3 catastrofale planeetproblemen: ook taak voor ICT & e-health? (ICT Health)

Bezinning en het de verantwoordelijkheid nemen voor ons voortbestaan, ofwel het tussen de oren hebben van de huidige catastrofale planeetproblemen, staan uiteraard voorop bij de wereldwijde effectieve aanpak. Naast de 1400 wetenschappers van het IPCC 2021 vroegen de redacties van 220 medische tijdschriften al aandacht voor de impact van de klimaatcrisis op onze gezondheid. Kort daarop ook de grote kerkgenootschappen die om het redden van de schepping vragen.

De boodschap: politiek en beleidsmakers moeten met spoed ingrijpen voordat het echt te laat is. Nederland blijft Europees gezien duidelijk achter bij de aanpak van de drie GPPs. Is dat politieke onkunde en onwil of spelen er andere belangen een rol? Meer dan mooie woorden en dooddoeners zoals alleen actie indien ‘haalbaar en betaalbaar’ zit er vaak niet in, enkele positieve uitzonderingen daargelaten.

De klimaatcrisis

De meest bekende van de grote drie planeetproblemen is de klimaatcrisis. Zeer complex, want het gaat om opwarming, CO2-uitstoot (broeikasgassen), orkanen, heftige (plaatselijke) regenval met overstromingen, zinderende hitte met extreme droogte, ernstige luchtverontreiniging, immense bosbranden, stijging van de zeespiegel, tot voorheen ongekende klimaatschommelingen en oprukkende tropische ziekten of andere epidemieën. Daaraan gekoppeld geopolitieke strijd en grote vluchtelingenstromen Het behoeft geen betoog dat dit allemaal heel slecht is voor de wereldgezondheid.

Onlangs kwam er een nieuw (2021) IPCC-rapport uit. Zo’n 1400 wetenschappers van de het Intergovernmental Panel on Climate Change verzamelde expliciet wetenschappelijk bewijs voor dat het echt heel slecht gaat met de leefbaarheid van de aarde. Wie dit rapport te taaie stof vindt, kan het beeldender en boeiender nalezen in boeken zoals 6 Graden en De onbewoonbare aarde.

220 medische redacties

De 220 redactionele commentaren in gerenommeerde medische vakbladen spreken van de grote problemen bij het overschrijden van de 1,5 graden Celsius opwarming (t.o.v. het pre-industriële tijdperk). En bij drie graden opwarming hebben we het zo ongeveer met onze gezondheid, welzijn en welvaart gehad.

Kijk verder dan corona, wordt benadrukt. COVID 19 konden we nog net aan. Wat er straks zonder actief ingrijpen komt, valt gewoon niet te behappen voor het huidige zorgsysteem. Dat stort onder deze condities helemaal in. Om het over helemaal onbetaalbaar worden nog maar niet te hebben.
Dan het item verborgen sterfte. Doden door corona, bosbranden met luchtverontreiniging (meer dan 35.000 doden wereldwijd), stormen en overstromingen vallen op. Die halen uitgebreid de pers en activeren de bevolking. Meer verborgen en vaak erger zijn het aantal doden door hitte, hongersnood, vluchtelingenproblematiek, drinkwatertekort, oprukkende (tropische) zieken en chemische vervuiling. En dan zijn er nog neveneffecten zoals aantasting van de psychische gezondheid met alle negatieve levenseffecten van dien.

IPCC rapport 2021 en gezondheid

De klimaatcrisis bedreigt de gezondheid in heel Europa. Het Nederlandse Milieu- en Natuurplanbureau rapporteerde al eerder in haar ‘Effecten van klimaatverandering in Nederland’ dat het er alleen niet slecht voorstaat maar waarschijnlijk bij niets doen nog veel erger wordt.

Het IPCC rapport 2021 toont dit nogmaals overtuigend aan. Hitte, overstromingen, tropische ziekten, luchtverontreiniging (fijnstof en stikstofverbindingen), overstromingen, voedseltekorten, gebrek aan drinkwater, conflicten hierover etc. Onze gezondheid en welzijn staan een ongekende en mogelijk niet meer te keren ecologische omslag met miljoenen tot wel 1,2 miljard zieken en doden te wachten. Er zijn volgens dit rapport echter ook enkele scenario’s om het tij alsnog te keren.

Aanpassen of met spoed couperen?

Mens en techniek zullen zich toch wel aanpassen aan gewijzigde klimaatomstandigheden? Tot op zeker hoogte wel. Stormkeringen, goede waarschuwingssystemen, noodplannen en opvang regelen doen best hun werk. En er wordt vast wel weer een vaccin tegen een volgende pandemie gevonden?

Al deze maatregelen kunnen echter geen wonderen verrichten. Ze zijn domweg eindig. Hoe hoog kan je dijken uiteindelijk maken? Een ander punt is dat de rampen steeds complexer worden en elkaar verder versterken. Bosbranden geven bijvoorbeeld meer CO2 en hitte af en minder bomen geven minder koeling en luchtzuivering.

Het enige dat echt adequaat helpt, is het wegnemen van de oorzaken voor de drie grote planeetproblemen. Dat vergt toch een heel andere opstelling van politici, beleidsmakers, industrie, landbouw en aandeelhouders. Grote spoed is vereist.

Probleem van biodiversiteit

Dit tweede GPP is eveneens behoorlijk complex, zowel qua gevolgen als oorzaken. Het algemene principe is: hoe minder soorten (flora en fauna), des te groter de kans dat pathogenen de overhand krijgen, nuttige gewassen en dieren uitsterven, er een gebrek aan medicijnen komt en hongersnood uitbreekt. Kortom, monoculturen zijn een ware pest voor gezondheid en welzijn.

De oorzaken van afnemende biodiversiteit liggen onder meer bij de klimaatcrisis (verdroging, hitte), luchtverontreiniging (stikstofuitstoot) en menselijk ingrijpen in de omgeving. Zie voor Nederland het PlanBureau voor de Leefomgeving (PBL) Medisch Contact pleitte in 2015 al voor het behoud van biodiversiteit met het oog op gezondheidseffecten. Leerzaam is eveneens het WHO-rapport.

