Esther Ouwehand: ‘Op een enkele psychopaat na vindt iederéén de intensieve veehouderij niet oké’ (Welingelichte Kringen)

Vandaag werd bekend dat Esther Ouwehand (46) tijdelijk de Tweede Kamer verlaat vanwege oververmoeidheid. Vlak daarvoor ging ze in gesprek met Sheila Sitalsing van de Volkskrant. “Bij mij staat de verwarming nooit hoger dan 18.”

In de krant vertelt ze over het moment waarop ze stopte met vlees eten. “Ik was 16 en in een actualiteitenprogramma lieten ze beelden zien van een veetransport. Het waren koeien. Ze konden nauwelijks nog op hun poten staan en werden de vrachtwagen in geschopt. Wat had je dán gedacht, zei ik tegen mezelf. Ik wilde daar niet meer aan meedoen.”

Morele wezens
Ouwehand wijst erop dat eigenlijk niemand akkoord kan gaan met de bio-industrie. “Als je laat zien hoe het eraan toegaat in de intensieve veehouderij of in veel slachthuizen, dan reageert iederéén – op een enkele psychopaat na – hetzelfde: dit is niet oké. Mensen zijn morele wezens. Er is niemand die het normaal vindt dat varkenshouders biggenstaarten eraf snijden omdat varkens anders in elkaars staarten gaan bijten, of als boeren kalfjes bij hun moeder weghalen. Het enige wat je hoeft te doen, is ernaar handelen.” En daar schort het aan bij veel mensen.

Maar niet bij Ouwehand. Ze vertelt over hoe ze leeft: “Ik eet volledig plantaardig.” Begrip voor klagende ambtenaren, omdat de thermostaat op de ministeries naar 19 graden gaat, heeft ze niet. “Ik dacht: waar hébben ze het over? Bij mij staat-ie nooit hoger dan 18. Boodschappen haal ik zoveel mogelijk bij de biologische, zelfstandige natuurwinkel. Ik wil niet de zakken van de Jumbo spekken.”

Eén keer op vliegvakantie
Reizen doet ze per trein en fiets. “Eén keer in mijn leven ben ik met vliegvakantie geweest naar Sardinië. Ik vond het vreselijk. Nog los van de milieubezwaren is het stom om in een vertrekhal te moeten hangen vol winkels die je rotzooi willen aansmeren die je niet nodig hebt. Het stinkt er naar kerosine. Er is geen reet aan.” Al haar kleding is tweedehands. “Ik koop niets nieuw.”

Hoewel ze nu nog tot een kleine minderheid behoort, is ze ervan overtuigd dat ‘de tijd rijp is’. “Het kaartenhuis begint in te storten. De corona-uitbraak heeft laten zien dat we niet buiten de natuur staan. De stikstofcrisis laat zien dat we problemen veel te lang voor ons uit hebben geschoven, en tegen beter weten in hebben gehoopt dat de techniek ons wel zal redden. De bosbranden, de overstromingen, de droogte, het zijn tekenen dat dit het bepalende decennium is.”

https://www.welingelichtekringen.nl/politiek/3674454/esther-ouwehand-op-een-enkele-psychopaat-na-vindt-iedereen-de-intensieve-veehouderij-niet-oke.html

Poolse truckchauffeur vast voor mensensmokkel (WNL)

De Koninklijke Marechaussee heeft woensdagavond bij Hoek van Holland een 32-jarige vrachtwagenchauffeur uit Polen opgepakt op verdenking van mensensmokkel. In zijn trailer werd een gezin uit Albanië met een 4-jarig kind gevonden, is donderdag bekendgemaakt.

De mensen werden tijdens de uitreiscontrole voor de ferry richting het Verenigd Koninkrijk ontdekt doordat een zogeheten migratiehond, die is getraind op het herkennen van menselijke geuren, aansloeg bij de trailer.

“Bij het openen van de trailer zagen de marechaussees twee mannen en een vrouw tussen een lading pallets zitten. Op de grond lag een meisje op een dekentje.” Een van de mannen is de vader van het gezin, de andere man die werd aangetroffen lijkt geen familie van ze te zijn. Omdat de trailer onder meer afgesloten was met een zegel en er geen zichtbare beschadigingen waren, ontstond het vermoeden dat het viertal niet zelfstandig in de trailer was gekomen. Hierop werd de chauffeur opgepakt.

