Wekdienst 10/12: genocidehoorzitting in Den Haag en is AZ-stadion speelklaar? (NOS journaal)

Goedemorgen! In Den Haag begint de openbare hoorzitting over de vraag of de Rohingya slachtoffer zijn van genocide door het regime in Myanmar. En de gemeente Alkmaar maakt bekend of de eredivisietopper tussen AZ en Ajax van komende zondag in het AFAS-stadion gespeeld kan worden.

In de ochtend is van tijd tot tijd de zon te zien. Vanuit het westen neemt de bewolking toe en gaat het stevig waaien. Aan de kust wordt de wind stormachtig en er is kans op zware windstoten. Warmer dan een graad of 6 wordt het niet. In de loop van de avond gaat het regenen.

Ga je op pad? Hier vind je het overzicht van de werkzaamheden en files en de situatie op het spoor.

Wat kun je vandaag verwachten?

Gambia en Myanmar staan tegenover elkaar bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Volgens het Afrikaanse land heeft Myanmar zich schuldig gemaakt aan genocide op Rohingya. In 2017 verdreef het leger meer dan 700.000 leden van die moslimminderheid uit eigen land. Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi is namens de regering van Myanmar naar Den Haag afgereisd voor de driedaagse hoorzitting. Na jarenlang juridisch getouwtrek begint in het nieuwe jaar de ontpoldering van de Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen. Vanmiddag is er een informatiebijeenkomst voor bewoners en belangstellenden. De gemeente Alkmaar maakt later vanochtend bekend of het stadion van AZ wordt vrijgegeven voor de wedstrijd AZ-Ajax van komende zondag. Omdat in augustus een deel van het dak instortte, moesten de Alkmaarders voor hun thuisduels uitwijken naar Den Haag en eenmalig naar Enschede. Nog meer voetbal: vanavond speelt Ajax in de Johan Cruijff Arena tegen Valencia. De Amsterdammers hebben genoeg aan een gelijkspel om de volgende ronde van de Champions League te bereiken.

Wat heb je gemist?

Rusland en Oekraïne gaan met onmiddellijke ingang maatregelen nemen om de situatie in het oosten van Oekraïne te stabiliseren. Eind dit jaar moet er dan een volledig staakt-het-vuren gelden in het gebied.

Dat is de uitkomst van de top in Parijs, waarbij naast Rusland en Oekraïne ook Frankrijk en Duitsland aan tafel zaten. Verder werden de landen het eens over een grote gevangenenruil die nog voor de jaarwisseling moet plaatsvinden.

Ander nieuws uit de nacht

Chileens transportvliegtuig met 38 mensen aan boord vermist: de Hercules C130 van de Chileense luchtmacht was onderweg naar een basis op Antarctica. Toeristen uit zeven landen op Nieuw-Zeelands eiland tijdens uitbarsting: het gaat om twee Britten, vier Duitsers, 24 Australiërs, vijf Nieuw-Zeelanders, twee Chinezen, één Maleisiër en negen Amerikanen. Angst voor meer bosbranden in Australië door toenemende wind: de circa 5 miljoen inwoners van Sydney hebben al ruim twee weken te kampen met een belabberde luchtkwaliteit vanwege de rook en as van de vele bosbranden.

En dan nog even dit:

#Nashvilleverklaring of #boerkabuddies zeggen je nu misschien niet meteen iets, maar het waren dit jaar hashtags die trending waren op Twitter. Dat blijkt uit een terugblik van het sociale medium. In de zomer ging de #11stedenzwemtocht hard. In ons land werd meegeleefd met de tocht van Maarten van der Weijden. Uiteindelijk kreeg zijn tweet over het elfstedenkruisje, dat hij kreeg van een oud-deelnemer aan de schaatstocht, de meeste likes van het jaar:

Fijne dag!

http://feeds.feedburner.com/~r/nosjournaal/~4/Dp9AdRu3YQM

http://feeds.nos.nl/~r/nosjournaal/~3/Dp9AdRu3YQM/2314079

Branden in Amazone wel degelijk gerelateerd aan ontbossing (New Scientist)

In augustus teisterden natuurbranden het Amazoneregenwoud in Brazilië. Die branden waren niet ‘normaal’, zoals de Braziliaanse overheid destijds beweerde, schrijven onderzoekers. Het aantal branden in de Amazone ligt hoger dan in voorgaande jaren en de grote toename van ontbossing lijkt de oorzaak.

Filmpjes en foto’s van de brandende Amazone gingen afgelopen zomer wereldwijd rond in de media en op sociale media. Internationaal werden zorgen geuit. ‘De longen van de wereld staan in brand’, kopten diverse sites en kranten. De Braziliaanse regering ging hier echter tegenin. Elk jaar branden er delen van de Amazone en deze branden waren niet heftiger dan normaal. Sterker nog, werd geruststellend verteld, het aantal branden was ‘minder dan het historische gemiddelde’.

‘Normale’ branden

Het klopt dat er elk jaar branden zijn in het Amazoneregenwoud, vooral in het droge seizoen dat eind augustus begint. Compleet natuurlijke branden, bijvoorbeeld door blikseminslag, zijn echter zeldzaam in het natte Amazonewoud. Wel gebruiken boeren brand als middel om hun landbouwgrond klaar te maken voor de kweek van nieuwe gewassen. Verder worden er bomen gekapt om ruimte te maken voor gewassen of veeteelt. De gekapte bomen en andere begroeiing worden opgeruimd door ze te verbranden.

Branden zijn dus ‘normaal’, maar afgelopen zomer waren het er volgens een internationale groep wetenschappers wel bovengemiddeld veel. Uit hun onderzoek blijkt dat er drie keer meer branden waren dan in augustus 2018. Het aantal was zelfs het hoogst sinds 2010. Ze zien bovendien sterk bewijs dat er een verband is met de toename van ontbossing.

