarian Kosten, zoetwaterecoloog aan de Radboud Universiteit.

Reuze otters in een prachtig gebied

De Pantanal is een prachtig gebied, vertelt Kosten. Het is een 'wetlandgebied', wat inhoudt dat 80% van het gebied onder water staat tijdens de natte periode. "Het is één grote watermassa waarin bossen groeien en lagunes te vinden zijn. Het is echt één grote biodiversiteit hotspot", zegt Kosten. 

Reuze otters, reuze gordeldieren, reuze toekans: ze leven allemaal in de Pantanal. Kosten heeft onderzoek gedaan naar de waterhyacint en zag allerlei dieren voorbij komen: "En de vogels, de geluiden: het was machtig mooi."

Groot gedeelte is privébezit

Voor een natte periode is er natuurlijk een droge periode. Op dit moment zitten we aan het eind van de droge periode. En in zo'n periode, dan is het ook echt heel droog, verzekert Kosten. "Het is een gebied van extremen", zegt de zoetwaterecoloog. Bovendien valt er de afgelopen jaren minder neerslag. "Dus er is minder water", vertelt Kosten. "Het is altijd al droog in de droge periode, dit jaar was het nog droger en er zijn heel veel branden aangestoken."

Het grootste gedeelte van de Pantanal is privébezit. "Er zijn maar een paar reservaten", vertelt Kosten. De boeren die daar zitten mogen hun land voornamelijk voor veeteelt gebruiken. Van oudsher steken de boeren aan het einde van de droge periode kleine stukken van hun land in de fik om zo het gras te verbranden en parasieten te doden. Als het dan weer gaat regenen, hebben ze in het volgende droogseizoen goede bodemkwaliteit en nieuw gras waar het vee weer op kan grazen.

{articles "Zoutwinning onder Waddenzee is in strijd met vergunning" id="27422" }

{articles "Fruitteelt in gevaar door bruingemarmerde stinkwants" id="27411" }

De boel in brand

Kosten: "Er zijn een boel nieuwe mensen het gebied in gemigreerd die niet goed weten hoe het systeem werkt. Plus, er zijn grote boeren die gebruik hebben gemaakt van de droogte en de politieke situatie, waarbij heel weinig gehandhaafd wordt. Dus ze hebben grote stukken in brand gestoken, waarbij ook het bosgebied dat op hun grond ligt, afbrandt." Op die manier kunnen ze volgend jaar hun activiteiten wat meer de ruimte geven.

De inheemse bevolking die al jaren woont in de Pantanal, weet precies hoe ze kleine delen in brand moet steken en wanneer ze dat moeten doen. "En nu is het op veel grotere schaal gebeurd", zegt Kosten, "waarschijnlijk door een paar hele grote boeren."

De graslanden en moerassen groeien relatief snel terug in het regenseizoen. Maar, het herstel van de bossen kan tientallen jaren duren. Dieren raken hun leefomgeving kwijt en komen er bovendien gehavend uit. 

{prepr_audio nid="6c99a69c-79b8-4be0-b57a-b481463379b5" caption="Natuurramp in Zuid Amerika" }

Vroege Vogels: iedere zondagochtend van 07.00 tot 10.00 uur. 

Vroege Vogels is hét programma over natuur en milieu. Op zondagochtend te beluisteren op NPO Radio 1 en vrijdagavond te zien op NPO 2. Like Vroege Vogels op Facebook of volg het programma op Twitter of Instagram.

{articles "Dolf Jansen: 'Ik pleit voor voortgaand verzet tegen landbouwlobby'" id="27401" }

{articles "EU-akkoord hervorming landbouwsubsidies gaat niet ver genoeg" id="27292" }

https://www.nporadio1.nl/natuur-milieu/27450-natuurramp-in-zuid-amerika-grootste-moerasgebied-van-de-wereld-staat-in-brand

Economisch denker Katherine Trebeck: ‘Groei is goed tot een bepaald niveau, daarboven wordt het schadelijk’ (Vrij Nederland)

Het huidige economische systeem is onrechtvaardig, onstabiel, niet duurzaam en maakt mensen ongelukkig, vindt de Australische politicologe, publiciste en voorvechtster van de Wellbeing Economy Katherine Trebeck (1976). ‘De ongelijkheid neemt toe en er is steeds meer politieke onrust,’ zegt ze via Zoom vanuit Glasgow, Schotland. Ze praat zacht en weloverwogen, maar haar boodschap is ferm: het huidige systeem loopt vast en het roer moet om. ‘Wetenschappers zeggen steeds luider dat we op een zorgwekkende manier ecologische grenzen overschrijden en wijzen de manier waarop de economie nu werkt aan als de oorzaak.’

In een TEDx Talk stelt u dat we binnen tien jaar een ander economisch systeem nodig hebben, omdat het huidige systeem destructief is. Waarom is een welzijnseconomie een beter alternatief?

‘Omdat het daarin gaat om sociale rechtvaardigheid op een gezonde planeet. Een hardnekkig probleem is dat overheden verslaafd zijn aan groei. Ze stellen het voor als vanzelfsprekend dat de economie groei nodig heeft, zoals een auto benzine, en dat groei het doel is van de economie. Maar dan verwar je middel en doel. De economie moet in dienst staan van hogere doelen en menselijke en ecologische belangen dienen.

