What Design Can Do daagt creatieven uit om aan een circulaire samenleving te bouwen (Emerce Industry Wire)

Amsterdam, 11 oktober 2022 — Als het om de klimaatcrisis gaat, is er geen tijd te verliezen. Bosbranden, overstromingen, extreme hittes en watertekorten, je hoeft de nieuwskoppen van de afgelopen zomer er maar op na te lezen om te zien dat de klimaatcrisis mensen wereldwijd hard raakt. Deze wereldwijde crisis laat ons zien dat we anders moeten leven om het tij te keren, en dat vraagt om ander ontwerp. Dat is het idee en de drijvende kracht achter alweer de vierde challenge van What Design Can Do (WDCD) in samenwerking met de IKEA Foundation: de Make it Circular Challenge. Van 11 oktober 2022 tot 11 januari 2023 roept WDCD alle vernieuwers – van ontwerpers tot ondernemers – op om hun meest gedurfde klimaatoplossingen met een circulair ontwerp in te dienen.
MAKE IT CIRCULAR
Er is een mogelijkheid om een radicaal andere toekomst vorm te geven: een toekomst die ontworpen is om herstellend en regeneratief te zijn. Een circulaire samenleving gaat daarin een stap verder dan de circulaire economie. Het houdt naast de economische aspecten ook rekening met de sociale, maatschappelijke en ethische aspecten van ons leven op aarde. Door ideeën om te zetten in daden, wil WDCD er voor zorgen dat het concept van een circulaire samenleving meer is dan een modewoord voor greenwashing-campagnes. Daarom vraagt de Make it Circular Challenge designers om nieuwe materialen of technologieën te ontwerpen. De winnende ideeën worden gerealiseerd met behulp van een impactgedreven ontwikkelingsprogramma. Het einddoel? Om producten, diensten en systemen te creëren die laten zien dat een circulaire toekomst niet alleen denkbaar, maar ook haalbaar is.

De Make it Circular Challenge is de opvolger van de succesvolle No Waste Challenge uit 2021. Hier werden 1409 projecten ingediend vanuit 126 verschillende landen, waaruit 16 winnende projecten zijn geselecteerd. Waaronder het Nederlandse Living Coffin, ’s werelds eerste volledig biologisch afbreekbare doodskist gemaakt van mycelium. Of ‘Claybens’, een ambitieus plan van Emy Bensdorp om de PFAS chemicaliën groep, die overal om ons heen te vinden is, uit vervuilde kleigrond te  verhitten tot bakstenen waardoor de chemicaliën worden vernietigd tot een schone baksteen.

DE KRACHT VAN CREATIVITEIT
Onze economie is gebaseerd op een linear systeem waarin waarde wordt gecreëerd door zoveel mogelijk te produceren en te verkopen. Het werkt vanuit de veronderstelling dat oneindige groei mogelijk is. Nu de gevolgen van de klimaatcrisis vandaag de dag steeds meer tastbaar zijn, zien we dat onze planeet niet geschikt is voor die oneindige groei. Als we denken aan verandering, zien veel mensen nog altijd obstakels die ze liever niet aan willen, of durven gaan. Een van de belangrijkste uitdagingen is om iedereen ervan te overtuigen dat we een nieuwe wereld kunnen creëren die ons leven niet minder, maar juist meer voldoening geeft.

“Veel mensen raken het spoor bijster bij zoveel verontwaardiging, klimaatvermoeidheid en desinteresse, maar creatievelingen niet”, zegt Richard van der Laken, medeoprichter en creatief directeur van WDCD. “Verbeelding is het vak van de creatieve gemeenschap: zien wat er nog niet is, een uitdaging aangaan en met optimisme vooruit gaan.”

MEEDOEN?
Deelnemers kunnen projecten indienen binnen de volgende thema’s: wat we eten, wat we dragen, wat we kopen, hoe we verpakken en hoe we bouwen. Begin 2023 selecteert een jury van vooraanstaande experts op het gebied van design, sociale impact en klimaatactie minimaal 10 winnaars. Drie van de winnende initiatieven gericht op consumentenproducten worden gefinancierd door WDCD’s nieuwe partner Secrid. Winnende ideeën worden werkelijkheid met € 10.000 aan financiering en een wereldwijd ontwikkelingsprogramma dat is opgezet in samenwerking met Impact Hub Amsterdam, inclusief online training, mentor sessies en een bootcamp. Dit programma ondersteunt de winnende teams bij het ontwikkelen van hun projecten.

“We kijken ernaar uit om te zien hoe designers en creatieve ondernemers circulaire principes gebruiken om tastbare oplossingen te leveren die klimaatverandering, afval en vervuiling aanpakken,” zegt Liz McKeon, Programmes Director – Planet bij de IKEA Foundation.“Wij geloven dat design kan bijdragen aan een betere toekomst en dat het mensen kan motiveren om zich thuis te voelen in een circulaire wereld.”