De vier Albanezen gaan het vreemdelingentraject in, de marechaussee in Rotterdam onderzoekt de zaak.

LEES OOK: Brandweer houdt watervoorraad ‘achter de hand’ in geval van bosbranden

Het bericht Poolse truckchauffeur vast voor mensensmokkel verscheen eerst op WNL.

https://wnl.tv/2022/08/11/poolse-truckchauffeur-vast-voor-mensensmokkel/

Ruim een eeuw vrijwillige brandweer in Castricum (De Castricummer)

Foto boven:
De brandspuit ‘Otto’ die in 1920 door de gemeente werd gekocht en nog te bewonderen is. (Foto: Oud-Castricum)

Castricum – Vanwege corona kon het honderdjarig bestaan van de Vrijwillige Brandweer Castricum twee jaar geleden niet worden gevierd. Dit jaar gebeurt dat alsnog met als hoogtepunt een open dag op zondag 26 juni.

Door Hans Boot

Volgens het 18e Jaarboek (1995) van Oud-Castricum is de brandweer in Castricum tot 1920 gebrekkig georganiseerd. Er is wel een korps, maar dat bevat veel te veel manschappen en kan daardoor niet efficiënt functioneren. Burgemeester Lommen brengt daar verandering in en zorgt voor een nieuwe verordening. Er wordt uitgekeken naar geschikte personen voor het nieuwe korps. Dat resulteert in de oprichting van de Vrijwillige Brandweer op 11 februari 1920. In hetzelfde jaar gaat de gemeente over tot de aankoop van een motorspuit, die de naam ‘Otto’ draagt en nu staat opgesteld in de brandweerkazerne op de hoek van de Burgemeester Boreelstraat en de Brakenburgstraat.

De aansluiting van Castricum op het waterleidingnet in 1925 is ook voor de brandweer van grote betekenis geweest. Na de tweede wereldoorlog heeft de Castricumse brandweer zich bijzonder ontwikkeld en zijn er door de komst van beter materiaal grote successen geboekt. Vele korpsen en vrijwilligers hebben, soms met gevaar voor eigen leven, zich ingezet voor de bestrijding van talloze branden en andere calamiteiten in ons dorp. Redenen genoeg dus om aandacht te schenken aan het verlate jubileum van deze belangrijke organisatie.

https://www.castricummer.nl/wp-content/uploads/2022/06/Ruim-een-eeuw-vrijwillige-brandweer-in-Castricum-2-Foto-Oud-Castricum-1024x726.jpg

Het korps in 1971. (Foto: Oud-Castricum)

Gedrevenheid

Het is op dinsdagavond gezellig druk in de kazerne die sinds 1955 het onderkomen is van de Vrijwillige Brandweer Castricum. Daarvoor geeft de huidige postcommandant Jacques van Beek, die de algehele coördinatie en administratie bewaakt, de volgende toelichting: ,,Het is de vaste avond waarop de korpsleden bij elkaar komen. Doorgaans wordt er dan ook geoefend. Dat houdt bijvoorbeeld het blussen van een duinbrand, hulpverlening als het open knippen van auto’s of het verhelpen van stormschades, wateroverlast en liftopsluitingen in. In feite doen we alles waarbij de burger geholpen moet worden.’’

Het korps bestaat momenteel uit 22 leden, waarvan twee dames. Oud-lid Wilma Gorter was een van de eerste vrouwelijke manschappen. Zij brengt nog graag een bezoekje aan de kazerne en blikt terug: ,,Ik vond het een superinteressante tijd vanwege de broederschap. Bij de brandweer betekent het vrijwilliger zijn iets extra’s, omdat je letterlijk en figuurlijk voor elkaar door het vuur gaat.’’