Afnemende biodiversiteit is nadrukkelijk geen hobby meer van natuurwappies, maar vormt een serieuze bedreiging voor het voortbestaan van de mensheid en natuur. Argumenten zoals vooruitgang, economie en werkgelegenheid wegen niet op tegen de immense schade die wordt aangericht. Onbetaalbaar voor ons nageslacht! Het in een eerdere blog aangehaalde voorzorgprincipe wordt gewoon te weinig toegepast. ICT en AI-beeldvorming kunnen helpen om de gevolgen inzichtelijk te maken.

Probleem van chemische vervuiling

Veel van deze GPP speelt zich in het verborgene af. Niet opgemerkt, in de doofpot gestopt of gewoon gebrek aan kennis. De precieze gevolgen voor gezondheid en welzijn blijken vaak nog onvoldoende bekend en onderzocht. Hoewel grote hoeveelheden Big en Deep Data voor research aanwezig zijn. Tijd voor AI en patroonherkenning plus voorspelde effecten.

Voor Nederland staat momenteel de vervuiling door Tata Steel in de picture. Al jaren wordt de omgeving van IJmuiden, Velzen, Beverwijk en Wijk aan Zee door de staalindustrie ernstig vervuild met ziekmakende en kankerverwekkende stoffen die met name kinderen treffen.

De Volkskrant publiceerde recentelijk het artikel ‘Plastics en andere chemische stoffen stapelen zich op in de grond: een nieuwe planetaire crisis dreigt’. PFAS, bestrijdingsmiddelen, (micro)plastics , zware metalen en allerlei slecht afbreekbare koolwaterstoffen grijpen grootschalig om zich heen.

Het IRAS (risico assesment) van het UMC Utrecht pleit voor een zogenaamd exposoom, wat zijn de gevolgen van de blootstelling van ons genetisch materiaal aan toxische stoffen. Al met al valt zo’n 16 procent van de sterfgevallen te wijten aan chemische vervuiling. En er zijn ongeveer 156 miljoen chemicaliën op de wereld waarvan grotendeels nog onbekend is wat zij met gezondheid doen.

ICT en e-health

Een tijdlang werd de mondiale cybercrime als de inmiddels ingang zijnde Derde Wereldoorlog gezien. De ICT-techniek verovert het slagveld. Het lijkt er echter steeds meer op dat vanuit gezondheidsoogpunt de drie grote planeetproblemen deze wereldoorlog ontketenen. Kunnen ICT en e-health een mitigerende rol spelen?

In feite gaat het om drie ‘strijdterreinen’: Tijdig signaleren, couperen en voorkomen. Voor het signaleren en diagnosticeren zijn e-health, ICT en AI zonder meer geschikt. Ook het visualiseren daarvan lukt met GIS en andere beeldvormende technieken uitstekend. Dat maakt ingrijpen efficiënt en accuraat.

Het bestrijden van de gevolgen met bewaking (wearables), slim technisch ingrijpen in de leefomgeving (bijvoorbeeld het smart home en city) en (preventieve) behandeling zijn eveneens steeds meer het domein van ICT en e-ehealth. Een app die voor de leek de mate van luchtkwaliteit meet, geeft hem of haar al inzicht en bewustwording. Het blijft echter dweilen met de kraan open als er ook niet daadwerkelijk bij de bron(nen) wordt ingegrepen.

Van doem naar doen

Het confronteren met doemscenario’s leidt al snel tot wegkijken door het grote publiek en overheid. Er valt toch niets aan te doen en men gaat verder tot de orde van de dag. Dat slaapt rustiger.

Psychologisch gezien is het dan ook slimmer om met sprekende oplossingen te komen waarbij de ontvangers zich kunnen inleven in de problematiek en ook duidelijk resultaten gepresenteerd krijgen. Die worden onder meer al omschreven bij de easac, WHO COP24 en de IPCC-adviezen voor beleidmakers.

De British Medical Association roept dokters en de nationale gezondheidsdienst op om actie te ondernemen op basis van COP 24, BIG Data, AI, beleving via VR, het wegnemen van ongelijkheden en de COVID-19 ervaringen.

Voldoende interventiemogelijkheden

Talmen kan gewoon niet meer bij de drie GPP’s. De dreigende gezondheidsschade en kosten gaan op relatief korte termijn astronomisch worden. Documenten zoals het IPPC-rapport 2021 en COP24 bieden al ruim voldoende interventiemogelijkheden.

Het zich verschuilen achter ‘haalbaar en betaalbaar’ en allerlei politieke en korte termijn economische belangen gaat nu echt de kant uit van eco-criminaliteit bij gezondheid en welzijn plus natuur. In vroeger tijden kon je dergelijke politici, industriëlen en beleggers nog gerold in pek en veren de stadspoort uitjagen. Heden ten dage is het aan de wetenschap, medici en de bevolking om een passende aanpak af te dwingen! Bijvoorbeeld via social media en VR/AR.

Het bericht 3 catastrofale planeetproblemen: ook taak voor ICT & e-health? verscheen eerst op ICT&health.

https://www.icthealth.nl/blog/3-catastrofale-planeetproblemen-ook-taak-voor-ict-e-health/

Kerken bieden naast zorg voor armen steeds vaker scheppingszorg. ‘Noem het een groene vorm van missionair zijn’ (Nederlands Dagblad)