Ontbossing boosdoener

Voor hun analyse keken de onderzoekers naar data van het Braziliaanse DETER-b-systeem. Dit systeem berekent de hoeveelheid ontbossing in vierkante kilometers aan de hand van beelden van NASA-satellieten. Daaruit bleek dat er in juli 2019 bijna vier keer meer oppervlak ontbost was dan gemiddeld in de drie jaren daarvoor.

Verder was het in andere jaren met veel branden, bijvoorbeeld 2007 en 2010, veel droger dan afgelopen augustus. Daardoor sloegen branden van boeren sneller over op andere gebieden. Bovendien woedden de vuren dit jaar in natte gebieden van de Amazone. Dat lijkt alleen mogelijk als daar branden zijn aangestoken in verband met ontbossing.

‘Daardoor vermoedden we in augustus al dat de grote aantallen branden door ontbossing kwamen’, zegt Pieter Zuidema van Wageningen University & Research, die niet bij het onderzoek betrokken was. ‘Het is goed dat die vermoedens nu met metingen bevestigd zijn.’

Zorgen om de Amazone

Volgens Zuidema geeft de toename van de branden in het Amazonegebied reden tot zorg. ‘Het zorgt voor extra CO2-uitstoot. En als de ontbossing van de Amazone blijft toenemen, halen we de klimaatdoelen niet. Verder betekent verlies van bos ook verlies aan biodiversiteit in het Amazoneregenwoud. Tenslotte houdt bebossing het water beter vast en zorgt ze voor verdamping, waardoor regen ontstaat.’ Minder bos betekent daardoor minder regen, meer droogte en uiteindelijk meer branden.

De toename van ontbossing en branden is ook een stap terug, vertelt Zuidema. ‘In 2005 heeft Brazilië goede maatregelen genomen waardoor de ontbossing in het Amazonegebied snel afnam.’ Met satellietenbeelden wordt sindsdien van bovenaf gekeken waar ontbossing plaatsvindt. Vanaf de grond is lokaal controle ingesteld, met strenge maatregelen als er te veel regenwoud gekapt wordt. Ook kregen gedeeltes van het woud een beschermde status.

‘Sinds kort bespaart de huidige Braziliaanse regering op controles op de grond en de status van beschermde bossen staat ter discussie’, zegt Zuidema. Daardoor lijkt de regering de ontbossing te legitimeren, met meer branden als gevolg. Zowel voor de economie en het milieu zou het verstandig zijn om de maatregelen uit 2005 weer in te voeren, zegt een van de onderzoekers.

Het bericht Branden in Amazone wel degelijk gerelateerd aan ontbossing verscheen eerst op New Scientist.

https://newscientist.nl/nieuws/branden-in-amazone-wel-degelijk-gerelateerd-aan-ontbossing/

Verbinden voor veiligheid (ChristenUnie Veenendaal)

http://veenendaal.christenunie.nl/l/library/download/urn:uuid:9c950b92-6759-4769-89ed-adc93c7ae66f/brandweer.jpg?color=ffffff&scaleType=5&width=168&height=168&ext=.jpg

Dit is het motto van de Veiligheidsregio Utrecht waar de brandweerpost Veenendaal onder valt. Frank de Wit, postcommandant van deze brandweerpost, vertelde onlangs aan Roelof Mulder, Tineke Bette en Sanny Brunekreeft - leden van de ChristenUniefractie - meer over de uitdagingen waar de brandweer voor staat. Maar ook welke ontwikkelingen er zijn en wat er allemaal wordt gerealiseerd met de ruim 50 vrijwilligers die bij deze brandweerpost werken.

De cijfers op een rijtje:

Veenendaal werkt uitsluitend met vrijwilligers, in 2018 zijn er in Veenendaal 484 meldingen geweest, de AED is 48x ingezet, er is een verplichte wekelijkse oefenavond en de brandweer is zeer maatschappelijk betrokken. Daarnaast geeft de brandweer preventief advies bij o.a. bouwprojecten en evenementen.

Frank de Wit vertelde dat de belangrijkste speerpunten voor de komende jaren te maken hebben met het pand en de inzet van vrijwilligers. De grenzen van wat je met vrijwilligers kunt doen, zijn bijna bereikt. De paraatheid in de dagelijkse situatie vraagt dus aandacht en daarnaast ook de staat waarin de brandweerkazerne verkeert. De brandweerkazerne Veenendaal is ruim 60 jaar oud. Dat begint beperkingen met zich mee te brengen. De brandweerwagens van nu zijn bijvoorbeeld veel groter dan 60 jaar geleden en niet alles past dus nog in de kazerne. Daarnaast zijn allerlei voorschriften in de loop der jaren veranderd waardoor niet alles in het pand nog logisch is. Dit vraagt de komende jaren aandacht.

De brandweerpost Veenendaal kent een aantal specialismen waarop ook door andere brandweerposten een beroep gedaan kan worden, denk hierbij aan natuurbrandbestrijding, het gaspakkenteam, grootwatertransport en een hulpverleningsvoertuig voor bijvoorbeeld ondersteuning bij ongevallen.

Op de vraag welke zaken het meest bijblijven, gaf Frank de Wit aan dat dit vooral de zaken zijn waarbij kinderen betrokken zijn of zaken waarbij je direct contact hebt met de slachtoffers, zoals bij een reanimatie. Dat zijn emotioneel gezien de zwaarste zaken. Hier is veel aandacht voor, door na afloop altijd met elkaar te evalueren en gebruik te maken van het team opvang en nazorg.