Deelnemers kunnen van 11 oktober 2022 tot 11 januari 2023 hun projectvoorstellen gratis online indienen via de website: makeitcircular.whatdesigncando.com.

https://www.emerce.nl/wire/what-design-can-do-daagt-creatieven-uit-om-circulaire-samenleving-bouwen

Niks mis met een beetje klimaatstress (Kennislink)

Een schuldgevoel als je een vliegreis boekt? Het is een ongemakkelijke emotie, maar ook een nuttige. Ecostress kan aanzetten tot klimaatvriendelijker gedrag. “Dat is de constructieve kant ervan: eco-emoties kunnen motiverend werken.”

Eerste hulp bij klimaatstress

Na twee zomers kamperen in je tentje in Nederland wil je eindelijk weer eens op een verre vliegvakantie. Maar je schaamt je om het aan anderen te vertellen. Wil je lang douchen, maar vindt jouw partner dat niet goed voor het milieu? Twijfel jij ook weleens aan wat je nou echt kan doen voor een beter klimaat en ben je daar soms gestrest over? Of valt het in jouw ogen allemaal wel mee? In de inspiratiesessie ‘Eerste hulp bij klimaatstress’ op donderdag 13 oktober gaan we in gesprek over persoonlijke ervaringen met klimaatverandering. Houd je hoofd koel en ontdek samen met klimaatpsycholoog Jeanine Pothuizen hoe je het beste omgaat met emoties rondom het klimaat. Lees meer en reserveer tickets

Er was een tijd waarin iedereen zoveel energie, kleding en voedsel kon gebruiken als maar voorhanden was. Dat kan nu nog steeds, mits je een goedgevulde bankrekening hebt, maar er is wel wat veranderd. Een hamburger eten zonder schuldgevoel lukt negen procent van de Nederlanders niet meer. Stedentripje met het vliegtuig? Twaalf procent van de Nederlanders voelt zich daar slecht over. Toegegeven: de overgrote meerderheid heeft die schuldgevoelens niet, maar dat betekent niet dat klimaatverandering hen koud laat. Volgens het CBS maakt driekwart van de bevolking zich zorgen over de gevolgen van klimaatverandering voor toekomstige generaties.

Nooit eerder waren we ons zó bewust van de impact van onze leefstijl op de planeet. Op de redactie van NEMO Kennislink ervaren we het ook. Werkend aan dit thema over klimaat en energie zijn we steeds meer gaan nadenken over onze eigen keuzes. “Vroeger had ik nooit last van vliegschaamte”, merkte een redacteur peinzend op. Bij een andere collega schiet elke keer als hij iets weggooit in de vuilnisbak dezelfde gedachte door het hoofd: “Weer afval.”

Berichten over stijgende zeespiegels, bosbranden en overstromingen als gevolg van een samenleving die draait op kolen en olie, maken bij meer mensen ongemakkelijke emoties los. Piekeren, schuldgevoelens, schaamte, boosheid, moedeloosheid; klimaatpsychologen scharen het onder de noemer ‘ecostress’ of ‘klimaatstress’. Wat moeten we met die verwarrende emoties?

Bezorgd over het klimaat

‘s Nachts verlamd van angst wakker liggen, denkend aan een naderende apocalyps? Zó serieus hoeft ecostress niet te zijn. Ja, er zijn mensen die diep ongelukkig worden van de groeiende klimaatproblemen en daar professionele hulp voor zoeken. Maar bij het gros van de eco-emoties gaat het volgens Thijs Bouman, omgevingspsycholoog aan de Rijksuniversiteit Groningen, bijvoorbeeld om worry, bezorgdheid. Mensen zijn – vaak terecht – bezorgd om bijvoorbeeld de natuur of de toekomst voor hun kleinkinderen. In wezen is dat een goed teken. We maken ons zorgen over dingen die ons aangaan, waar we waarde aan hechten. “Deze gevoelens illustreren dat klimaatverandering en de consequenties die eraan vastzitten, belangrijke thema’s voor veel mensen zijn.”

Er is dus ook een groep mensen bij wie de klimaatcrisis totaal geen emoties oproept: 25 procent van de Nederlanders is niet bezorgd. Waarom niet? Volgens Bouman zijn er verschillende redenen. “Misschien hechten deze mensen weinig waarde aan natuur en milieu. Of ze zijn er wel mee begaan, maar zien de dreiging van klimaatverandering niet. Het kan ook zijn dat mensen meer in het hier en nu leven en denken ‘het zal allemaal wel’.”

Motiverende gevoelens

Bouman onderzoekt wat die andere groep mensen, die zich wél betrokken voelt bij het probleem, motiveert om in actie te komen. Daarbij richt hij zich ook op schuldgevoelens die naar boven kunnen komen als iemand minder duurzaam handelt dan hij of zij eigenlijk zou willen. Bouman: “Je schuldig voelen is erkennen dat jouw gedrag consequenties heeft voor iets wat je belangrijk vindt, of wat door de maatschappij belangrijk wordt gevonden.”

Klimaatstress wordt meestal als iets slechts gezien, iets waardoor mensen zich machteloos voelen en denken ‘dit gaan we nooit oplossen’ en daarom liever wegkijken. Maar het kan ook anders gaan. Psychologen vermoeden dat een zekere mate van angst en stress nodig is om in actie te komen. Bij actie kun je denken aan klimaatbewuster leven, zoals korter douchen of vegetarisch eten, maar ook aan demonstreren of ‘groen’ overheidsbeleid steunen. Bouman: “Dat is de constructieve kant ervan, dat ecostress motiverend kan werken.”