Scheppingszorg wordt in de kerk steeds meer als een manier gezien om handen en voeten te geven aan je geloof. Het helpt Embert Messelink om zijn ‘kindje’, A Rocha Nederland, na negentien jaar los te laten.AmersfoortEmbert Messelink stopt eind deze maand als directeur van de Nederlandse afdeling van A Rocha, een internationale, christelijke natuurbeweging. Zondag wordt hij bevestigd als kerkelijk werker in de vrijgemaakt-gereformeerde Westerkerk in Amersfoort. Hij combineert deze nieuwe baan met een parttime studie theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. Op termijn wil hij predikant worden. ‘Ik geniet ervan om met mensen op te trekken, in geloof betrokken te zijn bij elkaar en bij deze wereld. Dat heb ik binnen A Rocha ervaren, het lijkt me mooi om daaraan bij te dragen in een kerkelijke gemeente’, vertelt hij thuis in Amersfoort aan de grote houten eettafel. De muur achter hem is volledig bedekt door een boekenkast. De deur naar de tuin staat open. Die is groen en levend - hoe kan het ook anders. Embert Messelink was een van de mensen die in 2002 aan de wieg stonden van de Nederlandse afdeling van de internationale, christelijke natuurbeweging A Rocha.Wat is de meerwaarde van een christelijke natuurorganisatie?‘Mag het wat minder? Kunnen we leren genieten van genoeg?’‘In de eerste tien jaar kreeg ik bijna elke week een vraag over het bestaansrecht van A Rocha. ik denk dat veel mensen het idee hadden dat we een zuiltje wilden oprichten om met christenen onder elkaar aan natuurbehoud te doen. Dat was niet onze bedoeling. Wij wilden vanuit de kerk dienstbaar zijn aan de samenleving. Noem het diaconaat of een groene vorm van missionair zijn. De kerk heeft zich in de geschiedenis onderscheiden met ziekenzorg en armenzorg. Mag scheppingszorg ook een plek hebben in het handen en voeten geven van je geloof? Ik vind het opmerkelijk dat we als A Rocha zo vaak naar ons bestaansrecht zijn gevraagd. Je kunt net zo goed vragen: moet er een Tearfund zijn, een Woord en Daad, een ZOA, een Compassion? In de katholieke wereld worden alle parakerkelijke organisaties als kloosters gewoon als onderdeel van de totale kerk beschouwd, hoewel het afzonderlijke organisaties zijn. Ik zou het mooi vinden als dat in de protestantse wereld ook zo zou zijn. Kerk en christelijke organisaties hebben elkaar hard nodig.’Je kunt als christen ook in seculiere natuurorganisaties de handen uit de mouwen steken.‘Ik ben in gesprek geweest met een groepje christenen in Hardenberg die overwogen een lokale A Rocha-groep te beginnen, maar daarover twijfelden. Ze zeiden: ‘We zien elkaar zondags in de kerk en woensdag bij natuurorganisatie IVN.’ Daar zag ik geen noodzaak om dingen over te nemen. Maar ik heb ook heel veel mensen gesproken die zeggen: ‘Ik voel mij in de kerk eenzaam omdat ik vanuit mijn geloof betrokken ben op de natuur, maar er in de kerk nooit wat over hoor. In de natuurorganisaties voel ik me eenzaam omdat het niet over geloof gaat.’’Is A Rocha dan tijdelijk nodig, tot het in de kerk meer over de schepping en de klimaat- en biodiversiteitscrisis gaat? ‘A Rocha krijgt denk ik alleen maar meer bestaansrecht. Het zijn geen kleine problemen waarmee we te maken hebben. Wat hebben we een zomer achter de rug met bosbranden, overstromingen en het IPCC-rapport. Deze problemen vragen ons om uitdagende keuzes te maken, die tegen de cultuur in gaan. Mag het wat minder? Kunnen we leren genieten van genoeg? Als christen moet ik te rade gaan bij het evangelie van Jezus. Het evangelie is van toepassing op deze aarde. Het is een boodschap van hoop, van bevrijding uit patronen die we gewoon zijn gaan vinden, van gebruiken en verbruiken en de aarde overvragen. Het is ook een boodschap van schuld en vergeving. Deze tijd vraagt erom schuld en vergeving ook toe te passen op onze omgang met de aarde.’Doen de kerken nu meer aan scheppingszorg dan in de beginjaren van A Rocha Nederland?‘Theologisch is er de laatste jaren veel in ontwikkeling. De Theologische Universiteit Kampen is vorige week gestart met de minor theologische ecologie, over het bewust omgaan met Gods schepping en het milieuvraagstuk. Theoloog Gijsbert van den Brink is bezig met onderzoek naar geloof en schepping. Ik heb de openingsmomenten van verschillende theologische universiteiten gevolgd. Het viel mij op dat het telkens ging over de vraag hoe we ervoor zorgen dat theologie niet alleen waar is, maar ook relevant voor nu.De Christelijke Gereformeerde Kerken gaan voor het eerst een project financieel steunen dat natuurontwikkeling als primaire doelstelling heeft. In samenwerking met A Rocha is de keus gevallen op het Dry Forest Project van A Rocha Peru, dat zich richt op het herstel van bossen in de savanne-achtige kustzone in Noord-Peru.’Waarom bent u theologie gaan studeren?‘De behoefte aan meer theologische verdieping is binnen mijn werk bij A Rocha begonnen. Ik begon in 2018 aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven met de bachelorvakken theologie, behalve de oude talen. Al studerend is het verlangen opgekomen om predikant te worden. Twee jaar geleden ben ik begonnen met een parttime studie aan de theologische faculteit in Kampen. Die studie duurt vier jaar, dus ik zit nu op de helft.’Vindt u het moeilijk A Rocha los te laten?‘Het loslaten van vriendschappelijke werkcontacten met vele tientallen collega’s en vrijwilligers, met wie ik jaren heb opgetrokken, is het moeilijkst. Maar ik heb al anderhalf jaar het gevoel dat ik aan A Rocha gegeven heb wat ik te geven heb. Het past wel bij mij om weer wat nieuws te doen. Ik denk dat het voor A Rocha ook goed is. Een belangrijke vraag voor de nieuwe directeur is hoe A Rocha een beweging kan worden van nog meer mensen. Ik kan mij voorstellen dat er nog andere manieren zijn om lokaal in verbinding met anderen met scheppingszorg aan de slag te gaan.’Gaat u de Westerkerk vergroenen?‘Ik ben wie ik ben, dus hoe ik mij heb ontwikkeld, neem ik mee. Ik neem niet de missie van A Rocha mee. Als je het iets verbreedt, is in mijn geloof het zoeken naar het koninkrijk van God in de wereld een belangrijke lijn. In mijn jeugd lag sterk het accent op zonde en vergeving, het ging meer over de toekomst. Ik houd mij nog altijd vast aan Gods goede toekomst. Maar wat ik veel mooier vind, is me bezighouden met de vraag hoe we nu op weg gaan naar het koninkrijk. Ik wil niet vastzitten in de status quo. Jezus is gekomen om in alles vrede te brengen, staat in Kolossenzen 1. Je kunt die vrede zoeken in alle relaties waarin je als mens leeft. Je kunt je inzetten voor het herstel van de schepping, de natuur. Je kunt ook gaan helpen in het verzorgingshuis naast de kerk of er zijn voor jongeren met depressiviteit.’ Er zijn christenen die zich niet met de klimaat- en biodiversiteitscrisis willen bezighouden. Vindt u dat teleurstellend?‘Ik ben weleens in discussie met het conservatieve kamp. Het thema duurzaamheid is links en verdacht. Dan denk ik weleens: hoe bestaat het dat je het niet pakt? Dat je op alle mogelijke manieren argumenten zoekt om te zeggen dat het geloof belangrijk is en de aardse dingen een heel stuk verderop komen? Dat staat haaks op mijn denken. Ik wil mijn leven niet langer opdelen in eerst God, dan mens, dan schepping. Ik heb er zelf zes, zeven jaar over gedaan om mijn liefde voor de natuur te verbinden met mijn geloof in God. Dat deed ik al lezend, pratend, studerend. Voor mij was het een verrijkende weg. We zeggen bij A Rocha weleens: als je je tot God hebt bekeerd, volgt daarna nog de bekering tot je medemens en de schepping.Wij gooien weleens een steen in de vijver. Zo heeft Koos van Noppen enkele jaren geleden zijn pamflet ‘Messentrekkers bij de Nachtwacht’ via onze website gelanceerd. Dit was een felle oproep aan christenen om de zorg voor de aarde serieus te nemen. Ik ben er niet vies van het af en toe heel scherp te zeggen. Maar hoe veranderen mensen? Ik denk niet door ze het mes op de keel te zetten. Het past meer bij A Rocha om te zeggen: leer met ons mee, haak maar aan, wij gaan alvast. Ik heb heel veel kwartjes zien vallen bij mensen die in een natuurweek gingen helpen en die in een paar dagen tijd zicht kregen op wat ons echt beweegt.’ <A Rocha werkt met lokale groepenEmbert Messelink leerde A Rocha in Zuid-Frankrijk kennen. ‘Met mijn vrouw Petra was ik een paar weken bij een veldstudiecentrum, waar een open, christelijke leefgroep professioneel natuuronderzoek en natuurbescherming combineerde met geloof. A Rocha was in die tijd in acht of negen landen actief, nu in 22 landen. A Rocha is begonnen in Portugal. De naam A Rocha verwijst naar het eerste veldstudiecentrum aan de ‘praia da rocha’, Portugees voor rotskust. De oprichter is daarna in Zuid-Frankrijk gaan wonen, waar hij een tweede veldstudiecentrum is begonnen.’Embert en Petra Messelink wilden met een paar Nederlanders die al bij A Rocha betrokken waren, onder wie milieudeskundige Martine Vonk, ook in Nederland een natuurcentrum beginnen. ‘We hebben een bestuur gevormd en verschillende locaties bekeken. Na vier, vijf jaar vergeefs zoeken naar een geschikte plek, hebben we de stap gezet om met lokale groepen te werken. Opeens kon iedereen A Rocha zijn. Groepjes kerkleden verbonden zich aan een natuurgebied en gingen daar de handen uit de mouwen steken.’ De afdeling in Amersfoort, Messelinks woonplaats, is bijvoorbeeld verbonden aan Landgoed Coelhorst. ‘We onderhouden daar het landschap op verzoek van Natuurmonumenten. We werken veel aan de houtsingels. Die moeten geregeld teruggezaagd worden, om ze soortenrijk te houden. We hebben op dit landgoed ook de broedvogels in kaart gebracht.’A Rocha heeft veertien lokale groepen in Nederland. ‘We doen veel voor Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de 12Landschappen. We werken ook wel samen met burgerlijke gemeenten, private landgoederen en soms doen we wat op het boerenland. In Amerongen onderhouden we een ecologische moes- en pluktuin, die we hebben overgenomen van de zusters diaconessen. We hebben honderd langdurig aan ons verbonden vrijwilligers en 650 donateurs. Vier mensen zijn parttime in dienst bij A Rocha, onder wie ikzelf sinds 2011. Als lokale groepen een activiteit organiseren, bijvoorbeeld een schoonmaakactie, nodigen ze daar ook anderen voor uit. Ik schat dat er per jaar tweeduizend tot drieduizend vrijwilligers meedoen aan de acties van A Rocha in Nederland....