Na een rondleiding met uitleg door de kazerne, sloten we het werkbezoek af in de oude slangenkelder waar nog te zien is hoe de brandweerslangen werden gedroogd.

Als ChristenUnie waren we onder de indruk van het vele werk dat door de brandweerpost Veenendaal met de vele vrijwilligers verzet wordt en de betrokkenheid bij de Veenendaalse samenleving!

https://veenendaal.christenunie.nl/k/n6171/news/view/1282323/63167/verbinden-voor-veiligheid.html

Minister Schouten ontvangt massale oproep voor Europese wet om bossen wereldwijd te beschermen (Greenpeace)

Greenpeace en Wereld Natuur Fonds bundelen krachten tegen ontbossing 

Minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft vandaag een groen hart ontvangen met ruim 80.000 oproepen voor een Europese bossenwet. De massale oproep komt van bezorgde Nederlanders die de gezamenlijke bossenpetitie van Greenpeace en het Wereld Natuur Fonds tekenden. Deze petitie spoort het kabinet aan om zich in Europa hard te maken voor een bossenwet die duurzaamheidseisen stelt aan producten als vlees, soja, palmolie en cacao die op de Europese markt worden verhandeld. Met een krachtige Europese bossenwet wordt de betrokkenheid van Europa bij ontbossing en mensenrechtenschendingen gestopt.

https://storage.googleapis.com/planet4-netherlands-stateless/2019/11/24822652-md-gp-bossenwet-002klein-1024x758.jpg

DEN HAAG – Minister Carola Schouten van Landbouw en Natuur ontvangt op het ministerie van LNV een massale oproep voor een Europese Bossenwet in de vorm van een groen hart van WWF en Greenpeace Nederland Marieke Harteveld, directeur natuurbescherming WWF (M) en Anna Schoemakers (R).

Overal ter wereld moet bos wijken voor landbouwgrond voor de productie van onder meer soja, palmolie en cacao. Ontbossing gaat vaak gepaard met ernstige mensenrechtenschendingen en grootschalige natuurvernietiging in de vorm van bosbranden. Dit jaar waren deze bosbranden wereldwijd ongekend hevig. In onder andere Latijns-Amerika en Indonesië zijn vele miljoenen hectares natuur in vlammen opgegaan om plaats te maken voor sojateelt voor veevoer of palmolieplantages.

Uit satellietgegevens gepubliceerd door het Braziliaanse ruimte onderzoekstinsituut (INPE) bleek onlangs nog dat het ontbossingspercentage van de Amazone met 30 procent is gestegen tot bijna 10.000 km². En nog steeds staan bossen en savannes in brand. Dit heeft desastreuze gevolgen voor natuur, tal van bedreigde diersoorten en het klimaat.

Anna Schoemakers – directeur Greenpeace Nederland
“De soja die wij importeren om onze koeien, kippen en varkens te voeren moeten inheemse volken, de beste beschermers van het bos, bekopen met hun leven. Onder de regering Bolsonaro gaat de ontbossing in Brazilië ongekend hard door. Het is hoog tijd dat Europa zelf in actie komt tegen wereldwijde ontbossing en mensenrechtenschendingen die daarmee gepaard gaan.”  

Europa importeur ontbossing
De Europese Unie is wereldwijd een van de topimporteurs van soja en palmolie uit landbouwgebieden waarvoor vaak bos is platgebrand. Samen zijn de EU-lidstaten verantwoordelijk voor 36 procent* van de wereldwijde import van producten die verband houden met ontbossing. Nederland heeft, als grootste importeur en doorvoerhaven van soja, een belangrijke verantwoordelijkheid om ontbossing te stoppen. Van alle soja wordt 90 procent gebruikt voor veevoer. De overige 10 procent gaat grotendeels naar technische toepassingen in de vorm van oliën en biodiesel en voor een klein deel naar soja voor menselijke consumptie. 

Bossenwet
Een krachtige Europese bossenwet verplicht bedrijven om niet meer betrokken te zijn bij ontbossing. Bedrijven mogen hun product alleen verkopen wanneer zij kunnen aantonen dat in de gehele productieketen, van grondstof tot aan eindproduct, aan alle gestelde criteria wordt voldaan.

Marieke Harteveld – directeur natuurbescherming Wereld Natuur Fonds
“Bossen en savannes herbergen ontelbaar veel plant- en diersoorten, bieden voedsel en medicijnen en reguleren ons klimaat. Maar deze natuur verdwijnt ook verontrustend snel. Iconen als de orang-oetan, ara, jaguar en bosolifant staan ernstig onder druk. Alleen van de Amazone is de afgelopen vijftig jaar al een vijfde verloren gegaan. Een Europese bossenwet helpt waardevolle natuurgebieden en alles wat er leeft te behouden.”

Bossenwet
Een krachtige Europese bossenwet verplicht bedrijven om niet meer betrokken te zijn bij ontbossing.  Bedrijven mogen hun product alleen verkopen wanneer zij kunnen aantonen dat in de gehele productieketen, van grondstof tot aan eindproduct, aan alle gestelde criteria wordt voldaan.

Momenteel onderhandelen EU-lidstaten over een nieuwe pakket aan maatregelen tegen ontbossing wereldwijd. Het is nog geen uitgemaakte zaak dat een bossenwet hiervan onderdeel gaat zijn. Naar verwachting worden de onderhandeling volgende maand afgerond. Tot die tijd is het van belang dat zoveel mogelijk betrokken Europese ministers zich uitspreken voor een bossenwet. 

Noot aan de reactie.

*EU Commission Technical Report – 2013 – 063 – The impact of EU consumption on deforestation: Comprehensive analysis of the impact of EU consumption on deforestation. 

