Klimaatverandering, maar dan níet door de mens (Kennislink)

De mens is kampioen klimaatverandering. Maar ook zonder ons toedoen zou het klimaat van de planeet veranderen door bijvoorbeeld de stand van de aardas en de activiteit van de zon. Dit zijn argumenten die ontkenners van het klimaatprobleem vaak misbruiken. NEMO Kennislink zet enkele invloeden op een rij, van korte tot lange termijn, en kijkt hoe ze uitpakken voor de aarde.

Wat is klimaat?

‘Klimaat is wat je verwacht, weer is wat je krijgt’, luidt een gezegde. Het lijkt hierbij alsof het klimaat een soort ‘belofte voor de toekomst’ is die het weer kan waarmaken, of niet – natuurlijk régent het net op die dag dat er zon werd voorspeld…

In werkelijkheid werkt het andersom. Het klimaat is de ‘samenvatting’ van het weer in het verleden, waarbij je kijkt naar zaken als de gemiddelde temperatuur of gemiddelde hoeveelheid regen die er viel in een bepaalde periode. Veel meteorologische instituten – ook het Nederlandse KNMI – gebruiken voor het klimaat een periode van 30 jaar. Dat is een arbitraire keuze, maar er zit een redenatie achter. Zou je een kortere periode nemen dan sijpelen langzame weerfenomenen zoals El Niño – die jarenlang voor ‘afwijkend’ weer zorgen – door in de klimaatdefinitie, zou je een langere periode nemen dan vallen snelle klimaatveranderingen (zoals we die nu meemaken) niet op.

Het zijn plaatjes waar de Hollandse nostalgicus warm van wordt. Hendrick Avercamp schilderde rond 1608 dit Nederlandse sneeuw- en ijslandschap waarin mensen druk schaatsen, ijsvissen en met complete paardensleeën het ijs op gaan.

Door steeds mildere winters is de kans op dit soort massale ijspret in ons land nu kleiner, en dat komt hoofdzakelijk door de mens zelf. Het is voor de wetenschap klip en klaar dat ons klimaat verandert door de steeds grotere uitstoot van broeikasgassen door de mens. Want niet alleen de wereldwijde temperatuur breekt records, na een dip in het coronajaar 2020 was de uitstoot nooit zo hoog als in 2021, schrijft het Internationale Monetaire Fonds.

Toch is dit niet het hele verhaal, want ook de planeet en natuur zelf doen aan klimaatverandering. Dramatische gebeurtenissen zoals vulkaanuitbarstingen veranderen het klimaat abrupt, andere effecten – zoals de verandering van de stand van de aardas – zijn subtieler maar kunnen lang doorwerken, mede doordat oceanen en ijskappen die de effecten langdurig kunnen versterken. Welke niet-menselijke factoren werken door op ons klimaat?

Vlekken op de zon

Het is dat er nog geen Elfstedentocht wás, maar anders hadden we tussen de jaren 1500 en 1800 waarschijnlijk veel vaker het sein ‘It giet oan’ gekregen van de organisatie dan de afgelopen eeuw het geval was (er waren sinds de eerste officiële editie in 1909 vijftien Elfstedentochten). In Europa en ook Noord-Amerika werden tussen de 16e en 19e eeuw koude winters gemeld, met veel sneeuw en dichtgevroren rivieren en zeeën. Het wordt de Kleine IJstijd genoemd.

Zou dat iets te maken hebben gehad met de geringe activiteit van de zon in die tijd? Al vanaf de 17e eeuw bestuderen astronomen waaronder Giovanni Domenico Cassini de zon en tellen ‘donkere vlekken’ die soms op het oppervlak verschijnen. Tussen 1645 en 1715 liet de zon nauwelijks van deze zonnevlekken zien. Het wordt het Maunderminimum genoemd, naar de astronomen Edward en Annie Maunder die het ontdekten. Het absolutie minimum lag tussen 1672 en 1699, toen ze minder dan 50 vlekken telden, tegenover de 50.000 vlekken die normaal zijn voor zo’n periode.

Het is niet gek dat onderzoekers het verband proberen te leggen tussen het aantal zonnevlekken en het klimaat op aarde. Zonnevlekken ontstaan als de warmtetoevoer vanuit het binnenste van de ster voor de periode van enkele dagen of weken stokt door magnetische verstoringen op het oppervlak. Het beïnvloedt de totale hoeveel energie die de zon uitstraalt.

Toch is het verband tussen het Maunderminimum en de Kleine IJstijd geen uitgemaakte zaak. “Twintig jaar geleden waren onderzoekers nog vrij zeker dat het de verstoorde zonnecyclus was”, zegt klimaatonderzoeker Pepijn Bakker van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Maar sindsdien is er twijfel gerezen over de theorie. Het effect van zonnevlekken op de totale hoeveelheid zonne-energie is beperkt, zo’n 0,1 procent.

Een ander ‘probleem’ is dat de Kleine IJstijd geen wereldwijd fenomeen lijkt te zijn geweest, terwijl je dat wel verwacht als je het aan de zon toeschrijft. Door naar onder andere boomringen of diepe ijslagen te kijken, kunnen onderzoekers het weer van eeuwen geleden reconstrueren. Daaruit blijkt dat het in andere werelddelen waarschijnlijk niet veel kouder was. Sterker, het lijkt daar zelfs iets warmer te zijn geweest.

Mislukte oogsten door het uitbarsten van een ‘vuurberg’

1816 was een jaar zonder zomer. In delen van de Verenigde Staten vroor en sneeuwde het in augustus, de Europese zomer was op sommige plekken ruim drie graden kouder dan gemiddeld. Ons continent werd geteisterd door ongewoon veel regen. Oogsten mislukten met hongersnoden als gevolg. De Leydse Courant speculeert in juli van dat jaar: “Men schrijft de geheel ongewoone weergesteldheid […] aan een of anderen buitengewonen natuurschok [toe], misschien aan eene groote aardbeeving, of het uitbarsten van eenen vuurberg op eenig punt des Aardrijks toe […].”

Later blijkt dat die vuurberg in het huidige Indonesië stond. Daar barst op 10 april 1815 de Tambora-vulkaan uit. Met een kracht van ruim twee miljoen keer de atoombom die de Japanse stad Hiroshima verwoestte en een klap die mensen naar verluidt tot op Sumatra horen (2600 kilometer verderop) spuwt de Tambora zo’n 200 kubieke kilometer stof en as de atmosfeer in. Het stof blokkeert zonlicht en beïnvloedt het weer op globale schaal.

Deze effecten kunnen jaren aanhouden, zegt klimaatwetenschapper Bakker. Ook de koude periode in Europa en de Verenigde Staten tussen de 16e en 19e eeuw – de Kleine IJstijd – kan te wijten zijn geweest aan (een reeks van) vulkaanuitbarstingen, wellicht in combinatie met versterkende effecten zoals veranderende zeestromingen of aangroeiend ijs op zee. “Wetenschappers discussiëren nog over de vraag of het vulkanen waren, maar klimaatmodellen laten zien dat dit een mogelijke verklaring is”, zegt hij.