Vliegschaamte

Bij vliegschaamte lijkt dat het geval, blijkt uit het promotieonderzoek van onderzoeker Nadja Zeiske aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij liet een paar honderd Nederlanders vragenlijsten invullen over hun (toekomstig) vlieggedrag en opvattingen erover. Deelnemers die aangaven vliegschaamte te ervaren, waren vaker bereid om in de toekomst minder te vliegen en wilden het vliegtuig best vervangen door bus of trein.

“De link tussen vliegen en klimaatverandering is zo vaak aangehaald in de media en maatschappij, dat het een morele kwestie is geworden”, zegt Zeiske. Nog niet zo heel lang geleden was de keuze voor vervoer puur praktisch. Was vliegen het snelst, goedkoopst of gemakkelijkst, dan koos je voor het vliegtuig. Nu niet meer: vliegen staat inmiddels bekend als een onduurzame manier van reizen. Vanuit moreel perspectief is zo min mogelijk vliegen het juiste om te doen. Mensen die met schaamte op het vliegtuig stappen, hebben die standaard geïnternaliseerd, maar voldoen er niet aan. Zeiske: “Hier komt schaamte vandaan: het gevoel dat je iets immoreels hebt gedaan.” Geen fijn gevoel, maar in principe is het een nuttige emotie. “Schaamte kan iemand ertoe aanzetten ander gedrag te vertonen, om weg te komen van dat nare gevoel.”

Aan schaamte aanwakkeren zit echter ook een risico. Om dat vervelende gevoel te omzeilen kunnen mensen redenen gaan bedenken waarom hun gedrag wel oké is. ‘Hoezo niet vliegen? Die vlucht gaat sowieso. En dat vlees ligt toch al in het schap? Als ik het niet eet, doet iemand anders het wel.’ In plaats van de bevolking schaamte aan te praten, wat niet erg ethisch is, zouden beleidsmakers ook op het positieve kunnen inspelen, denkt Zeiske. “Zeg niet alleen wat er verkeerd is aan vliegen, maar biedt een oplossing , een alternatief.” Ze zegt het zuchtend, want dat is nou juist het complexe bij het klimaatprobleem. Een trein naar Barcelona die twee keer zo veel kost als de vlucht, is geen oplossing. En voor wie familie wil opzoeken in Canada, bestaat er geen alternatief voor een intercontinentale vlucht.

Actie die ertoe doet

Wat Zeiske mat bij haar deelnemers was de bereidheid om minder te vliegen. Duurzamere keuzes maken begint met een intentie, maar de stap naar doen is niet makkelijk. Hoeveel we ook om het milieu geven, op weg naar ‘groen doen’ lopen veel mensen tegen barrières op. Waardeconflicten, om maar iets te noemen. Ook al is duurzaamheid voor velen een belangrijk thema, we vinden geld, comfort, plezier en zekerheid bijvoorbeeld ook belangrijk. Al die waarden verenigen in je gedrag lukt vaak niet.

Als je om je heen weinig duurzaams ziet gebeuren, is het makkelijk om te denken dat alleen jij om het klimaat geeft.

Ecostress kan bovendien alleen aanzetten tot klimaatbewuster leven als mensen het gevoel hebben dat hun duurzame actie ertoe doet. Stel: jij neemt met je goede bedoelingen de trein, maar ziet op straat overal slurpende SUV’s rijden. Bouman: “Op zo’n moment kun je denken dat je er alleen voor staat. Als je om je heen weinig duurzaams ziet gebeuren, is het makkelijk om te denken dat het niemand wat kan schelen. Je denkt dat jij meer om het klimaat geeft dan anderen, terwijl dat niet het geval hoeft te zijn.” Bij andere mensen zien we vooral wat er níét goed gaat. Maar misschien gedraagt die SUV-bestuurder zich op andere gebieden wel veel duurzamer dan jij. “Het is belangrijk te weten dat jij niet de enige bent die iets wil doen. Hoe meer je denkt dat anderen om het klimaat geven – burgers, maar ook bedrijven en overheden – hoe aanstekelijker dat werkt.”

Wat ecostress is helemaal zo slecht niet, zeggen klimaatpsychologen, zolang je je zorgen, schaamte en schuldgevoelens weet om te zetten in iets positiefs. Doe er iets mee. Bouman: “Onderzoek suggereert dat mensen die om duurzaamheid geven, wat er dus veel lijken te zijn, gelukkig worden van duurzaam handelen. Het maakt dat ze zich goed voelen over zichzelf.” In actie komen voor het klimaat levert dus ook iets op voor jezelf.

Bronnen:

https://www.nemokennislink.nl/publicaties/niks-mis-met-een-beetje-klimaatstress/

Niks mis met een beetje klimaatstress (Kennislink)

Een schuldgevoel als je een vliegreis boekt? Het is een ongemakkelijke emotie, maar ook een nuttige. Ecostress kan aanzetten tot klimaatvriendelijker gedrag. “Dat is de constructieve kant ervan: eco-emoties kunnen motiverend werken.”