Beeld
Bijgaande foto is te gebruiken onder vermelding van: Marten van Dijl / Greenpeace WWF

Contact 

Persvoorlichting Greenpeace: persvoorlichting@greenpeace.nl, 06-21 296 895.

https://www.greenpeace.org/nl/natuur/28338/minister-schouten-ontvangt-massale-oproep-voor-europese-wet-om-bossen-wereldwijd-te-beschermen/

Nee, een duurzame wereld begint niet bij jezelf. Een pleidooi tegen consumentenactivisme (Vrij Nederland)

‘Als we onze planeet willen redden, zullen we minder vlees moeten eten,’ betoogt Jonathan Safran Foer in zijn nieuwste boek Het klimaat zijn wij. De wereld redden begint bij het ontbijt. De Amerikaanse bestsellerauteur tourt momenteel door Europa met zijn voornaamste boodschap: als we niet op een ecologische ramp willen afstevenen, moeten we allemaal drastisch minderen met onze niet-duurzame, schadelijke eetgewoonten.

Gelet op het aandeel in ontbossing en CO2-uitstoot, richt hij zijn pijlen vooral op de consumptie van dierlijke producten en propageert hij een veganistisch dieet – in elk geval voor twee maaltijden per dag. ‘Je zou, op het moment dat je de menukaart voor je hebt, hetzelfde gevoel moeten hebben als wanneer je naar de brandende Amazone kijkt,’ zegt hij erover in een interview met NRC Handelsblad. Die toast met bacon en ei heeft opeens de nasmaak van verschroeid regenwoud, en dat is precies de bedoeling.

Wat Safran Foer roept, is niet nieuw; hij is de zoveelste beroemde volgeling van het rap groeiende genootschap der consumentenactivisten, of portemonneestrijders. De kern van hun boodschap: met de manier waarop jij als individu je geld uitgeeft, bepaal je of je de gezondheid van ons ecosysteem wil schaden of verbeteren. Elke aanschaf wordt daarmee een morele dan wel immorele keuze. Uit dit consumentenactivisme is een krachtige nieuwe schaamtecultus ontstaan, die allerlei mogelijke uitlopers kent.

Vliegschaamte, autoschaamte, vleesschaamte, stookschaamte of fast fashion-schaamte: je kunt het zo gek niet verzinnen of er wordt ergens, door iemand, met misprijzen vastgesteld dat jouw koopgedrag de wereld naar de knoppen helpt. De onbewuste consument laat ecologische voetafdrukken achter als een olifant, en het is zaak van hem of haar zo snel mogelijke een verlichte, tevens vederlichte, consumindermuis te maken.

Deze filosofie is de laatste jaren gemeengoed geworden en kent veel aanhangers. Politici, CEO’s, jonge influencers en grote beroemdheden laten zich voorstaan op hun ethische lifestyle in een steeds wanhopiger strijd tegen klimaatverandering. Een strijd, overigens, die ik volledig onderschrijf. Sterker nog: ik schaar mij aan de zijde van de zogenaamde ‘alarmisten’, zoals deze groep wetenschappers soms smalend wordt genoemd, alsof ze hun hysterie niet goed weten te beteugelen. Het zijn de experts die waarschuwen dat we zonder ingrijpende economische en politieke veranderingen een cruciaal kantelpunt naderen waarop ecosystemen zullen instorten en niet meer tot regeneratie in staat zijn.

Juist daarom is mijn geduld met types als Jonathan ‘duurzaamheid is een keuze’ Safran Foer op. Consumentenactivisme is een zijweg die niet alleen (te) weinig bijdraagt, maar een snelle, zinvolle aanpak van klimaatverandering zelfs in de weg staat.

Simplistische oorlogsretoriek

De meest gehoorde reactie op mijn standpunt: waarom zou je een tégenstander van consumentenactivisme zijn? Baat het niet, het schaadt ook niet. Bovendien kan het toch allebei: én propageren dat mensen hun koopgedrag moeten aanpassen, én vinden dat overheden en industrie actie moeten ondernemen? Dat klinkt inderdaad redelijk. Ik heb dan ook geen bezwaar tegen portemonneestrijders achter de voordeur – integendeel. Iedereen die de tijd en het geld heeft zich in zijn dagelijkse leven over dit soort keuzes te buigen, moet dat vooral doen. Rolmodellen zijn belangrijk en kunnen anderen inspireren tot duurzamer keuzes.

Het wordt anders wanneer die individuele levensstijl wordt verheven tot een activistische publieke strategie, die bovendien wordt gepresenteerd als een serieuze (deel)oplossing van het klimaatvraagstuk.

Ten eerste is dat niet zo, waarover later meer, en ten tweede maak je zo van ieder individu dat, bewust of onbewust, de ‘verkeerde’ keuzes maakt, de vijand. Een immoreel wezen, verantwoordelijk voor het feit dat de wereld vergaat.

Dat is precies wat consumentenactivisten doen. Als een peloton groene George Bush-soldaten bezigen ze simplistische oorlogsretoriek, die ‘de ander’ automatisch in het foute kamp plaatst: You’re with us or you’re against us. Een constante stroom doempraat komt zo dagelijks voorbij in interviews, artikelen of op de sociale media van populaire jongens en meisjes die lachend reclame maken voor ‘duurzame’ producten van de meest vervuilende multinationals.

Nu ben ik niet van het teerhartige slag dat klaagt over ‘de verkeerde toon’, zoals actievoerders vaak wordt verweten. Het gaat erom dat de oorlogstaal tegen de verkeerden is gericht.