Een tollende planeet

De aarde is een tol die eens in de 24 uur ronddraait. Het is ook een scheve tol. Doordat de aardas zo’n 23 graden gekanteld is krijgt het noordelijk halfrond in onze zomer het meeste zonlicht, in de winter krijgt het zuidelijk halfrond meer zonneschijn. Dit is de veroorzaker van seizoenen. Maar er zijn ook subtiele veranderingen in de stand van de aardas en de baan van de planeet om de zon en ze beïnvloeden waarschijnlijk het klimaat. De Servische geofysicus Milutin Milanković ontdekte in de jaren 20 van de vorige eeuw drie effecten.

De baan die de aarde in een jaar om de zon beschrijft is niet perfect rond, maar een ellips (een afgeplatte cirkel). Over de loop van 100.000 jaar verandert de vorm van de aardbaan onder invloed van de zwaartekracht van andere planeten. Het ene moment is de aardbaan een ellips, het andere moment is het nagenoeg een cirkel. Bij een grote zogenoemde excentriciteit (de mate van ‘ellipsvormigheid’) krijgt de aarde op bepaalde momenten in het jaar meer of juist minder energie van de zon.

De eerdergenoemde kanteling van de aardas (die verantwoordelijk is voor de seizoenen) is niet stabiel. Hij schommelt over de loop van 41.000 jaar tussen 22 en 24 graden, waarbij een grotere kanteling extremere seizoenen veroorzaakt.

Tot slot is er een zogenoemde precessie van de aardas. Dit kun je het best vergelijken met een tol die je op de vloer laat draaien: de tol staat niet perfect rechtop maar maakt een langzame ‘cirkelbeweging’. Bij een tol duurt dit enkele seconden, bij de aarde duurt dit 26.000 jaar.

Milanković had niet genoeg meetgegevens om te bewijzen dat ‘zijn’ cycli invloed hadden op het klimaat. Tegenwoordig zijn er aanwijzingen dat deze cycli samenhangen met het begin van ijstijden, die met een zekere regelmaat voorkomen.

Op zichzelf zijn de effecten van de Milanković-cycli waarschijnlijk niet genoeg om een ijstijd te veroorzaken, maar ze worden versterkt door processen op aarde. Extra ijs en sneeuw reflecteren makkelijk (warmte)straling naar de ruimte, waardoor het plaatselijk kouder wordt en er nóg meer ijs ontstaat. Een ijstijd is geboren. Zo kunnen de cycli wellicht een ‘startpunt’ voor langdurige klimaatveranderingen zijn.

De 1,2 kilometer grote Barringer Crater in Arizona in de Verenigde Staten ontstond zo’n 50.000 jaar geleden door de inslag van een meteoriet van pakweg 50 meter groot.

Kosmische knallen

Het schemert nog in de koude ochtend van het Russische Tsjeljabinsk. Auto’s wachten voor het stoplicht, het landschap is bedekt met een laagje oude sneeuw. Dan verschijnt er een lichtgevende punt aan de hemel. Steeds feller begint deze een spoor te trekken aan de blauw-oranje ochtendhemel. Het voorval duurt een seconde of vijftien. Het laat een spoor van vuur en rook achter in de atmosfeer, en een ravage in de stad. Ruiten springen en meer dan duizend mensen raken gewond door rondvliegende objecten en scherven.

De meteoriet die op 15 februari 2013 boven Tsjeljabinsk grotendeels opbrandt en ontploft had waarschijnlijk een diameter van zo’n 20 meter. Het was de grootste (bekende) meteoriet die de afgelopen eeuw viel. Maar in het verleden zijn er grotere meteorieten gevallen met veel grotere gevolgen, ook voor het klimaat.

Een knoepert van een meteoriet was het tien kilometer grote exemplaar dat 66 miljoen jaar geleden in het huidige Mexico neerkwam met een snelheid van twintig kilometer per seconde. Als je de knal uitdruk in ‘Hiroshima-bommen’ dan kom je op 4,5 miljard exemplaren. Het weer is meteen van slag. Eerst lijkt het op aarde maandenlang warmer te zijn geworden, mede door bosbranden op wereldwijde schaal. Maar daarna koelt de planeet sterk af omdat er grote hoeveelheden zwavel, koolstofdioxide en stofdeeltjes in de aardatmosfeer terechtkomen. Zonlicht bereikt nauwelijks nog het aardoppervlak, waardoor temperaturen jaren, mogelijk tientallen jaren dramatisch dalen.

Als de lucht eindelijk geklaard is, zijn de omstandigheden op de planeet waarschijnlijk nog voor duizenden jaren verstoord. “Het aardse systeem kan normaal gesproken best tegen een stootje maar het is nu dusdanig uit het lood geslagen dat het lang duurt voordat het een nieuw evenwicht vindt. Er is een enorme hoeveelheid leven uitgestorven (deze inslag betekent het einde van de dinosauriërs – red.). Dat heeft invloed op het klimaat, samen met bijvoorbeeld de aangroei van poolkappen en veranderde zeestromingen”, zegt Bakker.

Tektoniek en gebergtevorming

Als je zo’n 200 miljoen jaar geleden naar een globe van de aarde zou kijken dan zou je verrast zijn door zijn eenvoud. Europa, Amerika en Afrika zijn nergens te bekennen. In plaats daarvan zijn alle huidige continenten samengeveegd in een ‘supercontinent’ dat Pangea heet. De rest van de aardbol is oceaan.

Het oppervlak van de aarde is verdeeld in zo’n zeven of acht aardplaten (meestal met een eigen continent) die min of meer los van elkaar kunnen bewegen. Dat gaat traag, in de orde van centimeters per jaar, maar deze zogenoemde plaattektoniek heeft grote invloed op het klimaat van onze planeet. Het kan zeestromingen veranderen die het klimaat sterk beïnvloeden (Europa heeft een relatief mild klimaat door de Golfstroom die warm water uit de Golf van Mexico aanvoert).

Plaattektoniek creëert ook andere effecten op het klimaat. Aan de randen van de platen is er veel vulkanisme (die ook invloed hebben op het klimaat, zie Mislukte oogsten door het uitbarsten van een ‘vuurberg’) en het kan uitgebreide bergketens vormen. Klimaatwetenschapper Bakker zegt dat het ontstaan van bergen de hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer naar beneden brengt. Dit is het broeikasgas dat warmte als het ware vasthoudt. “Gebergtevorming stuwt doorgaans diepe aardlagen op waarbij silicarijk gesteente zoals olivijn aan het oppervlak komt dat koolstofdioxide uit de atmosfeer kan opnemen”, zegt hij. “Er zijn verbanden gevonden tussen de hoeveelheid gebergtevorming en de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer.”

Tektonische processen kunnen de aarde zowel opwarmen als afkoelen over lange periodes. Zo koppelen wetenschappers de relatief koele periode waarin het aardse klimaat zich de laatste vijftig miljoen jaar bevindt aan het sluiten van de zeeverbindingen tussen Noord- en Zuid-Amerika bij Panama en het openen van een passage tussen het zuidelijke puntje van Zuid-Amerika en Antarctica.