Over het antwoord op de vraag wat de kracht is van het korps, hoeft de commandant niet lang na te denken: ,,Dat is het enthousiasme en gedrevenheid van de gehele groep. Die is zeer uniek en divers en staat altijd voor een ander klaar.’’

https://www.castricummer.nl/wp-content/uploads/2022/06/Ruim-een-eeuw-vrijwillige-brandweer-in-Castricum-3-Foto-Oud-Castricum-1024x685.jpg

Strandpaviljoen Albatros ging in juni 2007 in vlammen op. (Foto: Oud-Castricum)

Spectaculaire branden

Het is snel duidelijk dat er nogal wat bij komt kijken voordat iemand zich brandweerman of -vrouw mag noemen. ,,In de eerste plaats moet je in de groep passen. Voordat je aangenomen wordt, willen we weten wat voor vlees we in de kuip hebben en laten we de kandidaat een aantal weken meelopen. Dan bepaalt de groep of hij of zij wordt aangenomen. Als het resultaat positief is, volgt een medische en fysieke keuring en start je met een opleiding voor manschap die een of twee jaar duurt. Na het afleggen van twee examens met goed gevolg, mag het nieuwe lid worden ingezet’’, aldus Van Beek. Hij voegt daar nog aan toe dat iedereen, wat de rangen betreft, begint als aspirant. Vervolgens word je manschap en behoort specialisatie als chauffeur of bevelvoerder nog tot de mogelijkheden.

Over de ervaring met spectaculaire branden kunnen met name de neven Pascal en Ronald Sprenkeling meepraten. Zij traden in november 1998 toe tot het korps en zijn nu de langst zittende leden. Pascal: ,,Voorbeelden van grote branden, die wij hebben meegemaakt, zijn die van negentien lokalen van het Bonhoeffer College, strandpaviljoen Albatros, de boerderij van Dam en de duinbrand bij De Kruisberg. Ook het ongeval met twee vrachtwagens op de spoorwegovergang voor het huidige restaurant ‘Bij de buurvrouw’ was heel heftig. Natuurlijk moeten we ook wel eens uitrukken voor een futiliteit, maar we kunnen het risico niet lopen dat er niets aan de hand is.’’

https://www.castricummer.nl/wp-content/uploads/2022/06/Brandweer-Castricum-Foto-Rens-Harzing-Fotografie-1024x439.jpg

Een deel van het huidige korps. (Foto: Rens Harzing Fotografie)

Open dag

Na een coronapauze van ruim twee jaar wordt er op zondag 26 juni uitgebreid stil gestaan bij ruim een eeuw Vrijwillige Brandweer Castricum. Van 10.00 tot 16.00 uur vinden er voor jong en oud diverse demonstraties en leuke activiteiten plaats in de kazerne aan de Burgemeester Boreelstraat 1. Daarna vieren (oud)korpsleden het jubileum tijdens een receptie en feestavond.

Tot slot laat de postcommandant weten dat nieuwe leden altijd van harte welkom zijn in verband met de verwachte vergrijzing in de komende jaren. Belangstellenden kunnen hiervoor contact opnemen met Jacques van Beek via e-mail jvbeek@vrnhn.nl.

https://www.castricummer.nl/wp-content/uploads/2022/06/Ruim-een-eeuw-vrijwillige-brandweer-in-Castricum-5-Foto-Hans-Boot-1024x683.jpg

Postcommandant Jacques van Beek. (Foto: Hans Boot)

Felicitatie

Sinds jaar en dag is de burgemeester het hoofd van de brandweer. Daarom wilde Toon Mans ook graag een duit in het zakje doen: ,,Als burgemeester ben ik trots op de brandweerpost Castricum. Al honderd jaar staan ze bij nacht en ontij klaar om onze inwoners te helpen! In al die jaren hebben de korpsen enorme veranderingen en ontwikkelingen meegemaakt en toch bleven ze steeds paraat. Ik wil ze hierbij van harte feliciteren met het honderdjarig bestaan. Als burgemeester ga ik vaker op bezoek bij honderdjarigen om hen te feliciteren, dus dat doe ik ook op de open dag op 26 juni.’’

https://www.castricummer.nl/wp-content/uploads/2022/06/Ruim-een-eeuw-vrijwillige-brandweer-in-Castricum-6-Foto-Hans-Boot-1024x683.jpg

De neven Pascal en Ronald Sprenkeling. (Foto: Hans Boot)