Een greep uit de gebezigde kreten: ‘Hoor jij bij de groep die de mensheid van de ondergang wil behoeden, of heb je bloed aan je handen?’ ‘Iedereen die nu nog vlees eet / vliegt / goedkope kleding koopt (vul in naar keuze, de lijst is eindeloos), is schuldig aan de bosbranden in Brazilië / de uitstoot van de fossiele industrie / de watervervuiling door pesticidengebruik in de katoenteelt.’ ‘In welk leger wil jij zitten? Het leger dat vecht voor het goede, of voor het kwade?’ ‘Ben jij voor of tegen een leefbare wereld voor je kinderen?’ ‘Mensen die nu nog winkelen bij Primark, moeten zich kapot schamen.’ ‘Wie aan de zijlijn blijft staan, is even schuldig als de vervuilers.’

Utopie

Nu ben ik niet van het teerhartige slag dat klaagt over ‘de verkeerde toon’, zoals actievoerders vaak wordt verweten. De geschiedenis wijst uit dat je júíst nietsontziende trammelantschoppers nodig hebt om verandering te bewerkstelligen. Het gaat erom dat de oorlogstaal tegen de verkeerden is gericht. Dat is ook meteen het verschil tussen consumentenactivisten en de ouderwetse grassroots-bewegingen, waarmee ze zichzelf nog wel eens willen vergelijken.

Die streden voor collectieve actie vanuit burgers ten behoeve van politieke of economische verandering. Kenmerkend voor de grassroots-bewegingen was dat ze inclusief waren en hun pijlen richtten op de machtsblokken boven hen. Consumentenactivisme laat die machtsblokken juist vrijuit gaan en zet mensen ertoe aan de pijlen onderling op elkaar te richten, ten koste van de meest kwetsbare burgers. En dat ook nog op grond van een gemankeerd uitgangspunt.

Het is wel de intentie van consumentenactivisten om het bedrijfsleven te raken – maar dan met een omweg. Het idee is om zoveel mogelijk mensen ervan te overtuigen hun geld anders te besteden, vanuit de kerngedachte dat de vraag het aanbod bepaalt. ‘Er bestaat geen krachtiger middel dan het onttrekken van geld aan deze destructieve industrieën,’ verwoordt Safran Foer dit veel gedeelde standpunt; ‘Corporations sell what people buy.’

Precies in dat vertrekpunt zit een cruciale denkfout. In de klaslokaaltheorie van een competitieve markt klinkt deze slogan best aardig, maar in de praktijk is het een utopie om te denken dat een individuele consument het aanbod bepaalt. De gehele bestaande infrastructuur van vooral westerse samenlevingen leunt op de meest vervuilende industrieën, die vervlochten zijn met elk aspect van ons dagelijks bestaan.

Het gijzelen van de publieke zaak

Neem de fossiele industrie. Als we de grens van twee graden opwarming niet willen overschrijden, moet de CO2-uitstoot op korte termijn drastisch worden verlaagd, onder meer door een strikt koolstofdieet. Dat houdt in dat, bijvoorbeeld, oliebedrijven nog maar een fractie van hun voorraden zouden mogen aanboren – en daarmee een fractie van hun geplande winst. Maar het afzweren van onze fossiele afhankelijkheid heeft veel bredere implicaties, vanwege de verwevenheid van die sector met de rest van de samenleving.

Alleen al Europese financiële instellingen hebben een bedrag van een biljoen (duizend miljard) euro uitstaan bij de fossiele industrie; investeringen die rechtstreeks zijn verbonden aan ons spaargeld, pensioen en overheidsbudget.

Die ontvlechting is al complex, maar wordt nog eens extra bemoeilijkt door tegenkrachten voor en achter de schermen. De betreffende bedrijven doen er alles aan om hun winsthorizon niet te laten beperken, met een lobby waarin miljoenen omgaan. Sinds de verkiezing van de Amerikaanse president Donald Trump in 2017 geeft de fossiele industrie recordbedragen aan groeperingen die zijn dereguleringsprogramma steunen, en zijn diverse mensen uit de fossiele industrie op cruciale bestuurlijke posities in de VS beland – met resultaat. Zoals de directeur van een milieudenktank in Washington het verwoordde: ‘De fossiele industrie heeft welhaast alles op haar wensenlijst voor elkaar gekregen onder Trumps bewind.’

De mantra ‘betrek de industrie bij verandering’ is zo normaal geworden, dat weinigen inzien dat die aanpak in sommige situaties neerkomt op het gijzelen van de publieke zaak.

Maar laten we niet weer alleen maar naar de VS wijzen. Recent dataonderzoek geïnstigeerd door The Guardian wijst uit dat de vijftig grootste oliebedrijven de komende tien jaar zeven miljoen olievaten per dag éxtra willen oppompen, waarbij onze nationale trots Shell koploper is. Shell is voornemens haar productie met ruim 35 procent te verhogen om de reserves maar uit de grond te krijgen in het belang van winstmaximalisatie voor de aandeelhouders.

In plaats van een redelijke afbouw, in lijn met de noodoproep van wetenschappers, worden juist extra investeringen gedaan die klimaatdoelen ondermijnen, zoals de bouw van nieuwe boorlocaties. Shell-baas Ben van Beurden zegt daarover: ‘Filosofisch gezien geloof ik […] dat het niet aan energiebedrijven is om energieverbruik te beperken.’ Daarmee raakt hij een cruciale wetmatigheid: een bedrijf heeft een wezenlijk ander doel dan de overheid.

Dat uitgangspunt lijkt, na jaren van overheveling van publieke taken naar de private sector, te zijn verwaterd, en consumentenactivisme is daar een symptoom van. De mantra ‘betrek de industrie bij verandering’ is zo normaal geworden, dat weinigen inzien dat die aanpak in sommige situaties neerkomt op het gijzelen van de publieke zaak.