En wat doet de mens?

Nog nooit was het in Nederland warmer geweest dan 40 graden, totdat officiële thermometers in het Brabantse Gilze-Rijen op 24 juli 2019 40,7 graden aangaven. Deze zomer was het Verenigd Koninkrijk aan de beurt: ook daar werd voor het eerst meer dan 40 graden geregistreerd. Goed, dat zijn weerincidenten die lastig een-op-een aan klimaatverandering te koppelen zijn, maar kijk je naar de wereldwijde jaargemiddeldes dan hoef je geen wetenschapper te zijn om te snappen dat er iets aan de hand is: de zeven warmste jaren (sinds betrouwbare metingen vorige eeuw begonnen) vonden allemaal ná 2015 plaats.

Het is een klimaatfactor van jewelste: de mens die op grote schaal broeikasgassen uitstoot zoals koolstofdioxide. Eigenhandig verhoogden we sinds de industriële revolutie midden achttiende eeuw de hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer van een kleine 0,03 procent naar ruim 0,04 procent. Dat líjkt niet zo indrukwekkend, maar koolstofdioxide is efficiënt in het vasthouden van zonnewarmte en het is op aarde sindsdien ruim een graad warmer. Wetenschappers schreven jarenlang rapporten met ‘voorzichtige’ woorden over de menselijk invloed. Inmiddels kun je het niet meer mis verstaan, het laatste IPCC-rapport uit 2021 (van het klimaatpanel van de Verenigde Naties) noemt de menselijk invloed ondubbelzinnig en ziet een bijna-lineair verband tussen de totale hoeveelheid koolstofdioxide die de mens uitstootte en de temperatuurstijging op aarde.

Goed, een graad – of desnoods een paar graden – warmer, moeten we ons daar zo druk over maken? Toch wel. De opwarming betekent niet dat je hetzelfde weer behoudt en daar simpelweg een graad bovenop telt. Via extra verdamping van (zee)water en afwijkende atmosfeerstromingen zorgt deze klimaatverandering voor hogere kansen op allerhande extreem weer. Van zeer hoge temperaturen, tot extreme droogte en extreme regenval. Het is dus niet zo dat we er simpelweg een paar mooie stranddagen per jaar bij krijgen.

Bronnen

  • Lovejoy S., What is Climate?, Eos, Transactions American Geophysical Union (2 januari 2013), DOI:10.1002/2013EO010001
  • Von der Heydt A. et al., Quantification and interpretation of the climate variability record, Global and Planetary Change (februari 2021), DOI:10.1016/j.gloplacha.2020.103399
https://www.nemokennislink.nl/publicaties/klimaatverandering-maar-dan-niet-door-de-mens/

Wordt klimaatactie in Nederland ondermijnd door misinformatie? (Klimaatverandering blog)

In de loop van de jaren tachtig kregen publiek en overheden in de gaten wat de fossiele industrie al een tijdje wist: de verbranding van fossiele brandstoffen heeft verwoestende gevolgen voor het klimaat en de kwaliteit van het leven op aarde. De roep om effectief klimaatbeleid en het draagvlak voor hernieuwbare energiebronnen als zonne-energie werd dan ook snel groter. En dus staken een aantal bedrijven die hun geld verdienden met het oppompen van fossiele brandstoffen miljarden dollars in een reeks misleidende campagnes gericht op het publiek en beleidsmakers. Daarin werd bijvoorbeeld het wetenschappelijk bewijs voor klimaatverandering in twijfel getrokken, de urgentie gebagatelliseerd, ambitieuze klimaatactie geveinsd of de hoofdverantwoordelijkheid voor klimaatactie verschoven naar de individuele burger.

Deze manipulatieve acties lijken tot dusver succes te hebben gehad; terwijl wetenschappers in steeds steviger bewoordingen alarm slaan over de gevolgen van de uitstoot van broeikasgassen, blijven bedrijven megawinsten boeken met de verkoop van fossiele brandstof …

Maar zou het manipuleren van de overtuigingen en attitudes van het publiek op dit moment ook nog steeds een significant verschil kunnen maken voor de mate van opwarming van de aarde? En heeft het eigenlijk zin om het publiek weerbaarder te maken tegen misleidende informatie over het klimaat? Of is dat inmiddels óók een misleidend idee dat, net als de greenwashing campagne van BP, de verantwoordelijkheid verschuift van bedrijven en overheden naar het individu?

Individu of collectief?

In een studie, geleid door klimaateconoom Frances Moore, werd onlangs onderzocht hoe gedrag, politieke besluitvorming en technologische ontwikkeling van invloed kunnen zijn op door de mens veroorzaakte klimaatverandering. Haar simulaties laten zien dat met name de publieke perceptie van klimaatverandering wel eens grote invloed zou kunnen hebben op de mate waarin het klimaat de komende decennia zal veranderen.

Daarnaast lijken onder andere de verwachte kosten en doeltreffendheid van oplossingen, de mate waarin mensen geneigd zijn zich aan te passen aan sociale normen én de geloofwaardigheid van mensen die pleiten voor collectieve verandering een belangrijke rol te spelen.

Een voorbeeld: als iemand ontdekt wat de gevolgen van klimaatverandering zijn en daarom stopt met het eten van dierlijke producten, is het effect van deze gedragsverandering op de opwarming van de aarde maar klein, zelfs als iedereen hetzelfde zou doen. Maar stoppen met het eten van dierlijke producten maakt die persoon wel een veel geloofwaardiger en overtuigender pleitbezorger van de wáárden die ten grondslag liggen aan de motivatie om vaker plantaardig te eten, of we de zogenaamde heiligheidseis nu vervloeken of niet. En zo kan een kleine actie toch een grote schaduw hebben en een verschuiving in publieke opinie aanwakkeren.

Simulaties in de studie van Moore laten zien dat juist wanneer waarden en publieke opinie verschuiven, een domino-effect op kan treden dat uiteindelijk kan leiden tot grootschalige gedragsverandering. Onder druk van de publieke opinie kunnen immers niet alleen de bedrijven, maar vooral ook overheden plotseling een veel ambitieuzer en effectiever klimaatbeleid gaan voeren. Ze kunnen bijvoorbeeld zorgen voor betere systemen voor energie, huisvesting, transport en voedselproductie, wat het gebruik van schone technologieën kan stimuleren, wat weer kan zorgen voor lagere kosten, meer draagvlak, enzovoort.

Dat effect zou in Nederland wel eens éxtra groot kunnen zijn omdat grootschalige gedragsverandering in welvarende landen een grote bijdrage kan leveren aan emissiereductie. Volgens het laatste IPCC-rapport kan gedragsverandering voor een daling van maar liefst 40-70% in 2050 zorgen ten opzichte van 2020.

De gebruikte icoontjes zijn gemaakt door Eucalyp

Met de studie van Moore en haar team in het achterhoofd, is het bijna onmogelijk om individu, collectief en bedrijven los van elkaar te zien. Het individu is immers van groot belang voor morele, sociale en politieke besmetting, maar alleen het collectief en de bedrijven kunnen grootschalige gedragsverandering in gang zetten door middel van zeer ambitieus en effectief klimaatbeleid. Het is én, én, én.

