Europese Patriotten – Op zoek naar de Portugese ziel in bedevaartsoord Fátima (GeenStijl)

Aflevering 1 van onze nieuwe serie Europese Patriotten INCLUSIEF PODCAST

https://image.gscdn.nl/image/65ba5f69c9_amerongenfatima.jpg?h=True&w=880&s=d939997e5e3af22f00d4d4641c9b5e74

https://image.gscdn.nl/image/5f0b96e010_I_See_Fascists_Everywhere_-_1280x720.jpg?h=True&w=880&s=4e4391952f91d7bddd96fd0ff0fff8e0

Ik woon nu elf jaar in de Algarve en snap nog steeds helemaal niets van de Portugezen, ondanks het feit dat ik talloze keren ging dineren bij een herenclub in Faro. De stokoude Zé, een begrip in de wijde omgeving, ontving in zijn vervallen paleisje in het hart van de stad zijn vriendenclub, de malta: notabelen, een voetbaltrainer, een advocaat, een oude journalist, een herenboer, een slager, een visser, et moi. Ik was al snel uitgenodigd door mijn toenmalige huisbaas Alvaro, want in Portugal geldt de mantra: amigo do meu amigo, meu amigo é.

Iedereen nam drank mee en geld voor de cataplana, de typisch Algarviaanse kookpot waarin alle mogelijke vissoorten gaan. Zé (descanse em paz) bereidde het godenmaal in zijn eentje. De gesprekken, rijkelijk geplengd met wijn, brandy, aguardente en medronho, gingen altijd over Sporting Lissabon en Benfica. Buiten Porto zelf en het noorden van het land, is niemand fan van Porto. Dat maakt een discussie over voetbal wel zo overzichtelijk, al blijft dat fanatieke geouwehoer over voetbal natuurlijk vreselijk, in welk land ter wereld dan ook.

En verder lieten de notabelen elkaar vieze filmpjes zien, op hun mobieltjes. Portugese humor ligt op het niveau van Mister Bean en Benny Hill: de bananenschil, de man in de jurk, grappen over schoonmoeders en ik denk dat ik met een scheetkussen hier ook hele zalen plat krijg. Ik heb de ziel van de Portugalidade helaas niet kunnen ontdekken tijdens deze feestmalen, hoogstens de ziel van Bacchus.

Een kleine anekdote tussendoor: de colleges Portugees van schrijver/vertaler August Willemsen aan de Universiteit van Amsterdam waren legendarisch. Om 9 uur ‘s ochtends kwam de goede man aanzeulen met flessen cachaça, limoenen, ijs en rietsuiker en werd de Braziliaanse ziel verklaard aan de hand van een spoedcursus caipirinhas stampen. Leuker kan men alcoholisme niet maken.

https://image.gscdn.nl/image/cc72c71ebc_IMG-20221212-WA0079.jpg?h=True&w=880&s=f77ca9af7b81a96da3797c52ea862c5e

Portugalidade, ook wel lusitanidade genoemd, is wat mij betreft de kern en de ziel van het Portugese patriottisme. Lexicoloog dr. Vitor de Sousa schreef hierover: het eerste geregistreerde gebruik van het begrip dateert uit de tijd na de Tweede Wereldoorlog van de Novo Estado. Het ophemelen van Portugal als een wereldleider, zowel wat betreft de omvang van de gebieden die onder zijn controle staan als het aantal burgers dat Portugees als eerste taal spreekt, was een essentieel kenmerk van de propaganda van het regime. Het concept van een nationale identiteit met een sociale psychologie en cultuur die zich uitstrekte van de Minho tot Timor in het oosten (en ten opzichte van de onafhankelijke staat Brazilië in het westen) werd beschouwd als een wereldwijd verschijnsel. De dagen van het koninkrijk en de welvaart die het het vaderland en de kolonies bracht, zullen nooit vergeten worden.

Fátima, Fado en Futebol waren in de tijd van dictator Salazar de pijlers van de Portugalidade: Fátima voor het geloof, fado voor de saudade en futebol voor de glorie van het vaderland. Brood en spelen dus. Saudade in de woorden van Arie Pos: het magische, zogenaamd onvertaalbare begrip, gekoppeld aan het fado-fatalisme. Er zijn twee soorten fado: de studentikoze fado van Coimbra en de zelfkant-fado van Lissabon. De teneur: het gevoel van onvervuld verlangen waar ze de naam saudade voor hebben gereserveerd. Het kan het gemis van iets van vroeger betreffen, maar ook het onvervulbare verlangen naar iets in de toekomst. Fado is volks, heeft niets te maken met het verlies van de grandeur van grote Portugal. Fado komt ook niet voort uit Afrikaanse slavenliederen. Wel zijn er Moorse invloeden.

De fado wordt vooral gespeeld in Coimbra en Lissabon. Met de malta van Zé zag ik een paar voetbalwedstrijden van Portugal tijdens het EK, toen het land kampioen werd, en het gemopper over met name maricas Ronaldo was fanatieker dan de euforie over de winst tegen Frankrijk in de finale. Wat mij betreft zit de Portugese ziel vooral in de sacrale lunch, maar goed. In de queeste naar de Portugalidade resteert het katholieke geloof.

Portugal lijkt een met katholicisme doordesemd land maar in de praktijk merk ik er weinig van. De leden van de herenclub waren godloochenaars en vloekten als ketellappers. De kerken in de Algarve zijn vrijwel altijd leeg, op wat oude besjes na.

De meest katholieke stad van Portugal is Braga. Reisgidsen noemen Braga het Rome van Portugal, vanwege het enorme aantal kerken in de binnenstad en voegen daar aan toe: ‘bidden doe je in Braga, werken in Porto en feesten in Lissabon’. In Nederland kennen we de variant van Jules Deelder: In Rotterdam verdienen ze het, in Den Haag verdelen ze het en in Amsterdam smijten ze het over de balk. Voor Portugezen is Braga de stad van de 5 P’s. Padres, paneleiros, putas e a puta que os pariu: priesters, flikkers, hoeren en de hoer die hen baarde.

Hoeren zijn er bij mijn weten niet in Fátima, paneleiros des te meer. Met Rob Muntz en Arie Pos nam ik deze potkast op, met beeld en geluid, en als u een nog doorwrochtere uitleg wil over het wonder van Fátima, moet u gewoon verder lezen.

Video

Mijn goede vriend, oud-collega bij de Groene Amsterdammer en vooraanstaand Lusitanoloog René Zwaap, is de grootste Fátima-kenner van Nederland. Op zijn kenmerkende luchtige wijze analyseert hij hier het Wonder van Fátima. Volgens de overlevering heeft het dorp Fátima zijn naam te danken aan een Moorse prinses die zich in de twaalfde eeuw tot het christendom bekeerde om in het huwelijk te kunnen treden met een Portugese edelman, en die daarom op last van haar getergde familie werd vermoord. De naam kan ook ergens anders vandaan komen: tijdens de Moorse overheersing van Portugal, die duurde van de achtste tot de dertiende eeuw, was de streek van Fátima regelmatig het toneel van mystieke verschijningen van Fátima, de door de sjiitische moslims aanbeden dochter van de profeet Mohammed. Zeker is dat in deze streek lang een Fátima-cultus heeft bestaan, precies zoals die onder Marokkaanse Berbers nog steeds wordt aangetroffen. Daarbij komt het wonder van Fátima goed van pas.

Zwaap: Het wonder van Fátima blijkt het beste instrument om het Portugese volk te ‘rekatholiseren’. In de zomer van 1936 trekt een half miljoen Portugezen op bedevaart naar Fátima. In een herderlijk schrijven meldt het episcopaat onder leiding van Salazars oude studievriend aartsbisschop Manuel Cerejeira: ‘Sedert O.L. Vrouwe van Fátima is verschenen aan de hemel te Fátima, daalde een bijzondere zegen neer over de Portugese natie. De vreselijke reeks van vervolgingen is beëindigd en een nieuw tijdperk van gewetensvrijheid en katholieke opbloei is aangebroken.’ In 1940 sluiten Salazar en de katholieke kerk een nieuw concordaat. De anti-clericale maatregelen van de oude republiek worden daarmee ongedaan gemaakt, zij het dat de officiële scheiding tussen Kerk en Staat tot teleurstelling van bisschop Cerejeira intact blijft. De vurige wens van de kerk om echtscheidingen weer te verbieden wordt niet gehonoreerd, wel wordt de kerk vrijgesteld van belastingen en krijgen de missionarissen in de Afrikaanse gebiedsdelen staatssteun bij hun ‘beschavingsmissie om de inheemsen te bekeren tot het katholieke geloof en het Portugalisme’.

In 1928 krijgt de Nederlandse architect Gerardus Samuel van Krieken de opdracht in Fátima een groot sanctuarium te bouwen op de plek waar Maria zou zijn verschenen. Daar stond al een kleine kapel, een replica van het in 1922 met buskruit opgeblazen originele gebedshuis, maar die maakte plaats voor een enorme basiliek in neo-barokke stijl, met daarvoor een plein dat groter is dan het Sint-Pietersplein in Rome. Fátima moest van Salazar het kloppende hart worden van de katholieke staatsgodsdienst. Op 12 mei 1929 trekt Salazar met een stoet ministers op bedevaart naar Fátima. Op 13 oktober 1930 gaat de Portugese kerk met de zegen van het Vaticaan over tot de officiële goedkeuring van de Mariaverschijningen in Fátima. Was de kerk eerst mordicus tegen de ‘heidense’ cultus van Fátima, nu ontfermen de priesters zich over het heiligdom, inclusief de gulle giften die tal van bedevaartgangers achterlaten. De toestroom van bedevaartgangers komt snel op gang: in 1923 worden er in Fátima 144.000 bezoekers gemeld, vijf jaar later zijn dat er al 588.000. Onder leiding van Salazars fanatieke propagandachef Antonio Ferro ontstaat er een door de staat georganiseerde cultus van persoonsverheerlijking rondom de figuur van Salazar als vader des vaderlands. Salazar is de man die Portugal zal herstellen in de grandeur uit de dagen van Vasco da Gama en Bartholomeus Diaz. Portugal, zo is de boodschap, is nog steeds een wereldmacht, met koloniën in Afrika (Angola, Mozambique, Guinee, São Tomé e Principe, de Kaapverdische eilanden) en Azië (Oost-Timor, plus Macau in China en Goa in India), en doet voor geen enkele andere Europese grootmacht onder.