https://www.nd.nl/nieuws/nederland/1059566/kerken-bieden-naast-zorg-voor-armen-steeds-vaker-scheppingszorg-noem-het-een-groene-vorm-van-missionair-zijn-

Als je je tot God hebt bekeerd, volgt daarna nog de bekering tot je medemens en de schepping’ (Nederlands Dagblad)

Scheppingszorg wordt in de kerk steeds meer als een manier gezien om handen en voeten te geven aan je geloof. Het helpt Embert Messelink om zijn ‘kindje’, A Rocha Nederland, na negentien jaar los te laten.AmersfoortEmbert Messelink stopt eind deze maand als directeur van de Nederlandse afdeling van A Rocha, een internationale, christelijke natuurbeweging. Zondag wordt hij bevestigd als kerkelijk werker in de vrijgemaakt-gereformeerde Westerkerk in Amersfoort. Hij combineert deze nieuwe baan met een parttime studie theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. Op termijn wil hij predikant worden. ‘Ik geniet ervan om met mensen op te trekken, in geloof betrokken te zijn bij elkaar en bij deze wereld. Dat heb ik binnen A Rocha ervaren, het lijkt me mooi om daaraan bij te dragen in een kerkelijke gemeente’, vertelt hij thuis in Amersfoort aan de grote houten eettafel. De muur achter hem is volledig bedekt door een boekenkast. De deur naar de tuin staat open. Die is groen en levend - hoe kan het ook anders. Embert Messelink was een van de mensen die in 2002 aan de wieg stonden van de Nederlandse afdeling van de internationale, christelijke natuurbeweging A Rocha.Wat is de meerwaarde van een christelijke natuurorganisatie?‘Mag het wat minder? Kunnen we leren genieten van genoeg?’‘In de eerste tien jaar kreeg ik bijna elke week een vraag over het bestaansrecht van A Rocha. ik denk dat veel mensen het idee hadden dat we een zuiltje wilden oprichten om met christenen onder elkaar aan natuurbehoud te doen. Dat was niet onze bedoeling. Wij wilden vanuit de kerk dienstbaar zijn aan de samenleving. Noem het diaconaat of een groene vorm van missionair zijn. De kerk heeft zich in de geschiedenis onderscheiden met ziekenzorg en armenzorg. Mag scheppingszorg ook een plek hebben in het handen en voeten geven van je geloof? Ik vind het opmerkelijk dat we als A Rocha zo vaak naar ons bestaansrecht zijn gevraagd. Je kunt net zo goed vragen: moet er een Tearfund zijn, een Woord en Daad, een ZOA, een Compassion? In de katholieke wereld worden alle parakerkelijke organisaties als kloosters gewoon als onderdeel van de totale kerk beschouwd, hoewel het afzonderlijke organisaties zijn. Ik zou het mooi vinden als dat in de protestantse wereld ook zo zou zijn. Kerk en christelijke organisaties hebben elkaar hard nodig.’Je kunt als christen ook in seculiere natuurorganisaties de handen uit de mouwen steken.‘Ik ben in gesprek geweest met een groepje christenen in Hardenberg die overwogen een lokale A Rocha-groep te beginnen, maar daarover twijfelden. Ze zeiden: ‘We zien elkaar zondags in de kerk en woensdag bij natuurorganisatie IVN.’ Daar zag ik geen noodzaak om dingen over te nemen. Maar ik heb ook heel veel mensen gesproken die zeggen: ‘Ik voel mij in de kerk eenzaam omdat ik vanuit mijn geloof betrokken ben op de natuur, maar er in de kerk nooit wat over hoor. In de natuurorganisaties voel ik me eenzaam omdat het niet over geloof gaat.’’Is A Rocha dan tijdelijk nodig, tot het in de kerk meer over de schepping en de klimaat- en biodiversiteitscrisis gaat? ‘A Rocha krijgt denk ik alleen maar meer bestaansrecht. Het zijn geen kleine problemen waarmee we te maken hebben. Wat hebben we een zomer achter de rug met bosbranden, overstromingen en het IPCC-rapport. Deze problemen vragen ons om uitdagende keuzes te maken, die tegen de cultuur in gaan. Mag het wat minder? Kunnen we leren genieten van genoeg? Als christen moet ik te rade gaan bij het evangelie van Jezus. Het evangelie is van toepassing op deze aarde. Het is een boodschap van hoop, van bevrijding uit patronen die we gewoon zijn gaan vinden, van gebruiken en verbruiken en de aarde overvragen. Het is ook een boodschap van schuld en vergeving. Deze tijd vraagt erom schuld en vergeving ook toe te passen op onze omgang met de aarde.’Doen de kerken nu meer aan scheppingszorg dan in de beginjaren van A Rocha Nederland?‘Theologisch is er de laatste jaren veel in ontwikkeling. De Theologische Universiteit Kampen is vorige week gestart met de minor theologische ecologie, over het bewust omgaan met Gods schepping en het milieuvraagstuk. Theoloog Gijsbert van den Brink is bezig met onderzoek naar geloof en schepping. Ik heb de openingsmomenten van verschillende theologische universiteiten gevolgd. Het viel mij op dat het telkens ging over de vraag hoe we ervoor zorgen dat theologie niet alleen waar is, maar ook relevant voor nu.De Christelijke Gereformeerde Kerken gaan voor het eerst een project financieel steunen dat natuurontwikkeling als primaire doelstelling heeft. In samenwerking met A Rocha is de keus gevallen op het Dry Forest Project van A Rocha Peru, dat zich richt op het herstel van bossen in de savanne-achtige kustzone in Noord-Peru.’Waarom bent u theologie gaan studeren?‘De behoefte aan meer theologische verdieping is binnen mijn werk bij A Rocha begonnen. Ik begon in 2018 aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven met de bachelorvakken theologie, behalve de oude talen. Al studerend is het verlangen opgekomen om predikant te worden. Twee jaar geleden ben ik begonnen met een parttime studie aan de theologische faculteit in Kampen. Die studie duurt vier jaar, dus ik zit nu op de helft.’Vindt u het moeilijk A Rocha los te laten?