Klimaatzombies

Naast het direct beïnvloeden van beleid via bijvoorbeeld lobbyen, is het voor tegenstanders van ambitieus klimaatbeleid dan ook heel interessant om te spelen met de factoren die in het onderzoek van Moore belangrijk lijken te zijn voor een verschuiving in publieke opinie. En dat zie je duidelijk terug in de ‘klimaatzombie’ taxonomie van Skeptical Science oprichter John Cook en collega’s, waarin hardnekkig terugkerende beweringen door tegenstanders van effectief klimaatbeleid in kaart werden gebracht.

De beweringen in de eerste drie categorieën in deze taxonomie richten zich vooral op de perceptie van de klimaatcrisis; er is niets aan de hand, het is niet onze schuld, en het doet er niet toe. De beweringen in de laatste twee categorieën richten zich meer op de effectiviteit en betaalbaarheid van oplossingen en het in twijfel trekken van de geloofwaardigheid van klimaatdeskundigen en -beweging. Precies die factoren noemt Moore ook.

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2022/08/fig_1_-computer-assisted-classification-of-contrarian-claims-about-climate-change.jpg?w=964

Figuur 1 uit Computer-assisted classification of contrarian claims about climate change

Dit soort ronduit onjuiste of inhoudelijk en retorisch misleidende beweringen worden vaak door belanghebbenden de wereld in geholpen en vervolgens bedoeld óf onbedoeld gedeeld door nationale denktanks vermomd als academische instellingen, klimaatsceptici die verkiezingsprogramma’s, publiek en organisaties proberen te beïnvloeden, lobbyisten, pr-bureaus, bots, astroturfers, stennisschoppers, grappenmakers, puzzelaars, bezorgde burgers, docenten, verveelde pensionado’s, journalisten, politici, complotdenkers en influencers die uit zijn op clicks.

Hoewel de luidruchtige stroom commentaar die ontstaat soms de indruk wekt dat er veel steun of belangstelling is voor dit soort misleidende ideeën, kijken we in werkelijkheid naar een poging om de uitvoering van effectief klimaatbeleid zo lang mogelijk uit te stellen door het zaaien van tweedracht en twijfel. De gevolgen van misleidende claims sijpelen zo langzaam door in het gedachtegoed en het gesprek van alledag.

Is de Nederlandse publieke opinie beïnvloed door misinformatie over het klimaat?

Er zijn natuurlijk veel factoren die de overtuigingen en attitudes van een persoon en het publiek beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan persoonlijke en culturele voorkeuren, ervaringen, denk- en beoordelingsfouten, copingstrategieën, algoritmes en psychologische barrières zoals afstand en tijd. Maar zou de misleidende boodschap van de twijfelbrigade ook terug te zien zijn in de Nederlandse publieke opinie?

In juni 2022 publiceerde het Yale Program on Climate Change Communication in samenwerking met Meta een studie waarin werd gekeken naar de overtuigingen en attitudes ten aanzien van klimaatverandering van bijna 100.000 Facebook-gebruikers. De deelnemers vertegenwoordigen 192 landen en gebieden, waaronder Nederland. 

Een beetje inzoomen op de verschillende overtuigingen en attitudes van Nederlanders met de taxonomie van klimaatzombies als leidraad, kan misschien wat inzicht geven in de speerpunten en effectiviteit van misleidende strategieën in Nederland en in de hiaten in klimaatcommunicatie:

1. Het is echt waar; onze planeet warmt op.
Met onder andere thermometers en satellieten meten we de opwarming van het aardoppervlak en de warmteontwikkeling in de atmosfeer en oceanen. Overal op onze planeet zijn de directe gevolgen van de opwarming van de aarde al merkbaar. In Nederland zorgt klimaatverandering nu al voor een sterke toename van zomerhitte, een grotere kans op meerjarige droogtes en extremere buien met een hogere kans op valwinden. Het is duidelijk waarneembaar dat onze planeet opwarmt, inmiddels al met 1,2 graad ten opzichte van de negentiende eeuw, en als we ons mitigatiebeleid wereldwijd niet drastisch aanscherpen kan de temperatuur zelfs met 3,2 graden gestegen zijn als de kinderen van nu opa en oma zijn.

Wat denkt Nederland?
Gelukkig laten zowel de hierboven genoemde studie van Yale, als een peiling van het CBS ter controle, zien dat de meeste Nederlanders zich ervan bewust zijn dat het klimaat verandert. Uit de peilingen wordt echter niet duidelijk of Nederlanders voldoende inzicht hebben in de mate van opwarming en in de al waarneembare, directe gevolgen van klimaatverandering, zoals een grotere kans op extreme weersomstandigheden.

Figuur 1.2 uit Appendix II van International Public Opinion on Climate Change 2022

2. Het ligt aan ons; de mens veroorzaakt de huidige klimaatcrisis.
Onze planeet heeft een aangenaam natuurlijk dekentje dat haar op een leefbare temperatuur houdt. Maar omdat wij te veel fossiele brandstoffen verbranden en teveel van ons voedsel op een manier produceren die niet duurzaam is, maken we er een viezig dik donzen dekbed van. Resultaat; de temperatuur op onze planeet is nog nooit zo snel gestegen. Onze onmisbare moeder aarde heeft een ernstige koorts te pakken. Maar liefst 97% van de klimaatwetenschappers is het erover eens dat de mens, voor het eerst in de geschiedenis van de planeet, de veroorzaker is van deze klimaatverandering.

Wat denkt Nederland?
Uit zowel de Yale-peiling als de CBS-peiling ter controle blijkt dat slechts een kleine meerderheid van de Nederlanders denkt dat de huidige klimaatverandering grotendeels door de mens wordt veroorzaakt.

Figuur 1.3 uit Appendix II van International Public Opinion on Climate Change 2022

Hoewel het waarschijnlijk veel beter zou zijn voor het draagvlak voor ambitieus en effectief klimaatbeleid als meer Nederlanders zouden begrijpen dat de huidige klimaatcrisis door de mens wordt veroorzaakt, ‘scoort’ Nederland met haar 51% toch nog niet zo slecht. De hoogste score, een schamele 65% ten opzichte van de 97% consensus onder wetenschappers, wordt gehaald door Spanje.

Dat maar een kleine meerderheid van de deelnemers denkt dat klimaatverandering grotendeels door de mens veroorzaakt wordt, zou het gevolg kunnen zijn van ongeloof, maar ook van een desinformatiecampagne over consensus die in de Verenigde Staten begon. Deze campagne maakte van de oorzaak van klimaatverandering een politieke in plaats van een wetenschappelijke kwestie, en lijkt nu nog steeds wereldwijd zijn uitwerking te hebben.

Klein lichtpuntje; nog ongeveer een derde van de Nederlanders denkt dat klimaatverandering evenveel door de mens als door de natuur veroorzaakt wordt en dat de mens dus ook invloed heeft. En dat is belangrijk, want wie iets veroorzaakt kan immers ook iets veranderen.

