De politiek moet de klimaatcrisis als CRISIS gaan behandelen. Vandaag nog. (Greenpeace)

Vroeger voelde ik me vaak schuldig. Als ik op vakantie ging met het vliegtuig, of als ik vlees at. Deed ik wel genoeg om het noodlijdende klimaat te redden? Ook de aanhoudende stroom nieuwsberichten over bosbranden, hitterecords en de stijgende zeespiegel hielpen niet mee – wat kon ik daar in m’n eentje nou aan doen?

Door mijn werk bij Greenpeace, en alles wat ik inmiddels weet over de klimaatcrisis, is mijn schuldgevoel veranderd in boosheid. En in frustratie. Waarom doe ik van alles, en de overheid niets?

Natuurlijk is het goed om te kijken hoe je je eigen leven leidt. En echt, de fiets pakken en vegetariër worden helpt. Maar in je eentje, met je bamboe tandenborstel en linnen tasje, sta je machteloos.

Wat pas écht verschil maakt is als de fossiele industrie niet langer gereanimeerd wordt, de intensieve veehouderij wordt afgeschaft, en de heffing op CO2 er daadwerkelijk komt – vandaag nog. Maar met frustratie verander je niets. Met je stem laten horen wel.

https://www.greenpeace.org/static/planet4-netherlands-stateless/3cbbfd54-petitiefbshare-1024x538.png

In Den Haag zitten de mensen die de middelen en de macht hebben, alleen doet het huidige kabinet te weinig om de klimaatcrisis aan te pakken. Veel politici zien het klimaat als een probleem dat je beetje bij beetje aanpakt, als een agendapunt dat weinig prioriteit heeft.

De CO2-uitstoot van de grote industrie is hier een goed voorbeeld van. Na luid protest is er met veel pijn en moeite een CO2-heffing voor bedrijven zoals Tata Steel en KLM tot stand gekomen. Maar die belasting is inmiddels net zo hard weer uitgesteld. Onacceptabel vind ik, en oneerlijk bovendien: de bakker en de groenteman bij mij op de hoek betalen relatief gezien veel meer voor hun energie en uitstoot dan de grote vervuilers.

We kunnen de klimaatcrisis alleen oplossen als we korte metten maken met dit soort ongelijkwaardigheid. Om dat te bereiken zou de fossiele industrie niet langer mee mogen beslissen over klimaatbeleid. En ook de luchtvaart mag niet langer een uitzonderingspositie hebben. Schiphol moet – net als jij en ik – belasting gaan betalen over brandstof en CO2-uitstoot terugdringen. Ik wil dat de vervuiler betaalt in plaats van bepaalt.

Samen moeten wij, jij en ik, besluitvormers en beleidsmakers ervan doordringen dat de klimaatcrisis als CRISIS behandeld moet worden – dat er geen tijd meer is om te wachten, uit te stellen of stil te staan.

Als we ons laten horen met duizenden en duizenden tegelijk, zullen ze naar ons luisteren. Dat hebben eerdere acties van Greenpeace al bewezen. Na groot protest besloot Shell niet meer naar olie te boren in het Noordpoolgebied; vanaf dit jaar zit er statiegeld op kleine plastic flesjes; een oceanenverdrag en een bossenwet zijn in zicht. Dit laat zien dat het werkt om samen lef te tonen en op te komen voor je idealen.

Over een paar maanden kiezen we een nieuwe Tweede Kamer. En daarmee bepalen we onze toekomst. Een momentum van formaat waar ik als campaigner bij Greenpeace graag gebruik van maak. Dat doen wij, zowel voor als achter de schermen, door met politici te praten. En met feiten overtuigen we ze er allemaal – van links tot rechts, van christendemocraat tot conservatief-liberaal – dat klimaat prioriteit moet krijgen.

Jouw stem, jouw geluid, jouw lawaai, is onmisbaar. Laat je horen richting de verkiezingen. Laat politici weten dat onze toekomst niet langer in de wacht mag worden gezet. Luidt het klimaatalarm, teken onze petitie en doe mee met onze Toekomstmuziek sms-actie. Maak toekomst.

Is je tijd schaars en wil je maar 1 ding doen, teken dan de petitie:

https://www.greenpeace.org/static/planet4-netherlands-stateless/2021/02/f9db0aed-handtekening-1.gif

https://www.greenpeace.org/nl/klimaatverandering/44737/de-politiek-moet-de-klimaatcrisis-als-crisis-gaan-behandelen-vandaag-nog/

EU-coronahulpfonds is niet illegaal, zoals Europarlementslid Eppink (JA21) claimt (NieuwsCheckers)

Op 16 december doet Derk Jan Eppink in het Europees Parlement meerdere beweringen over het herstelfonds dat door de EU is opgesteld om noodlijdende landen in de coronacrisis een financiële injectie van honderden miljarden euro’s te geven. Volgens de Europarlementariër van JA21 is dat herstelfonds illegaal, omdat het in strijd zou zijn met meerdere artikelen van het Verdrag van Rome (EEG). Volgens de artikelen die Eppink zelf als bron noemt, zijn zijn beweringen onwaar, en heeft het fonds wel degelijk juridische poten om op te staan.