In een welzijnseconomie bepalen mensen de economie in plaats van andersom, zoals nu. Dat betekent dat je kiest voor ander beleid, andere politieke besluiten, regels en wetten, een ander belastingstelsel, en dat je werk anders organiseert. En ook dat je steden anders ontwerpt. Niet alleen door te zorgen voor een betere wandel- en fietsinfrastructuur en meer ontmoetingsplekken en groen, maar ook door de openbare ruimte te beschermen tegen de opdringerige aanwezigheid van reclame. En laat lokale overheden, scholen en ziekenhuizen meer inkopen bij lokale leveranciers.’

Bestel 'm hier Dit verhaal komt uit de nieuwe Vrij Nederland, die vanaf vandaag in de winkels ligt! 16 oktober 2020

De coronacrisis heeft geleid tot meer fundamentele gesprekken over de noodzaak van een ander economisch systeem. Denkt u dat de pandemie een gamechanger zal blijken?

‘Vaak ben ik daar optimistisch over. De crisis leidde inderdaad tot een ander soort gesprekken en betekende een impuls voor vernieuwende ideeën. Mensen zijn aan het denken gezet en realiseerden zich hoe belangrijk een gemeenschapstuin in hun wijk is, of een park om te kunnen wandelen. Ik verwacht zeker dat het minder vanzelfsprekend wordt om voor werkafspraken binnen Europa te vliegen. Maar op dagen dat ik somberder ben, denk ik: veel mensen hebben weinig voorstellingsvermogen en het huidige systeem lijkt voor velen zo vanzelfsprekend dat het niet gemakkelijk diepgaand zal veranderen.’

‘Corona zorgt wel voor momentum en biedt een grote kans to build back better. Die kans móéten overheden aangrijpen, door eisen te stellen aan ondernemingen die steun krijgen. Zo bepaalde Denemarken als een van de eerste landen dat die bedrijven hun geld niet mogen onderbrengen in een belastingparadijs en benadrukte VN-secretaris Gutteres dat ondernemingen zonder concrete klimaatdoelen geen steun moeten krijgen.’

Met één stem zingen

Eind september vond de Trebeck takes over Holland tour plaats, georganiseerd door THRIVE Institute, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en DuurzaamDoor. Eigenlijk had Trebeck een week zullen rondreizen en stond ook een bezoek aan de Tweede Kamer gepland. Vanwege de pandemie werd het een online tour met webinars, lezingen, een interviewsessie met promovendi en een middag met transitiegesprekken, georganiseerd door Our New Economy (ONE).

In 2017 was Trebeck een van de initiatiefnemers van de Wellbeing Economy Alliance (WEALL), een internationaal samenwerkingsverband van inmiddels ruim honderdvijftig organisaties. ‘Door het verbinden van wetenschappers, vernieuwende economen, ecologen, activisten, innovatieve bedrijven en maatschappelijke vernieuwers willen we ze helpen met het uitwisselen van hun kennis, zodat ze leren van elkaars wijsheid en vindingrijkheid. Zonder samenwerking zijn alle initiatieven te verbrokkeld. Dan is er geen kans op succes. Door met één stem te zingen, worden we beter gehoord, ook door de politiek.’

Het gaat om verschillende denkscholen, zoals de Degrowth-beweging, regeneratieve economie, Common Good economie en donuteconomie van Kate Raworth. Trebeck noemt ze elkaars ‘neven en nichten’ die verschillende accenten leggen en een eigen benadering hebben, maar allemaal de economie menselijker en duurzamer willen maken. Er zijn WEALL-afdelingen in steeds meer landen, waaronder Schotland. Nog niet in Nederland, maar daar is wel WEALL Youth begonnen. ‘De VN beschouwt dit als een van de vijftig meest invloedrijke jongerenorganisaties wereldwijd van ruim 4300 initiatieven uit 174 landen. Er ontstaan ook steeds meer lokale hubs waar organisaties, bedrijven en individuen zich bij kunnen aansluiten. En er is nu ook een WEALL Citizens.’

‘Wereldwijd vinden mensen dezelfde kernzaken belangrijk. Denk aan frisse lucht, schone rivieren, financiële zekerheid en sterke relaties.’

Alle organisaties binnen WEALL onderschrijven vijf niet onderhandelbare kernwaarden: waardigheid, natuur, verbinding, rechtvaardigheid en participatie. Waarom deze vijf?

‘Die komen steeds naar voren in gesprekken met mensen wereldwijd als hun gevraagd wordt wat zij belangrijk vinden. Ze noemen dan zaken als frisse lucht, schone rivieren, financiële zekerheid en sterke relaties. Denkers als de econoom en filosoof Amartya Sen en filosoof Martha Nussbaum beschouwen dit als de waarden die alle mensen delen. Het werk van breinonderzoekers en psychologen laat ook zien dat mensen het meest ontspannen en tevreden zijn als ze samenwerken, zich veilig voelen, in de natuur zijn en zich verbonden voelen met anderen. Als ik een afbeelding met onze vijf kernwaarden toon tijdens een lezing, merk ik dat die sterk resoneren, eigenlijk bij iedereen. Mensen maken foto’s, glimlachen en knikken instemmend. Ze herkennen ze niet alleen als wezenlijk, maar realiseren zich ook dat het huidige economische systeem deze waarden helemaal niet dient.’