Eerste hulp bij klimaatstress

Na twee zomers kamperen in je tentje in Nederland wil je eindelijk weer eens op een verre vliegvakantie. Maar je schaamt je om het aan anderen te vertellen. Wil je lang douchen, maar vindt jouw partner dat niet goed voor het milieu? Twijfel jij ook weleens aan wat je nou echt kan doen voor een beter klimaat en ben je daar soms gestrest over? Of valt het in jouw ogen allemaal wel mee? In de inspiratiesessie ‘Eerste hulp bij klimaatstress’ op donderdag 13 oktober gaan we in gesprek over persoonlijke ervaringen met klimaatverandering. Houd je hoofd koel en ontdek samen met klimaatpsycholoog Jeanine Pothuizen hoe je het beste omgaat met emoties rondom het klimaat. Lees meer en reserveer tickets

Er was een tijd waarin iedereen zoveel energie, kleding en voedsel kon gebruiken als maar voorhanden was. Dat kan nu nog steeds, mits je een goedgevulde bankrekening hebt, maar er is wel wat veranderd. Een hamburger eten zonder schuldgevoel lukt negen procent van de Nederlanders niet meer. Stedentripje met het vliegtuig? Twaalf procent van de Nederlanders voelt zich daar slecht over. Toegegeven: de overgrote meerderheid heeft die schuldgevoelens niet, maar dat betekent niet dat klimaatverandering hen koud laat. Volgens het CBS maakt driekwart van de bevolking zich zorgen over de gevolgen van klimaatverandering voor toekomstige generaties.

Nooit eerder waren we ons zó bewust van de impact van onze leefstijl op de planeet. Op de redactie van NEMO Kennislink ervaren we het ook. Werkend aan dit thema over klimaat en energie zijn we steeds meer gaan nadenken over onze eigen keuzes. “Vroeger had ik nooit last van vliegschaamte”, merkte een redacteur peinzend op. Bij een andere collega schiet elke keer als hij iets weggooit in de vuilnisbak dezelfde gedachte door het hoofd: “Weer afval.”

Berichten over stijgende zeespiegels, bosbranden en overstromingen als gevolg van een samenleving die draait op kolen en olie, maken bij meer mensen ongemakkelijke emoties los. Piekeren, schuldgevoelens, schaamte, boosheid, moedeloosheid; klimaatpsychologen scharen het onder de noemer ‘ecostress’ of ‘klimaatstress’. Wat moeten we met die verwarrende emoties?

Bezorgd over het klimaat

‘s Nachts verlamd van angst wakker liggen, denkend aan een naderende apocalyps? Zó serieus hoeft ecostress niet te zijn. Ja, er zijn mensen die diep ongelukkig worden van de groeiende klimaatproblemen en daar professionele hulp voor zoeken. Maar bij het gros van de eco-emoties gaat het volgens Thijs Bouman, omgevingspsycholoog aan de Rijksuniversiteit Groningen, bijvoorbeeld om worry, bezorgdheid. Mensen zijn – vaak terecht – bezorgd om bijvoorbeeld de natuur of de toekomst voor hun kleinkinderen. In wezen is dat een goed teken. We maken ons zorgen over dingen die ons aangaan, waar we waarde aan hechten. “Deze gevoelens illustreren dat klimaatverandering en de consequenties die eraan vastzitten, belangrijke thema’s voor veel mensen zijn.”

Er is dus ook een groep mensen bij wie de klimaatcrisis totaal geen emoties oproept: 25 procent van de Nederlanders is niet bezorgd. Waarom niet? Volgens Bouman zijn er verschillende redenen. “Misschien hechten deze mensen weinig waarde aan natuur en milieu. Of ze zijn er wel mee begaan, maar zien de dreiging van klimaatverandering niet. Het kan ook zijn dat mensen meer in het hier en nu leven en denken ‘het zal allemaal wel’.”

Motiverende gevoelens

Bouman onderzoekt wat die andere groep mensen, die zich wél betrokken voelt bij het probleem, motiveert om in actie te komen. Daarbij richt hij zich ook op schuldgevoelens die naar boven kunnen komen als iemand minder duurzaam handelt dan hij of zij eigenlijk zou willen. Bouman: “Je schuldig voelen is erkennen dat jouw gedrag consequenties heeft voor iets wat je belangrijk vindt, of wat door de maatschappij belangrijk wordt gevonden.”

Klimaatstress wordt meestal als iets slechts gezien, iets waardoor mensen zich machteloos voelen en denken ‘dit gaan we nooit oplossen’ en daarom liever wegkijken. Maar het kan ook anders gaan. Psychologen vermoeden dat een zekere mate van angst en stress nodig is om in actie te komen. Bij actie kun je denken aan klimaatbewuster leven, zoals korter douchen of vegetarisch eten, maar ook aan demonstreren of ‘groen’ overheidsbeleid steunen. Bouman: “Dat is de constructieve kant ervan, dat ecostress motiverend kan werken.”