The post Ruim een eeuw vrijwillige brandweer in Castricum appeared first on De Castricummer.

https://www.castricummer.nl/ruim-een-eeuw-vrijwillige-brandweer-in-castricum/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=ruim-een-eeuw-vrijwillige-brandweer-in-castricum

Brandweer Limburg-Noord ingericht op de risico’s in Limburg-Noord (Nederweert24)

De risico’s in de regio Limburg-Noord veranderen. Onder andere als gevolg van de energietransitie, schaalvergroting in het bedrijfsleven en landbouw en de ouderen die langer zelfstandig blijven wonen. Dat vraagt om een brandweerorganisatie die voorbereid is op deze veranderingen. Met ‘De Behapbare Basis’ richt Brandweer Limburg-Noord zich op deze ontwikkelingen.

Brandweer Limburg-Noord ingericht op de risico’s

De hoeveelheid en complexiteit van taken van de brandweer is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Onze brandweermensen moeten kennis hebben van, en geoefend zijn op, een groot aantal verschillende onderwerpen. Denk aan gebouw- en natuurbrandbrandbestrijding, incidentbestrijding gevaarlijke stoffen, technische hulpverlening en waterongevallen. Gelijktijdig is het aantal incidenten waarbij écht ervaring opgedaan kan worden beperkt. Het is bijna onmogelijk dat iedere lokale brandweerpost elk incident zelfstandig kan bestrijden en hiervoor beschikt over de benodigde kennis en ervaring. Daarom hebben we in Limburg-Noord het afgelopen jaar samen met de brandweerposten een behapbare basistakenpakket ontwikkeld die we op de werkvloer aan het realiseren zijn; “De behapbare basis”.

Basis incidenten
Dit houdt in dat onze brandweerposten basis incidenten, incidenten die in Limburg-Noord het meeste voorkomen zoals een woningbrand of verkeersongeval, vaker oefenen en zo meer routine en ervaring opdoen. Bij een complexer incident blijft de lokale post de eerste eenheid die ter plaatse gaat en de inzet opstart. Een specialistisch team komt bij deze incidenten ter plaatse om te ondersteunen met extra kennis, vaardigheden en middelen. Denk hierbij aan een duikteam, een specialistisch hulpverleningsteam voor complexe ongevallen met vrachtwagens of een specialistisch brandbestrijdingsteam voor branden die moeilijk veilig bereikbaar zijn. De specialistische teams worden hiervoor aanvullend opgeleid en getraind. Ze hebben andere middelen en doen meer praktijkervaring op.

Lokale brandweer
De lokale brandweerpost en het specialistisch team lossen samen het incident op. De tijd waarbinnen de brandweer ter plaatse komt blijft hetzelfde. Door deze manier van werken leveren we brandweerzorg die aansluit bij de maatschappelijke ontwikkelingen, houden we het brandweerwerk in de toekomst behapbaar voor onze mensen en wordt het opleidingsprogramma niet te groot. Zo blijft het aantrekkelijker om bij de brandweer te werken, bijvoorbeeld als brandweervrijwilliger.

Het bericht Brandweer Limburg-Noord ingericht op de risico’s in Limburg-Noord verscheen eerst op Nederweert24.

https://www.nederweert24.nl/2021/12/09/brandweer-limburg-noord-ingericht-op-de-risicos-in-limburg-noord/

Struikelblok in Glasgow is sociale ?ongelijkheid (Nederlands Dagblad)