In veel landen groeit het wantrouwen van de bevolking tegenover de politiek, kiezen meer mensen voor populistische partijen en neemt de polarisatie toe. Denkt u dat een welzijnseconomie deze problemen kan helpen verminderen?

‘Dat denk ik wel, want het toenemende populisme heeft voor een groot deel te maken met hoe de economie nu functioneert. Zo is het besteedbaar inkomen van mensen met lage en middeninkomens de afgelopen twintig jaar niet gestegen. Steeds meer mensen hebben moeite met rondkomen, of hebben schulden. Er is veel onzekerheid en stress door flexwerk en nul-urencontracten. Veel mensen beseffen dat hun kinderen en kleinkinderen het minder goed zullen hebben dan zijzelf.

Slechts een kleine bovenlaag profiteert echt van het huidige systeem. Dat de ongelijkheid toeneemt, terwijl armere mensen merken dat zij weinig invloed hebben op hun omstandigheden, leidt tot uitholling van het vertrouwen in de democratie. Mensen gaan dan op zoek naar zondebokken, zoals immigranten. Populisme is een cocktail van verschillende oorzaken zoals globalisering en het afgenomen contact tussen verschillende bevolkingslagen. Er is ook veel bewijs dat eenzaamheid ertoe bijdraagt dat mensen eerder betrokken raken bij extreemrechtse politiek − en dat lockdowns dat zullen verergeren.

Er zijn geen gemakkelijke oplossingen. Wel kan een welzijnseconomie de kloof tussen groepen verkleinen, omdat het doel ervan een goed leven is voor iedereen.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2020/10/DSC08458-Edit-640x853.jpg

Het rottende fruit van de welvaart

In The Economics of Arrival. Ideas for a Grown-up Economy, het in 2019 gepubliceerde boek dat Trebeck schreef met activist en schrijver Jeremy Williams, noemen zij landen met een hoge welvaart ‘gearriveerd’. Het doel van die landen moet verschuiven van blijven doorgroeien naar ervoor zorgen dat ze ‘zich thuis voelen’ door het verleggen van de focus van kwantiteit naar kwaliteit.

Het boek biedt hiervoor geen blauwdruk, maar beschrijft voorbeelden van coöperatieve bedrijfsmodellen waarbij werknemers mede-eigenaar zijn en delen in de winst, ondernemingen die de gemeenschap dienen en manieren waarop organisaties hun maatschappelijke impact kunnen meten. Ook pleiten de auteurs ervoor dat de hoogte van salarissen meer afhangt van de waarde die werk heeft voor het collectieve welzijn. Schoonmakers in ziekenhuizen verdienen dan bijvoorbeeld meer.

U noemt landen als Nederland ‘overontwikkeld’, omdat nog meer welvaart er niet leidt tot meer welzijn. Volgens u is in deze landen het fruit van de welvaart ‘aan het rotten’. Waaruit blijkt dat?

‘Het idee dat meer welvaart automatisch leidt tot meer welzijn is hardnekkig, maar klopt niet. Zo is er geen lineair verband tussen het nationaal inkomen en de levensverwachting. Je ziet in een aantal landen met een hoog bbp de levensverwachting stagneren of zelfs dalen. Vooral grote bedrijven en aandeelhouders profiteren van een groeiend bbp.

Uit onderzoeken blijkt dat in westerse landen een stijging van de welvaart de afgelopen twintig jaar gepaard gaat met minder welzijn. Vooral vanwege milieuproblemen als luchtvervuiling en door meer stress en onzekerheid. Sommige salarissen zijn zo laag dat mensen er niet van kunnen leven. Al vóór de coronacrisis waren steeds meer mensen in rijke landen afhankelijk van voedselbanken.’

‘Groei is goed tot een bepaald niveau, maar daarboven wordt het
schadelijk. “Het fruit is aan het rotten.”’

Toch blijven bijna alle politici hameren op de noodzaak van economische groei.

‘Ja, al noemen ze dat nu meestal groene of duurzame groei. Politici definiëren crisis als het ontbreken van groei. Maar de economie van Japan groeit al twee decennia niet meer en dat is niet problematisch, want Japan heeft een volgroeide economie met een hoge levensstandaard. Voor veel landen zal groei van ecologische landbouw, hernieuwbare energie, zorg en onderwijs de kwaliteit van de samenleving verhogen, maar groei is geen doel op zich.

Groei is goed tot een bepaald niveau, maar daarboven wordt het schadelijk. Dat “het fruit aan het rotten is” blijkt vooral uit het feit dat overheden in rijke landen steeds meer geld moeten uitgeven om problemen die ze zelf veroorzaakt hebben te repareren of op te ruimen, de zogeheten failure demand. Zo krijgen arme gezinnen in Schotland nu tien pond per week om de kinderarmoede te verminderen. Dat toont het falen van dit systeem. Een welzijnseconomie zorgt meteen voor een goed leven voor iedereen en kiest voor predistributie in plaats van herdistributie.’