Dit jaar zijn de pelgrimages naar het goddelijke gehucht rond 13 mei, 12 juni en 12 en 13 juli. Het is een vertrouwd beeld: langs de Portugese kronkelwegen wandelen duizenden pelgrims in knalgele fluorescerende hesjes naar Fátima om de diverse verschijningen van de Maagd in 1917 te herdenken. Twee wandelroutes vormen de officiële bedevaartgang naar Fátima: een noordelijke en een zuidelijke. De Caminho do Norte is tweehonderd kilometer lang en begint in Porto. Gelovigen die vanuit het zuiden komen, nemen de 126 kilometer tellende Caminho do Sul vanuit Lissabon. Tijdens de route ondersteunen honderden vrijwilligers de pelgrims op zogenaamde assistentie-posten. Het ziet er levensgevaarlijk uit, temeer omdat Portugese automobilisten zo ongeveer de gevaarlijkste en meeste krankzinnige van Europa zijn. Regelmatig las ik in de Correio da Manhã dat er bedevaartgangers waren doodgereden. Zo gezond is pelgrimeren onder Moeder Maria’s hoede dus ook weer niet.

https://image.gscdn.nl/image/882cd69b1d_IMG_20221212_182335_267.jpg?h=True&w=880&s=ee490c8a914c92054e29c5951d844aa0

Ik ben inmiddels drie keer in Fátima geweest. Misschien is het een merkwaardige passie voor een genetische papenvreter maar ik ben dol op roomse poppenkast.

Zo was ik in Lourdes, Santiago de Compostela en het Duitse Kevelaer, bezocht ik de Zwarte Madonna in het Poolse Częstochowa, kuste ik de Maagd van Caacupé in Paraguay en telde ik de krukken en de protheses bij het graf van de heilige Charbel in Libanon. Tijdens mijn langdurige verblijf in Jeruzalem, als student en als correspondent, leerde ik de heilige plekken kennen als mijn broekzak. Mijn voorkeur ging uit naar de diverse graven van de Heere Jezus en het graf van Maria in de Dormition-abdij. Allemaal boerenbedrog natuurlijk want moeder en zoon zijn ten hemel gevaren.

De een na laatste keer dat ik Fátima bezocht, reisde ik in het kader van mijn boek Saudades met het openbaar vervoer. Zingend stapte ik uit op station Chão de Maçãs-Fátima (ik vond die dubbele naam geenszins alarmerend toen ik mijn treinkaartje kocht) en verlangde naar een ijskoude douche in mijn pension, gevestigd in een voormalig jongensweeshuis op een boogscheut van het Sanctuarium. Het gehucht Chão de Maçãs lag er bij alsof de pest was uitgebroken. Even hoopte ik dat ik met mijn domme kop een station te vroeg was uitgestapt, maar de enige passant, een laveloos keuterboertje, prevelde dat dit hét treinstation van Fátima was. Portugese treinstations liggen vaak buiten de bebouwde kom maar nooit op een afstand van twintig kilometer van het oord waarnaar het vernoemd is. Ik had net Jezus-sandalen van het merk Ecco gekocht en besloot te gaan wandelen, in de bloedhitte. Zo kon ik meteen mooi in de ziel van de pelgrim kruipen. De eerste tien kilometer waren een eitje. Ik zong wandelliederen van Schubert, werd eventjes één met de natuur, maar na twee uur kwamen de blaren. Bovendien verzwikte ik mijn enkel en was mijn water op. In de wijde omgeving woedden bosbranden, het waaide keihard en ik was omringd door uiterst ontvlambare eucalyptusbomen. Mijn telefoon had geen bereik en er was geen één auto gepasseerd. Ik meende zelfs gieren boven mijn hoofd te zien cirkelen.

Mijn moedertje vertelde mij graag voor ik slapen ging het bijbelverhaal over de profeet Elisa die door kindertjes werd uitgescholden voor kaalkop. Twee beren vraten de 42 jongetjes vervolgens met huid en haar op. Zou ik nu eindelijk gestraft worden voor mijn blasfemische spotternijen over de Heilige Moeder en haar zoon en tot vreugde van menigeen als een ketter in vlammen opgaan?

Op 27 juli is het 53 jaar geleden dat Salazar stierf, maar de stilte rond zijn sterfdag is oorverdovend. Behalve in Fátima. Daar draagt men de despoot op handen, want hij zorgde ervoor dat het gat een pauselijk goedgekeurd pelgrimsoord werd. Papa Pius XII over Salazar: ‘De Heer heeft de Portugese natie een regeringsleider gegeven die niet alleen de liefde van zijn volk wist te winnen maar ook het respect en de waardering van de wereld.’

De Portugalidade en het Portugese patriottisme blijken in de praktijk toch iets complexere begrippen dan Futebol, Fado e Fátima en Deus, pátria e família. Daarover meer in de volgende afleveringen van Europese Patriotten.

A Deus e até a próxima

https://image.gscdn.nl/image/3aca1ec357_IMG_20221213_090436_286.jpg?h=True&w=880&s=cefac2e48859f7df0572f812ee450414

https://www.geenstijl.nl/5168630/europese-patriotten-op-zoek-naar-de-portugese-ziel-in-bedevaartsoord-fatima/

Matt (34) sluit deuren van Schenkers: ‘Met opgeheven hoofd’ (indebuurt Apeldoorn)

Verdrietig nieuws voor gasten van Schenkers. Eigenaar Matt van Maastricht (34) sluit eind januari de deuren van deze koffiezaak en lunchroom aan de Van Kinsbergenstraat.

“Het is superjammer en heel verdrietig. Ik heb zelden zoveel tranen gelaten als de afgelopen weken”, zegt Matt van Maastricht (34). De Apeldoorner opende Schenkers in april 2015 nadat het christelijke café Williams ermee stopt. Januari 2023 zal de laatste maand worden voor deze geliefde koffiezaak en lunchroom aan de Van Kinsbergenstraat. “Als er iéts is dat ik niet wil, is dat dit stopt.”

Het einde

Zelf voelt het voor hem nog steeds ‘onvoorstelbaar’ dat zijn zaak bijna verleden tijd is. “Ik heb lang gedacht dat het vast wel goed zou komen, dat het wel weer zou aantrekken.” Een paar weken geleden heeft hij de balans opgemaakt. En ziet hij geen andere optie dan zijn zaak te sluiten. “De week voor kerst was het hier heel druk en supergezellig. Toen dacht ik: is dit echt hoe het einde eruitziet?’.”

Rustiger

“Afgelopen jaar gebeurde er iets raars. We draaiden ons beste jaar qua omzet. Maar het ging gepaard met elke maand weinig overhouden. De prijzen bleven sluipenderwijs stijgen.” Komt daarbij dat Matt het rustiger zag worden in zijn zaak ‘sinds corona’. “De hele binnenstad is rustiger geworden”, aldus de ondernemer. “Die hoge omzet hadden we dan ook vooral te danken aan de hogere prijzen op de menukaart. En die waren nodig om de gestegen kosten op te vangen.”

De week voor kerst was het hier heel druk en supergezellig. Toen dacht ik: is dit echt hoe het einde eruitziet?

Matt van Maastricht

25 euro voor een broodje kip

“Economen verwachten dat de prijzen voorlopig zullen blijven stijgen”, zegt de Apeldoorner. “En vanaf deze maand zullen de energieprijzen ook stijgen.” De bovengrens van de prijzen op de menukaart is bereikt, zegt hij. “Ik ga niet 5 euro vragen voor een cappuccino of 25 euro voor een broodje kip.”

Lees verder onder de foto >

https://media.indebuurt.nl/apeldoorn/2021/08/06112809/193277205_4134765636580571_2766384553612814090_n-1024x683.jpg

Foto: Facebook Schenkers

Te pessimistisch

De afgelopen weken hebben Matt en zijn team hun hoofd gebroken over mogelijke uitwegen. “Medewerkers kwamen met allerlei ideeën, maar ik sprak ook zakenmensen die niet emotioneel betrokken zijn. Heb ik het niet verkeerd, zie ik iets over het hoofd, ben ik te pessimistisch, is er een trucje dat ik nog niet ken?”

Buffer

“Maar de conclusie is dat het vooruitzicht slecht is. Prijzen stijgen verder en dus komt alles alleen maar meer onder druk te staan. Daarnaast krijgen horecazaken te maken met minder klanten. Het is de perfect storm. In zo’n tijd heb je een buffer nodig. Maar welke horecazaak heeft na twee jaar corona nog een buffer?!”

Moed

“Bij ondernemen hoort risico nemen, maar ook je verantwoordelijkheid nemen. Ik kan er niet voor instaan hoe het eruit zou zien als we door zouden gaan. We hebben echt alle opties afgewogen en stoppen op tijd zodat we niet failliet gaan.” Op 30 december nam Matt het definitieve besluit. “Het speelt ook mee dat mijn vrouw (Matilde) en ik over een half jaar ons eerste kindje verwachten. Het zou natuurlijk een slechte timing zijn om jezelf dan in de nesten te hebben gewerkt. De situatie geeft je wel moed om de knoop door te hakken. Ook al had je het liever anders gezien.”

Bij ondernemen hoort risico nemen, maar ook je verantwoordelijkheid nemen

Matt van Maastricht

Tranen

“De dinsdag voor Kerstmis hadden we een diner met het hele team in de zaak. Toen hadden we nog geen besluit genomen maar heb ik gezegd dat het er sterk op leek dat we moesten stoppen. De reacties waren begripvol en ze vonden het een moedige beslissing. Vervolgens zag ik veel mensen in tranen en hoorde ik verhalen over wat Schenkers voor ze betekent heeft. Voor hen voelt het team als familie.”

Bosbrand

Matt heeft nog een ander bedrijf naast Schenkers, namelijk koffiebranderij Bosbrand. “Bosbrand gaat wel door. We hebben ook nog steeds een paar goede horecaklanten die de koffie afnemen.” Het gaat om Nett, Mansion24, Het Achterom en Klein Berlijn. Naast parttime bij Bosbrand zal Matt aan de slag gaan als zelfstandig elektricien. “Ik ben van huis uit elektromonteur, heb dat werk tijdens de lockdown ook gedaan.”

De laatste maand

De laatste maand van Schenkers is aangebroken. “Ik overweeg nog om één laatste silent disco te organiseren, op vrijdag 27 januari. Dat waren altijd leuke feestjes. Dinsdag 31 januari wordt de allerlaatste dag en wellicht een soort vaarwel-dag waarop mensen die ons nog willen zien en spreken dat kunnen doen.” Ook is er die dag een uitverkoop.

Stokje

En daarna? “Het liefste vind ik iemand die het stokje overneemt. Die de gedachte bij deze plek weet door te voeren. Dit pand is in 1865 gekocht en vanaf toen bestempeld als plek waar jongeren zich altijd welkom voelen. Wij hebben dat idee ingevuld met horeca, maar wellicht is er iemand anders die daar een heel andere invulling aan wil geven.”