‘Het loslaten van vriendschappelijke werkcontacten met vele tientallen collega’s en vrijwilligers, met wie ik jaren heb opgetrokken, is het moeilijkst. Maar ik heb al anderhalf jaar het gevoel dat ik aan A Rocha gegeven heb wat ik te geven heb. Het past wel bij mij om weer wat nieuws te doen. Ik denk dat het voor A Rocha ook goed is. Een belangrijke vraag voor de nieuwe directeur is hoe A Rocha een beweging kan worden van nog meer mensen. Ik kan mij voorstellen dat er nog andere manieren zijn om lokaal in verbinding met anderen met scheppingszorg aan de slag te gaan.’Gaat u de Westerkerk vergroenen?‘Ik ben wie ik ben, dus hoe ik mij heb ontwikkeld, neem ik mee. Ik neem niet de missie van A Rocha mee. Als je het iets verbreedt, is in mijn geloof het zoeken naar het koninkrijk van God in de wereld een belangrijke lijn. In mijn jeugd lag sterk het accent op zonde en vergeving, het ging meer over de toekomst. Ik houd mij nog altijd vast aan Gods goede toekomst. Maar wat ik veel mooier vind, is me bezighouden met de vraag hoe we nu op weg gaan naar het koninkrijk. Ik wil niet vastzitten in de status quo. Jezus is gekomen om in alles vrede te brengen, staat in Kolossenzen 1. Je kunt die vrede zoeken in alle relaties waarin je als mens leeft. Je kunt je inzetten voor het herstel van de schepping, de natuur. Je kunt ook gaan helpen in het verzorgingshuis naast de kerk of er zijn voor jongeren met depressiviteit.’ Er zijn christenen die zich niet met de klimaat- en biodiversiteitscrisis willen bezighouden. Vindt u dat teleurstellend?‘Ik ben weleens in discussie met het conservatieve kamp. Het thema duurzaamheid is links en verdacht. Dan denk ik weleens: hoe bestaat het dat je het niet pakt? Dat je op alle mogelijke manieren argumenten zoekt om te zeggen dat het geloof belangrijk is en de aardse dingen een heel stuk verderop komen? Dat staat haaks op mijn denken. Ik wil mijn leven niet langer opdelen in eerst God, dan mens, dan schepping. Ik heb er zelf zes, zeven jaar over gedaan om mijn liefde voor de natuur te verbinden met mijn geloof in God. Dat deed ik al lezend, pratend, studerend. Voor mij was het een verrijkende weg. We zeggen bij A Rocha weleens: als je je tot God hebt bekeerd, volgt daarna nog de bekering tot je medemens en de schepping.Wij gooien weleens een steen in de vijver. Zo heeft Koos van Noppen enkele jaren geleden zijn pamflet ‘Messentrekkers bij de Nachtwacht’ via onze website gelanceerd. Dit was een felle oproep aan christenen om de zorg voor de aarde serieus te nemen. Ik ben er niet vies van het af en toe heel scherp te zeggen. Maar hoe veranderen mensen? Ik denk niet door ze het mes op de keel te zetten. Het past meer bij A Rocha om te zeggen: leer met ons mee, haak maar aan, wij gaan alvast. Ik heb heel veel kwartjes zien vallen bij mensen die in een natuurweek gingen helpen en die in een paar dagen tijd zicht kregen op wat ons echt beweegt.’ <A Rocha werkt met lokale groepenEmbert Messelink leerde A Rocha in Zuid-Frankrijk kennen. ‘Met mijn vrouw Petra was ik een paar weken bij een veldstudiecentrum, waar een open, christelijke leefgroep professioneel natuuronderzoek en natuurbescherming combineerde met geloof. A Rocha was in die tijd in acht of negen landen actief, nu in 22 landen. A Rocha is begonnen in Portugal. De naam A Rocha verwijst naar het eerste veldstudiecentrum aan de ‘praia da rocha’, Portugees voor rotskust. De oprichter is daarna in Zuid-Frankrijk gaan wonen, waar hij een tweede veldstudiecentrum is begonnen.’Embert en Petra Messelink wilden met een paar Nederlanders die al bij A Rocha betrokken waren, onder wie milieudeskundige Martine Vonk, ook in Nederland een natuurcentrum beginnen. ‘We hebben een bestuur gevormd en verschillende locaties bekeken. Na vier, vijf jaar vergeefs zoeken naar een geschikte plek, hebben we de stap gezet om met lokale groepen te werken. Opeens kon iedereen A Rocha zijn. Groepjes kerkleden verbonden zich aan een natuurgebied en gingen daar de handen uit de mouwen steken.’ De afdeling in Amersfoort, Messelinks woonplaats, is bijvoorbeeld verbonden aan Landgoed Coelhorst. ‘We onderhouden daar het landschap op verzoek van Natuurmonumenten. We werken veel aan de houtsingels. Die moeten geregeld teruggezaagd worden, om ze soortenrijk te houden. We hebben op dit landgoed ook de broedvogels in kaart gebracht.’A Rocha heeft veertien lokale groepen in Nederland. ‘We doen veel voor Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de 12Landschappen. We werken ook wel samen met burgerlijke gemeenten, private landgoederen en soms doen we wat op het boerenland. In Amerongen onderhouden we een ecologische moes- en pluktuin, die we hebben overgenomen van de zusters diaconessen. We hebben honderd langdurig aan ons verbonden vrijwilligers en 650 donateurs. Vier mensen zijn parttime in dienst bij A Rocha, onder wie ikzelf sinds 2011. Als lokale groepen een activiteit organiseren, bijvoorbeeld een schoonmaakactie, nodigen ze daar ook anderen voor uit. Ik schat dat er per jaar tweeduizend tot drieduizend vrijwilligers meedoen aan de acties van A Rocha in Nederland....