Ongelijkheid is op de klimaatconferentie in Glasgow de olifant in de kamer. Niet iedereen heeft in gelijke mate schuld aan de klimaatcrisis. Niet iedereen wordt in gelijke mate geraakt. En niet iedereen praat in gelijke mate mee. En dat voorspelt weinig goeds voor de uitkomst.GlasgowMet nog enkele dagen te gaan zijn de stellingen voor de eindstrijd op de klimaattop in Glasgow betrokken. De woensdag gepubliceerde ontwerp-slotverklaring laat zien dat er nog heel wat moet gebeuren. Qua ambitie, als we de opwarming willen beperken tot 1,5 graad. En qua steun voor arme landen, als we de lasten eerlijk willen verdelen. COP26 maakt duidelijk dat de klimaatcrisis niet in de laatste plaats een ongelijkheidscrisis is.De rijkste 1 procent moet zijn uitstoot met 97 procent reduceren.De klimaatcrisis: de rijke landen zijn de veroorzakersDe klimaatcrisis wordt op de top in Glasgow, die vrijdag officieel zijn laatste dag ingaat, zozeer gepresenteerd als een mondiaal gezamenlijk probleem dat je bijna zou vergeten dat zij vooral is veroorzaakt door de rijke, ontwikkelde landen. Zij maakten als eerste het industrialisatieproces door en werden zo de afgelopen twee eeuwen verantwoordelijk voor het leeuwendeel van de historische CO2-emissies.Deze disbalans tussen rijk en arm bestaat nog steeds. De gemiddelde Nederlander veroorzaakt met zijn huis, auto en vliegvakanties acht keer meer uitstoot dan de gemiddelde Afrikaan, de gemiddelde Amerikaan zelfs 14 keer meer. De rijkste 10 procent van de wereldbevolking (met een jaarinkomen van 55.000 dollar of meer) is volgens de Verenigde Naties verantwoordelijk voor meer dan de helft van de uitstoot van de afgelopen 25 jaar.Volgens onderzoek van Oxfam zal de rijkste 1 procent van de wereldbevolking (jaarinkomen 172.000 dollar of meer) in 2030 met zijn exorbitante levensstijl 16 procent van de wereldwijde uitstoot voor zijn rekening nemen, twee keer zoveel als de armste 50 procent. Hun voetafdruk is 30 keer groter dan mag om de opwarming op 1,5 graad te houden. In andere woorden: de rijkste 1 procent moet zijn uitstoot met 97 procent reduceren.De klimaatschade: de arme landen krijgen de problemenHeel anders is het beeld als we kijken naar de gevolgen van de klimaatcrisis. Dan zijn het juist de arme landen die het kwetsbaarst zijn voor klimaatschade (en nu al meer dan rijke landen erdoor getroffen worden). Volgens een rapport van Christian Aid verliezen zij 20 procent van hun bruto binnenlands product (bbp) in 2050 en 64 procent in 2100 bij een opwarming van 2,9 graden (waar we met het huidige beleid op afkoersen), en nog altijd respectievelijk 13 procent in 2050 en 33 procent in 2100 als de opwarming beperkt blijft tot 1,5 graad.Deze ramingen zijn gebaseerd op de verwachte opwarming alleen. Als ook de gevolgen van extreem weer (zoals cyclonen en bosbranden) worden meegenomen wordt de schade navenant groter. De totale klimaatschade voor ontwikkelingslanden zal tegen 2030 volgens onderzoek van de Duitse Heinrich-Böll-Stiftung tussen de 400 en 580 miljard dollar per jaar bedragen. Tegen 2050 zal de schade zijn opgelopen tot 1,8 biljoen dollar per jaar.Het is dan ook niet vreemd dat de ontwikkelingslanden (in Glasgow verenigd in de allianties van Least Developed Nations, het Climate Vulnerable Forum en de Association of Small Island States) op de klimaattop aandringen op ambitie: de rijke landen moeten zich houden aan de 1,5 procent en dus snel en drastisch terug met hun emissies, en daarom voortaan jaarlijks hun klimaatplannen aanscherpen, in plaats van om de vijf jaar zoals nu.Daarnaast willen de arme landen meer en sneller geld voor klimaatactie, met name adaptatie. Concreet gaat het om de 100 miljard dollar per jaar die de rijke landen in 2009 voor de periode 2020-25 toezegden, maar vooralsnog slechts ten dele leverden (en dan nog vooral in leningen, niet in giften), en om een financiële regeling ter compensatie van nu al geleden klimaatschade (loss and damage). Dat laatste