3. Het is foute boel; de opwarming van de aarde is schadelijk voor ons.
De klimaatverandering die we al veroorzaakt hebben is al schadelijk voor de gezondheid van iedereen, ook die van Nederlanders. Hitte zorgt ook hier voor oversterfte. Het maakt luchtvervuiling erger en dat kan problemen met de ademhaling en bloedsomloop veroorzaken. Organisme-, water– en voedselgerelateerde infectieziekten zoals Lyme, blauwalg en salmonella nemen toe. Extremere buien kunnen leiden tot levensbedreigende overstromingen en tot meer verkeersongevallen. De klimaatcrisis kan bovendien gevoelens van angst en depressie veroorzaken bij mensen die beseffen hoe hoog de nood eigenlijk is.

De gevolgen van onze uitstoot van broeikasgassen kun je ook al stevig gaan voelen in je portemonnee. Denk aan hogere medische kosten, maar ook aan hogere verzekeringspremies, zelf op moeten draaien voor schade en stijgende kosten door schaarste van hulpbronnen als drinkwater en elektriciteit. Daarnaast maken we nu al kosten voor de pogingen om ons te beschermen tegen de onontkoombare gevolgen van al veroorzaakte klimaatverandering, zowel op lokaal als op nationaal en internationaal niveau.

Verdere opwarming van de aarde kan leiden tot nog meer verlies van essentiële biodiversiteit en natuur waar we in onze vrije tijd zo van genieten, tot voedseltekorten, allesvernietigende natuurbranden, zeespiegelstijging, wereldwijde sociale onrust, ongelijkheid tussen én in landen, pandemieën, internationale oorlogen, financiële crises en storingen in elektriciteitsnetwerken.

Daarnaast wordt de kans steeds groter dat bepaalde gevolgen, zoals het smelten van ijs, het ontdooien van grond of het verdwijnen van bossen, niet meer te stoppen zijn. Er kan dan een gevaarlijke neerwaartse spiraal ontstaan waarvan de klimatologische, politieke en economische gevolgen nauwelijks nog te voorspellen zijn en waar technologische oplossingen absoluut niet tegen opgewassen zullen zijn.

Maar op dit moment is er, ook in Nederland, nog een enorme kloof tussen wat we zouden moeten doen, wat we beloven te doen en wat we werkelijk doen om verdere klimaatontwrichting te voorkomen en burgers te beschermen. We lijken onze eigen waarnemingen en beloften absoluut niet serieus te nemen. Voor iedereen die een veilige en comfortabele toekomst voor zichzelf en dierbaren wil zou dit toch voldoende reden moeten zijn om zich serieus zorgen te maken over de klimaatcrisis. Maar doen we dat ook?

Wat denkt Nederland?
De uitslagen van de peilingen van Yale en het CBS rondom dit thema verschillen nogal. Opvallend in de peiling van Yale is ook hoe Nederland scoort in vergelijking met andere landen.

Figuur 2.1 uit Appendix II van International Public Opinion on Climate Change 2022

Het verschil in de peilingen zou kunnen komen door de vraagstelling; in de peiling van het CBS vindt 62% van de respondenten klimaatverandering een groot probleem, maar in de peiling van Yale maakt maar 13% zich veel zorgen* over klimaatverandering en is 46% enigszins bezorgd. Dat je iets als een groot probleem ziet, hoeft natuurlijk ook niet te betekenen dat je je ook veel zorgen maakt. 

(* in een peiling van I&O research uit april 2022 geeft 29% van de respondenten aan zich veel zorgen te maken over klimaatverandering, een hoger % dan in de peiling van Yale.)

Misschien besef je nog onvoldoende wat de directe en indirecte gevolgen van klimaatverandering zijn of dat de gevolgen van klimaatverandering nu al schadelijk zijn voor jou en je dierbaren. Of misschien gok je er op dat overheden en experts in jouw welvarende, uitzonderlijke kikkerlandje dat al eeuwen strijd levert tegen de elementen, er in zullen slagen haar burgers ook in de toekomst te beschermen met innovatieve maar nu nog niet bestaande oplossingen, en dat de onomkeerbare gevolgen van nog meer klimaatverandering zo steeds opnieuw kunnen worden “afgekocht”.

Figuren 2.2, 2.3, 2.4 en 2.5 uit Appendix II van International Public Opinion on Climate Change 2022

Dat iemand zich niet zoveel zorgen maakt over zo’n urgente situatie zou ook kunnen komen doordat iemand onderschat hoeveel zorgen anderen zich maken en hoe belangrijk anderen natuur & klimaat vinden. Als er door familie, vrienden en collega’s, maar ook door media en politieke leiders relatief weinig wordt gesproken over de zorgen die zij hebben, over het belang dat zij hechten aan behoud van natuur en over de concrete maatregelen die dringend moeten worden genomen om klimaatverandering tegen te gaan, dan kun je denken dat er weinig is om je druk over te maken. Zeker als daar relatief veel verhalen met abstracte beloften, slecht voorstelbare klimaatellende in andere landen, grote bedragen, adaptatiemogelijkheden en geruststellende technologische doekjes voor het bloeden tegenover staan.

4. Goed klimaatbeleid is betaalbaar, effectief en levert voordeel op.
Omdat klimaatontwrichting wordt veroorzaakt door onze uitstoot van broeikasgassen, bepalen wij ook hoeveel groter onze problemen als gevolg van die uitstoot nog zullen worden. Wij hebben de komende paar jaar nog de vrije keus om onze eigen uitstoot en die van andere landen voldoende terug te brengen en zo onder die eigenlijk al te hoge 1,5 graad Celsius opwarming te blijven.

Het beperken van onze uitstoot is niet alleen een verstandige keus omdat we dat nu eenmaal hebben afgesproken of omdat de rechter dat zegt, maar vooral omdat het op korte én lange termijn beter is voor ons en iedereen om ons heen. Door nu ambitieus en effectief klimaatbeleid te gaan voeren kunnen we zorgen dat er straks nog van alles mag en kan, in een wereld die gezonder, mooier en veiliger is dan zonder klimaatbeleid het geval zou zijn. Rechtvaardig klimaatbeleid vermindert daarnaast energiearmoede, geeft burgers zelf zeggenschap over hun basisbehoeften en laat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.

Het klimaatbeleid van Nederland kost op dit moment ongeveer 0,5% van het BBP. Ambitieus en effectief klimaatbeleid kost meer. Maar een wereld waarin geen kosten gemaakt worden om klimaatverandering tegen te gaan én geen schade plaatsvindt door klimaatontwrichting bestaat niet. Beweren dat klimaatbeleid economische groei zal verminderen en banen zal kosten is feitelijk klimaatverandering ontkennen. De schade die klimaatverandering met zich mee zal brengen is veel groter dan de kosten die gepaard gaan met het tegengaan van de klimaatcrisis.