De beweringen
1. Het hulpfonds is gebaseerd op artikel 122 van het Verdrag van Rome, en dat is bedoeld voor natuurrampen.

2. De Europese Commissie mag volgens artikel 311 van het Verdrag geen geld lenen op de kapitaalmarkt, maar doet dat voor het hulpfonds toch.

3. Het herstelfonds heeft geen voorwaarden

Oordeel: onwaar

Bron van de beweringen

Eppink sprak op 16 december in het Europees Parlement en twitterde daar een dag later over.

Mijn bijdrage in EP: Stijgende kostenpost NL. Herstelfonds: € 750 mrd. NL garant voor: € 43 mrd. Totale NL garanties en leningen (Corona + Euro) opgelopen tot € 245 mrd: € 32.000 per gezin! Rutte en Hoekstra zwijgen bewust. U heeft recht te weten wat er boven uw hoofd hangt. pic.twitter.com/awTvZDMnp8

— Derk Jan Eppink (@djeppink) December 17, 2020

Bewering 1: Het hulpfonds is gebaseerd op artikel 122, en dat is bedoeld voor natuurrampen.

In zijn bijdrage in het Europees Parlement zegt Derk Jan Eppink dat het corona-hulpfonds is gebaseerd op artikel 122 van het Verdrag van Rome. Dat artikel is volgens Eppink puur bedoeld voor rampen als bosbranden of overstromingen, en ‘niet voor de mega overdracht van gelden zonder voorwaarden.’ Artikel 122 heeft inderdaad betrekking op natuurrampen, maar daarmee is nog niet alles gezegd.

In artikel 122 staat:

“In geval van moeilijkheden of ernstige dreiging van grote moeilijkheden in een lidstaat, die worden veroorzaakt door natuurrampen of buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen, kan de Raad op voorstel van de Commissie, onder bepaalde voorwaarden financiële bijstand van de Unie aan de betrokken lidstaat verlenen.”

Omdat de Europese Commissie heeft besloten dat de coronapandemie een dergelijke buitengewone gebeurtenis is die lidstaten niet alleen kunnen bevechten, is het fonds niet in strijd met artikel 122.

Eppink, om een reactie gevraagd:

“U gaat wel heel kort door de bocht bij de aanvaarding dat u het terecht vindt dat een bepaling die normaal gezien voor bosbranden of overstromingen gebruikt wordt in de begroting, nu gebruikt wordt om een bedrag van 750 miljard op de kapitaalmarkt op te halen. Een bedrag dat ongeveer 70% bedraagt van de meerjarenbegroting (2021-2027). Dat staat in geen enkele verhouding tot de omvang van de bedoeling van artikel 122.”

“Artikel 122 is juist bedoeld voor deze uiterst ongewone omstandigheden”, legt hoogleraar Europees recht Gareth Davies (Vrije Universiteit) uit. “Zo kunnen samenhangende maatregelen worden genomen om lidstaten te ondersteunen, mits de omstandigheden dat toelaten. Natuurrampen zijn daar een voorbeeld van, maar ook een epidemie valt binnen de categorie van onverwachte, economisch desastreuze en niet zelf veroorzaakte rampen waarvoor artikel 122 in leven is geroepen.”

Bewering 2:  De Europese Commissie mag volgens artikel 311 geen geld lenen op de kapitaalmarkt, maar doet dat voor het hulpfonds toch.

Volgens hoogleraar EU-wetgevingsvraagstukken Ton van den Brink  van de Universiteit Utrecht trekt Eppink de verkeerde conclusie uit artikel 311. In dat artikel staat namelijk niet expliciet vermeld dat de Europese Unie geen geld mag lenen op de kapitaalmarkt, maar dat de begroting altijd volledig uit eigen middelen moet bestaan.

Van den Brink legt uit dat de Raad van Ministers sinds het Verdrag van Lissabon in 2009 in staat is om nieuwe categorieën eigen middelen beschikbaar te stellen. Daaronder kunnen ook leningen vallen. De bewering van Eppink over artikel 311 is daarom onjuist.

Eppink reageert dat artikel 311 wel degelijk is geschonden in de naam van het hulpfonds.

“Ik heb beide juridische documenten ook gelezen, alsook juridisch advies ingewonnen. Daaruit kwam de conclusie dat het EU-verdrag wel degelijk geschonden wordt. Want volgens het artikel mag de Europese Commissie lenen, maar niet op deze schaal. De lidstaten staan namelijk garant voor de leningen die de Europese Commissie afsluit op de kapitaalmarkt. Overigens kunnen de lidstaten zelf ook tegen gunstige voorwaarden terecht op de kapitaalmarkt, en is er dus geen enkele reden om een fonds van deze opvang in het leven te roepen. Tot slot kunnen de lidstaten ook nog beroep doen op het ESM.”