Doel behaald

“Hoe verdrietig we ook zijn: we stoppen met opgeheven hoofd. Schenkers heeft gedraaid om mensen. Vandaar de naam: we schenken koffie, liefde en aandacht. Dat is altijd gelukt, we hebben altijd ons doel behaald.”

Crowdfunding

“Omdat Schenkers geen B.V. is, is alles privé aansprakelijk. Zo hebben we nog een grote rekening van de Belastingdienst uit de coronatijd en ook eentje van NOW-regeling terug te betalen. Om te zorgen dat Matt en zijn vrouw Matilde “enigszins met een schone lei verder kunnen” hebben ze een crowdfunding opgezet. Wil je ze steunen? Je vindt hun gofundme-pagina hier.

Lees ook:

https://indebuurt.nl/apeldoorn/nieuws/matt-34-sluit-deuren-van-schenkers-met-opgeheven-hoofd~209984/

De Portugal Post: een nieuwe en vooral geestige reisgids over Portugal (ThePostOnline)

https://tpo.nl/wp-content/uploads/2022/01/de-portugal-post-1.jpg

OPINIE

De leukste reisgids voor Portugal is die van José Rentes de Carvalho. Hij heeft een vlijmscherpe mening over zijn moederland en over Nederland. Rentes is bovenal bijzonder geestig. In zijn gids adviseert hij de lezer de Algarve maar over te slaan, omdat daar niks te zien en te doen is.

Portugal, een gids voor vrienden verscheen in 1989 en werd maar liefst twintig keer herdrukt. Het boek geniet een cultstatus en is officieel niet meer verkrijgbaar, maar ik kom het regelmatig tegen op vlooienmarkten in de Algarve.

De gelauwerde romancier heeft een uitgesproken mening. Zo schrijft hij in de inleiding, bijna dreigend:

“Het alleen of in groepsverband op een gebied neerstrijken van toeristen lijkt in zijn gevolgen op een ware plaag, ook al krijgt die plaag over het algemeen de zegen van overheden, neringdoenden en zelfs van hen die er op korte of lange termijn onder te lijden hebben.

Vandaar dat met de ondertitel – Een gids voor vrienden – gemeend werd onderscheid te maken tussen hen die Portugal binnenvallen met het geweld en de lompheid van een wild invasieleger en hen die beseffen dat doordringen in andermans intimiteit – of dat nu een huis is of een land – terughoudendheid vereist, bescheidenheid, eerbied voor andere zeden en gewoonten en het respecteren van een aantal formaliteiten.”

Aan het einde van Portugal, een gids voor vrienden schrijft Rentes de Carvalho bijna achteloos dat men de Algarve gerust kan overslaan. Een man naar mijn hart dus.

Não fode, nem sai de cima

Het motto van de gids is van Confucius:

“Wie veel reist wordt wijs, wie wijs is blijft thuis.”

Rentes komt uit Trás-os-Montes in het hoge noorden, een woeste streek. De Portugezen uit het noorden illustreren het weerbarstige karakter van mijn Algarvios met de uitdrukking não fode, nem sai de cima: hij neukt niet, maar gaat er ook niet vanaf. Voorbeeld: een Nederlander wil een huis kopen en de vraagprijs voor die hut is een ton. Hij vindt dat uiteraard te veel en biedt 95 duizend euro. Het is niet uitgesloten dat de Algarvio het bod afslaat, zelfs als hij de centen hard nodig heeft. Liever laat de beste man de boel tien jaar leegstaan en verrotten, dan dat hij die stomme kaaskop dolgelukkig maakt met de gevraagde korting. De Algarvio reupt zijn huis zonder lekker te ejaculeren, omdat hij de ander niets gunt.

Ik vertoef momenteel in het noorden, waar ik met mijn goede vriend Arie Pos, vertaler, schrijver en Komrij-biograaf, werk aan een reisgids in de geest van Rentes. De gids komt in de zomer van 2023 uit bij Ezo Wolf. We schrijven over alle typisch Portugese kenmerken, clichés en verschijnselen als não fode, nem sai de cima. Vandaag krijgt u een voorproefje.

Saudade

Het magische, zogenaamd onvertaalbare begrip, gekoppeld aan het fadofatalisme.

Er zijn twee soorten fado: de studentikoze fado van Coimbra en de zelfkant-fado van Lissabon. De teneur: het gevoel van onvervuld verlangen waar ze de naam saudade voor hebben gereserveerd. Het kan het gemis van iets van vroeger betreffen, maar ook het onvervulbare verlangen naar iets in de toekomst. Fado is volks, heeft niets te maken met het verlies van de grandeur van grote Portugal. Fado komt ook niet voort uit Afrikaanse slavenliederen. Wel zijn er Moorse invloeden.

 

Artikel gaat verder na afbeelding.

https://tpo.nl/wp-content/uploads/2022/12/thumbnail-8.jpeg

https://tpo.nl/wp-content/uploads/2022/12/thumbnail-7.jpeg

 

Advocaten

Zijn praktisch nooit gespecialiseerd. Je hebt ze overal voor nodig. Nemen zaken aan waar ze niks van weten. Neem altijd een advocaat van een internationaal georiënteerd kantoor, nooit de dorpsadvocaat.

Aguardente

Pas er mee op. Drink medronho, geen licor de medronho, maar aguardente de medronho.

Amália

Koningin van de fado, die de laatste 30 jaar van haar leven onverstaanbaar zong. Gelukkig kent iedereen haar teksten.

Anjerrevolutie

Op het juiste moment stond er toevallig een Nederlands vliegtuig met een lading rode anjers op het vliegveld van Lissabon, vandaar de naam.

Architectuur

Follies Gerrit Sintra.

Armoede

Veel erger dan je denkt.

Arrumadores

Junks die je in de grote steden helpen met parkeren en boodschappen dragen. Worden gedoogd door de overheid.

Auto

De heilige koe. De auto was vroeger de huiskamer van de Portugees, ingericht met vlaggen, ja-knikkende honden, een Fatima-reliek, heilig water uit de Jordaan en fleurig kunstnijverheidsweefwerk over de versleten bekleding. Nu is het de te dure jas op afbetaling waar geen vlekje of krasje op mag komen.

Bacalhau

Nationaal lievelingsgerecht. Op vele wijzen te bereiden, van 365 tot duizend en één, als je de reisgidsen en kookboekjes voor toeristen mag geloven. Bakkeljauw kan je ook gewoon kopen bij de Surinaamse toko. Hoef je niet voor naar Portugal. 

Banken

Fascistische instellingen, altijd foute architectuur. Verstrekken alleen risicoleningen aan de dertien families die zo’n 90% van Portugal bezitten – industrie, import en export, verzekeraars, energie en telecom, vastgoed en, natuurlijk, de banken.

Belasting

Makkelijker dan in Nederland, zie advocaat.

Benfica/Porto/Sporting

Als je geen verstand van voetbal hebt: vermijd de discussie in de kroeg.

Bosbranden

Het land staat nog steeds vol met eucalyptus, die branden als fakkels. Er verandert niets na de bosbranden. Er worden geen brandgangen aangelegd, aanplant van eucalyptyus wordt niet verboden, bos en veld worden niet schoongemaakt. Kortom, ieder jaar dezelfde ellende. Maar elk jaar komt de regering wél met een andere smoes. Nu natuurlijk de klimaatcrisis.

Brood

Heilig. Als een broodje op de grond valt, geven ze er een kus op. Een gaatje in een brood noemen ze de ziel van de bakker.

Buitenlanders

Worden tegemoetgetreden met ingebakken achterdocht – zie Xenofobie. Je hoort er nooit echt bij. Inburgeringscursus bestaat niet.

Bureaucratie

Go with the flow. Wantrouw alles en iedereen met een pet en achter een overheidsloket. Hou ze ver van u weg.

Chamuça

Samosa, enige wat is ingeburgerd van de eetcultuur der koloniën.

Chanfana

Geitenstoof in rode wijn. (H)eerlijk vlees op de botten van een ouwe stinkbok. Heel lang koken en twee weken in de bijkeuken veredelen onder een dikke laag eigen vet. Voor de liefhebber.

Chaperonneren

Broer of neef gaat mee met je Portugese vriendin om te controleren of jelui geen ondeugende dingen gaan doen. Is aan het verdwijnen, maar dr. Pos heeft het nog meegemaakt.

Chinese winkels

Niet goed, geld weg.

Condomínio fechado

Gated community. Voor rijke Portugezen die zich willen afzonderen van het gewone volk, dat als crimineel wordt beschouwd tenzij anders wordt bewezen.

Cozido

Stoofschotel.

Corruptie

Heeft u even?

Democratie

Portugal kent een partijdictatuur.

Dictatuur

Hoe kan je met zo weinig mogelijk inspanning de bevolking bang krijgen.

Doces conventuais

‘Kloosterzoetigheden’, waarin traditioneel grote hoeveelheden eierdooiers werden verwerkt, het restproduct van het vroeg-industriële, meer specifiek katholieke eierenverbruik. De nonnetjes gebruikten het eiwit voor de ouweltjes en de boordjes van meneer pastoor. Het eigeel werd met kolossale hoeveelheden suiker verwerkt tot schrikbarende calorie- en cholesterolbommetjes, die kleurrijke namen kregen als nonnenbuikjes, abten-oren, kloosterbultjes en spek uit de hemel.

Doutores e Engenheiros

Beleefde maar lege aanspreektitels voor iemand waarvan men vermoedt dat hun/het/hij/zij meer dan lagere school heeft. Stel jezelf ook altijd voor als doutor of engenheiro als je tot iemand door wil dringen waarvan je vermoedt dat die meer dan lagere school heeft.

Drugs

Zeer illegaal, maar zeer voorradig. Voor de goede orde: softdrugs zijn totaal verboden en ook harddrugs kun je beter onder je pet houden, maar ze zijn in elk zichzelf enigszins respecterend stads- of dorpsparkje te koop.

Emigranten

Herkenbaar aan lelijke huizen, eenderde van de bevolking. Parijs is de grootste Portugese stad ter wereld. Groter dan Lissabon, daarna Luxembourg.

Europese Unie

Beste wat Portugal kon overkomen, al zijn er nu twijfels.

Façadecultuur

Doe je (belang)rijker voor dan je bent. Zie Auto’s en Hypotheken.

Familieziek

Trouw geen Portugees, en vooral geen man.

Gastvrijheid

Je komt zelden bij ze thuis. Je wordt afgestald aan de voordeur. Tenzij je van hele goede familie bent.

Gay Portugal

Zie Gerrit Komrij. Portugal is veel homovriendelijker dan men denkt. Dubbele moraal – zie Katholiek. Het is veiliger hand in hand met je vent in de Algarve te lopen dan in Amsterdam.