Nog steeds actuele cartoon uit 2009 door Joel Pett voor USA Today

Omdat elk beetje uitstoot ertoe doet, móéten alle landen samenwerken in de race tegen de klok om verdere klimaatontwrichting tegen te gaan. Maar onder meer wantrouwen en klimaatontkenning lijken ons er, sinds de eerste internationale klimaatconferentie in 1989, regelmatig van te hebben weerhouden om internationale afspraken te maken over het terugdringen van de CO2 uitstoot. 

Het klimaatakkoord van Parijs zorgde in 2015 gelukkig voor een doorbraak; er werd een doel gesteld, maar wel onder voorwaarde dat de 195 landen zelf hun bijdrage mogen formuleren. Stap voor stap kunnen landen die al veel aan vervuiling bijdroegen of nu steeds vervuilender worden omdat zij bijvoorbeeld onze consumptiegoederen zijn gaan produceren, elkaar laten zien wat zij bereid zijn te doen. Tot nu toe gaat dat echter veel te langzaam en zijn de toezeggingen en uitvoering nog volstrekt onvoldoende om het doel te halen.

Een economisch sterk land als Nederland, met zelfs voor Europa een hoge uitstoot per hoofd van de bevolking, kan door veel grotere stappen te zetten in mitigatiebeleid en uitvoering, andere landen bewegen om ook grotere stappen te zetten. Net zoals een geloofwaardige individuele pleitbezorger het collectief in beweging kan zetten, kan een klein vervuilend land andere landen ertoe bewegen hun uitstoot sneller terug te dringen.

Wat denkt Nederland?
In de peiling van het CBS van juni 2021 geeft maar 42%* van de respondenten aan dat het klimaatbeleid van de overheid niet ver genoeg gaat.

(* in een peiling van I&O research uit april 2022 geeft 51% van de respondenten aan dat het kabinet meer zou moeten doen.)

De antwoorden op vragen in de peiling van Yale laten zien dat Nederlanders er in vergelijking met andere Europese landen minder vertrouwen in hebben dat het verminderen van klimaatverandering goed zal zijn voor de economie. Daarnaast vinden Nederlandse respondenten dat hun land niet zo verantwoordelijk is voor het terugbrengen van de uitstoot.

Figuren 4.1 en 3.3 uit Appendix II van International Public Opinion on Climate Change 2022

Het voor het kabinet zo belangrijke draagvlak voor ambitieuzer klimaatbeleid wordt vast niet groter door lekker bekkende uitspraken als “het moet wel haalbaar en betaalbaar blijven” en “laten we elkaar nou niet de maat nemen of we op dit postzegeltje wel genoeg doen”.

Dit laaggelegen doorvoerland, over wiens vestigingsklimaat we zo graag opscheppen en waar eeuwenlang knetterhard gewerkt is aan dijken, polders, natuurgebieden, steden en dorpen, deels teruggeven aan het water omdat je wantrouwend “liever niet eerst wil” terwijl je dat wel kunt, lijkt niet alleen heel kinderachtig maar ook oliedom.

5. Vertrouwen, geloofwaardigheid en maatschappelijke goedkeuring
In de studie van Moore, waarin werd gekeken naar factoren die van invloed kunnen zijn op toekomstige klimaatverandering, kwam naar voren dat de geloofwaardigheid van mensen die pleiten voor effectief klimaatbeleid ook een rol zou kunnen spelen.

En bij het samenstellen van de taxonomie van klimaatzombies bleek dat juist het betwisten van de betrouwbaarheid van deskundigen, journalisten, wetenschappelijke technieken en pleitbezorgers veruit het grootste cluster van misleidende beweringen vormde. Tegenstanders van effectief en ambitieus klimaatbeleid zijn zich er heel goed van bewust dat we minder geneigd zijn iets aan te nemen van iemand die we wantrouwen.

https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2022/08/efy8pr9ueaabcpw.jpg?w=1024

Cranky Uncle cartoon door John Cook

Een eenvoudig retorisch trucje als “op de persoon spelen” is zeer geschikt om de geloofwaardigheid te ondermijnen. Denk bijvoorbeeld aan klimaatwetenschappers of pleitbezorgers met een alarmerende boodschap die ten onrechte alarmistisch worden genoemd. Of aan ‘stropoppen’ over bibberende geitenwollensokkendragers en zwart-witfoto’s waarin duurzaam gedrag gekoppeld wordt aan karikaturen.

Tijdens de coronapandemie hebben we gezien dat dit soort manipulatie, pestgedrag en zelfs intimidatie ook in Nederland extreme vormen aan kan nemen wanneer overheden maatregelen moeten nemen waar sommige burgers moeite mee hebben. Zowel op sociale media, in het persoonlijke leven, als in het politieke debat.

Wat denkt Nederland?
De peiling van Yale gaat helaas niet in op overtuigingen ten aanzien van de betrouwbaarheid van deskundigen en pleitbezorgers. Uit onderzoek van het Rathenau Instituut blijkt gelukkig dat het vertrouwen in de wetenschap in 2021 was toegenomen. Er werd echter niets gezegd over mogelijke terughoudendheid van wetenschappers als gevolg van intimiderend gedrag.

Een peiling van het CBS laat een vergelijkbaar beeld zien wat betreft het vertrouwen in de pers. Ook dat steeg in 2021. Misleidende strategieën die zich richten op geloofwaardigheid zouden er echter wel toe kunnen leiden dat journalisten zich vaker dan nodig gedwongen voelen om ook dat ‘andere geluid’ te laten horen, of in een poging onpartijdig te zijn, proberen om een bericht niet ‘te alarmistisch’ te laten klinken. Daardoor kan het publiek de indruk krijgen dat er meer twijfel is dan daadwerkelijk het geval is of zich onterecht gerustgesteld voelen.

Luidruchtige retorische trucjes als op de persoon spelen en stropoppen kunnen er ook toe leiden dat bezorgde burgers aarzelen om zich uit te spreken omdat ze denken dat ze hun keuzes moeten rechtvaardigen, onderschatten hoe bezorgd anderen zijn of omdat er veel twijfel of polarisatie lijkt te bestaan over klimaatverandering. Terwijl het voor een verschuiving in publieke opinie en ambitieuzer beleid juist zo belangrijk is dat mensen zich wel uitspreken en zichtbaar maken hoe bezorgd ze zijn over klimaatverandering en het ontbreken van ambitieus mitigatiebeleid.

Weerbaarheid tegen misinformatie is belangrijk

Om verdere klimaatverandering tegen te gaan, is een onmiddellijke versnelling van klimaatactie nodig, ook in Nederland. Er is helaas geen tijd meer om dit probleem stapje voor stapje aan te pakken, de klimaatcrisis vraagt om een grote sociale en technologische transitie. Draagvlak voor, en luidere roep om dergelijk ambitieus klimaatbeleid is onder meer afhankelijk van goed geïnformeerde burgers. De Nederlandse deelnemers aan de peilingen lijken, zeker in vergelijking met andere landen, onvoldoende te bevatten dat de klimaatcrisis foute boel is en dat ook Nederland ambitieuzer beleid kan en zou moeten voeren om verdere klimaatontwrichting tegen te gaan, al was het maar in haar eigen belang.