Ook hier is professor Davies het oneens met Eppink:

“‘Eigen middelen’ betekent  in artikel 311 dat de Unie geen geld kan uitgeven op de basis dat een andere partij, in dit geval de lidstaten, dat zullen bekostigen. De Unie moet zelfvoorzienend zijn in haar budget. Dat betekent echter niet dat de Unie niet mag lenen als ze (i) toestemming hebben van de Europese Raad (dat hebben ze), (ii) ze het geld zelf lenen en (iii) de capaciteit hebben om die schuld zelf terug te betalen.”

Bewering 3: Het herstelfonds heeft geen voorwaarden

Volgens Eppink zitten aan het herstelfonds geen voorwaarden voor de lidstaten die van het fonds gebruik willen maken. Dit is incorrect. Lidstaten kunnen alleen aanspraak maken op geld uit het herstelfonds als ze een plan van besteding inleveren bij de Europese Commissie. De Commissie beoordeelt de plannen en legt de bevindingen voor aan de overige lidstaten. Die lidstaten stemmen of het geld wordt toegekend.

Eppink beargumenteert tevens dat de gestelde ‘boterzachte voorwaarden’ onderworpen zijn aan het oordeel van de Commissie, ‘waaruit volgt dat praktisch gesproken maximaal drie maanden tijdwinst wordt geboekt kan worden en het hele verhaal uiteindelijk doorgaat.’

Volgens Davies is dat niet het geval, maar zijn lidstaten waarschijnlijk sneller geneigd om te klagen over de hoeveelheid regels en voorwaarden waaraan ze moeten voldoen om het geld te krijgen:  

“Artikel 12 tot en met 18 zijn duidelijk in het feit dat lidstaten die een lening willen aanvragen, eerst aan een aanzienlijk aantal voorwaarden en regels moeten voldoen. Ze moeten met gedetailleerde plannen komen waarin staat hoe ze het geld willen uitgeven, en wat op lange termijn de voordelen zijn voor de efficiëntie, welvaart etc. De Commissie kan om wijzigingen in de plannen vragen. In de praktijk zal dit een vrij intensief proces zijn waarbij de Commissie de leningen gebruikt om economische hervormingen te forceren binnen de lidstaten. Het is het tegenovergestelde van boterzachte voorwaarden. Sterker nog, het is niet onwaarschijnlijk dat de lidstaten zullen klagen over de eisen van de Commissie.”

Conclusie

Het corona-hulpfonds van de EU bestaat om noodlijdende lidstaten financiëel te ondersteunen. Het fonds is samengesteld uit leningen die door de Raad van Ministers zijn goedgekeurd. De EU stelt daarnaast hoge eisen aan lidstaten die gebruik willen maken van het beschikbare geld. Het fonds is niet in strijd met artikel 122 of artikel 311 van het Verdrag van Rome, en is dus anders dan europarlementariër Eppink beweerde, niet illegaal.

https://nieuwscheckers.nl/nieuwscheckers/eu-coronahulpfonds-is-niet-illegaal-zoals-europarlementslid-eppink-ja21-claimt/

Moet de directeur van Shell straks de gevangenis in voor ‘ecocide’? (OneWorld)

https://www.oneworld.nl/app/uploads/2020/10/136226_Bodo-Nigeria--875x492.jpg

Burgers gaan steeds vaker bij de rechter de strijd aan met overheden en bedrijven die het milieu beschadigen. En de Stop Ecocide Foundation wil dat ‘milieumisdaden’ internationaal erkend worden. ‘Wie bij vervuilende bedrijven aan de knoppen draait, kan dan persoonlijk worden vervolgd.’

In Nigeria lekt al zestig jaar lang, elke dag olie op het land en in de rivieren: de grootste olieramp ter wereld. Shell en andere oliebedrijven die deze vervuiling hebben veroorzaakt, hebben tot op de dag van vandaag niets opgeruimd. Daarom moest Shell vandaag voor de rechter verschijnen. De oliegigant is – in hoger beroep – veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan verschillende Nigeriaanse boeren. Zou zo’n grootschalige milieubeschadiging strafbaar zijn, dan zaten de bazen van Shell allang achter slot en grendel.

Medewerkers van bedrijven die ecocide plegen kunnen nu niet strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld

Dat is precies waar de Stop Ecocide Foundation voor pleit: misdaden tegen het milieu strafbaar stellen onder de term ‘ecocide’. Volgens Katy Olivia van Tergouw, directeur bij de stichting, is de wereldwijde wetgeving er op dit moment niet op gericht de natuur en de ecosystemen effectief te beschermen. “Het is mijn doel om van ecocide een internationale misdaad te maken en de aarde, en al haar bewoners, te beschermen”, zegt Van Tergouw.