https://www.nd.nl/nieuws/nederland/1059566/als-je-je-tot-god-hebt-bekeerd-volgt-daarna-nog-de-bekering-tot-je-medemens-en-de-schepping-

Op de Wereldtentoonstelling in Dubai pakt Nederland wereldproblemen aan (Vrij Nederland)

Hoe creëer je water in de woestijn? Wie daar het antwoord op weet, kan een wezenlijke bijdrage leveren aan de klimaatverandering. Het zou de sleutel kunnen zijn tot leefbaarheid op een van de onherbergzaamste plekken ter wereld, tot de ontginning van dorre stukken zand.

Die sleutel wordt geleverd door de Haagse beeldend kunstenaar Ap Verheggen in het Nederlandse paviljoen van de Wereldtentoonstelling in Dubai die op 1 oktober open gaat en tot 31 maart 2022 is te zien, en waar meer dan tweehonderd landen en organisaties zich zullen presenteren.

Honderden liters water worden uit de lucht opgevangen op een plek waar drinkwater gewoonlijk op grote diepte in bronnen wordt gewonnen.

Verheggen, die opereert op de kruising van kunst en techniek, ontwikkelde met de SunGlacier een installatie die nog belangrijker zou kunnen worden dan de olieboor. Om de verwoestijning tegen te gaan en drinkwater te brengen naar onbewoonbare gebieden, maakte hij een machine die stroom haalt uit zonnepanelen. De machine vangt de luchtvochtigheid op die in Dubai relatief hoog is en zet die om in regen. Die druipt en plenst straks in het Nederlandse paviljoen. Honderden liters water worden zo uit de lucht opgevangen op een plek waar drinkwater gewoonlijk op grote diepte in bronnen wordt gewonnen.

Lees ookFotodocument Dubai: Een orgie van kitsch en overdaad7 oktober 2018
Fata morgana

Ja, de bron in de lucht is er daadwerkelijk. Dat is te zien aan de nevels die de wolkenkrabbers van Dubai halverwege aan het zicht onttrekken. Alsof er zich dagelijks een fata morgana in de Emiraten openbaart.

De SunGlacier is niet alleen de sleutel tot leefbaarheid in de woestijn, maar ook tot het binnenklimaat in het paviljoen. Op zes meter diepte wordt dankzij de sproeiers van Verheggen en de kleurrijke zonnepanelen van Marjan van Aubel een voedselberg tot leven gebracht. Tijdens de Wereldtentoonstelling levert deze berg tomaten, asperges en kruiden, terwijl de wanden zijn bedekt met oesterzwammen.

Nog iets bijzonders: de bezoekers zullen onder in de ‘put’ een paraplu moeten opsteken. Dit zal in Dubai ongetwijfeld tot open monden leiden.