punt is uit den boze voor de VS en de EU, die vrezen voor hoge kosten en aansprakelijkheid. Het gaat daarnaast ook om de klimaatfinanciering voor de periode na 2025. Zo eisen Afrikaanse landen tot 2030 de som van 1,3 biljoen dollar per jaar.De klimaatoplossing: een compromis lost weinig op Omineus voor een bevredigende oplossing van al deze kwesties van climate justice is dat de klimaatongelijkheid ook op de top in Glasgow zelf bestaat, getuige het selecte gezelschap dat in de Blue Zone aan tafel zit. COP26 is volgens veel critici de minst inclusieve COP-klimaattop ooit. Delegaties uit ontwikkelingslanden en kleine eilandstaten zijn veel minder aanwezig dan andere jaren, net als vertegenwoordigers van actiegroepen en ngo’s (een derde van het aantal op andere COP’s). Gevolg van covidmaatregelen (lockdowns, reisverboden en strenge Britse vaccinatie-­eisen), en extreem hoge reis- en verblijfskosten, met hotelprijzen van duizenden ponden per nacht.Onderzoek van Global Witness toonde deze week bovendien aan dat andere partijen juist massaler dan ooit zijn uitgerukt, met name het internationale bedrijfsleven, tuk op een deal over CO2-markten. De fossiele industrie is de grootste lobby in Glasgow. Ze is present met meer dan 100 bedrijven en belangenclubs, samen ruim 500 personen, meer dan welk land ook, en groter dan de delegaties van de acht kwetsbaarste landen samen, zoals Bangladesh, Haïti en Mozambique. Omdat ngo’s en activisten dit jaar ondanks hun waarnemersstatus beperkt toegang hebben tot onderhandelingsruimten wordt de stem van de kwetsbaarsten nog minder gehoord.Geen wonder dat het niet opschiet. Terwijl landen en bedrijven vorige week over elkaar heen buitelden om ambitieuze maar papieren CO2-reducties en zero carbon-beloften te proclameren, bleef het op financieel vlak akelig stil. De 100 miljard dollar per jaar, zoveel is duidelijk, wordt pas in 2023 gehaald (en heel misschien 2022), en onzeker is of de achterstallige betalingen sinds 2020 worden ingehaald. Op het vlak van loss and damage zit de zaak muurvast. De arme landen hopen nu maar dat ­minimaal wordt afgesproken dat zo’n regeling er op de volgende COP komt. Maar afgaande op de concept-slotverklaring zit meer dan een vage belofte er niet in. <ambities voor schoon transportAlle nieuwe vrachtwagens en bussen die vanaf 2040 worden verkocht, moeten op schone energie rijden. Die ambitie spreken zeker dertien landen uit op de klimaattop in Glasgow. De verklaring waar het doel in staat is een initiatief van Nederland. Ook diverse bedrijven en steden spreken hun steun uit.‘Omdat vrachtwagens gemiddeld zo’n tien jaar rondrijden, is de overeenkomst een mooie stap om de uitstoot van broeikasgassen door vrachtwagens en bussen wereldwijd naar nul te krijgen in 2050’, vindt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Staatssecretaris Steven van Weyenberg, die deze dagen in Glasgow is, noemt de overeenkomst ‘een mooi begin’. Hij hoopt dat meer landen zich nog zullen aansluiten.De landen die meteen met Nederland meedoen zijn het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Noorwegen, Oostenrijk, Turkije, Nieuw-Zeeland, Luxemburg, Finland, Canada, Chili, Zwitserland en Uruguay. Ook bedrijven als Unilever, IKEA, Volvo, Scania, UPS, Amazon en Siemens hebben zich aangesloten. Verder hebben Schotland en Wales ook nog zelfstandig hun steun uitgesproken, net als New York, Delhi en het stedennetwerk C40, waar onder meer Amsterdam en Rotterdam lid van zijn.De doelstelling is in lijn met afspraken uit het Nederlandse klimaatakkoord. Daarin staat het streven naar volledig schoon wegverkeer in 2050. ‘Het is belangrijk om daar samen met andere landen voor te gaan, zodat de markt zich sneller gaat ontwikkelen’, zegt Van Weyenberg. Zijn ministerie wijst erop dat Nederlandse bedrijven ‘goed zijn in de bouw van uitstootvrije bussen en vrachtwagens’...

https://www.nd.nl/nieuws/buitenland/1069036/struikelblok-in-glasgow-is-sociale-ongelijkheid