De vijfde misdaad

Een grote natuurramp veroorzaakt door de mens, zoals de olieramp in Nigeria, wordt op dit moment niet gezien als een internationaal misdrijf – in tegenstelling tot genocide, oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid en het misdrijf agressie, allen wél internationale misdrijven. Medewerkers van bedrijven die ecocide plegen kunnen dus niet strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld. Als het aan de Stop Ecocide Foundation ligt verandert dat, en wordt ecocide als vijfde internationale misdaad aan dat rijtje toegevoegd. “De mensen die binnen die vervuilende bedrijven op knopjes drukken en verantwoordelijk zijn, kunnen dan persoonlijk worden vervolgd”, legt Van Tergouw uit.

De totstandkoming van het internationaal strafrecht (1998)

Waarom valt ecocide niet al onder het strafrecht? Toen begin jaren 90 de verdragspartijen van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof binnen het kader van de Verenigde Naties onderhandelden, werd ecocide wel degelijk overwogen. Uiteindelijk werd het uit het concept geschrapt. De misdaden die nu in het internationale verdrag staan, gelden voor 123 landen. Om ecocide als misdrijf toe te voegen, moet een van deze landen eerst een amendement indienen bij het Internationaal Strafhof. De Stop Ecocide Foundation bekijkt momenteel hoe de wet het beste kan worden vormgegeven.

De sneeuwbal blijft rollen

De Stop Ecocide Foundation staat niet alleen in hun missie; van verschillende kanten komt bijval. Vorig jaar riep Paus Franciscus uit dat het vernietigen van de aarde een zonde is en een misdaad zou moeten zijn. Ook hij vindt dat ecocide moet worden opgenomen in het Statuut van Rome. Andere invloedrijke personen als Paul McCartney sloten zich als Aardebeschermer aan bij Stop Ecocide, om de campagne te steunen. Topmodel Cara Delevingne moedigt mensen in een video aan om zich aan te melden bij de campagne.

En al die aandacht werpt z’n vruchten af, vertelt Van Tergouw. “Het proces gaat nu heel hard. Er rolt een gigantische sneeuwbal van de berg die we bijna niet meer hoeven te duwen.” Ze is optimistisch over de weg naar nieuwe wetgeving en verwacht dat de ecocide-wetgeving er over drie tot vijf jaar zal zijn.

De overheid doet gewoon te weinig en komt haar verplichtingen niet na

Ondertussen zijn ook andere organisaties bezig om ecologische misdaden via de juridische weg te bestrijden. Belangrijk, vindt ‘klimaatjurist’ Dennis van Berkel; we moeten niet achteroverleunen totdat de ecocidewetgeving er is. Zelf werkt hij aan de klimaatzaak van Urgenda, met als doel om Nederland duurzamer te maken. In juni 2015 won Urgenda, samen met 900 mede-eisers, de zaak tegen de Nederlandse staat. Nederland moet daarom dit jaar 25 procent minder broeikasgassen hebben uitgestoten dan in 1990. Zo’n zaak was nodig, zegt Van Berkel. “De overheid doet gewoon te weinig en komt haar verplichtingen niet na.”

Het succes van de klimaatzaak heeft volgens Van Berkel drie oorzaken. Allereerst legden de advocaten precies uit hoe groot de gevaren van klimaatverandering zijn wanneer er geen verdere maatregelen genomen zouden worden. Daarnaast stelden ze dat het een schending van de mensenrechten is, wanneer de overheid de verplichtingen niet nakomt om de inwoners te beschermen. “Dat argument had nog nooit eerder iemand in de rechtbank gemaakt.” Tot slot benadrukte Urgenda dat de overheid zelf had erkend dat de uitstoot met minimaal 25 procent moest worden verminderd om de opwarming van de aarde tegen te gaan. “Inmiddels weten we dat de gevaarlijke grens veel meer richting de 1,5 graden Celsius ligt. We moeten dus eigenlijk nog sneller naar beneden dan we toen wisten.”

Jongeren

Ook burgers staan niet stil. Zes Portugese jongeren tussen de 8 en 21 jaar oud stapten begin september naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens met een aanklacht tegen 33 landen, waaronder Nederland. Een bijzondere stap, omdat veel klimaatzaken bij de rechter in eigen land beginnen en niet meteen bij het Europees Hof.

De jongeren vinden dat de 33 Europese landen hun toekomst in gevaar brengen en zich te weinig aan het Parijs-akkoord houden. Daarin staat dat landen de opwarming van de temperatuur op aarde moeten beperken tot 2 graden Celsius en daarvoor hun CO2-uitstoot moeten terugdringen.

De jongere generatie ervaart de grootste impact van klimaatverandering

De jongeren begonnen zich te verdiepen in het klimaat na dodelijke bosbranden die Portugal in 2017 teisterden, veroorzaakt door hoge temperaturen. Ze vinden dat landen hun recht op leven schenden door te weinig te doen tegen de klimaatcrisis. Logisch dat jongeren nu naar de rechter stappen, vindt Van Berkel.

“Vooral de jongere generatie ervaart de grootste impact van klimaatverandering.” De politiek wordt bovendien gedreven door kortetermijnbelangen en de belangen en rechten van jongeren worden te weinig behartigd, voegt hij toe. “Maar die rechten hébben ze wel, dat maakt dit een ontzettend krachtige beweging.”