Salazar

Grootste Portugees aller tijden. In de maand januari verschijnt de eerste etappe van mijn nieuwe project Europese Patriotten op GeenStijl (columns, foto’ s en podcasts) en komt u alles te weten over de man en vooral over kwesties die u nooit durfde te vragen.

Koffie

Beste van Europa, 70 cent per bakkie.

Hoffelijkheid

Is belangrijk. Zeg nooit jij tegen iemand tenzij je op goede voet staat met die persoon.

Onzekerheidsvermijding

Een van de belangrijkste kenmerken van de Portugese volksaard. Zie Burocratie.

Politie

Uw beste vriend, nooit tutoyeren, blijf onderdanig. Geen 50 euro bij je rijbewijs stoppen.

Portugalidade

Het Portugees zijn, waarvan de wortels in ‘s lands geschiedenis worden gezocht, maar niemand weet waar.

Prostitutie

Langs de kant van de weg en via contactadvertenties in de Correio da Manha.

Punctualiteit

Het land van het onthaasten, waar de Nederlander nooit aan went.

Spanjaarden en Portugezen

Never the twain shall meet.

Taxi

Spotgoedkoop, keurige chauffeurs. Uber nog goedkoper.

Televisie

Nederland jaren vijftig. Kommersjele tv bracht geen verbetering.

Tias

Tantes. Doorrookte dames met altijd een borreltje in de hand.

Tremoços

Lupineboon, cafésnack voor bij een biertje. De droom van petomanen en flatulenten.

Verantwoordelijkheid nemen

Niet. Zie onzekerheidsvermijding.

Verkeer

Slechtste chauffeurs van Europa. Maximumsnelheid is de minimumsnelheid.

Verkeersslachtingen

Mijd de weg rond kerst, pasen en in de zomer.

Verzekeraars

Oplichters.

Vis

Altijd verse vis, en goedkoop. Hoed u voor kweekvijvervis en diepvriesvis uit Spanje.

Voetbalgekte

Heeft u even?

Volksgeloof

Heeft u even?

Vreemdelingenpolitie

Zeer corrupt.

Vrijmetselarij

Staat binnen een staat, wordt enorm gewantrouwd.

Vrouwensnorren

Een van de zeven schoonheden. Veel vrouwen lijken op Fernando Pessoa. Vrouw komt bij de kapper: ‘Kunt u even mijn snor doen?’

Vuurwerk

Alleen op huwelijken en communiefeesten, altijd in de zomer. Zie Bosbranden.

Wijn

Zie gids.

Ziekenhuizen

Vermijd ze als het kan, vol menselijke taferelen (picknick in de gang en op de zaal).

 

Muy muy buenas estimados suscriptores del Portugal Post

Leuk dat jullie weer kostbare tijd offeren om op de hoogte te blijven van het wee, maar vooral het wel van het Iberisch schiereiland in deze barre tijden. U weet dat ik wel eens klaagde over droogte. En dat de vogeltjes half november alweer dachten aan het bouwen van een nest. Regen vroeg ik jullie ons te sturen. Nou, u gaf gul durf ik wel te zeggen. Gelukkig geen tropische moesson maar echte Nederlandsche zeurregen. Je raakt niet doorweekt in een minuutje, maar na het rondje met de hondjes ben je tot op je vel zeik- en zeiknat. Heerlijk. De natuur is er blij mee.

Vervolgens een heuse koudegolf waarbij de sneeuwgrens casa Raúl tot op een slordige vijftig kilometer naderde. De kachel moest zowaar aan. Niet alleen om het vocht buiten te houden maar ook om de kou (vijf graden om zes uur ‘s ochtends, brrrr) buiten te houden. En zowaar een dikke trui, sjaal en dikke jas vanwege de wind bij het buiten vertoeven. ¡Invierno! Winter!

De gehele streek kwam aardig in de stemming, dat wil zeggen, je zag geen kip meer op straat. Iedereen hokte samen op verwarmde plekken en de restaurants, traditioneel zonder verwarming alhier, bleven zo goed als leeg. Goed, dat had meer te maken met de hoge kosten van Black Friday dan met de kou, maar toch.

Kerstsfeer

Over Black Friday gesproken, er moeten behoorlijk grote bomen gekapt worden om de belachelijk grote televisies die in grote hoeveelheden de Mediamarkt en Carrefour verlieten onder te kunnen leggen in de kadootjesfrenzie die kerst sinds de ver-Cocacolaisering in een stroomversnelling is gekomen.

Verder dus de donkere, stille dagen voor kerstmis. Zou je zeggen. De afgelopen week liep ik er gewoon weer lekker zomers bij in T-shirt. Niet teveel zwaar werk wegens versnelde zweetreacties door een best-wel-brandend-zonnetje. De heatpipes en de zonnepanelen maakten er verder een energieneutraal weekje van. In deze zware economische tijden, pellets bijvoorbeeld tweemaal zo duur als een jaar geleden (dank u weledelgestrenge hooggeleerde windbuil te Brussel)! Al met al lekker om een wandelingetje over de vrijwel uitgestorven boulevard van Cambrils te maken.

En dáár kwam Raúlito helemaal in de kerstsfeer. Een heuse Spaanse kerststal bracht herinneringen terug aan de tijd dat ik in Limburg woonde, de kerststal in Arcen!

 

Artikel gaat verder na afbeelding.

https://tpo.nl/wp-content/uploads/2022/12/IMG_20221214_145808_1-scaled.jpg

 

Romantisch nietwaar? Goed, een beetje gejat uit de RTL8/Hallmark run to christmas, pero bueno. Authentieker wordt het niet lieve lezers. Nu nog een sneeuwman erbij en el ambiénte is àf.

Jullie zullen begrijpen dat zelfs een verstokte kerstnegeerder als ikzelf na zo’n bombardement van feel-good-happiness, niet te verwarren met de eat-good-happiness die dezer dagen door alle supermarkten op ons wordt afgevuurd en vele mannen de keuken indrijft om levensgevaarlijke experimenten uit te voeren, helemaal overtuigd was dat er dít jaar maar eens een boom in huis moest komen. Een heuse kerstboom.

Krakkemikkige schlemiel

Nu heb ik de mazzel een stukje grond te bezitten waar wel het een en ander groeit, maar geen kerstbomen. Nu verkoopt één van mijn buren wel van die dingen, dus maar eens even gaan kijken. Dat was schrikken kan ik ustedes wel verklappen. Godjeallemachtig. Omgerekend kost een ‘kerstboom’ alhier iets van een eurootje. Per centimeter in de hoogte even ter verduidelijking. Dus voor de prijs van drie kuub prima kachelhout kan je een uit Noord Europa aangeleverd boompje kopen dat een gedeelte van zijn naalden al verliest bij het verlaten van het tuincentrum. Want je mag voor dat geld niet verwachten dat ze het ding ook nog water geven in de tijd dat ‘ie in de brandende zon staat te wachten op de kluns die zijn vrouw wil verrassen, nou ja, enzovoort.

Al een paar weken hik ik aan tegen het snoeien van een cypressenhaag. Er zijn steeds klusjes die spoedeisender zijn, derhalve. En mijn elleboog was ontstoken. Trouwens, mijn knie, enkel, heup, andere knie, schouder en nek, ze doen allemaal pijn. Pero bueno, een kerstboom. Door de poort komend na het trieste bezoek aan de bomenboer zag ik hem. Onze boom. Fier stak hij uit boven de andere bomen, die overigens nodig gesnoeid moeten worden, of had ik dat al verteld? Een tak waar ik vorig jaar niet bij kon zonder gevaar voor eigen leven en dus maar had laten zitten, zwaaide naar me. “Hier ben ik!”, “¡Aquí estoy!” leek hij te roepen.

Gewapend met trap, lasso en zaag – Pechtold ain’t got nothing on me – ging Raúl de houthakkert zijn boom claimen. Nu denken jullie; wat stelt die gast zich aan. Kan ik jullie niet ongelijk in geven. Toch was het voor een ouwe, krakkemikkige schlemiel nog best wel een dingetje, op vier meter hoogte overhangen om een tak te zagen onderwijl met de lasso spanning erop te houden zodat hij niet aan de verkeerde kant van de heg naar beneden zou vallen. Een schier oneindig ravijn in.

Had ik al eens verteld dat ik hoogtevrees heb?

Maar nu, ladies and gentlemen, we’ve got him!

 

Artikel gaat verder na afbeelding.

https://tpo.nl/wp-content/uploads/2022/12/Raulitos-boom-scaled.jpg

 

Mooi is ‘ie nietwaar? Raúlito’s minimalistische kerstboom. Ik ga er verder niets aan doen. Het is goed zo.

Fijne kerst rakkers en denk ook eens aan de dieren. Voor hen is het óók niet makkelijk allemaal.

¡Feliz Navidad!

 

De in dit artikel geuite meningen en standpunten zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de meningen of standpunten van TPO.

 

Lees meer van Arthur van Amerongen en doneer!

 

De Portugal Post: een nieuwe en vooral geestige reisgids over Portugal

https://tpo.nl/2022/12/18/de-portugal-post-een-nieuwe-en-vooral-geestige-reisgids-over-portugal/

De Boze Blanke Man – Holle bolle boze roze Frenske (GeenStijl)

De Boze Blanke Man en de Ondergang van Nederland, deel 19

https://image.gscdn.nl/image/ffa090a635_5a9ca71fb9_Eredoctoraat_Frans_Timmermans_TU_Delft.jpg?h=True&w=880&s=3bf0fbc8ca0a8445a9af7f4ee3e82b25

https://image.gscdn.nl/image/8373cf8d3a_Boze_Blanke_Man_-_1116X1024.jpg?h=True&w=880&s=e93efbd0e510ed38a366a6451275b7d0

Voor deze serie heb ik een lijstje met klassieke Boze Blanke Mannen opgesteld en fier bovenaan staat Frans Timmermans. Frenske - die in 1990 van D66 overstapte naar de PvdA - is namelijk een vat vol frustraties, vijandigheid, wraakzucht en testosteron en kan elk moment exploderen. De belangrijkste Nederlander op het wereldtoneel is een kinderachtige driftkikker die ontploft als hij wordt tegengesproken.

Inmiddels heeft Holle Bolle Frans zich omringd met paladijnen, lakeien, kontenlikkers, cheerleaders en jaknikkers en zijn angstige hofhouding doet mij denken aan het sprookje De nieuwe kleren van de keizer. Al die rimmers roepen de hele dag, tussen het tarrelgeknabbel door, dat Frenske de mooiste, aardigste en liefste man van de wereld is, de klimaatmessias die de wereld gaat redden van de klimapocalyps.