De kracht van marketing

Er zijn meer redenen waarom het ‘vraag-bepaalt-aanbod’-vertrekpunt een illusie is. Neem de kracht van marketing en advertenties. Het is geen toeval dat hele bevolkingsgroepen op Nike-schoenen lopen, blonde vrouwen in Mini Coopers rijden en start-upjongens op een urban bike door de stad crossen met een Fjällräven-rugzak om. Alles in de wereld van het consumentisme draait om image, brand distribution en brand loyalty. De invloedrijke marketing en distributie van grote (vaak zeer vervuilende en/of ongezonde) spelers bepaalt wat het aanbod is, van dorpen in de verste uithoeken van de aarde tot de high street-winkelketens.

Het hele systeem is gebaseerd op het vergroten van consumentisme, het zoeken naar nieuwe manieren om mensen dingen te laten kopen waarvan ze niet eens wisten dat ze ze nodig hadden.

Coca-Cola is daar een goed voorbeeld van. Het merk, goed voor 1,9 miljard verkochte units per dag en de productie van 200.000 plastic flessen per minuut, is, vaak letterlijk, onderdeel van het meubilair overal waar kinderen komen. Het merk is onlosmakelijk verbonden met ons (westerse) bestaan. Het verlies van marktaandeel aan gezondere alternatieven is door het frisdrankbedrijf snel gesignaleerd en slim gecompenseerd: Coca-Cola en andere voedingsreuzen zijn nu eigenaar van ’s werelds best verkochte, in plastic voorverpakte watermerken.

Het hele systeem is gebaseerd op het vergroten van consumentisme, het zoeken naar nieuwe manieren om mensen dingen te laten kopen waarvan ze niet eens wisten dat ze ze nodig hadden, en doelbewust niet-duurzame producten op de markt brengen.

Ik heb het jarenlang zelf ondervonden toen ik nog als jurist in het bedrijfsleven werkte: bedrijven zijn erbij gebaat dat dingen een korte levensloop hebben zodat je snel nieuwe aanschaft, of een publiek goed als water te privatiseren en er een even winstgevend als vervuilend product van te maken – een product dat een generatie geleden niet eens bestond.

Lees ook Van klimaatdrammen naar Shell vergroenen? Ongeloofwaardig 29 maart 2019
Inkapselen

Een ander onderdeel van marketing is het verweven van grote vervuilers met ‘legitieme’ partijen, iets dat greenwashing wordt genoemd. Het doel is mensen, het liefst critici, met bereik of autoriteit in te kapselen, waarmee je ze op zijn minst onschadelijk maakt en op zijn best voor je laat werken. Neem de ‘duurzame’ Instagram-starlets die doempreekjes houden over smeltende poolkappen onder een glamfoto waarop ze in een biokatoenen jurkje reclame maken voor een nieuw, ‘gezond’ drankje van een multinational.

Maar ook de allergrootsten zwichten. Toen Michelle Obama in 2010 als First Lady haar strijdplan tegen obesitas introduceerde, trok er even een huivering door de voedingsindustrie. Door slechte voeding was kinderobesitas in de Verenigde Staten in dertig jaar tijd ruim verdrievoudigd naar 17 procent, met angstaanjagende stijgingen van chronische ziekten en Diabetes-2 – onder de met name de armste bevolkingsgroepen.

Uit haar eerste speeches bleek duidelijk wie Obama daarvoor medeverantwoordelijk hield: de voedingsindustrie, met hun excessieve toevoegingen van zoetstoffen en vetten, hun misleidende advertenties gericht op kinderen, hun ijzeren greep op de voedselvoorziening in scholen, ziekenhuizen en sportclubs, en het propageren van het frame dat overgewicht te wijten is aan een gebrek aan individuele wilskracht. Haar stoere praat duurde niet lang.

De industrie was er als de kippen bij om ‘partnerships’ met Obama aan te gaan – Coca-Cola, Walmart, Walt Disney, Nestlé en anderen. Het is voor Big Food, zoals deze multinationals ook wel worden genoemd, van levensbelang dat ze zelfregulerend blijft, en alles werd uit de kast getrokken om daadwerkelijke beleidsverandering en regelgeving te voorkomen. Het lobbybudget werd verdubbeld, een toevoeging van ‘light’-opties aan bepaalde productlijnen werd toegezegd (oftewel: een uitbreiding van het assortiment, met bijbehorende inkomsten), en toen was het welletjes.

Als Michelle Obama haar pijlen op Big Food bleef richten, zouden de bedrijven alle medewerking intrekken. Michelle boog het hoofd, en tot het einde van het Obama-presidentschap zag je haar in het openbaar sporten met te zware kinderen, onder de slogan ‘onze jeugd moet meer bewegen’. Het kinderobesitaspercentage in de Verenigde Staten is momenteel 18,5 procent.

Als je goed kijkt, zie je die verraderlijke verwevenheid overal, en het zaait effectief verwarring. Een door Shell betaald interview met een wetenschapper in NRC Handelsblad over het belang van individuele keuzes in de strijd tegen klimaatverandering. Een door ABN AMRO betaald interview door de hoofdredacteur van zakenblad Quote met mensen van Coca-Cola en McDonald’s over duurzaamheid. Hoe serieus te nemen is een controlerende macht die dagelijks bericht over de urgentie van klimaatverandering, maar pal daarnaast de grootste veroorzakers ervan met onweersproken interviews een platform biedt?

Overheidsinvloed

Een ander aspect dat het vraag-aanbod-evenwicht verstoort, is overheidsbeïnvloeding in de vorm van subsidiestromen, belastingvoordelen of accijnsvrijstellingen. Subsidie stimuleert aanbod door producenten en heeft een rechtstreeks effect op de verkoopprijs en daarmee op het koopgedrag van consumenten. Zo lang, bijvoorbeeld, fossiele brandstoffen tweemaal zoveel voordelen ontvangen als hun duurzame alternatieven, is de keuze voor een grote groep mensen snel gemaakt.