De Nederlandse Bank en het Planbureau voor de Leefomgeving waarschuwden dit voorjaar dat verdergaande verslechtering van de biodiversiteit in de nabije toekomst een miljardenstrop kan betekenen voor de Nederlandse financiële sector. Is dat ook een voorbeeld van failure demand?

‘Natuurlijk, net als de miljardenschade die klimaatverandering nu al veroorzaakt. Al deze kosten worden ondertussen wel meegerekend in het bbp en suggereren daardoor dat het goed gaat met een land. Al in 1968 hield Robert Kennedy als presidentskandidaat een bevlogen en poëtische tirade over wat er mis is met het bbp als manier om de welvaart van een land te meten. Die móét je echt beluisteren op internet, met het volume hard. Hij vertelt daarin dat het bbp alles meet, behalve dat wat werkelijk van waarde is in het leven.

Het bbp is sowieso geen goede maat, omdat het te materialistisch is. Feministische economen wijzen er al lang op dat het werk binnen huishoudens er niet in wordt meegerekend. En ecologische economen hameren erop dat een economisch systeem de planetaire grenzen moet respecteren. Pas nu er zich onmiskenbaar een ecologische crisis voltrekt, begint het werkelijk door te dringen dat het bbp totaal niet geschikt is om te meten of het goed gaat met de collectieve belangen.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2020/10/DSC08590-640x853.jpg

Niet over links of rechts

Nadat de Schotse overheid het verhogen van het welzijn tot kerndoel van de overheid verklaarde, nam Trebeck in 2018 het initiatief voor een Wellbeing Economy Governments partnership (WEGo), een samenwerkingsverband van de regeringen van Schotland, IJsland en Nieuw-Zeeland. Afgelopen mei sloot ook Wales zich aan. ‘Geen van die landen is er al. Het is een reis,’ zegt Trebeck. ‘Wat ik vooral geweldig vind aan WEGo, is dat het gaat om het delen van kennis en ervaringen in plaats van onderlinge competitie.’

Een welzijnseconomie is niet gebonden aan de agenda van specifieke politieke partijen of stromingen en gaat niet over links of rechts, benadrukt ze. ‘De WEGo-landen hebben geen heel linkse regering. Zo heeft Nieuw Zeeland een coalitie van Labour, een groene partij en de nationalistisch-populistische partij New Zealand First, regeert in Schotland de Scottish National Party en heeft IJsland een brede coalitie.’ Een aantal andere regeringen neemt informeel deel aan de WEGo-conversatie en we hopen dat ze snel ook officieel gaan meedoen, zegt Trebeck. ‘Uiteraard hoop ik erg dat ook Nederland aanhaakt.’

Altijd op de hoogte blijven van de beste verhalen? Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Meld je aan en ontvang de beste verhalen van Vrij Nederland in je mailbox.

Oeps! Voer een geldig e-mailadres in.
Op onze nieuwsbrieven is ons cookiestatement van toepassing.
Nieuwe overheidsprioriteiten

Om de welzijnseconomie vorm te geven, heeft IJsland 39 indicatoren vastgesteld, waarvan het bbp er slechts één is. De andere gaan over sociale omstandigheden, onderwijs, gelijkheid, huisvesting, milieu, CO2-uitstoot et cetera.

In Wales werd in 2015 de Wellbeing for Future Generations Act aangenomen en bewaakt sinds 2016 een Commissioner de belangen van toekomstige generaties. Ook Nieuw-Zeeland weegt voortaan hun belangen mee in het beleid. Belangrijke redenen voor dit land om zich in de zomer van 2019 bij WEGo aan te sluiten, waren de hoge zelfmoordcijfers (ook onder jongeren), het grote aantal depressies en de slechte leefomstandigheden voor veel kinderen. Nieuw-Zeeland presenteerde vorig jaar voor het eerst een nationale ‘welzijnsbegroting’. Sindsdien moeten alle nieuwe uitgaven één van de vijf nieuwe overheidsprioriteiten bevorderen: het verbeteren van de geestelijke gezondheid, het terugdringen van kinderarmoede, het beschermen van de rechten van de inheemse Maori en eilandbewoners in de Stille Oceaan, ‘gedijen’ in een digitaal tijdperk en de overgang naar een emissie-arme, duurzame economie.

Zou mentale gezondheid ook in andere landen hoger op de agenda moeten?

‘Ja. Psychologen in het Verenigd Koninkrijk waarschuwen dat steeds meer jongeren aan zelfbeschadiging doen en eetproblemen hebben. Dat is alarmerend. Veel jongeren maken zich grote zorgen over klimaatverandering. Je ziet ook dat mindfulness voor kinderen in opmars is, terwijl kinderen dat niet nodig zouden moeten hebben om met vermijdbare druk en spanningen om te gaan. Ongelooflijk veel mensen gebruiken antidepressiva. Dat is natuurlijk ook een duidelijk voorbeeld van failure demand.’