De Nederlandse media laten het volk graag geloven dat hij een warme, betrokken man is, onbaatzuchtig, altruïstisch, een dappere en bevlogen idealist die zich onvermoeibaar inzet voor de rechten van homo’s, Joden, Roda JC, moslims, vrouwen: ja, voor wie of wat spant Frans zich eigenlijk niet in? Maar Frenske - die zich tijdens zijn tien jaarlijkse verschijningen in Buitenhof door zijn mede-Limburger Twannie Huys graag laat aanspreken met "excellentie", veinst aardigheid en is totaal niet waarachtig.

Zijn frustraties zijn makkelijk te herleiden. Zo wilde hij in 2011 Commissaris van de Koningin worden in Limburg maar werd hij pijnlijk gepasseerd door CDA'er Theo Bovens. Timmermans genoot de meerderheid van de vertrouwenscommissie om hem commissaris van de koningin te maken, maar miste hij op drie stemmen na het gouverneurschap aan de net verkiesbaar gestelde Bovens.

https://image.gscdn.nl/image/869c3cf10e_5a9ca71fb9_Eredoctoraat_Frans_Timmermans_TU_Delft.jpg?h=True&w=880&s=f1c7ad1667ab48ed46171a6e46b637af

De Limburger schreef dat de PVV een cruciale rol heeft gespeeld in de nipte overwinning van Bovens. Geert Wilders en PVV-fractieleider in Limburg Laurence Stassen zouden koste wat kost de benoeming van Timmermans willen tegengaan. Wilders zou via VVD-gedeputeerde Mark Verheijen invloed hebben gehad waardoor een deel van de VVD-fractie toch voor Bovens koos, in plaats van voor Timmermans. Dus eigenlijk is het de schuld van Geert Wilders dat de Europese onderdanen van Frenske straks alleen nog maar gras en wormen mogen eten, niet meer auto mogen rijden en niet meer op vakantie mogen.

Kort daarna stelde Frenske zich kandidaat voor de baan van Commissaris van Mensenrechten bij de Raad van Europa en kreeg hij opnieuw nul op het rekest, ondanks deze polyglotte noodkreet op YouTube. Wat was ie toen nog knap en mager!

In 2010 wilde hij buitenlandwoordvoerder worden voor de PvdA maar ook dat baantje ging aan zijn neus voorbij. Een woedende en tot op het bot gekwetste Frenske verdomde het vervolgens een half jaar lang naar de Tweede Kamer te gaan.

In februari 2012 wilde Timmermans lijsttrekker worden van de PvdA nadat hij – als een ware Brutus – Job Cohen ten val had gebracht. De dolksteek in de rug van zijn partijgenoot was dodelijk maar het leiderschap van de Partij ging niet door.

En toen moest hij de grootste dreun in zijn in feite mislukte loopbaan - met het flyeren en canvassen op tochtige braderieën in de negorij van Nederland als hoogtepunt - nog incasseren: Frenske wilde baasje van Europa worden maar werd pijnlijk gepasseerd door Von der Leyen. Timmermans was ervan overtuigd dat hij zou winnen, maar achteraf bezien bleek dat hij door een briljant diplomatiek steekspel tussen Frankrijk en Duitsland geen enkele kans te hebben gemaakt op dat door hem zo begeerde baantje.

En nu neemt Timmermans wraak hij met z'n Green deal, waar zijn onderhorigen miljarden voor mogen ophoesten.

Ik ken Frenske nog uit de tijd dat ik met PvdA-europarlementariër Edith Mastenbroek was getrouwd. Frenske zat toen nog gewoon in de Tweede Kamer maar liep de deuren van het Europese Parlement al plat. Hij was broodmager, had geen baard en was, in mijn herinnering, een overkammer. Een overkammer is een kalende man die het restant van zijn haar over de kale delen van het hoofd kamt. In niets leek hij op de Vader Abraham, de Paulus de Boskabouter, de Kabouter Plop of de Humpty Dumpty die hij nu is. 

Vilein was hij al wel, zo vernam ik toen al van zeer betrouwbare bronnen uit de PvdA. Een matennaaier, een backstabber: Timmermans schuwde geen enkel middel om zijn doel te bereiken. Toen Frenske minister van Buitenlandse zaken werd, ben ik hem intensief gaan volgen. Dat was één groot feest. Hij liet zich als een Hollandse toerist met iedere hoogwaardigheidsbekleder op de foto zetten, of het nou de honoraire consul was van Liechtenstein of een of andere despoot achter de Oeral. Zonder grandeur en zo blij als Billie Turf die een uur gratis mag snoepen bij de Jamin. Timmermans in Brussel werd ook één groot mediaal feest. Een olifant in de porseleinkast. De circuspoedel, de dansende geit en de butler van Juncker the Drunker.

De ware Frans Timmermans, die bij leven al is heilig verklaard door hemzelf en vooral door de parlementaire pers omdat hij zes talen spreekt (Nederland had net zo goed Ivo Niehe naar Brussel kunnen sturen), waaronder een soort posh homo-Engels dat werd gesproken door Quentin Crisp, openbaarde zich ooit in een ogenschijnlijk luchtige Facebook-posting. Hij prees het boek Gevelde Eiken aan, met daarin gesprekken tussen de Franse schrijver/politicus André Malraux en oud-president Charles De Gaulle. "Terecht en bijzonder dat Elsevier aandacht besteedt aan de vertaling van dit geweldige boek. Ik las het toen ik in Frankrijk studeerde en nadacht over welk beroep ik zou kiezen. Het gesprek tussen een groot schrijver en een groot staatsman leek mij vooraf interessant als stijlfiguur, maar lezend trof mij toch vooral de kracht van het menselijke retrospectief, de zelfkritiek van De Gaulle, die ik tevoren alleen maar voor grenzenloos arrogant hield. Een uniek boek dat ook 45 jaar na het gesprek de moeite waard is, want de essentie van internationale politieke verhoudingen komt er in terug. De titel verwijst naar het prachtige gedicht dat Victor Hugo schreef bij de dood van Théophile Gautier. In mijn woorden: "Oh, welk een woest lawaai maken de eiken die in de schemering worden geveld voor Hercules’ brandstapel!"" Timmermans die uit de losse pols Victor Hugo vertaalt en zich spiegelt aan twee Franse legendes. Zo zie ik hem graag.

Frenske is een klassieke windvaan en een ongeneeslijke ijdeltuit. Bovendien is hij een pathologische leugenaar maar dat is de roomse Limburger, gepokt en gemazeld door de jezuïeten en andere toffelemoonse imposteurs, gewoon. Hoe weet je wanneer Frans Timmermans liegt? Als hij zijn mond opent! Frenske handelt louter en alleen ter meerdere eer en glorie van zichzelf. Hij gaat daarbij over lijken, zoals gebleken is uit zijn snoeiharde leugens over de ring, de passagiers van MH17 die elkaar diep in de ogen keken alvorens neer te storten en zijn valse gesnotter. 

Frans Timmermans is een narcist met een (Limburgs) minderwaardigheidscomplex, kampend met onbeheersbare woedeaanvallen. Dat bleek tijdens het beruchte interview met Jeroen Pauw. Even daarvoor had de woordsmid getriomfeerd in Brussel. Na de klaterende maidenspeech en aansluitende zegetocht in Brussel dacht Timmermans de week in stijl af te sluiten met een onemanshow bij Pauw, à la zijn grote voorbeeld Toon Hermans. Dronken van het succes nipte hij tijdens het interview aan een glas whisky, wat natuurlijk robuuster en veel staatsmannelijker staat dan een sip glaasje wijn. Ik vermoed dat de drank hem te loslippig maakte. Er was natuurlijk afgesproken dat Pauw niet over over de ring zou beginnen en de dierbaren die voor ze stierven elkaar minuten lang in de ogen keken. Ik denk dat Frans, tipsy en pisnijdig door de vraag die hem niet beviel, het zuurstofmasker spontaan verzon. Toen al duldde Frenske geen enkele tegenspraak en zagen we zijn ware, despotische gezicht. Pauw had nog beter tegen president Kim Jong-un van Noord-Korea kunnen zeggen dat die eens wat minder moet gaan eten. Dat Frenske tot overmaat van ramp ook nog eens een verschrikkelijk kinderachtig menneke is, blijkt wel uit het feit dat hij zich nooit meer door Pauw wil laten interviewen.

Ik sta te boek als een ietwat verbeten Timmermans-watcher en soms wordt er gesuggereerd dat ik een persoonlijke vete uitvecht met Frenske en dat ik jaloers op hem ben. Jaloers op zijn morbide obesitas en zijn Ziekte van Michelin zeker! Hij is de belangrijkste Nederlander in het buitenland en het is het mijn taak en plicht om de man te blijven analyseren en te duiden, zoals dat een persmuskiet betaamt. Het is toch werkelijk schandalig hoe Nederlandse hoernalisten - met Twannie Huys voorop - buigen als knipmessen als de Keizer Zonder Kleren voorbij schrijdt. Als hun idool een scheet heeft gelaten, zeggen deze hermelijnvlooien: "Sjonge jonge, wat ruikt het hier lekker, net of iemand lever met uien staat te bakken." Nooit maar dan ook nooit wordt er een kritische vraag gesteld aan Timmermans, uit angst dat hij dan ontploft van woede en dat de vraagsteller bedolven wordt onder een lawine ingewanden, fecaliën en vet.

Gelukkige ben ik niet de enige die de permanente boosheid, die in Frenske woedt als een veenbrand, heeft geconstateerd. De website van RTL Nieuws schreef eens: "Er zitten nare kantjes aan de Limburger: lange tenen, snel geïrriteerd, verliest regelmatig zijn geduld en slaat om zich heen als hij door een politieke tegenstander wordt aangepakt. Want daar houdt Timmermans niet van; hij kan op venijnige wijze karaktermoord plegen op zijn tegenstander. Heel wat Kamerleden die het wagen om maar de geringste vorm van kritiek op de minister te spuien, kennen de uitbarstingen van Timmermans maar al te goed."

Aan voorspellingen over Frenske waag ik mij niet meer, want ik zat er vaak naast en had zijn vlucht naar voren totaal niet verwacht. Wel denk ik dat de vleugeltjes van onze Heerlense Icarus vroeg of laat zullen afbreken. Niet alleen door de warmte van de zon, maar vooral omdat ze de tweehonderd kilo van Frenske niet langer kunnen torsen.

https://www.geenstijl.nl/5167436/de-boze-blanke-man-holle-bolle-boze-roze-frenske/

De Portugal Post – Asociale vakantienederlanders en een special over Joden in de Algarve (ThePostOnline)

https://tpo.nl/wp-content/uploads/2022/01/de-portugal-post-1.jpg

Een spectaculaire Portugal Post zonder bosbranden maar met Spanjeman Raúl over Nederlandse misdragingen aan de Costa’s, vliegende makelaar Laetitia over het grootste brommerfestival van Europa in Faro en een special over Joden in de Algarve door niemand minder dan Paul Damen, hoofdredacteur van de Republikein.