Vliegschaamte

Bij vliegschaamte lijkt dat het geval, blijkt uit het promotieonderzoek van onderzoeker Nadja Zeiske aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij liet een paar honderd Nederlanders vragenlijsten invullen over hun (toekomstig) vlieggedrag en opvattingen erover. Deelnemers die aangaven vliegschaamte te ervaren, waren vaker bereid om in de toekomst minder te vliegen en wilden het vliegtuig best vervangen door bus of trein.

“De link tussen vliegen en klimaatverandering is zo vaak aangehaald in de media en maatschappij, dat het een morele kwestie is geworden”, zegt Zeiske. Nog niet zo heel lang geleden was de keuze voor vervoer puur praktisch. Was vliegen het snelst, goedkoopst of gemakkelijkst, dan koos je voor het vliegtuig. Nu niet meer: vliegen staat inmiddels bekend als een onduurzame manier van reizen. Vanuit moreel perspectief is zo min mogelijk vliegen het juiste om te doen. Mensen die met schaamte op het vliegtuig stappen, hebben die standaard geïnternaliseerd, maar voldoen er niet aan. Zeiske: “Hier komt schaamte vandaan: het gevoel dat je iets immoreels hebt gedaan.” Geen fijn gevoel, maar in principe is het een nuttige emotie. “Schaamte kan iemand ertoe aanzetten ander gedrag te vertonen, om weg te komen van dat nare gevoel.”

Aan schaamte aanwakkeren zit echter ook een risico. Om dat vervelende gevoel te omzeilen kunnen mensen redenen gaan bedenken waarom hun gedrag wel oké is. ‘Hoezo niet vliegen? Die vlucht gaat sowieso. En dat vlees ligt toch al in het schap? Als ik het niet eet, doet iemand anders het wel.’ In plaats van de bevolking schaamte aan te praten, wat niet erg ethisch is, zouden beleidsmakers ook op het positieve kunnen inspelen, denkt Zeiske. “Zeg niet alleen wat er verkeerd is aan vliegen, maar biedt een oplossing , een alternatief.” Ze zegt het zuchtend, want dat is nou juist het complexe bij het klimaatprobleem. Een trein naar Barcelona die twee keer zo veel kost als de vlucht, is geen oplossing. En voor wie familie wil opzoeken in Canada, bestaat er geen alternatief voor een intercontinentale vlucht.

Actie die ertoe doet

Wat Zeiske mat bij haar deelnemers was de bereidheid om minder te vliegen. Duurzamere keuzes maken begint met een intentie, maar de stap naar doen is niet makkelijk. Hoeveel we ook om het milieu geven, op weg naar ‘groen doen’ lopen veel mensen tegen barrières op. Waardeconflicten, om maar iets te noemen. Ook al is duurzaamheid voor velen een belangrijk thema, we vinden geld, comfort, plezier en zekerheid bijvoorbeeld ook belangrijk. Al die waarden verenigen in je gedrag lukt vaak niet.

Als je om je heen weinig duurzaams ziet gebeuren, is het makkelijk om te denken dat alleen jij om het klimaat geeft.

Ecostress kan bovendien alleen aanzetten tot klimaatbewuster leven als mensen het gevoel hebben dat hun duurzame actie ertoe doet. Stel: jij neemt met je goede bedoelingen de trein, maar ziet op straat overal slurpende SUV’s rijden. Bouman: “Op zo’n moment kun je denken dat je er alleen voor staat. Als je om je heen weinig duurzaams ziet gebeuren, is het makkelijk om te denken dat het niemand wat kan schelen. Je denkt dat jij meer om het klimaat geeft dan anderen, terwijl dat niet het geval hoeft te zijn.” Bij andere mensen zien we vooral wat er níét goed gaat. Maar misschien gedraagt die SUV-bestuurder zich op andere gebieden wel veel duurzamer dan jij. “Het is belangrijk te weten dat jij niet de enige bent die iets wil doen. Hoe meer je denkt dat anderen om het klimaat geven – burgers, maar ook bedrijven en overheden – hoe aanstekelijker dat werkt.”

Wat ecostress is helemaal zo slecht niet, zeggen klimaatpsychologen, zolang je je zorgen, schaamte en schuldgevoelens weet om te zetten in iets positiefs. Doe er iets mee. Bouman: “Onderzoek suggereert dat mensen die om duurzaamheid geven, wat er dus veel lijken te zijn, gelukkig worden van duurzaam handelen. Het maakt dat ze zich goed voelen over zichzelf.” In actie komen voor het klimaat levert dus ook iets op voor jezelf.

Bronnen:

https://www.nemokennislink.nl/publicaties/niks-mis-met-een-beetje-klimaatstress/

Niks mis met een beetje klimaatstress (Kennislink)

Een schuldgevoel als je een vliegreis boekt? Het is een ongemakkelijke emotie, maar ook een nuttige. Ecostress kan aanzetten tot klimaatvriendelijker gedrag. “Dat is de constructieve kant ervan: eco-emoties kunnen motiverend werken.”