‘Tijdens de coronacrisis was het opvallend dat landen met een vrouwelijke leider eerder besloten tot een lockdown, omdat ze de gezondheid van de bevolking als prioriteit zagen.’

‘Inwoners van landen waar aan de basisbehoeften is voldaan, worden niet gelukkiger van nog meer spullen. Veel mensen worstelen al met een overvol huis. Consumentisme heeft niets te maken met welzijn, eerder het omgekeerde. Wat mensen écht willen, is een betekenisvol leven leiden en zich verbonden voelen met anderen en hun gemeenschap. Daarom ben ik er erg enthousiast over het feit dat steeds meer landen experimenteren met vormen van zogeheten deliberatieve democratie (publieke besluitvorming waarin informatievergaring, overleg en de uitwisseling van argumenten centraal staan, EvR), zoals burgerraden.

Bhutan richt zich al langer op Gross National Happiness: bruto nationaal geluk, in plaats van bbp, bruto binnenlands product. Zij ontdekten dat twee groepen relatief niet gelukkig waren: mensen in rurale gebieden en vrouwen. Voor de eerste groep hebben ze de infrastructuur verbeterd, zodat zij minder geïsoleerd leven. De tweede groep heeft meer politieke zeggenschap gekregen.’

Schotland, Nieuw Zeeland en IJsland hebben, met Nicola Sturgeon, Jacinda Ardern en Katrín Jakobsdóttir, alle drie een vrouwelijke premier. Is dat toeval, denkt u?

‘Nee. Ik denk dat lang niet alle maar wel veel vrouwen economie breder opvatten dan consumptie en productie. En dat ze wat minder kritiekloos vertrouwen op zogenaamd harde meetgegevens als het bbp. Ook denk ik dat vrouwen vaak meer gericht zijn op samenwerken en minder competitief zijn. Hun kijk op de wereld is vaker holistisch en ze zijn wat meer geneigd ook aan de lange termijn te denken en oog te hebben voor kwetsbare groepen.

Tijdens de coronacrisis was het opvallend dat landen met een vrouwelijke leider eerder besloten tot een lockdown, omdat ze de gezondheid van de bevolking als prioriteit zagen. Ik was erg bezorgd dat WEGo vanwege de pandemie misschien naar de achtergrond zou verschuiven, maar dat gebeurde helemaal niet. Het welzijn van de bevolking werd juist tot de kern van het beleid gemaakt. Ik denk dan ook dat we nu vrouwelijke leiders nodig hebben.’ (Glimlacht.) ‘Of feministische mannen.’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2020/10/DSC08614-640x853.jpg

Enorme impact

Trebeck studeerde politieke wetenschappen in Melbourne en raakte geïnteresseerd in ontwikkelingsvraagstukken nadat ze als student een zomer vrijwilliger was op de boekhoudafdeling van een ziekenhuis in Kameroen. ‘Toen ik daar weer weg was, kwam er een grote overstroming. Ik wilde erheen om mijn vrienden te helpen, gewoon door met zandzakken te sjouwen. Een docent raadde me dat af en zei: realiseer je dat je geprivilegieerd bent, verdiep je in zaken als mensenrechten en benut jouw mogelijkheid op een goede opleiding om iets te doen aan de diepere oorzaken van dit soort problemen. Dat is 23 jaar geleden, maar ik hoor het haar nog zeggen. Haar woorden hebben een enorme impact op me gehad.’

In 2005 promoveerde Trebeck aan de Australian National University, daarna vertrok ze naar Schotland, het land waarop ze als rugzakstudent verliefd werd. Sinds 2014 is ze senior onderzoeker aan de Universiteit van Strathclyde en erehoogleraar aan de Universiteit van West-Schotland. Daarnaast werkte ze, tot 2018, ruim acht jaar in verschillende functies voor Oxfam Groot-Brittannië. Daar ontwikkelde ze de Oxfam Humankind Index, die het welzijn meet door onder meer te kijken naar gezondheid, vervoer, familieleven en werkgelegenheid.

Wat heeft uw werk voor Oxfam u geleerd over het meten van welzijn?

‘Dat het belangrijk is echt in gesprek te gaan met gemeenschappen en aan de hand daarvan indicatoren te bepalen. Dan kom je bijvoorbeeld uit bij iets als: hoeveel meisjes gaan op de fiets naar school? In Nederland gebeurt dat natuurlijk volop, maar op veel plaatsen is het een goede indicator voor luchtvervuiling, veiligheid en emancipatie.

‘Interessant is Costa Rica. Dat is geen perfect land, maar het heeft als middeninkomen-land een hogere levensverwachting en hoger welzijn dan een rijker land als de VS, en slechts een derde van de ecologische voetafdruk. Costa Rica doet enorm veel aan herbebossing en herstel van ecosystemen, de democratie functioneert goed, ze hebben een goed en toegankelijk gezondheidssysteem en besteden 8 procent van hun bbp aan onderwijs, wat relatief hoog is.