Kruispunt

De Wereldtentoonstelling, die eigenlijk in 2020 zou worden gehouden maar vanwege corona een jaar is uitgesteld, is de eerste mega-manifestatie in de Arabische Emiraten en ook de eerste sinds 2010 waar Nederland zich weer presenteert.

Was het paviljoen in 2010 een betrekkelijk kolderieke Hollandse hellingbaan met huisjes waarin alle clichés over Nederland op de hak werden genomen, ‘Dubai’ is serieuzer van toon en allesbehalve een architectonisch icoon. Het is twee voor twaalf, waarschuwt kunstenaar Joep van Lieshout met zijn klokken in het interieur die lijken te crashen. De eerste telt af naar de Apocalyps, de tweede belooft een nieuwe dageraad.

Op dat kruispunt staat de wereld nu. Smeltende poolkappen en onbedwingbare bosbranden. Om met Annie M.G. Schmidt te spreken: ‘Vluchten kan niet meer. Ik zou niet weten waarnaartoe.’

Polder ontmoet de woestijn

Anders dan in Shanghai (2010) en Hannover (2000) was er dit keer een bescheiden budget, en voor kunst al helemaal niks.

Hannover werd destijds gekenmerkt door de iconische architectuur van MVRDV, een stapeling van landschappen. In Shanghai liet John Körmeling de Chinezen zien dat er ook hellingen kunnen voorkomen in het vlakke Nederland. Grote publiekstrekker waren daar de schapen van het kunstenaarscollectief Zus. Je zag er bezoekende Chinezen een portie friet eten op een wollig beest.

Curator Monique Ruhe strikte kunstenaars die op uiteenlopende manieren het klimaat verbeelden en mogelijke oplossingen aandragen.

Dat soort frivoliteiten zijn er in Dubai niet, domweg omdat de vraagstukken zo nijpend zijn. Water, voedsel en energie, dat zijn de kapstokken waar het paviljoen aan is opgehangen. Het waren de onderwerpen die het ministerie van Buitenlandse Zaken meegaf.

Curator Monique Ruhe (binnenkort cultureel attaché in New York) strikte kunstenaars die op uiteenlopende manieren het klimaat verbeelden en mogelijke oplossingen aandragen, van Kadir van Lohuizen met zijn onheilspellende foto’s tot Theo Janssen en zijn skeletachtige strandbeesten.

Daan Roosegaarde brengt in Dubai de première van zijn film Grow, waarin hij de schoonheid van het agrarisch landschap laat zien, een ‘dreamscape’ dat duidelijk moet maken dat de landbouw niet afhankelijk hoeft te zijn van pesticiden.

Birthe Leemeijer, bekend van de ijsfontein in Dokkum, ving voor het paviljoen van Dubai het water in de oudste polder van Nederland op en zette dat om in een parfum waarin de geur van weilanden, koeien, hooi en mest is samengebald: parfum de Mastenbroek. Het stroomt in een leiding langs de wanden en sprenkelt hier en daar op de grond. Ook dat is een lucht die voor woestijnbewoners ongekend is. Polder ontmoet de woestijn, kan het contrastrijker?

Bouwput

Het is heet in Dubai, oplopend tot 45 graden in de zomer. Het winnende ontwerp van het Rotterdamse architectenbureau V8 voor het Nederlandse paviljoen is inventief want onverbiddelijk. Niet de lucht maar de bodem in. We dalen via trage hellingbanen af in een veredelde bouwput waar het steeds koeler en klammer wordt. De muren zijn damwanden, het licht getemperd. Totdat het begint te regenen.

Hemelbestormend is de architectuur niet. Een aanvankelijk voorstel om de wanden uit 3D-geprint beton op te trekken werd afgeschoten. Te duur maar ook strijdig met het beginsel van circulariteit. Als het feestje na 31 maart voorbij is, worden vrijwel alle paviljoens opgeruimd en ingepakt en strijkt in deze uithoek van Dubai een woonwijk neer. De luxueuze Nederlandse bouwput verdwijnt. Zand erover. Alleen de verhalen en de boodschap blijven bestaan.

Kunstmatigheid

Wat is er dan wel? Wat rechtvaardigt een reis naar Dubai? Om te beginnen is een wereldtentoonstelling altijd een moment in de geschiedenis waarin elk land technisch en wetenschappelijk zijn beste beentje voorzet. Het zijn de visitekaartjes van ’s lands kunnen en kennis. De Eiffeltoren in Parijs, Crystal Palace in Londen en het Atomium in Brussel, ze zijn voor altijd verbonden aan een wereldtentoonstelling en hebben de skyline van een metropool bepaald.

Nederland brengt nu andermaal de boodschap dat wij de pioniers zijn op het gebied van waterbeheersing en agrarische perfectionering.

Demissionair premier Rutte benadrukt in het voorwoord van de catalogus bij de Wereldtentoonstelling het belang van Nederland als land van innovatie en watermanagement. Nederland is een kunstmatig manmade land dat voortdurend strijdt tegen de waterdreiging, die in juli voel- en tastbaar werd in Limburg. Overlaten, dijkversterking, terpen: het zijn de Nederlandse antwoorden op de wateroverlast.

In die kunstmatigheid lijken we gek genoeg op Dubai. Opgespoten palmeilanden in zee, overdekte skipistes en ijsbanen ter vermaak en binnenkort zelfs een zestig meter diep bassin waarin men kan duiken. Daar past een biotoop in de woestijn bij: het Nederlandse paviljoen. Niet behaagziek van buiten maar meeslepend van binnen.

Navel van de wereld

Er is nog een andere drijfveer voor Nederland om zich in Dubai te manifesteren. De Verenigde Arabische Emiraten hebben zich in minder dan twintig jaar ontpopt tot de nieuwe navel van de wereld, de schakel tussen Oost en West, tussen Noord en Zuid, tussen islam en christendom. Het is de ideale hub voor het luchtverkeer tussen West-Europa en China. Niet voor niets heeft het Louvre een dependance opgetuigd in het naburige Abu Dhabi. Er zijn in Dubai tweehonderd Nederlandse bedrijven gevestigd.

Op de Wereldtentoonstelling gaat het dit keer vooral om handel, export en uitwisseling van kennis, het is niet zo zeer een algemene publiekstrekker, een Efteling voor volwassenen.