Eerste hulp bij klimaatstress

Na twee zomers kamperen in je tentje in Nederland wil je eindelijk weer eens op een verre vliegvakantie. Maar je schaamt je om het aan anderen te vertellen. Wil je lang douchen, maar vindt jouw partner dat niet goed voor het milieu? Twijfel jij ook weleens aan wat je nou echt kan doen voor een beter klimaat en ben je daar soms gestrest over? Of valt het in jouw ogen allemaal wel mee? In de inspiratiesessie ‘Eerste hulp bij klimaatstress’ op donderdag 13 oktober gaan we in gesprek over persoonlijke ervaringen met klimaatverandering. Houd je hoofd koel en ontdek samen met klimaatpsycholoog Jeanine Pothuizen hoe je het beste omgaat met emoties rondom het klimaat. Lees meer en reserveer tickets

Er was een tijd waarin iedereen zoveel energie, kleding en voedsel kon gebruiken als maar voorhanden was. Dat kan nu nog steeds, mits je een goedgevulde bankrekening hebt, maar er is wel wat veranderd. Een hamburger eten zonder schuldgevoel lukt negen procent van de Nederlanders niet meer. Stedentripje met het vliegtuig? Twaalf procent van de Nederlanders voelt zich daar slecht over. Toegegeven: de overgrote meerderheid heeft die schuldgevoelens niet, maar dat betekent niet dat klimaatverandering hen koud laat. Volgens het CBS maakt driekwart van de bevolking zich zorgen over de gevolgen van klimaatverandering voor toekomstige generaties.

Nooit eerder waren we ons zó bewust van de impact van onze leefstijl op de planeet. Op de redactie van NEMO Kennislink ervaren we het ook. Werkend aan dit thema over klimaat en energie zijn we steeds meer gaan nadenken over onze eigen keuzes. “Vroeger had ik nooit last van vliegschaamte”, merkte een redacteur peinzend op. Bij een andere collega schiet elke keer als hij iets weggooit in de vuilnisbak dezelfde gedachte door het hoofd: “Weer afval.”

Berichten over stijgende zeespiegels, bosbranden en overstromingen als gevolg van een samenleving die draait op kolen en olie, maken bij meer mensen ongemakkelijke emoties los. Piekeren, schuldgevoelens, schaamte, boosheid, moedeloosheid; klimaatpsychologen scharen het onder de noemer ‘ecostress’ of ‘klimaatstress’. Wat moeten we met die verwarrende emoties?

Bezorgd over het klimaat

‘s Nachts verlamd van angst wakker liggen, denkend aan een naderende apocalyps? Zó serieus hoeft ecostress niet te zijn. Ja, er zijn mensen die diep ongelukkig worden van de groeiende klimaatproblemen en daar professionele hulp voor zoeken. Maar bij het gros van de eco-emoties gaat het volgens Thijs Bouman, omgevingspsycholoog aan de Rijksuniversiteit Groningen, bijvoorbeeld om worry, bezorgdheid. Mensen zijn – vaak terecht – bezorgd om bijvoorbeeld de natuur of de toekomst voor hun kleinkinderen. In wezen is dat een goed teken. We maken ons zorgen over dingen die ons aangaan, waar we waarde aan hechten. “Deze gevoelens illustreren dat klimaatverandering en de consequenties die eraan vastzitten, belangrijke thema’s voor veel mensen zijn.”

Er is dus ook een groep mensen bij wie de klimaatcrisis totaal geen emoties oproept: 25 procent van de Nederlanders is niet bezorgd. Waarom niet? Volgens Bouman zijn er verschillende redenen. “Misschien hechten deze mensen weinig waarde aan natuur en milieu. Of ze zijn er wel mee begaan, maar zien de dreiging van klimaatverandering niet. Het kan ook zijn dat mensen meer in het hier en nu leven en denken ‘het zal allemaal wel’.”

Motiverende gevoelens

Bouman onderzoekt wat die andere groep mensen, die zich wél betrokken voelt bij het probleem, motiveert om in actie te komen. Daarbij richt hij zich ook op schuldgevoelens die naar boven kunnen komen als iemand minder duurzaam handelt dan hij of zij eigenlijk zou willen. Bouman: “Je schuldig voelen is erkennen dat jouw gedrag consequenties heeft voor iets wat je belangrijk vindt, of wat door de maatschappij belangrijk wordt gevonden.”

Klimaatstress wordt meestal als iets slechts gezien, iets waardoor mensen zich machteloos voelen en denken ‘dit gaan we nooit oplossen’ en daarom liever wegkijken. Maar het kan ook anders gaan. Psychologen vermoeden dat een zekere mate van angst en stress nodig is om in actie te komen. Bij actie kun je denken aan klimaatbewuster leven, zoals korter douchen of vegetarisch eten, maar ook aan demonstreren of ‘groen’ overheidsbeleid steunen. Bouman: “Dat is de constructieve kant ervan, dat ecostress motiverend kan werken.”

Vliegschaamte

Bij vliegschaamte lijkt dat het geval, blijkt uit het promotieonderzoek van onderzoeker Nadja Zeiske aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij liet een paar honderd Nederlanders vragenlijsten invullen over hun (toekomstig) vlieggedrag en opvattingen erover. Deelnemers die aangaven vliegschaamte te ervaren, waren vaker bereid om in de toekomst minder te vliegen en wilden het vliegtuig best vervangen door bus of trein.