Kolencentrales sluiten

Wat kunnen dergelijke klimaatzaken concreet opleveren? In het geval van het Urgenda-vonnis is het duidelijk: nog dit jaar heeft de staat extra maatregelen doorgevoerd om aan de uitspraak te voldoen. De overheid maakt daarvoor gebruik van het maatregelenpakket dat Urgenda voorlegde; 30 van de 54 maatregelen worden overgenomen en geïmplementeerd.

Als de Portugese jongeren hun zaak winnen, moeten de 33 aangeklaagde landen verplicht actie ondernemen tegen klimaatverandering

Zo worden onder meer kolencentrales gesloten en gaat er meer geld naar hernieuwbare energie. “Hiermee zou het doel gehaald moeten kunnen worden”, zegt Van Berkel. Toch zijn we er nog niet, vindt hij. “Steken we het geld om de economie na de coronacrisis te verbeteren in KLM of in de duurzame economie? De overheid heeft de macht en de middelen om de verandering door te voeren die noodzakelijk is.”

In de Portugese klimaatzaak doen de jongeren een beroep op de mensenrechten en de plicht van het Europees Hof om die na te streven. Dat is nog nooit eerder voorgekomen: een klimaatzaak op grond van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Als de jongeren deze zaak winnen, zullen alle 33 landen verplicht worden om actie te ondernemen tegen klimaatverandering.

Troep opruimen

Met de olieramp in Nigeria als hoofdreden is Shell in december voor de rechter verschenen. Volgens aanklager Milieudefensie is Shell de grootste vervuiler van Nederland; ze eist daarom dat Shell de olie opruimt en een schadevergoeding betaalt aan de vele getroffen boeren. Het lek heeft namelijk verwoestende effecten gehad op de voedselvoorziening, maar ook de huisvesting en het drinkwater van veel Nigerianen. Naast de schade aan het milieu wordt hier dus ook het mensenrecht geschonden.

De uitspraak in dit proces volgde op 29 januari. Milieudefensie heeft de zaak gewonnen, wat betekent dat Shell een schadevergoeding zal moeten betalen die de boeren compenseert voor de schade. De hoogte van deze schadevergoeding wordt later bekendgemaakt. Het hof eist ook dat Shell in een van de gebieden een olielekdetectiesysteem aanlegt, waardoor toekomstige lekkages eerder worden ontdekt. ‘Shell moet zelf zijn troep in Nigeria opruimen’, aldus Milieudefensie.

Het nieuwe normaal

Volgens Van Tergouw is het hoog tijd voor de overstap van het huidige systeem naar een groen systeem. “Mensen zijn bang dat de economie zal instorten door grote veranderingen op het gebied van klimaatmaatregelen. Maar het tegendeel is waar”, zegt ze. Het zou juist een enorme positieve impact hebben als alle subsidies die nu nog naar de fossiele industrie gaan (ruim 8 miljard euro per jaar), naar groene energie zouden stromen. Het zal overheden en ceo’s dwingen om beter te handelen. “Als er niet meer op grote schaal ontbost mag worden, dan moeten we wel op zoek gaan naar andere manieren om geld te verdienen.”

Weinig plastic gebruiken, minder lang douchen: daar gaan we het niet mee redden

We zullen moeten wennen aan dat ‘nieuwe normaal’, zegt Van Tergouw. En een nieuw systeem dwingt overheden om hun verantwoordelijkheid te nemen. “De focus ligt nu nog erg op de consument: weinig plastic gebruiken, minder lang douchen. Daar gaan we het niet mee redden, want de echte grote vervuiler is de industrie.”

Van Berkel is het daarmee eens; de coronacrisis laat zien dat er ontzettend veel maatregelen genomen kunnen worden als de urgentie maar groot genoeg is, ziet hij. “De overheid heeft de middelen. Het probleem is veel te groot om zomaar bij de burgers neer te leggen. Ze kunnen dit zelf nooit helemaal oplossen. Vanaf nu moeten we elk jaar zeggen: hoe kunnen we nog een stapje verder?”

De oorspronkelijke versie van dit artikel verscheen in oktober 2020.

‘De natuur vernietigen moet strafbaar worden’

Vandaag in de rechtbank: het klimaat vs de Staat

Nienke Taalman

Het bericht Moet de directeur van Shell straks de gevangenis in voor ‘ecocide’? verscheen eerst op OneWorld.

https://www.oneworld.nl/lezen/klimaat/klimaatonrecht/moet-de-directeur-van-shell-straks-de-gevangenis-in-voor-ecocide/

Brengt toespraak John Kerry op klimaattop de VS terug op het wereldtoneel? (NOS journaal)

Zal Amerika opnieuw, samen met de Europese Unie en China, de leiding nemen om klimaatverandering tegen te gaan? Mogelijk komt daar vandaag al meer duidelijkheid over, als de nieuwe Amerikaanse klimaatgezant John Kerry op een klimaattop spreekt die door Nederland is georganiseerd. Doel is het uitwisselen van ervaringen over hoe landen zich het kunnen weren tegen de gevolgen van klimaatverandering. Deze zogenoemde Climate Adaptation Summit is vanwege corona online.