Een heel scala aan kennis en keuzes blijft onzichtbaar, zonder dat de gebruiker het doorheeft.

Er worden miljoenen aan EU-geld in de promotie van de vleesindustrie gepompt, en de consument weet niet eens wat de ‘echte’ prijs van vlees is – die kan tot wel 40 procent hoger zijn zonder subsidies en met doorberekening van de maatschappelijke kosten. Deze concurrentievervalsing is de meeste mensen onbekend, en het lijkt me oneerlijk en nogal wereldvreemd de groep die voor deze producten blijft kiezen dan als immoreel of fout te bestempelen.

Redelijk nieuw is de invloed van algoritmen op consumentengedrag. Op basis van de verzamelde en verbonden data van miljarden mensen kunnen bedrijven met op maat gemaakte algoritmen koopgedrag beïnvloeden tot op individueel niveau. Omdat de grote techbedrijven weigeren de samenstelling van hun algoritmen te ontsluiten, is het voor de consument volkomen ondoorgrondelijk waarom hem of haar bepaalde zaken worden aangeboden of onthouden. Zoekresultaten, getoonde nieuwsberichten of gepresenteerde producten op alle mogelijke online kanalen worden op maat gemaakt om de kans op succes (een transactie) te optimaliseren.

Blijf vrij van geest. Lees onze nieuwsbrief.
Ontvang de beste verhalen van Vrij Nederland in je mail, twee keer per week.

Een heel scala aan kennis en keuzes blijft zo onzichtbaar, zonder dat de gebruiker het doorheeft. Zo zal iemand die in het verleden al keuzes gericht op duurzaamheid maakte een totaal ander online menu krijgen voorgeschoteld dan iemand die die keuzes wegens gebrek aan kennis, interesse of koopkracht jarenlang niet maakte. Deze laatste gebruiker heeft een volstrekt ander beeld van hoe de wereld eruitziet en wat er te koop is.

Met al deze ongelijke, soms onzichtbare en manipulatieve krachten is het onhoudbaar om individuen aan te spreken vanuit het simplistische vertrekpunt ‘duurzaamheid is een keuze’, of ‘met je portemonnee bepaal jij wat de industrie doet’.

Elitaire manier van de wereld verbeteren

Een klimaatcrisis afwenden vergt van hogerhand afgedwongen, radicale systeemwijziging. Wat consumentenactivisten zelf niet doorhebben, is dat ze met hun gedachtengoed pleitbezorgers zijn van het systeem dat ze denken te bestrijden. Dat systeem gedijt bij een wereldbeeld waarin mensen niet meer worden gezien als burgers, maar als consumenten, op een planeet genaamd Vrije Markt. Portemonneestrijders gaan mee in de mythe van de Maakbare Mens, die anno 2019, leven en welzijn met zijn eigen handelen vormgeeft.

Die individualistische ‘alles is je eigen schuld of verdienste’-filosofie was ooit voorbehouden aan de conservatieve hoek, van Reagans American Dream tot Thatchers ‘There’s no such thing as society’, maar is inmiddels over de hele linie geaccepteerd, met de linkse intelligentsia niet zelden als fanatiekste fakkeldragers. Zoals de poepchique moderecensente van The New York Times, Vanessa Friedman, die recent in een interview over de milieuvervuilende fast fashion verzuchtte: ‘De grote vraag is: hoe krijgen we consumenten zo ver dat ze gaan nadenken over wat ze kopen? Dat ze zich realiseren dat één T-shirt van 20 dollar langer meegaat dan tien shirts van 2 dollar per stuk.’

Het is een nogal exclusieve, elitaire manier van de wereld verbeteren, want niet iedereen heeft de mogelijkheid met zijn portemonnee te praten. Safran Foer, Friedman en hun bevoorrechte club geloofsgenoten zijn daarin een minderheid op deze wereld.

Lees ook De Grenfell-toren: symbool voor de zwarte ziel van de samenleving 27 juni 2017

Een inktzwart voorbeeld van wat er gebeurt als je mensen louter als consument ziet, was de brand in de Grenfelltoren op 14 juni 2017. In een chique wijk in Londen hadden de meeste bewoners hun bestaan met een goedgevulde portemonnee succesvol en veilig vormgegeven. De rood-witte Victoriaanse huizen waren uitgerust met fatsoenlijke brandmelders, vuurwerende isolatie en functionerende nooduitgangen. Daarbovenuit rees een betonnen torenblok voor de armen.

Precies de groep die, als burger én als consument, tussen wal en schip viel: de staat voelde zich, na de decennialange uitholling van haar publieke taken, niet langer verantwoordelijk voor hun welzijn, en de vrije markt kon niets aan ze verdienen. Een rits private onderaannemers, gefocust op tijdsbesparing en kostenverlaging in verband met winstmaximalisatie, renoveerde het gebouw, met falende rookmelders, vuurversnellende panelen en niet geteste brandblussers als resultaat. Die bewuste nacht verbrandden zeker tachtig mensen levend.

Consumentenactivisme gaat eraan voorbij dat er ontzettend veel mensen zijn voor wie er geen keuze bestaat tussen een shirt van twee of twintig dollar, tussen eenmaal of driemaal daags vlees. Sterker nog: de groep die zo verontwaardigd doet over andermans koopgedrag houdt er zelf een lifestyle op na die meestal vervuilender is dan die van een minder welvarend persoon met al zijn ‘foute’ keuzes.