“De link tussen vliegen en klimaatverandering is zo vaak aangehaald in de media en maatschappij, dat het een morele kwestie is geworden”, zegt Zeiske. Nog niet zo heel lang geleden was de keuze voor vervoer puur praktisch. Was vliegen het snelst, goedkoopst of gemakkelijkst, dan koos je voor het vliegtuig. Nu niet meer: vliegen staat inmiddels bekend als een onduurzame manier van reizen. Vanuit moreel perspectief is zo min mogelijk vliegen het juiste om te doen. Mensen die met schaamte op het vliegtuig stappen, hebben die standaard geïnternaliseerd, maar voldoen er niet aan. Zeiske: “Hier komt schaamte vandaan: het gevoel dat je iets immoreels hebt gedaan.” Geen fijn gevoel, maar in principe is het een nuttige emotie. “Schaamte kan iemand ertoe aanzetten ander gedrag te vertonen, om weg te komen van dat nare gevoel.”

Aan schaamte aanwakkeren zit echter ook een risico. Om dat vervelende gevoel te omzeilen kunnen mensen redenen gaan bedenken waarom hun gedrag wel oké is. ‘Hoezo niet vliegen? Die vlucht gaat sowieso. En dat vlees ligt toch al in het schap? Als ik het niet eet, doet iemand anders het wel.’ In plaats van de bevolking schaamte aan te praten, wat niet erg ethisch is, zouden beleidsmakers ook op het positieve kunnen inspelen, denkt Zeiske. “Zeg niet alleen wat er verkeerd is aan vliegen, maar biedt een oplossing , een alternatief.” Ze zegt het zuchtend, want dat is nou juist het complexe bij het klimaatprobleem. Een trein naar Barcelona die twee keer zo veel kost als de vlucht, is geen oplossing. En voor wie familie wil opzoeken in Canada, bestaat er geen alternatief voor een intercontinentale vlucht.

Actie die ertoe doet

Wat Zeiske mat bij haar deelnemers was de bereidheid om minder te vliegen. Duurzamere keuzes maken begint met een intentie, maar de stap naar doen is niet makkelijk. Hoeveel we ook om het milieu geven, op weg naar ‘groen doen’ lopen veel mensen tegen barrières op. Waardeconflicten, om maar iets te noemen. Ook al is duurzaamheid voor velen een belangrijk thema, we vinden geld, comfort, plezier en zekerheid bijvoorbeeld ook belangrijk. Al die waarden verenigen in je gedrag lukt vaak niet.

Als je om je heen weinig duurzaams ziet gebeuren, is het makkelijk om te denken dat alleen jij om het klimaat geeft.

Ecostress kan bovendien alleen aanzetten tot klimaatbewuster leven als mensen het gevoel hebben dat hun duurzame actie ertoe doet. Stel: jij neemt met je goede bedoelingen de trein, maar ziet op straat overal slurpende SUV’s rijden. Bouman: “Op zo’n moment kun je denken dat je er alleen voor staat. Als je om je heen weinig duurzaams ziet gebeuren, is het makkelijk om te denken dat het niemand wat kan schelen. Je denkt dat jij meer om het klimaat geeft dan anderen, terwijl dat niet het geval hoeft te zijn.” Bij andere mensen zien we vooral wat er níét goed gaat. Maar misschien gedraagt die SUV-bestuurder zich op andere gebieden wel veel duurzamer dan jij. “Het is belangrijk te weten dat jij niet de enige bent die iets wil doen. Hoe meer je denkt dat anderen om het klimaat geven – burgers, maar ook bedrijven en overheden – hoe aanstekelijker dat werkt.”

Wat ecostress is helemaal zo slecht niet, zeggen klimaatpsychologen, zolang je je zorgen, schaamte en schuldgevoelens weet om te zetten in iets positiefs. Doe er iets mee. Bouman: “Onderzoek suggereert dat mensen die om duurzaamheid geven, wat er dus veel lijken te zijn, gelukkig worden van duurzaam handelen. Het maakt dat ze zich goed voelen over zichzelf.” In actie komen voor het klimaat levert dus ook iets op voor jezelf.

Bronnen:

https://www.nemokennislink.nl/publicaties/niks-mis-met-een-beetje-klimaatstress/

Actie 5 november: Tijd om de vervuiling van schiphol te stoppen (Greenpeace)

Schiphol heeft de boel niet op orde. Al maanden zijn de lange wachtrijen en chaos in het nieuws. En al jaren wordt de schade aan klimaat, natuur en gezondheid genegeerd. Dit staatsbedrijf kan gewoon doorgaan met vervuilen, ook al tekende Nederland het Klimaatakkoord van Parijs. Overal zijn grote veranderingen nú nodig, juist ook in de luchtvaart. Ook staatsbedrijf Schiphol Group moet meedoen en stoppen met vervuilen. Al dat vliegen kan niet meer. Daarom komen wij samen in actie voor een groenere en eerlijkere toekomst, met schone lucht, meer rust en meer treinen.

Heb jij 5 november al geblokt in jouw agenda? Geef je op voor een van de informatieavonden of actietrainingen en kom alles te weten over deze actie.