Dat betekent dat sommige wereldleiders meedoen met een al eerder opgenomen statement, terwijl anderen wel live meepraten. Aan de top doen veel prominenten mee. Zoals de Duitse bondskanselier Angela Merkel, de Britse premier Boris Johnson, de Franse president Emmanuel Macron, Eurocommissaris Frans Timmermans, de Indiase premier Narendra Modi en de Chinese vicepremier Han Zheng.

Initiatiefnemer van de conferentie is demissionair minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat. Klimaatverandering brengt nieuwe uitdagingen met zich mee, zegt ze, zoals bosbranden, droogte en overstromingen. Het is volgens haar belangrijk om duidelijk te maken dat daar ook iets aan gedaan kan worden.

Dat kan bijvoorbeeld door de ontwikkeling van droogtebestendige gewassen, het planten van mangroves om te beschermen tegen zeespiegelstijging of het introduceren van vroegtijdige waarschuwingssystemen voor extreem weer. "Wat we willen laten zien is dat het echt beter is om op voorhand daarin te investeren. Want als je achteraf, nadat er een ramp is gebeurd moet gaan herbouwen, dan is dat wel zes tot zeven keer duurder."

Alle tijdzones

In een ruimte die is omgebouwd tot studio in Den Haag treden Van Nieuwenhuizen en premier Rutte op als gastheer. Eveneens in de studio zit Feike Sijbesma, oud-topman van DSM, die tegenwoordig betrokken is bij het in Nederland gevestigde Global Center on Adaptation. De conferentie start vanmiddag rond 14 uur en duurt 24 uur, zodat landen uit alle tijdzones mee kunnen doen.

In tegenstelling tot de reguliere klimaatconferenties, die aan het eind van elk jaar gehouden worden, doen nu ook bedrijven en non-gouvernementele organisaties (ngo's) mee. Ook het IMF en de Wereldbank zijn van de partij. Zij zullen naar verwachting bekendmaken hoe bij de financiering van toekomstige projecten rekening wordt gehouden met klimaateffecten.

Van Nieuwenhuizen erkent dat het klimaatprobleem er meer inhakt in armere landen. "Wij hebben in Nederland het geld voor een Deltafonds en om die dijken enzovoorts aan te pakken. Maar in veel landen is dat moeilijker. Daarom ben ik ook heel blij dat bijvoorbeeld het IMF en de Wereldbank meedoen. En ook zeggen: wij gaan meer van onze budgetten besteden aan het aanpassen aan het klimaat."

Goede voorbeelden

Het doel van de top is vooral het uitwisselen van ervaringen, zodat landen van elkaar kunnen leren. "We proberen dus de goede voorbeelden uit de hele wereld te laten zien", zegt Van Nieuwenhuizen. "En mensen hoop te geven dat het wel degelijk kan."

Afgelopen vrijdag werd duidelijk dat er veel meer geld nodig is om landen en gemeenschappen aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering. Uit een rapport van het Climate Center on Adaptation blijkt dat het om 300 miljard dollar gaat, vijf tot tien keer meer dan landen er tot nu toe voor uittrekken.

Het doel van de top is het opstellen van een actie-agenda voor de komende tien jaar. Wat minister Van Nieuwenhuizen betreft blijft het niet bij mooie woorden alleen. Juist het ervoor zorgen dat de plannen daadwerkelijk uitgevoerd worden, is wat haar betreft belangrijk.

Echte toppers

"Ik hoop het beeld mee te geven dat het politiek hoog op de agenda staat, want allerlei wereldleiders doen mee. Het wordt niet zo groot als destijds (de klimaatconferentie) in Parijs. Maar er zijn wel echt toppers bij, ook vanuit het bedrijfsleven, die meedoen. Dus hiermee zetten we het permanent op de agenda."

Later dit jaar vindt in Glasgow de reguliere klimaatconferentie plaats, die vorig jaar werd uitgesteld vanwege corona. Deze top wordt door experts als de belangrijkste gezien sinds die in Parijs uit 2015 omdat landen dit jaar hun uitstootdoelen verder moeten aanscherpen. De hoop is dat daardoor de afspraken uit Parijs, om de wereld niet verder te laten opwarmen dan ruim onder de twee graden en liefst anderhalve graad, dichterbij komen.

http://feeds.feedburner.com/~r/nosjournaal/~4/PFR6dxcg4go

http://feeds.nos.nl/~r/nosjournaal/~3/PFR6dxcg4go/2365898

Wissel Van Dissel (Joop)

https://joop.bnnvara.nl/content/uploads/2020/12/ANP-424797625-370x228.jpg

RIVM-directeur Jaap van Dissel komt dit jaar met regelmaat negatief in het nieuws. Zijn eigen RIVM heeft toegegeven dat hij de Tweede Kamer warme broodjes heeft verkocht over veilig onderwijs. Ook de suggestie dat verplegend personeel gebrek aan bescherming te danken heeft aan gebrek aan opleiding streek veel mensen tegen de haren in. Maar de voorzitter van het OMT diskwalificeerde zich al veel eerder.