De organisatie van het WK voetbal in Qatar in 2022 is overschaduwd door mensonterende arbeidsomstandigheden die met name de Nepalese, Bengalese en Indiase migranten treffen. Dergelijke misstanden mochten bij de Wereldtentoonstelling niet worden aangetroffen, het zou het blazoen van elk land bezoedelen als er bloed kleefde aan de bouw van de paviljoens, dus alle landen hebben een protocol ondertekend.

Visitekaartje

Bij voorgaande edities van de wereldtentoonstellingen waren de nationale paviljoens een vertoon van architectuur en design. Dat dit nu in Dubai niet het geval is, wijst op een kentering in de architectuur. Iconische gebouwen, ook buiten de wereldtentoonstelling, hebben reputatieschade geleden. Ze zijn milieuonvriendelijk, narcistisch en symbolen van een afgebladderd kapitalisme. Zie de CCTV-torens in Bejing, of de Olympische ruïnes in Athene en Rio.

Starchitects zijn achterhaald, nu het bij bouwen steeds meer gaat om energieneutraal, circulariteit, ecologische footprints en andere klimaatvriendelijke gebaren.

Architectuur is van zijn Olympus afgedaald. Het gaat niet meer om het mooi, zeggen de ingenieurs van Witteveen + Bos die de constructie van het Nederlandse paviljoen hebben uitgevoerd. Het concept en het verhaal zijn in dit geval belangrijker dan de verschijningsvorm.

Starchitects, wier hulp wordt ingeroepen als er een symbool gewenst is, zijn achterhaald, nu het bij bouwen steeds meer gaat om energieneutraal, circulariteit, ecologische footprints en andere klimaatvriendelijke gebaren.

In die zin mag het Nederlands paviljoen qua uiterlijk niet hemelbestormend of evocatief zijn, het is wel een gebouw van deze tijd op die bijzondere plek. Je daalt af in een bouwput, wordt besprenkeld met boodschappen en uiteraard met beelden van het Nederlandse landschap, en dat in de woestijn.

En er blijft niets van over. Ook dat is een breuk met de architectuurgeschiedenis, waarin elk gebouw streeft naar eeuwigheid. De damwanden gaan terug naar een nieuwe bouwplaats, het textiel van Buro Belen – gordijnen voor de vipruimte – wordt hergebruikt in kleden of stoelbedekking, en de zonnepanelen van Marjan van Aubel gaan op tournee. In feite is dit paviljoen een fabriek, een machinekamer, zegt conservator Ruhe.

En ook dat is een onvergetelijk visitekaartje.

Dit artikel werd mogelijk gemaakt door het Matchingfonds van de Coöperatie.

Het bericht Op de Wereldtentoonstelling in Dubai pakt Nederland wereldproblemen aan verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/wereldtentoonstelling-dubai/

Drones vaker ingezet: ‘Veiliger en efficiënter, maar mogelijk ook meer overlast’ (NOS journaal)

Ze zijn niet meer uit het luchtruim weg te denken en het worden er steeds meer: onbemande luchtvaartuigen, ook wel drones genoemd. Ooit ontwikkeld voor militaire doeleinden, maar inmiddels worden ze op allerlei manieren ingezet.

Particulieren vliegen en filmen ermee als hobby, maar ook hulpdiensten, overheidsinstanties en bedrijven gebruiken ze steeds vaker. Soms om te testen, zoals vandaag op de Veluwe waar men een drone uitprobeerde die bosbranden kan opsporen, maar ook om in te zetten bij opsporingen en inspecties.

1600 vluchten

"Rijkswaterstaat heeft vorig jaar zo'n 1600 vluchten gemaakt voor inspecties aan bijvoorbeeld bruggen en wegen. Maar ook de Nationale Voedsel- en Warenautoriteit heeft dronepiloten in dienst die onder meer worden ingezet om illegale visserij op te kunnen sporen", zegt Stephan van Vuren van Dutch Drone Delta, een collectief van overheidsinstanties en grote bedrijven dat onderzoekt op welke manieren zij drones kunnen inzetten.

Vandaag werd op de Veluwe deze drone getest die bosbranden kan opsporen:

Volgens Van Vuren kunnen de hulpdiensten bijna niet meer zonder. "Drones doen het werk veiliger, sneller en efficiënter. Zo kan de brandweer veilig een brand van bovenaf bekijken en zien waar moet worden geblust. In de toekomst is er wellicht een drone die kan helpen met blussen."

Ook de politie zet groot in op het gebruik van drones. "De politie heeft zo'n 120 dronepiloten die ze door het hele land inzetten bij opsporingen en onderzoeken. En ze willen er nog veel meer opleiden."

Toename

Drones bestaan al een tijdje, maar pas de laatste jaren lijken ze echt omarmd te worden door de grotere instanties. Dat komt volgens Van Vuren door een combinatie van factoren. "De technieken worden steeds beter en ook de regelgeving is soepeler geworden. Daarnaast kan het even duren voordat een nieuw iets zoals een drone in een bestaande werkwijze te implementeren is. Dat kost nou eenmaal tijd."

Toch zijn er niet alleen voordelen aan het gebruik van drones. "Met name in de binnensteden kan er overlast ontstaan", aldus Van Vuren. "De gemeente Amsterdam onderzoekt hoeveel geluidsoverlast er kan ontstaan. Maar ook kan het gevaarlijk zijn om boven bewoonde gebieden te vliegen."

Hoewel het aantal crashes met professionele drones minimaal is, zegt hij. "In de toekomst komt er ook een luchtverkeersleiding voor drones die het verkeer in goede banen kan leiden. Daarmee kan je op grotere schaal drones inzetten."

Taxidrones

Want dat gaat in de toekomst zeker gebeuren, zegt Van Vuren: "Het aantal drones zal alleen maar toenemen. Voor kleine afstanden zoals het inspecteren van een brug, maar over een paar jaar zal je zien dat drones over grotere afstanden pakketten bezorgen of zelfs mensen. Binnen tien jaar stappen we in een taxidrone, dat weet ik zeker."

http://feeds.feedburner.com/~r/nosjournaal/~4/en9iScQBvYk

http://feeds.nos.nl/~r/nosjournaal/~3/en9iScQBvYk/2396942