Geen uitzondering meer voor Schiphol

De klimaatcrisis is hier en nu. Bosbranden, droogte- en hitterecords stapelen zich op. Actie is onvermijdelijk. Schiphol is een van de grootste vervuilers van Nederland, maar heeft geen plan om de vervuiling terug te dringen. In de Klimaatwet wordt luchtvaart niet eens genoemd als sector die de CO2-uitstoot omlaag moet brengen. En Schiphol heeft geen natuurvergunning voor stikstofuitstoot, houd zich niet aan de regels tegen herrie en betaalt geen belasting op kerosine. Het moet afgelopen zijn met deze uitzonderingen die de overheid maakt. Terwijl iedere sector, van boeren tot fabrieken, de uitstoot naar nul moet brengen. Ook Schiphol moet stoppen met vervuilen. 

Ongelijkheid

Juist mensen die het minste hebben bijgedragen aan klimaatverandering worden het hardst geraakt in de klimaatcrisis. Die ongelijkheid is ook in de luchtvaart pijnlijk groot: een klein clubje van 8% van de Nederlanders neemt 40% van de vluchten. Als je kijkt naar de hele wereld is deze ongelijkheid nog groter: 1% van de wereldbevolking veroorzaakt de 50% van de vervuiling van de luchtvaart. Het mag niet zo zijn dat via Schiphol een kleine groep mega veel vervuiling veroorzaakt. 

Schiphol veroorzaakt niet alleen gevaarlijke klimaatverandering, maar schaadt ook op andere manieren mensenlevens. Mensen die op de luchthaven werken hebben een te grote werkdruk en worden blootgesteld aan schadelijke ultrafijn stof. Meer dan 100.000 mensen hebben ernstige overlast door de herrie van Schiphol. Kinderen kunnen ademhalingsproblemen krijgen door de ultrafijn stof van Schiphol. Schiphol neemt ruimte weg voor zeker 150.000 huizen. Schiphol doet alles om de kosten zo laag mogelijk te houden en maakt winst ten koste van mensenlevens.

5 november: waarom actie op Schiphol?

Wij willen dat reizen schoon en rechtvaardig wordt. Maak de trein toegankelijker, schrap onnodige vluchten. De overheid en Schiphol Group als staatsbedrijf verantwoordelijkheid nemen voor klimaat, gezondheid en natuur, in plaats van een groene en eerlijke toekomst tegenwerken. 

Deze vijf stappen zijn cruciaal: 

  1. Stop met vervuilen. Schiphol moet met een klimaatplan komen in lijn met maximaal 1,5 graad opwarming, ook voor alle uitstoot door getankte kerosine. Minimaal moet de luchtvaart net als andere sectoren de CO2 en stikstof uitstoot halveren voor 2030, ook voor alle getankte kerosine. De oplossing is minder vluchten en geen opening van Lelystad Airport. Zorg voor een ruimhartig luchtvaartfonds voor werknemers. Toon visie en verantwoordelijkheid voor een toekomst met veel minder vluchten. 
  2. Schrap onnodige vluchten. Vervang korte vluchten door de trein. En maak een einde aan alle privévluchten, de meest vervuilende vluchten.
  3. Vertel het eerlijke verhaal. Geen greenwashing meer, Schiphol. Zeg eerlijk dat CO2-compensatie misleiding is en ‘duurzame vliegtuigen’ een sprookje zijn.
  4. Stel wettelijke klimaatregels. Ook de overheid is aan zet. Het ministerie van I&W werkt nu aan een CO2-plafond voor de luchtvaart, dat de jaarlijkse uitstoot gaat begrenzen. Maar dat plafond dreigt veel te hoog te worden, zodat Schiphol tot 2070 door kan blijven vervuilen. Wij eisen een plafond dat daalt en wetenschappelijk in lijn is met het 1,5 graad doel uit het Klimaatakkoord van Parijs. 
  5. Geef vliegen een eerlijke prijs. Verhoog de belasting op tickets en hef accijns op kerosine. Nu subsidieert de overheid jaarlijks de luchtvaart nog met €2 miljard. Investeer dit geld slimmer door de trein toegankelijker te maken voor iedereen.

Kom jij ook in actie op Schiphol?

Zolang Schiphol geen rechtvaardig plan heeft om te stoppen met vervuilen en een groene toekomst tegenwerkt, is het aan ons om vreedzaam in actie te komen. Wanneer we de handen ineen slaan, kunnen we de macht van deze grote vervuiler doorbreken. Daarom hebben we 5 november gekozen om massaal in actie te komen op Schiphol. Iedereen die onze boodschap steunt nodigen we van harte uit om aan te sluiten. 

Doe mee aan de actie tegen de vervuilende luchtvaart

Jij kunt meedoen, met heel veel andere mensen die het klimaat net zo belangrijk vinden als jij. Samen opstaan tegen klimaatonrecht voelt goed.

Je bent niet machteloos. Als onderdeel van een beweging kun je macht van grote vervuilers doorbreken. Actievoerders door de geschiedenis heen hebben zaken ten goede veranderd. Nu is het aan ons om de klimaatverandering te stoppen!

The post Actie 5 november: Tijd om de vervuiling van schiphol te stoppen appeared first on Greenpeace Nederland.

https://www.greenpeace.org/nl/natuur/54310/actie-schiphol-greenpeace-extinction-rebel/