Een bijstandsmoeder op driehoog-achter die bij Primark winkelt, op een oude brommer rijdt en eens per week plofkip serveert, heeft een kleinere footprint dan de gemiddelde schrijver van een duurzaamheidsboek, met alle diners, sprekersevenementen, social gatherings en sponsordeals met ‘duurzame’ productlijnen. Dat deze laatste de eerste de les leest, is een gotspe.

Als je dat principe naar wereldschaal opblaast, wordt het nog gekker. De geglobaliseerde vrije markt heeft westerse landen rijkdom gebracht en miljoenen mensen in ontwikkelingslanden uit de armoede getild. Mensen voor wie dingen als vlees eten, autorijden, kleding kopen en andere uitingen van westers consumentisme voor het eerst bereikbaar zijn geworden. En dan, na er decennialang zelf van te hebben geprofiteerd, houden een paar snobs een stopbord omhoog. Met serieuze boeken, artikelen en debatavonden over hoe opkomende landen meer aan overbevolking zouden moeten doen en hoe ‘iedereen zijn steentje moet bijdragen’ om de wereld te redden.

Feit is dat de bovenste, rijkste helft van de landen op aarde verantwoordelijk is voor 86 procent van de totale CO2-uitstoot. De rijkste mensen zijn 175 maal vervuilender dan de armste 10 procent, en de komst van enkele miljarden mensen meer in laag-inkomenlanden zou voor maar een paar procent meer uitstoot zorgen. Feit is ook dat het juist de meest kwetsbaren zijn die het eerst en het ergst worden geraakt door de gevolgen van klimaatverandering – droogte, orkanen, overstromingen of ontbossing.

‘O nee, die mensen bedoel ik niet,’ krabbelen consumentenactivisten vaak terug als je ze dit voorlegt. Maar zo werkt een theorie niet. Als je iets met veel bombarie poneert als oplossing en publiekelijk oproept tot actie, kun je daarna niet stellen dat je je eigenlijk alleen tot je eigen vriendenkring richtte. ‘Die mensen’, met een andere portemonnee of uit een ander land, lezen ook boeken, kranten en Instagramposts. ‘Die mensen’ vallen ook ten prooi aan de schaamtecultus die consumentenactivisten over ze uitspreken. En ‘die mensen’ hebben, consument of niet, als burgers ook recht op bescherming tegen de uitwassen van een systeem dat door consumentenactivisme alleen maar langer buiten schot blijft.

Lees ook Spot maar met activisten – tot het water aan je lippen staat 8 maart 2019
Consumentenactivisme als bliksemafleider

Overstappen op een plantaardig dieet, zoals Safran Foer wil? Beter gemaakte, duurdere kleding kopen, zoals Friedman wenst? Ik zal het een kleine groep bofkonten in mijn omgeving zeker aanraden; zij die het geld hebben om tegen de meerderheid van alle aangeboden producten nee te zeggen, en de tijd zich over alle productieketens en hun bijbehorende voetafdruk in te lezen.

Maar als reactie op de klimaatcrisis is consumentenactivisme slechts een bliksemafleider die burgerrechten uitholt, geld kost dat ook elders besteed had kunnen worden en zich conformeert aan het systeem dat ons op dit punt gebracht heeft. Het beschamen van mensen op grond van hun koopgedrag getuigt bovendien van een misplaatste morele superioriteit, die onrecht en ongelijkheid eerder vergroot dan verkleint. Terwijl burgers onderling de pijlen op elkaar richten, versterken de meest schadelijke industrieën jaarlijks hun macht en leunen overheden in hun klimaatakkoorden steeds meer op de trend van individuele verantwoordelijkheid.

Juist de mensen die nu hun doempreken uitspreken over andermans koopgedrag kunnen we, met hun bereik en invloed, goed gebruiken. Maar dan wel voor een minder veilige manier van actievoeren dan ze gewend zijn. Een manier die meestal geen ‘partnerships’ oplevert, sprekersuitnodigingen of interviews. Mensen die zich rechtstreeks uitspreken over industrie en overheid worden namelijk daadwerkelijk als een dreiging gezien en houden daar in veel gevallen eerder vijanden dan een verdienmodel aan over. Kijk naar longarts Wanda de Kanter, met haar strijd tegen de tabaksindustrie en laakbaar overheidsbeleid, Evgeny Morozov, die de almacht van techbedrijven en de laffe respons van de politiek aanvalt of Olivier van Beemen die de corrupte praktijken van Heineken onthulde.

Systeemkritiek klinkt misschien vaag en ongrijpbaar, terwijl ‘ethisch’ eten en shoppen een prettig gevoel geeft; het onmiddellijke idee dat je iets bijdraagt. Maar er zijn voldoende concrete gevechten aan te gaan. Denk aan het ombuigen van subsidie- en investeringsstromen; de ontsluiting van algoritmen en de mogelijke inzet ervan ten behoeve van duurzaamheid; het ontbloten en reguleren van lobbyactiviteiten; een discussie over advertentie-inkomsten door dezelfde media die de noodklok luiden over de klimaatcrisis; of het verlenen van legitimiteit aan vervuilende of manipulatieve industrieën door middel van greenwashing.

Laten we de schaamtecultus ten aanzien van individuen die niet de ‘juiste’ keuzes maken beëindigen, en ruchtbaarheid geven aan het feit dat de meeste mensen wel degelijk duurzamer zouden willen leven, maar dat niet voor elkaar krijgen vanwege omgevingsfactoren die bewust door bedrijfsleven en politiek in stand worden gehouden.

Want alle goede bedoelingen ten spijt: elk boek, elk artikel en elke dag méér besteed aan consumentenactivisme leidt niet alleen af van het werkelijke probleem, maar ook van de oplossing.

Het bericht Nee, een duurzame wereld begint niet bij jezelf. Een pleidooi tegen consumentenactivisme verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/pleidooi-tegen-consumentenactivisme/