Nooit meer reclamebanners op TPO.nl? Klik dan hier!

Amigas e amigos! Uw geliefde hoofdredacteur is met Rob Muntz in het kader van Safari Eurabia op reis door de Balkan (Albanië, Noord-Macedonië, Kosovo, Bosnië en Montenegro) en zal zodra hij weer thuis is en de bosbranden nabij zijn villa in Vale do Lobo geblust zijn, weer berichten over zijn geliefde Algarve! Niet getroost want we hebben vandaag drie schitterende verhalen. Kom er maar in, Laetita!

Artikel gaat verder na afbeelding.

https://tpo.nl/wp-content/uploads/2022/07/b7d888a806_FXp9ZnuUEAAO9Sw.jpeg

Hoera! Het allergrootste brommerfestival van Europa in ons Faro!

Na jaren van uitstel vanwege Covid is het dit weekend weer Motor 4-daagse van Faro, georganiseerd door de motorclub Faro. Verwacht aantal motoren: 25.000. Een evenement vergelijkbaar met de vierdaagse van Nijmegen maar dan beoefend door mannen en vrouwen die geen zin hebben in lopen en vooral houden van veel herrie maken.

Want beste lezers, wat een kabaal is het de komende dagen in mijn woonplaats Olhão! Het evenement speelt zich af in Faro maar grote delen van de motor bezitters komt naar Olhão om te eten, bier te drinken en naar elkaars motor te kijken. En dat kan nou eenmaal beter in Olhão, want daar heb je een boulevard met veel eten en bier. En…. genoeg parkeerruimte om je stalen monster te parkeren zodat iedere niet-motorbezitter zich kan vergapen aan de glimmende machines.

Vinden we het leuk? Ik houd niet van herrie, dus nee, laat maar. Dat lawaai maken begrijp ik niet. Ik schrik me steeds een bult als er weer eentje het gas opentrekt. Kneiterhard rijden door de smalle straatjes vind ik ook niet prettig en al helemaal niet als er een groep aan komt denderen. In Amsterdam gaat de gemeente nu optreden tegen de uitstoot van decibellen omdat bewoners die bijvoorbeeld bij een druk kruispunt wonen iedere dag rechtop in bed zitten als er gas wordt gegeven. Bij mijn weten mag je ook niet eens zoveel geluid maken, alles moet toch steeds schoner en stiller? Niet bij de motor. Daar wordt herrie gedoogd.

Weekend-cowboys en winterbikkels

Wat voor eigenaren zien we zoal voorbij komen? Eigenlijk is het van alles wat, maar vooral is men stoer gekleed. Gedekte kleuren t.w. grijs, olijfgroen, veel tinten zwart. Leer. En dan natuurlijk korte broeken zodat je overal de tattoos uit ziet floepen. Armen, nek, kuiten, alles zit onder de zwarte inkt. Eigenlijk zien de deelnemers van deze 4-daagse er allemaal hetzelfde uit. Er zijn ook veel echtparen onder hen, dus eentje zit achterop. De leeftijd: veel 45 plussers, kalend, grijs of geverfd haar.

Als de motorrijder niet op zijn motor zit en naar het café loopt, dan heeft deze geen crossbodytas om de arm, maar de Helm. Want de helm bewijst: ik ben Biker. Er bestaan heel veel soorten motorrijders. Je hebt koffierijders (zit meer op een terras dan dat ie rijdt), weekend-cowboys (rijdt alleen met droog weer en in het weekend) file surfers (behendige rijders die in een file kunnen rijden), de broodrijder (iemand die voor zijn beroep rijdt) en de winterbikkel (iemand die 365 dagen per jaar rijdt) Het evenement is een van de grootste in Europa en zodoende komen allerlei nationaliteiten elkaar ontmoeten en over motoren praten. Er vinden bierfeestjes plaats, straat optredens, tentoonstellingen (over motoren?) en concerten waar lekker hard heavy metal-muziek wordt gespeeld. En of het nog niet genoeg is zijn er 24 uurs-bars, erotische shows, wet T-shirt- en tattoocompetities. Het festivalterrein is heel toepasselijk naast het vliegveld. Soort zoekt soort herriemakers zeg maar. Iedereen parkeert de motor naast zijn of haar tent en zo ronken er 24 uur per dag overal gezellig motoren.Van slapen komt er niet veel, maar dat is ook niet de bedoeling. Als je geen zin hebt om vanuit Nederland helemaal met je motor naar Faro te rijden dan zijn er hier genoeg motorverhuurbedrijven waar je ruime keuze hebt. Maar dan laat je wel zien dat je eigenlijk een beetje een watje bent. Het festival: Je houdt er van of niet. Ik duik even onder. Een stil weekend allemaal!.

En dan is hier weer onze vakantieman in Spanje, met het laatste nieuws over onder zon! 

Artikel gaat verder na afbeelding.

https://tpo.nl/wp-content/uploads/2022/07/thumbnail-13-750x563.jpeg

De zon gaat altijd onder. Opkomen doet zij zelden in het Nederland van Mark Rutte.

Als vakantiecoach merk ik het natuurlijk aan mijn klandizie. Drie uur eerder op de luchthaven aanwezig, tóch op het laatste moment de strijd aan moeten gaan om aan boord van de aluminium sigaar richting G E L U K te geraken. Voordringen heet dat in het Nederlands. Het woordje ‘goed’ durf ik in deze context niet te gebruiken. Want je mag niet voorbij iemand gaan wiens vlucht drie uur later vertrekt, maar die wèl vijf minuten vóór jou in de rij voor de controle-van-alles-waarmee-je-niets-kunt-uithalen-qua-kaping-maar-we-kunnen-wel-weer-een-beetje-macht-over-je-uitoefenen terwijl jóuw vlucht over vijf minuten airborne had moeten zijn.

Vrolijk komen de meesten niet aan. Heerlijk is dat voor mij. Het maakt het werk zoveel makkelijker. Wijs een poepsjacherijnige Hollander op een palmboom in combinatie met een strak blauwe lucht, het vooruitzicht van een koud biertje en de belofte dat het de komende drie weken niet zal regenen, want dat doet het al maanden niet, en de sukkel voelt zich meteen in het walhalla. Little does he know. De Portugal Post betaalt mij net te weinig om ervan rond te komen, zelfs hier op het Iberisch schiereiland waar alles goedkoper is dan bij jullie.

In comes Raúlito

Alles? Ja, alles. Behalve als je duikt, fietst, kampeert of bergbeklimt. Dan is alles twee keer zo duur. De dozenschuivers moeten ook verdienen nietwaar? Dus ik beun een beetje bij en zo kom ik ook nog eens in contact met mensen. Het leven op het platteland, afgezonderd van de wereld, een parallel universum welhaast, waarbij mijn contacten met échte mensen zich vrijwel uitsluitend via de interwebs voltrekken, op een sporadisch bezoek van onze geliefde Hoofdredacteur na, maar zelfs met hem heb ik voornamelijk slechts digitaal contact, zou, mocht je er op de verkeerde manier mee omgaan, kunnen leiden tot een sociaal isolement waaruit ontsnappen welhaast tot een onmogelijkheid zou kunnen evolueren als er geen ‘hands-on’ echtgenote de lijnen licht op spanning zou houden. Gezegend ben ik, ik durf het gewoon toe te geven tegenwoordig.

Pero bueno, mijn cliëntèle, happy is er vrijwel geen één. Natuurlijk wél als ze mij weer de hand kunnen schudden, voor sommigen een gemis van twee corona-jaren, maar dat is oppervlakkig. Geen enkele Nederlandsche Tourist heeft het vertrouwen volgend jaar wéér op bezoek te kunnen komen, zelfs niet als de financiën geen probleem vormen. Dit, lieve lezeressen en jullie liefhebbende aanhang, ben ik nog niet eerder tegengekomen. Ik durf dat best zo te stellen. Er is een angst voor de toekomst gekropen in vakantie-vierend Nederlandje. In comes Raúlito!

Horendol word ik elk jaar van de mensen die roepen: ‘Ik heb er honderd Euro over als jij de voortent van me (sic) kerrefen opzet’, ‘Die stomme serveersters spreke geenens geen Enguls! Ik ook niet, maar toch!’, ‘Waar ken ik een matras kopen hiero, want me rug trekt die zooi in het hotel niet en de versekering betaalt het toch wel. En als niet, dan toch maar dan anders.’ ‘De verlichting was só kudt dat ik het niet eens op insta durfde te posten. Nou ja seg!’ ‘De wifi in het feestcafé had kennelijk de faceboek geblokt of so, maar me foto’s zijn allemaal mislukt!!!¡1!’Ik ben er wel een beetje klaar mee. Een abo op de Portugal Post kan ik er nog steeds niet mee betalen, dus waarom zou ik ermee doorgaan? Gelukkig benne we creatief en vol energie. Nog geen zestig ten slotte!

Wél vakantie, niet de stress

Vanaf komend jaar gaat Raúl, ja, jullie Raúl, complete vakantiebelevenissen aanbieden. Op Instagram, Facebook en Twitter zullen zinderende foto’s en verhalen van jouw fantástische vakantie in Salou (bijvoorbeeld) je vrienden, volgers, familie en bewonderaars in admiratie van zoveel creatieve, ondernemingslustige en culinair dappere energie, van hun voeten vegen. Die foto’s dus. En de verhalen die erbij horen. Een DAT-WIL-IK-OOK-golf zal je overspoelen vanuit je vriendenkring. Hot en Happening zal je zijn, zoals je altijd hebt gewild. Hoe ga je dat dan doen Raúlito? Wel, het begint ermee, heel belangrijk, dat jíj gewoon thuisblijft. Gordijnen dicht, niet de deur uit, afsluiten. Gewoon totaal afsluiten. Drie weken lang. Je zal moeten preppen, er zit niets anders op. Je social media-accounts én je credit card zijn van mij. Twee, drie weken lang. Jij ligt lekker te leggen op je stretsjer op zolder onder de hoogtezon en ik doe de rest.

Chantal een fantástische biefstuk gegeten bij Poc a Poc in Salou? Nou meid, jíj ook hoor. Ik stuur je de foto’s en de rekening vanavond nog door. Kan je het bonnetje posten als bewijs. Terwijl je dus gewoon heerlijk thuis op de bank het hele seizoen GTST zit terug te kijken want het komt er nooit van!