Professor Van Dissel is de belichaming van het Nederlandse beleid van “maximale controle”. Deze in januari 2020 gekozen strategie werd achter de voordeur “gecontroleerd uitrazen” genoemd. De aanpak komt neer op het tolereren van vlotte verspreiding van het virus, zolang de gezondheidszorg maar toegankelijk blijft en de meest kwetsbare mensen afgeschermd worden van infectie. Mensen die Covid-19 gehad hebben bouwen immuniteit op. Zo ontstaat weerstand in de bevolking, wat op termijn hopelijk controlemaatregelen overbodig maakt.

Deze strategie heeft ons land al zo’n 20.000 doden doen betreuren door miljoenen mensen te laten besmetten. Zelfs de bescheiden beleidsdoelstellingen worden niet gehaald, nu voor de tweede keer ziekenhuizen vol liggen en ouderen in groten getale het leven laten. Het leger wordt ingeschakeld in de verpleeghuizen, en privéklinieken is gevraagd patiënten over te nemen. Een snelle blik op landen als Noorwegen, Nieuw-Zeeland of Zuid-Korea laat zien dat zoveel schade niet nodig is, en ook ons buurland Duitsland verloor relatief maar een fractie van het Nederlandse aantal doden.

De strategie van topwetenschapper Van Dissel is ook nooit wetenschappelijk geweest. Internationale virologen en epidemiologen hebben al vanaf februari in groten getale het verspreidingsbeleid veroordeeld omdat verspreiding teveel sterfte en andere gezondheidsschade veroorzaakt. Controle op een uitbraak bij een hoge infectiegraad is nooit geprobeerd, en dus ook nooit gelukt. Bij luchtweginfecties worden mensen zelden lang immuun, en viruscirculatie brengt mutaties die immuniteit kunnen overwinnen, of zelfs vaccins. Geen van deze wetenschappelijke inzichten was of is controversieel. Althans, in landen waar Van Dissel niet de pandemie-tsaar is.

Van Dissel draagt ook de verantwoordelijkheid voor de inrichting van het Outbreak Management. Hij koos in januari voor een eenzijdig team van vooral microbiologen, de toppers van de ziekenhuislaboratoria. Epidemiologen, economen, gedragswetenschappers of projectmanagementexperts werden niet uitgenodigd in het OMT-kernteam. Het OMT zelf is al een weeffout, want het vervult de rol van wetenschapsraad én van beleidsraad. De voorzitter is ook nog eens RIVM-directeur en stuurt zo de GGD-en aan qua tests, contactonderzoek en vaccinatie (allemaal reuzenprojecten die ook door bijvoorbeeld huisartsen, strijdkrachten of commerciële partijen gedaan hadden kunnen worden). En hij verdedigt het beleid dat het kabinet koos (met Van Dissel als “kompas waarop wij varen”) in de Tweede Kamer en de media. OMT-adviezen waren tot ver in 2020 slechts beschrijvingen van beslissingen die Van Dissel voorbereidde, ’s weekends met het kabinet afstemde en daarna in het OMT bekrachtigde.

De door Van Dissel in het OMT gezette microbiologen Ann Vossen, Jan Kluytmans en Marc Bonten hebben tot ver in de herfst de Covid-tests kunnen concentreren in de kleinere laboratoria van de ziekenhuizen, in plaats van grote commerciële laboratoria. Meerderen van hen hebben daar ook persoonlijk financieel van geprofiteerd. Ondertussen zijn de notulen van het OMT geheim en moeten de leden een geheimhoudingsverklaring tekenen. De minister houdt het RIVM en OMT uit de wind door in de zomer de Wet Openbaarheid Bestuur op te schorten en uiteindelijk in december met grotendeels zwarte pagina’s over de strategiekeuze op de proppen te komen.

Zo ontstond een ongekende concentratie van macht en middelen die goed projectmanagement, openheid en rekenschap onmogelijk maken. Zelfs als Van Dissel briljante strategiekeuzes maakt en begenadigd gezondheidsdiensten kan aansturen, is zoveel petten dragen teveel voor een mens, en falen ingebouwd. En een OMT van microbiologie-labmanagers onder de GGD-opperbaas is niet in staat de beste adviezen te geven voor ons land in zo’n complexe crisis, al zijn ze de besten in hun vak.

Ook heeft Van Dissel al meteen na de keuze (rond 20 januari 2020) om het virus niet te gaan stoppen een moeizame relatie met de waarheid opgebouwd. Zijn opmerkingen dat het virus niet naar Nederland zou komen “omdat er geen directe vlucht naar Wuhan is” klonk toen al even onwaarachtig als de bewering dat carnaval veilig was “omdat je het in kleine groepen viert”. Meerdere keren presenteerde Van Dissel grafieken in het parlement die met trucs lieten zien dat Nederland het relatief goed doet in deze coronacrisis.