Natuurlijk kunnen zich ontwikkelende landen iets leren van gearriveerde landen, zoals van het deeltijdwerken en pragmatisme in Nederland. Maar Costa Rica laat zien dat gearriveerde landen zeker ook veel kunnen leren van armere landen. Neem de levensfilosofie buen vivir in Ecuador: daarin gaat het om goed leven, niet om “maximaal” leven. Ecuador en Bolivia gaan grotendeels circulair om met grondstoffen en hebben rechten voor de natuur in hun wetten opgenomen. We kunnen ook leren van de wijsheid van de oorspronkelijke bevolking daar, want zij vragen zich af hoe ze een goede voorouder kunnen zijn voor de generaties na hen.’

‘Jonge mensen zijn opgegroeid met de realiteit van klimaatverandering en baanonzekerheid en kijken al anders naar de wereld.’

Ondertussen blijven rijke landen uit alle macht groei nastreven. Wat betekent dat?

‘Als landen die al gearriveerd zijn blijven doorgroeien, dan gaat dat ten koste van de ecologische ruimte die overblijft voor andere landen. We kunnen de taart niet groter maken en dan beter verdelen, want die is begrensd. Gearriveerde landen moeten dus plaatsmaken voor armere landen, zodat ook zij zich kunnen ontwikkelen. Het IMF duwt landen als Bangladesh en Sierra Leone hetzelfde pad op dat rijke landen hebben gevolgd, terwijl duidelijk is dat het desastreus zou zijn als ze dezelfde fouten maken. Te hopen is dat deze landen een “kikkersprong” weten te maken, door bijvoorbeeld meteen op grote schaal te kiezen voor hernieuwbare energie.’

‘In ons boek benadrukken we: er is wereldwijd rijkdom genoeg, maar we moeten die beter verdelen. Dat vraagt van rijke landen om een nieuwe solidariteit.’

Dat zou rechtvaardig en redelijk zijn, maar is wel erg optimistisch gedacht. Noord-Europa heeft al moeite met het steunen van Zuid-Europa binnen de EU en de solidariteit met de vluchtelingen die vastzitten in Griekenland is minimaal. Stellen landen niet altijd hun eigen belang voorop?

‘Dat is niet echt zo, want rijke landen besteden veel geld aan hulpprogramma’s. Ik vind het hoopgevend dat Amsterdam dit jaar heeft gekozen voor de donuteconomie. Dat betekent dat de stad stilstaat bij zoiets als de impact van het kopen van goedkope T-shirts voor de mensen die ze elders ter wereld maken.’

Lees ook De donuteconomie in de praktijk: hoe Amsterdam socialer en duurzamer wil worden 25 augustus 2020

‘Ons idee van waar de economie om draait, wordt sterk beïnvloed door reclames voor luxe zaken als auto’s en door het bestaande economieonderwijs. Maar we zijn echt niet allemaal egoïstisch. Jonge mensen zijn opgegroeid met de realiteit van klimaatverandering en baanonzekerheid en kijken al anders naar de wereld. Ze beginnen daarom vaker sociale ondernemingen. Die stellen een maatschappelijk doel centraal en zien winst als de voorwaarde om dit te realiseren, niet als doel op zich. Ons boek beschrijft veel van dit soort voorbeelden.’

Een ander economisch systeem vraagt niet alleen om mooie initiatieven, maar ook om een paradigmawisseling, stelt u in uw boek. Naast pullfactoren zoals een rechtvaardiger en duurzamer wereld, noemt u daarvoor pushfactoren zoals de ecologische crisis en sociale problemen. Wat gebeurt er als we niet binnen tien jaar ‘overstag gaan’?

‘Dan zullen die pushfactoren nog heftiger worden. Als Australische vond ik het afschuwelijk om te zien hoe verwoestend de bosbranden daar afgelopen jaar waren. Ongelofelijk dat de regering desondanks alles wil houden zoals het is. Ook de steeds grootschaliger branden in Californië, Oregon en Washington, de branden in Brazilië, het ongekend snelle smelten van de ijskappen en ontdooien van de permafrost, verlies van biodiversiteit, de eenzaamheid onder jongeren, zelfmoord onder mannelijke vijftigers, drankproblemen onder dertigers en de toenemende maatschappelijke polarisatie zijn niet te negeren pushfactoren. Datzelfde geldt voor Covid-19.

Er zijn zoveel signalen dat dit systeem vastloopt. Mensen hebben lang tegen me gezegd: “Katherine, zijn je ideeën niet erg onrealistisch en naïef?” Dat hoor ik de laatste tijd niet vaak meer. Steeds meer mensen zien dat we het ons niet kunnen veroorloven door te gaan op deze weg. Dat veel van hen de mouwen opstropen en aan de slag gaan, maakt me hoopvol.’

Brede welvaart in Nederland

Begin oktober heeft de Tweede Kamer besloten regeerakkoorden voortaan te laten doorrekenen vanuit het perspectief van brede welvaart, omdat ‘welvaart over veel meer gaat dan geld, economie en groei’.

Sinds 2018 kent Nederland een jaarlijkse Monitor Brede Welvaart. Die onderscheidt drie dimensies: welvaart ‘hier en nu’, toekomstige welvaart (‘later’) en de impact op andere landen (‘elders’). Naast bbp-gerelateerde indicatoren bevat de monitor gegevens over milieu, gezondheid, onderwijs, arbeid, veiligheid, vertrouwen en ongelijkheid. Ook toont die de voortgang en Europese positie van Nederland ten aanzien van de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de Verenigde Naties. Behalve het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) leveren de drie planbureaus (CPB, PBL en SCP) input. Kijk hier voor de Monitor Brede Welvaart & Sustainable Devolopment Goals 2020.