Dat sjacherijnige stuk vreten van een van Amerongen tegenkomen bij de ‘Broodje van Kootje’? Je roept het maar en Raúlie zorgt voor de foto’s én een smakelijk verhaal. Nu ik weet hoe magertjes onze geliefde Hoofdredacteur erbij zit – let maar eens op zijn enthousiasme over het prijsniveau in zijn reportages uit het ver weg gelegen Albanië – ga ik ervan uit dat voor een habbekrats een fotosessie te regelen is. Ik moet er wel bij zeggen dat hij louter en alleen Eerste Klasse reist in de Hogesnelheidstrein, indien beschikbaar. Maar goed, goedkoper dan drie weken All Inclusive in Alanya wordt het natuurlijk nooit. Dat snapt een kind.

Lijkt het jullie niet heerlijk? Wél vakantie, niet de stress? Net zoals TPO 3.0 zou dit wel eens héél groot kunnen worden! Buenas noches, con sueños cubierto en oro, mis amigas y amigos.que os vaya bien.

Hasta pronto, espero.

En dan nu een bijzonder bijdrage over Joden in de Algarve en Portugal van Paul Damen, hoofdredacteur van De Republikein en oud-hoofdredacteur van het Nieuw Israëlietisch Weekblad en groot Portugal-liefhebber

Op zondag 22 september viert de hele wereld Joods Nieuwjaar, behalve in Portugal. Dat komt: er zijn geen Joden. Althans, niet meer sedert december 1496. Mooi land, zult u zeggen, en zo dacht koning Manuel I van Portugal er ook over. Of eigenlijk, erger nog, zijn echtgenote, de Spaanse koningsdochter Isabella, van wie de vader al vier jaar eerder die vervloekte Judiós (in Portugal Judeus) succesvol buitengegooid had of tot bekering tot de H. Moederkerk gedwongen. Overigens onder de enthousiaste leiding van grootinquisiteur Torquemada, zelf eerder Joods, en de roomse biechtvader van koningin Isabella, Espina, die voorheen het eerzame beroep van rabbijn uitoefende. Niettemin sloeg in Spanje, maar meer nog in Portugal, al spoedig de spijt toe over deze onbezonnen verbanning. Immers, door die ban was in één klap de hele toplaag van de maatschappij vertrokken. Dokters, bankiers, schriftgeleerden, schrijvers, advocaten, en alle intellectuelen die aan het hof de koning terzijde stonden, allemaal hadden ze hun biezen gepakt.

Pedro Nunes, wiskundige, kosmograaf, verbonden aan het Portugese hof, benaderde medio zestiende eeuw als eerste de navigatie wiskundig en vond onder meer de ‘nonius‘ uit, een naar hem genoemde schuifmaat waarmee via hoekmeting de graden op een zeekaart berekend konden worden met een foutmarge van maar enkele kilometers. Zonder Nunes, van Joodse geboorte, al was-ie daar akelig zwijgzaam over, waren de Portugezen nooit in staat geweest de wereldzeeën te verkennen. De eerdere navigatiemethoden waren zo onnauwkeurig dat Columbus, ook al een geheime Jood, geluk had dat hij niet was geland was in Antarctica, maar in Amerika. Ook een mooie ontdekking, daar niet van, zij het enigszins frisjes voor wie Portugal gewend is. En weinig te bekeren daar. Nunes wist steeds de vraag naar zijn achtergrond terzijde te schuiven, en schopte het uiteindelijk tot professor in de wiskunde aan de prestigieuze universiteit van Coimbra. Zijn familie overleefde de Inquisitie, de kerkelijke rechtbank, door hun Jodendom te ontkennen of ‘nieuw christen’ te worden zoals het eufemisme luidde voor gedwongen bekeerlingen. En de rest vertrok.

Marranos

Een eveneens Joodse collega van Nunes was Abraham Zacuto, waarschijnlijk geboren in Salamanca omstreeks 1450. Hoewel er weinig over zijn leven bekend is, zou hij daar aan de universiteit astronomie en astrologie hebben gestudeerd en er later ook leraar in zijn geworden. Na de verbanning van de Joden uit Spanje in 1492 vluchtte Zacuto naar Portugal en werd daar de hofastronoom van koning João II. Ook Zacuto bekwaamde zich in de zeenavigatie, en onderzocht onder andere de mogelijkheden voor de zeereis naar India, om Afrika heen. Op zijn naam staat de verbeterde Astrolabe, waarmee routes en graden op de kaart berekend konden worden. Maar toen die zeeroute naar India eenmaal verkend was, werd ook Zacuto verbannen uit Portugal. Het land, dat de eerste schreden zette op de verovering van een wereldrijk, verloor daarmee zijn belangrijkste nauticus. En diens kennis – de impact van de uitdrijving van de Joden zou heden ten dage vergelijkbaar zijn met het weggooien van alle gadgets, computers, medische apparatuur en mobieltjes met Israëlische techniek erin – zo ongeveer alles dus – hetgeen overigens precies is wat de BDS-beweging nastreeft.

Na de verbanning uit Spanje van ongeveer 120.000 Joden die voor de doop bedankten, zocht ongeveer de helft daarvan hun toevlucht in Portugal. Daar waren ze welkom tegen betaling van enorme bedragen, en konden ze die niet opbrengen, dan verviel de helft van hun in beslag genomen vermogen aan de Kroon. Tenzij ze zich uiteraard lieten dopen: die gedwongen bekeerden, ‘conversos‘, werden doorgaans spottend ‘marranos‘ genoemd, afgeleid van het Arabische woord voor ‘verboden’, onkoosjer, en dus in de praktijk ‘varken’ betekenend. De bekeerlingen immers beleden vaak iets te ostentatief hun voorkeur voor dit volksvoedsel, al spuugden ze het nogal eens uit om de hoek en bleven zo heimelijk Jood. Hoewel dit vuige roddel kan zijn, en ‘marrano‘, in het Galicisch-Portugees ‘gedwongen’, verwijst naar het onvrijwillige karakter van hun bekering. Nee, geen pretje. En geen wonder dat het grootste deel van die Joden snel weer weg was, om hun heil te zoeken in Noordoost-Brazilië. Daar werd later in het door de Nederlanders op de Portugezen veroverde Recife (de hoofdstad van Nieuw Holland) de eerste synagoge van de America’s, de Kahal Tzur (rots van) Israel opgericht, onder het rabbinaat van Isaac Aboab da Fonseca, auteur van de eerste Hebreeuwse religieuze teksten aan de andere kant van de oceaan. Hij wist wat het was op de vlucht te zijn: Via Portugal en Nederland kwam hij in Recife terecht, waar hij zijn synagoge stichtte in, hoe toepasselijk, de Rua dos Judeus op nummer 197 en 203, thans, hoe voorspelbaar, de Rua do Bom Jesus, de Goede Jezusstraat.

Half-hebreeuwse tekens

Onder de Nederlanders hadden de gevluchte Portugezen een grote vrijheid van godsdienst, maar toen Portugal in 1654 die kolonie heroverde, was het daarmee gedaan, en waaierden de ‘Portegiezen’ weer uit, naar andere Nederlandse koloniën in Zuid-, Midden- en Noord-Amerika, zoals met name Suriname en Curaçao. In Nieuw Amsterdam (nu New York) kwam in september 1654 een groep van 23 joden uit Recife aan, die daar de eerste Joodse kille (gemeenschap) van de stad stichtten. En een deel ging door (of terug) naar Amsterdam, waar nu nog de voorouders van de Teixeira’s, Oliveira’s en Coronels die nu de Portugese Gemeente bevolken, via vergelijkbare omzwervingen arriveerden, en onder andere de basis legden voor de later bloeiende diamantindustrie en geldhandel. Portugal daarentegen, in feite nu de Derde Wereld van Europa, kwam de klap van die verbanning, ondanks de koloniale historie sindsdien, nooit meer helemaal te boven. Men moet zich voorstellen wat er gebeurd was als indertijd de hele Amsterdamse beurs was ontmanteld. Precies dát gebeurde aan het Portugese hof, waar onder Afonso I opperrabbijn Yahia Ben Yahi III tevens hoofdbelastinginner was, evenals zijn kleinzoon Jose Ibn-Yahya dat was onder Sancho I, en Isaac Abrabanel eind 15e eeuw schatbewaarder van Afonso V. Allemaal geldbusiness dus. De doorgaans opgevoerde drogreden voor hun vervolging, pogingen van Joden om nette katholieken tot het Oude Geloof te bekeren, leverde een alibi op voor het inpikken van het achtergelaten Joods kapitaal, even welkom als eeuwen later in het Midden-Oosten en de Maghreb, na de stichting van de staat Israël, geld en have van de miljoen naar Israël gevluchte Joden een welkome bijverdienste voor de lokale bevolking opleverden.

Faro was eeuwenlang knooppunt van Joodse cultuur. Als eerste Portugese boek werd er in 1487 de Pentateuch gedrukt door Samuel Gacon. Overal in Portugal herinneren in heel wat oude stadjes straatnamen als Rua Nova, Rua Direita (Rechte Straat) en, naar de Davidsster, Rua da Estrela, Sterrenstraat, aan de ontruimde Joodse wijken. Immers: je kan niet élke Jodenstraat omdopen tot Jezusweg. Het aardige is wél dat die voormalige Joodse huizen onmiddellijk te herkennen zijn aan hun indeling: de grote poort op de begane grond die toegang gaf tot de winkel, en een smallere deur naar het woonhuis op de eerste verdieping. Oude Portugese winkels hebben doorgaans een of meerdere smalle deuren. Heel soms vind je nog in de voormalige Joodse wijk een holte of litteken in de rechter deurpost, waar ooit de mezoeza zat, het kokertje met de bijbeltekst uit Devarim / Deuteronomium die gebiedt een kokertje met die bijbeltekst op je deurpost te spijkeren. En nog zeldzamer zijn de in diezelfde deurpost uitgekraste geheime, half-hebreeuwse tekens waarmee de voormalige Joden elkaar wisten te vinden.

Het stenen fort

Pas in 1821 werd de Katholieke Heilige Inquisitie, de geheime politie van de H. Vader, alsmede Zijn vereniging voor vervolging van andersdenkenden, opgeheven. Sommige Joden keerden toen terug naar Faro, richten opnieuw een Comunidade Israelita op, en uit dat jaar dateert dan ook het minieme Joodse begraafplaatsje daar. Maar, zo verzekert de beheerder op fluistertoon, die vervolging was iets van de Spanjaarden. Hij vergeet even dat Portugals Manuel I en zijn Spaanse echtgenote Isabella die vervolging uitvonden en aanzienlijk verbeterden. En dat het volk de koning nogal enthousiast bijsprong. Bij de pogrom van 1506 in Lissabon werden al duizenden ondergedoken Joden vermoord. Tussen 1540 en eind 18e eeuw werden er 1175 verbrand. Van de geluksvogels, 633 gevluchte Joden, werd bizar genoeg enkel hun beeltenis verbrand, maar daar stond tegenover dat er 29590 werden veroordeeld tot cel of verbanning. Alleen al in Lissabon.