Of deze toch wat zorgeloze en afwachtende houding het directe gevolg is van opzettelijk verspreide misleidende boodschappen is lastig vast te stellen. Allerlei psychologische processen, het te simplistisch voorstellen van het probleem en de oplossingen, persoonlijke voorkeuren en het ontbreken van een eenduidige, urgente boodschap spelen ongetwijfeld ook een rol. Maar ook die factoren kunnen weer beïnvloed zijn door twijfel zaaiende berichten. Opvallend is in ieder geval dat de hardnekkige klimaatzombies lijken na te galmen in de overtuigingen en attitudes van de Nederlanders die deelnamen aan de peilingen.

Misleidende boodschappen zijn schadelijk, watervlug en blijven heel gemakkelijk hangen. Tegen de tijd dat factcheckers en debunkers hun belangrijke werk gedaan hebben, heeft misinformatie zich al als een virus verspreid en blijft onbewust het denken beïnvloeden.

En nu de gevolgen van klimaatverandering, wetenschappelijke bevindingen, treuzelend klimaatbeleid en internationale onrust steeds meer impact hebben op het dagelijks leven, zien gehaaide belanghebbenden en hun marketeers weer nieuwe mogelijkheden voor het verspreiden van misleidende informatie. Deskundigen zien momenteel bijvoorbeeld een gevaarlijke verschuiving naar misinformatie over het klimaat die gericht is op het vergroten van een tweedeling. De verraderlijke illusie wordt gewekt dat er een strijd over klimaatverandering gaande is tussen bevolkingsgroepen. Welke doet er eigenlijk niet toe. Zolang die denkbeeldige kloof maar bestaat, worden er nauwelijks beslissingen genomen en is het op z’n minst ‘business as usual’.

Gelukkig zijn er naast factchecken en debunken nog meer mogelijkheden om het schadelijke effect van misinformatie te bestrijden. Communicatieprofessionals kunnen door het leren herkennen van inhoudelijke en retorische patronen anticiperen op misinformatie en zo hun boodschap beter beschermd de wereld insturen. Daarnaast kan het publiek haar weerbaarheid tegen misinformatie vergroten door het leren herkennen van misleidende trucjes. Manipulatieve boodschappen krijgen zo minder kans om schade aan te richten. En dat zou wel eens hard nodig kunnen zijn.

https://klimaatveranda.nl/2022/08/31/wordt-klimaatactie-in-nederland-ondermijnd-door-misinformatie/

Nieuwe fossiele brandstoffen zijn niet het antwoord op de energiecrisis, een verenigde Europese Unie wel. (Volt Nederland)

Klimaatwetenschappers zijn glashelder: overheden die verdere klimaatverandering willen stoppen, moeten stoppen met fossiel. Deze zomer zat vol alarmerend klimaatnieuws zoals droogte, hittegolven, mislukte oogsten, bosbranden, drinkwaterproblemen en extreem weer. Desondanks wil de Europese Unie de energiecrisis, waar we in de herfst en winter nog last van gaan krijgen, met nieuwe fossiele contracten en oude kolencentrales ondervangen. Volt wil dat de klimaatwetenschap gehoord wordt. 

Fossiele brandstoffen als kolen en LNG mogen en kunnen niet het antwoord zijn op de energiecrisis. Het Internationale Energie Agentschap adviseerde vorig jaar om vanaf eind 2021 geen nieuwe projecten voor het winnen van gas en olie meer te starten.. We zullen op korte termijn fors moeten gaan besparen en de overstap naar duurzame energiebronnen zo snel mogelijk moeten doorvoeren. 

De eerste hoopvolle stappen zijn al gezet. 

Alle lidstaten hebben afgesproken om vijftien procent gas te besparen en om de gasopslagen te vullen tot minimaal tachtig procent. In Duitsland neemt de overheid inmiddels steeds meer maatregelen; in sommige gebieden worden monumenten niet meer verlicht, het zwembadwater wordt minder verwarmd en in sportcentra kunnen mensen alleen koud douchen. 

Toch vraagt de klimaatcrisis om nóg meer urgentie. We moeten in Europa gezamenlijk het maximale gaan doen, om met elkaar zo veel mogelijk gas te besparen en dit zo goed mogelijk te verdelen. De Unie heeft een stevig plan nodig, en daarin mogen gas en kolen geen hoofdrol meer spelen. Dit om te voorkomen dat er de komende jaren nog veel grotere stukken van Frankrijk in brand staan, of dat oogsten op nog grotere schaal verschrompelen door droogte en hitte. Deze zomer toonde de natuur in Europa aan dat de tijd op is. Voor continenten als Afrika, Amerika, het Midden-Oosten, en Azië was dit al langer duidelijk. Daar toont opwarming al langer zijn grillige gevolgen. Maar na deze zomer, weet ook Europa het. 

Voor wie nog twijfelt aan de noodzaak van ingrijpende veranderingen, een aantal records van deze zomer die we al decennia of nooit eerder gezien hebben. En bedenk; de lijst is onvolledig! Klimaatverandering geeft ons op wereldwijde schaal een voorproefje van wat ons te wachten staat.

  • Nog nooit brandden er in Frankrijk zoveel hectaren land. 

  • Spanje, Portugal, Frankrijk, Italië, India, Tunesië (de lijst is nog veel langer) zien allemaal aanzienlijke delen van hun oogsten (tarwe, rijst olijven) verloren gaan.

  • De waterstand in sommige rivieren is zo laag dat de scheepvaart stopt en vissen sterven.

  • In Frankrijk en Engeland kampen gemeenten met drinkwatertekorten. 

  • Energiecentrales schalen af door watertekorten.  

  • In India, Pakistan en Irak steeg het kwik tot rond de vijftig graden.

  • In delen van de Verenigde Staten is het zo droog dat de drinkwatervoorzieningen van miljoenen Amerikanen onder druk staan. 

En dit is slechts wat er gebeurd bij gemiddeld één graad wereldwijde opwarming. 

Ook in Nederland is het veel te droog. We beleven alweer - voor de vierde keer in vijf jaar - een droge zomer. De Waterschappen voorspellen dat er uiteindelijk meer boeren zullen stoppen als gevolg van droogte dan door de stikstof maatregelen. Ook de industrie heeft er last van; achtendertig procent van al onze transporten gaan over de grote rivieren. De Rijn kan moeilijker bevaren worden, door de lage waterstand. De economische en ecologische schade van klimaatverandering is, kortom, enorm en dit is de zomer waarin die schade zich óók snoeihard aan Europa opdringt.

De klok heeft twaalf uur geslagen en tikt ondertussen door. De Europese Unie moet nog beter en intensiever gaan samenwerken, en wat Volt betreft wordt hiervoor een Europese Deltacommissaris aangesteld. We kunnen en moeten samen als één unie aan de slag.

https://voltnederland.org/blog/nieuwe-fossiele-brandstoffen-zijn-niet-het-antwoord-op-de-energiecrisis

Heb principes! Ook als daar een prijskaartje aan hangt (Vrij Nederland)


Dit verhaal is ook te beluisteren. Hoofdredacteur Ward Wijndelts leest voor.