Hoe Nederland het qua welzijn doet in vergelijking met andere landen en welke trends er zijn, toont How is Life in the Netherlands 2020? (gegevens 2018).

Het bericht Economisch denker Katherine Trebeck: ‘Groei is goed tot een bepaald niveau, daarboven wordt het schadelijk’ verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/katherine-trebeck-economische-groei/

Hoe de fossiele industrie klimaatontkenners inzet om het milieubeleid te saboteren (Joop)

“De aarde warmt nu zo snel op dat we een causaal verband kunnen vaststellen met het broeikaseffect.” Dr. James Hansen van het onafhankelijke Amerikaanse agentschap NASA waarschuwt in 1988 met deze woorden de politiek. Wereldleiders luisteren. Amerika en Europa voorop in de strijd: “Mensen die denken dat we niets aan het broeikaseffect kunnen doen, vergeten het Witte Huis-effect”, zegt de Amerikaanse president George Bush Senior.

Drie decennia later is er weinig gebeurd en domineren bosbranden, droogtes en warmterecords het nieuws. Tegelijkertijd wordt wetenschap over opwarming van de aarde hevig bekritiseerd en zelfs in twijfel getrokken. In 2017 kondigt Amerika aan zich terug te trekken uit het Klimaatakkoord van Parijs.

Hoe is dit mogelijk? De jaren na de speech van James Hansen verschijnen steeds meer critici op tv. Critici die het verhaal van Hansen over het broeikaseffect in twijfel trekken.

In Zembla onderzoeken Deense onderzoeksjournalisten de invloed van deze klimaatontkenners. Het blijken communicatie-experts die zijn georganiseerd in denktanks en kennisinstituten en worden ondersteund door speciaal getrainde onderzoekers. “Ik ben geen wetenschapper, maar op tv doe ik me wel zo voor”, zegt communicatiemanager en klimaatscepticus Marc Morano.

“Zij hebben ervoor gezorgd dat desinformatie gemeengoed is geworden. De president van de VS kan nu zeggen dat klimaatverandering niet bestaat”, aldus hoogleraar aan de Harvard Universiteit, Naomi Oreskes.

De Deense journalisten onderzoeken welke belangen er achter deze anti-klimaatlobby zitten. Ze weten hun hand te leggen op een geheim rapport: een in besloten kring opgestelde strategie van de olie-industrie.

https://joop.bnnvara.nl/videos/hoe-de-fossiele-industrie-klimaatontkenners-inzet-om-het-milieubeleid-te-saboteren

Philip Hans Franses schildert gorilla’s en bosbranden in zijn Delfshavense atelier (Erasmus Magazine)

Wat doen EUR-medewerkers en -wetenschappers ter ontspanning, nu sporten lastiger is en uitgaan uit den boze? Deze maand: econometrist Philip Hans Franses.

https://files.erasmusmagazine.nl/app/uploads/2020/10/12155636/Franses-Schildert-875x584.jpeg

Hoe komen medewerkers van de Erasmus Universiteit deze coronatijd door? Pakken ze nieuwe hobby’s op? Houden ze balkon-staycations? Philip Hans Franses (57), hoogleraar toegepaste econometrie en hoogleraar marketingonderzoek aan Erasmus School of Economics, schildert in het atelier dat hem, na zijn afscheid als decaan, als dank werd aangeboden door de medewerkers van de economische faculteit. “Dit is geen hobby.”

Op de deur van het atelier van Philip Hans Franses staat dan wel ‘accountancy’, maar hier doet hij niets met cijfers of euro’s. Het bordje is van degene die kantoor houdt in de ruimte achter zijn atelier in Delfshaven. “Het rauwere deel, níét het toeristische deel”, zei Franses vooraf. Het pand moet ooit een winkeltje zijn geweest, de ramen zijn grotendeels afgeplakt tegen pottenkijkers. Aan de muur hangen schilderijen van Franses. Het decor van een Molukse treinkaping die veel indruk op hem maakte als kind, de ogen van een gorilla, abstracter werk dat doet denken aan een bosbrand. Sommige dreigend, andere wat dramatisch of verdrietig. Allemaal roepen ze een emotie op. Of dat proberen ze in ieder geval, zegt Franses. “Het is figuratief, soms tegen het abstracte aan.”

Pedel Marleen van Kester spot ijsvogels en raust onkruid in haar volkstuin

Franses schildert al twintig jaar. Hij begon in een atelier in Berkel en Rodenrijs met een aantal mensen en daar komt hij nog steeds. Op dinsdagavond, met een vaste groep. “Sinds februari 2019 gebruik ik ook deze ruimte. Het mooie is: hier kan ik alles laten staan. Ik werk met olieverf, maar ook met spuitbusverf en dan hangt er gewoon een nevel waar ik thuis geen ruimte voor heb.” Als hij hier werkt, werkt hij in stilte. De ramen zitten op het noordoosten, dat geeft het beste licht: noorderlicht. Waarom hij dit doet? “Tsja. Het is een deel van mijn leven. Ik ben wetenschapper en als wetenschapper ben je vrij en creatief. Ongebonden wetenschappelijk onderzoek, eigen creativiteit, zelf bedenken, soms wel succes hebben, dan weer niet. Die creativiteit vind ik ook in schilderen.”