Maar de grootste desinformatie betreft de combinatie van asymptomatische besmetting en aerosolen. In de Kamer vertelde Van Dissel dat hij besloot het virus uit te laten razen omdat de data uit China in januari wees op besmettingen die vooral door mensen die weinig tot geen klachten hebben, die dus door uitgeademde zwevende deeltjes ontstaan (want asymptomatische mensen hoesten niet). Omdat je daarom niet weet wie ziek is, is indammen van de uitbraak bijna onmogelijk, en omdat bijna iedereen nauwelijks ziek wordt, is uitrazen relatief onschadelijk. De ervaringen in andere landen toonden echter al gauw aan dat indammen van zo’n taai virus in de 21e eeuw wél kan, en ook dat dit een gevaarlijk virus is dat procenten van de bevolking doodt of zwaar beschadigt.

Van Dissel zat niet alleen fout met die keuze, hij heeft zelfs daarna structureel de rol van mensen zonder klachten en zwevende virusbolletjes ontkend. Al in februari wist de wereld dat mensen zonder klachten vaak infecties opleverden, en de 2 dagen voor het begin van symptomen juist de meest besmettelijke zijn. Het RIVM blijft hier tot op de dag van vandaag afstand houden van de wetenschap. Toen Van Dissel gevraagd werd waarom zei hij “als we asymptomatische besmetting erkennen moeten de restaurants dicht”.

Het patroon van ontkennen van wat hij heel goed wist zien we ook bij gezichtsmaskers en kinderen. In januari zei Van Dissel nog dat maskers kunnen helpen, vooral door mensen voorzichtiger te maken. Na zijn keuze voor het verspreidingsbeleid sloeg dat om naar “geen bewijs voor maskers” en “schijnveiligheid”. Het tegenwerken van maskers ging zelfs zo ver dat het RIVM op de dag dat Nederland eindelijk een maskerplicht kreeg nog de uitvoering probeerde te belemmeren. Kinderen zijn bij luchtweginfecties meestal de belangrijkste verspreiders en de afgelopen maanden waren scholen ook grote infectiehaarden. Maar Van Dissel beweert tot op de dag van vandaag dat kinderen en scholen een beperkte rol spelen in de verspreiding. Een rechtszaak was nodig om het RIVM daarin wat in beweging te krijgen.

De misleiding en desinformatie die in dit dossier vanuit het RIVM en haar directeur Van Dissel zijn gekomen komen niet uit de lucht vallen, en komen ook niet omdat onze overheid vol foute mensen zit. De goedbedoelde (maar goed onverstandige) keuze het griepdraaiboek van stal te halen betekent dat niet het virus het grootste probleem is, maar angst voor het virus. Als mensen massaal bang zijn gaan ze zich isoleren. Ook bij een extreme griepuitbraak kan dat grote schade aan de economie aanbrengen, bijvoorbeeld als elektriciteitscentrales uitvallen door gebrek aan paraat personeel.

Daarmee is het ontkennen van besmetting zonder klachten onderdeel van het beleid, en ruim sterfte en infecties tellen zeker niet. Dat “verontschuldigt” daarmee ook in zekere zin de desinformatie: bij een enorme crisis als deze is liegen goed te verdedigen als het de natie redt. In dit geval dient het helaas een onverstandige en overmoedige beleidskeuze. En zo ontstaat ook schade aan het vertrouwen in het RIVM, dat als verantwoordelijke voor het Rijksvaccinatieprogramma juist drijft op vertrouwen.

De OMT-voorzitter heeft zo ontegenzeggelijk een spoor van vernieling door de maatschappij getrokken. Alles wat hij als OMT-voorzitter en RIVM-directeur heeft gedaan valt onder de directe verantwoordelijkheid van de minister van Volksgezondheid, Hugo de Jonge. Die moet dan ook op een dag verantwoording afleggen over de strategiekeuze en alle schade die daaruit ontstond aan een op enig moment wakker geworden parlement.

Maar Van Dissel is zó bepalend voor het beleid dat hij toch alle kritische aandacht verdient. Zolang hij blijft zitten maakt een serieuze omschakeling in het beleid weinig kans. Zo’n omschakeling zou ook niet geloofwaardig zijn als Van Dissel die uitvoert. Want met de erkenning dat het beleid anders moet volgt de herkenning van de onnodige fouten en schade. Ook is het kabinet erg gevoelig voor politieke druk uit de samenleving, en dus is aantasting van de populariteit van Van Dissel een goede manier om het beleid te doen kantelen. Premier Rutte is politiek vergroeid met Van Dissel en zal hem niet vrijwillig dumpen, maar misschien dat de huidige politieke chaos en de dalende populariteit van het coronabeleid kansen bieden.

https://joop.bnnvara.nl/opinies/wissel-van-dissel