In Faro vergeet de brave begraafplaatsbeheerder wel meer. Zo beseft hij niet dat hij eigenlijk zeer onkoosjer verblijft in wat ooit het metaheerhuisje voor de lijkwassing was. Niettemin begroet hij me opgewekt met ‘sjana tova’ om vervolgens verbaasd te zijn dat dat ‘Gelukkig Nieuwjaar’ betekent en de Joodse jaarwisseling doorgaans in de herfst valt. Maar, zegt hij trots, hij heeft wél bij zijn huisje de enige synagoge van de Algarve. Okee, een remake dan, en gehuisvest in een allesbehalve eeuwenoude prefab Zwitserse blokhut, zo’n schuurtje waar je normaal de harken en de grasmaaier plaatst. Verzwegen wordt ook dat de museuminhoud afkomstig is uit de twee laatste synagogen van Faro, waarvan de uit 1820 daterende snoge aan de Rua Castilho nog in de jaren zestig met de grond gelijk gemaakt werd. Zelfs de grafsteen op het grasveld ervoor, van de in 1315 overleden Josef de Tomar, is een recente remake, die ook nog eens een tikfout bevat: overleden op 23 januari 1315, in de Hebreeuwse telling 16 sjevat 5075, wordt de maand ‘sjevat’ op het arme rabbijnengraf hier vermeld als sabbat. De nepsjoel heeft dan ook geen mezoezah in de deurpost, binnen is de keppel niet verplicht, en de geëxposeerde eerste Pentateuch is een kopie. Wél hangen er heel veel foto’s van Isaac ‘Ike’ Bitton, de enigszins op Omar Sharif lijkende Amerikaan uit Faro die dit museumpje sponsorde en zijn naam gaf, hoewel hij zelf verstandigerwijze op een Joodse begraafplaats in Illinois ligt. Er was hier voor hem ook geen plek geweest: het begraafplaatsje zelf, nog geen 40 meter in het vierkant en 76 graven tellend, ligt uiterst krap ingesloten in de parkeerplaats van het hospitaal om de hoek, het ‘mega-shopping’ winkelcentrum en het voetbalstadion van de lokale kampioensclub ‘Farense Algarve’. Sterker nog, mogelijk liggen de botten van Joden met lang vergeten namen als Buzaglo, Sicsu en Sequerra nog onder de middenstip. Wel toepasselijk is dat om de hoek de N125, de beruchte Algarviaanse regionale dodenweg, hier eindigt op de Estrada da Penha, de Rotsweg. Niet alleen toepasselijk vanwege de vele stenen hier, maar ook een vage herinnering aan de Joden die de Allerhoogste nog wel eens aanduiden als rots – ma’oz tzur, ‘het stenen fort’.

Adenommeleheine

De beheerder is nogal verbaasd, zo niet teleurgesteld dat ik geen rondleiding wil. ‘Obrigado, dankuwel, ik kan de stenen lezen.’ Daar gáát de obligate euro die hij in gedachten had. Op het eerste gezicht wordt hier krachtig gezondigd tegen de Joodse begrafenisriten. Doorgaans liggen dode Joden met hun gezicht naar het oosten, naar Jeruzalem, maar hier, ik heb het geturfd, liggen hoogstens zeven dode Joden met hun gezicht de goede kant op. De rest kijkt vanuit het hiernamaals krachtig naar hospitaal of voetbalstadion, hetgeen qua voetbaltempel voor de voetbalminnende Portugees een hele verbetering is want de échte tempel in Jeruzalem is immers al sinds twee twee millennia geleden afgebroken. Bij de ingang ligt het kindergrafje van Simão Bengio Bendrão. Rond 1894/95 in de gebruikelijke jaartelling krap vijf maanden geworden: geboren op ‘2 acosto 5654′, gestorven op ’22 janeiro 5655’. Die mix van katholieke maanden en Hebreeuwse jaartelling geeft al aan dat het Jodendom er hier niet diep in zat. Daar wijst ook de verportugezing van zijn naam Sjimon naar Simão op. Ik heb een steentje op het grafje van de baby gelegd, symbool van het leven dat doorgaat. Nu ja: een steen, want wegens tekort aan kiezels gebruikt men hier uitgegraven straatklinkers als eerbetoon aan de overledene, hetgeen het buitenmodel rotstuintje op menig graf verklaart.

Ook bij de uitgang stuit ik op neokatholieke mores: ja, het is inderdaad de gewoonte bij het verlaten van een Joodse begraafplaats de handen te wassen, om zo een onderscheid te maken tussen de onreinheid van de dood en van het leven, maar dat zulks begeleid moet door een donatie in een wel erg rooms aandoend offerblok, dat is nieuw. Niettemin valt de beheerder te prijzen, omdat ik nu eindelijk netjes al die een- en tweecentsmuntjes kwijt kan die men hier trouwhartig teruggeeft als wisselgeld. En nee: er wonen geen Joden meer in Faro, de gemeenschap is in de jaren dertig van de vorige eeuw uiteengevallen, vertrokken naar de grote stad, op alyjah naar Israël gegaan of geëmigreerd naar de Verenigde Staten. Op een ándere Portugese rots, Belmonte in het onherbergzame noorden van Portugal, is het Jodendom heel wat origineler bewaard gebleven. Vier families die daar rond 1500 op de vlucht naar Toulouse strandden, bleven eeuwenlang geïsoleerd wonen op de berg. Ze verzwegen naar het belendende dorp hun cultuur en achtergrond, trouwden enkel onderling en werden pas bij toeval in 1917 ontdekt door Samuel Schwartz, een Pools-joodse mijnbouwkundige. Hij kon de stomverbaasde Belmontezen pas overtuigen van hun gezamenlijke Jodendom door in het Hebreeuws het Sjema te reciteren, het basisgebed van de religie: ‘Sjema, Israel, Adonai Elohéinoe, Adonai echád’ – hoor, Israël: de Heer is onze G*d, de Heer is de enige.’ Dat ‘Adonai Elohéinoe’ herkent u wellicht van de uiterst Amsterdamse uitdrukking bij verbazing: adenommeleheine!

Een regeringsgoedmakertje voor eeuwen van vervolging

In Belmonte bleek men al die tijd de Inquisitie listig op het verkeerde been te hebben gezet, door bijvoorbeeld de sabbat op zondag te houden, en ook Pesach en Chanoeka bewust op ‘verkeerde’ dagen te vieren – of eigenlijk samen met het katholieke Pasen en Kerst, zodat de belendende boeren niets vermoedden. De sjoeldiensten in Belmonte werden, omdat die er niet van verdacht kon worden een (mannelijk) voorzanger te zijn, geleid door vrouwen, en voor de zekerheid hielden ze de roomse drieëenheid aan, zij het dat ze niet baden in de naam van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, maar in naam van hun Joodse drie-eenheid: ‘Abrahao, Isaac e Jacob.’ Nu, jaren na de val van de dictatuur van Salazar, zijn de Belmontezen niet tot hun eigen vreugde ineens een toeristentrekker. De ‘Bnei Anousim’, ‘kinderen van de gedwongenen’ zoals ze zich noemen, versleten al diverse buitenlandse rabbijnen wegens de in elke Joodse gemeente toch al onvermijdelijke ruzies, in combinatie met het opgebouwde cultuurverschil tussen hen en het Jodendom elders. Zij, de Belmontezer Joden, die zichzelf beschouwen als de laatste échte Joden van Portugal, zien nu hun geloofsgenoten uit de hele wereld de mega-menora op de deur van de nieuwe esnoga (synagoge) passeren. En maken hen dan wijs dat zonder hun meest bekende vluchteling, Christobal Columbus, als verbannen heimelijke Jood op zoek naar een nieuw vaderland, Amerika niet bestaan had.

De Joden van Portugal hebben hun sporen achtergelaten: naar schatting heeft eenderde van de bevolking op een of andere manier oriëntaalse roots. Het was dan ook Portugal dat tijdens het nazi-regime ruimhartig Joden opving. En, het zal ook es niet, de weinige Joden die er nog wonen, bekleden allemaal belangrijke banen in het bankwezen. Okee, dokter Samuel Ruah was de persoonlijke geneesheer van dictator Salazar, terwijl zijn neef Joshua Ruah dezelfde functie had bij de baas van de illegale communistische partij, Alvaro Cunhal. Maar Ricardo do Espirito Santo Silva Salgado was de baas van de Nationale Bank. Wat wil je ook als zoon van – let op hoe de schitterende namen de vermenging van Joods en katholiek uitdrukken – de econoom João Carlos Roma Machado Cardoso Salgado en zijn vrouw Maria da Conceição Cohen do Espirito Santo Silva. Maar simpeler kan ook. Mocht u toevallig gewoon Teixeira heten, d’Oliveira, Coutinho, Coronel of Pinto, dan valt u in de prijzen! U kunt dan, tatarataa!, gratis een Portugees paspoort scoren, een recent regeringsgoedmakertje voor de eeuwen van vervolging. Je moet wel als sefardische Jood door de lokale rabbijn erkend zijn, een aardig woordje Portugees spreken en een ‘cultuurtest’ afleggen, waarvan ik u alvast kan verklappen dat het antwoord op de vraag naar de meest populaire Portugese vis is: de sardine. Het is dan ook niet zo gek dat enkel uit landen als Marokko, Turkije en Venezuela enkele honderden nazaten zich aanmeldden. Maar het mooie is wel: als u er vanuit Nederland heen vliegt, krijgt u zomaar een uur cadeau! Kom daar hier nog es om!

Koopt allen Damen’s schitterende bloemlezing met gedichten van dictators!

Lees meer Portugal Post:

De wonderbaarlijke wederopstanding van de Algarviaanse wijn
Gerrit Komrij 10 jaar dood, met echtgenoot Charles Hofman en biograaf Arie Pos naar Lissabon
De saaiste dorpen van de Algarve, boomers en Chinees plastic

Doneer aan Arthur van Amerongen!

 

Weg met alle irritante banners, trackers en popups op TPO.nl! KLIK NU METEEN HIER!

 

De Portugal Post – Asociale vakantienederlanders en een special over Joden in de Algarve

https://tpo.nl/2022/07/17/de-portugal-post-asociale-vakantienederlanders-en-een-special-over-joden-in-de-algarve/