Vloeken met Karel Appel

Zo zou het in ieder geval moeten zijn in de wetenschap, stelt Franses, maar het draait de laatste jaren teveel om impact. “Kijk naar die letters op de recent gerenoveerde, monumentale luchtbrug bij het carillon over being an erasmian – letters die vloeken met de tegels van Karel Appel op het Tinbergengebouw – en de strategie met impactgerichtheid die daarbij hoort. Je krijgt echt geen Nobelprijzen toegekend als je van tevoren denkt: ik ga eens even flink impact maken. Om de analogie met schilderen door te trekken: als ik bedenk dat ik eens even een schilderij ga maken dat voor 50.000 euro over de toonbank gaat, komt er ook niets uit mijn vingers.”

Franses komt niet dagelijks in zijn atelier. Het is net als met wetenschappelijk werk, legt hij uit. Je bent er 24 uur per dag mee bezig in je hoofd, maar niet fysiek. Het schilderij of het artikel kan in een ochtend op doek of papier staan. “’s Avonds om elf uur denk je ineens: ach, zo wil ik het doen. Dan onthoud je het en de volgende dag begin je aan een artikel of begin je aan een schilderij. De volgende dag kom ik hier een uur, of twee, en ga ik weer. Ik ga hier niet zitten turen naar een wit vel en heb ook geen vaste dag. Ook dat is net als de wetenschap, je kunt niet zeggen op de vrijdag: nu ga ik eens wetenschappelijk creatief worden.”

Applaus

Hij is een liefhebber van vrijheid en creativiteit, zoveel is duidelijk. Op de universiteit heeft Franses er, met de beheerders van de kunstcollectie Luuk Bode en Anne Clement (‘met een zeer bescheiden budget van 40.000 euro per jaar’, aldus Franses), mede voor gezorgd dat er twee grote werken van opkomende Rotterdamse kunstenaars in twee collegezalen in het Theilgebouw hangen. “Dat had nog behoorlijk wat voeten in de aarde kan ik je vertellen. Later gaf ik daar een keer college en zei ik dat tegen de studenten, kreeg ik applaus!” Dat vond hij mooi. Hij lacht: “Dat krijg ik nou nooit voor mijn colleges over econometrie.”

Coronazomer: Bianca Jadoenath (ISS) ontspant in Clingendael

Marko de Haan

https://www.erasmusmagazine.nl/2020/10/13/philip-hans-franses-schildert-gorillas-en-bosbranden-in-zijn-delfshavense-atelier/

Podcast De Dag: Waarom witwassen zo makkelijk is (NPO Radio 1)

https://www.nporadio1.nl/images/2020/09/22_ef4bb84f46_ing.jpg

De uitgelekte FinCEN-files bieden een blik op een wereld waarin, met hulp van banken, op grote schaal geld wordt witgewassen. Bijna nooit wordt het geld onderschept. Hoe kan dat? 

{podcast audio="150879" caption="#676 - Waarom witwassen zo makkelijk is" }

Na de Panama Papers en de Paradise Papers is er deze week een nieuw lek onthuld dat een inkijkje geeft in de wereld van schimmige financiële transacties. Het gaat om gelekte documenten van de Amerikaanse opsporingsdienst FinCEN en die leggen een wereld bloot van crimineel geld dat vrijelijk over de wereld wordt rondgepompt en witgewassen - met hulp van een reeks grote banken. In Nederland speelt ING een rol.

Van de duizenden miljarden aan illegaal verkregen geld die ieder jaar in de wereld in omloop zijn, wordt naar schatting op maar 1% beslag gelegd. De overige 99% blijft buiten schot. Hoe kan dat? Wat maakt witwassen kennelijk zo makkelijk, wat is de rol van banken, en gaan de FinCEN-files hier verandering brengen? In De Dag een gesprek hierover met Hans Nelen, hoogleraar criminologie aan de universiteit van Maastricht, en met Dirk Waterval, een van de Nederlandse journalisten die de FinCEN-documenten in handen kreeg. 

{articles "Podcast De Dag: 'Niet méér testen, maar minder'" id="26538" }

Podcast De Dag

Elke werkdag staat er vanaf 12.00 uur een nieuwe podcast van De Dag klaar op je favoriete podcastplatform. Luisteren kan via de NPO Radio 1 website en app, SpotifyiTunesGoogle Podcasts en Stitcher.

Vergeet je niet te abonneren! Dan ontvang je dagelijks een melding wanneer een nieuwe aflevering van De Dag verschijnt.

{articles "Podcast De Dag: Over dor hout en de Amerikaanse bosbranden" id="26497" }

https://www.nporadio1.nl/podcasts-uitgelicht/26563-podcast-de-dag-waarom-witwassen-makkelijk-is