Een paar maanden geleden werd ik benaderd door een publieke omroep met de vraag of ik mijn correspondentenlicht kon laten schijnen over een nieuw programma, een documentairereeks over de duurzame toekomst van Europa. In de serie reist de presentator per trein door het continent op zoek naar oplossingen voor het klimaatvraagstuk.

Een van die afleveringen speelt zich af in Zweden, het land waar alle duurzame hoop op bleek gevestigd. In Zweden geen vuiltje aan de lucht, las ongeveer het draaiboek. Na een bezoek aan klimatologische rampgebieden in Oost- en Zuid-Europa, waar de milieucrisis werd beantwoord met de opening van nieuwe kolencentrales en de intensivering van de veeteelt, moest de treinreis door Zweden een wervelwind worden van rechtschapen mensen en dito projecten.

Het onderwerp ligt in mijn journalistieke straatje en Zweden is het land waar ik de keurig geasfalteerde weg inmiddels beter ken dan in Nederland, dus ik zegde toe. Dit was mijn kans om dat hardnekkige beeld van die feilloze Scandinaviërs eens te nuanceren. Waarom willen we in Nederland zo graag geloven dat er een Noord-Europese staat is waar alles beter gaat en het moreel kompas immer de juiste kant op wijst? Zo hoor je bijvoorbeeld zelden dat in Zweden het laatste beetje natuurlijk bos in ongekende snelheid in de versnipperaar belandt, omdat de staat nog net iets meer geeft om haar liquiditeit dan om haar ongerepte woud.

Afijn: een programma over onze toekomst in het licht van de klimaatcrisis, daar werkte ik graag aan mee. Het thema houdt me bezig. Ik ben klimaatangstig, bang voor wat onze en toekomstige generaties te wachten staat. Allergisch voor de onverschilligheid waarmee het leeuwendeel van mijn bevoorrechte Amsterdamse kennissen verbruikt, verspilt, consumeert en reist. Dat gedrag beperkt zich vanzelfsprekend niet tot welvarende Amsterdammers: ver boven de aanvaardbare ecologische voetafdruk leven is wat de gemiddelde, bemiddelde stadsbewoner in de ontwikkelde wereld verbindt. Dat mógen ze, want ze scheiden toch hun afval, vliegen al niet meer zo vaak en zo ver als voorheen, zijn sinds kort flexitariër en werken toch ook gewoon heel hard? Bovendien: is dit niet iets dat de politiek en het zakenleven moeten oplossen? Ik plant wel een boom op mijn balkon, en nu ajb stoppen met zeuren.

Weekendje Lissabon

Als ik even in Amsterdam ben, bekruipt me soms het gevoel dat ik de enige ben die zich in de supermarkt bij alles dat in een plastic jasje zit of vanuit Ecuador is verscheept afvraagt of ik dat nou werkelijk nodig heb; de enige die matig enthousiast reageert op de verhalen van bekenden over plezierreisjes naar Bali en de Azoren en het weekendje Lissabon, want ‘er even lekker tussenuit’.

Op een slechte dag zie ik elke wegwerpkoffiebeker, elke geplastificeerde boterham, elk overvliegend vliegtuig als de belichaming van onze ongebreidelde decadentie en als voorteken van een naderend einde. Ik weet dat ik hierin niet alleen sta. Grote bewondering heb ik voor mensen als mijn landgenoot Greta en de massa’s jongvolwassenen die de straat op gaan tegen klimaatapathie en loze beloften, alle tieners die politici achter de broek zitten en hun toekomst inrichten met het oog op de menselijke en meer-dan-menselijke wereld als geheel, niet met alleen hun eigen bevrediging als leidraad. Zo zijn er nog vele anderen, oud en jong, die tegen de stroom in zwemmen. Geen gehoor geven aan de westerse, hedendaagse invulling van carpe diem – zoveel mogelijk kopen, zo ver mogelijk reizen, elke dag eten als een koning – maar stille voldoening vinden in een bestaanswijze die is gericht op het beperken van de schade voor alle wezens, zowel levend als nog ongeboren. Die genoegen nemen met precies genoeg, niet altijd op zoek zijn naar meer. Maar in de stad zijn deze mensen veelal onzichtbaar. Je ziet ze niet grazend op een terras zitten, met vijf tassen aan de arm winkel in winkel uit lopen, zich met hun SUV door smalle stegen proberen te wringen.

Schijntreinreis

Het begon er mee dat het ‘met de trein door Europa’-team per vliegtuig zou arriveren. Het bleek een schijntreinreis te worden: of ik even kon regelen dat we ergens in Zweden een mooi traject op beeld zouden kunnen vangen. Gewoon, bij het ene stationnetje erin, bij het volgende er weer uit, even de drone oplaten en terug naar het hotel. Als we die tocht daadwerkelijk over het spoor zouden afleggen, legde de producent uit, werd het hele gebeuren veel te duur. De kosten van de treinrit zelf vielen wel mee, maar wie zou opdraaien voor al die uren onderweg? Nee, daar kon de omroep echt niet aan beginnen.

In een stad als Stockholm, waar je omkomt in de vleesloze opties, is twee of drie keer per dag dood dier eten volstrekt onnodig en, met de kennis van nu, mijns inziens immoreel.

In september was het zover. Ik ontmoette de rest van het team – regisseur, presentator, cameraman en geluidsman – bij ons hotel in Stockholm. Ze kwamen net van de luchthaven; het was hun derde vlucht in zeven dagen. Stuk voor stuk waren het sympathieke mensen. De midweek, vonden ze, ademde de sfeer van een lang mannenweekend. Waar ik per abuis in was beland. Maar iedereen zette zich in, niemand klaagde.

Wat mijn weerzin opwekte, was de complete achteloosheid waarmee deze hoogopgeleide en goedingelichte mannen – ze maakten nota bene een serie over onze al dan niet duurzame toekomst – zelf leefden alsof er geen dag van morgen is. Natúúrlijk heb ik het beste voor met het klimaat, maar alleen tot waar dat niet aan mijn eigen levensstijl raakt. Kennis leidde hier klaarblijkelijk niet tot het zelfinzicht: zou ook mijn bestaanswijze onderdeel kunnen zijn van het probleem?

Zo kauwden de mannen, op een pescetariër na, dag in dag uit naar hartenlust vlees. Het is één ding als je in, zeg, Sarajevo bent en beest is het enige dat je voorgeschoteld wordt. Als principes tot honger leiden, is het redelijk dat je die principes even opzijschuift. Ook geloof ik heus dat er zoiets bestaat als een verantwoorde carnivoor; iemand die een of twee keer per week een stukje lokaal vlees eet van een dier dat een relatief goed leven heeft gehad en niet gevoerd is met soja waarvoor Amazonewoud is gesneuveld. Maar in een stad als Stockholm, waar je omkomt in de vleesloze opties, is twee of drie keer per dag dood dier eten volstrekt onnodig en, met de kennis van nu, mijns inziens immoreel.

Ondertussen was het mijn taak als hosselaar te zorgen dat het niemand aan iets ontbrak. Dat betekende in de praktijk dat ik er, tussen de maaltijden door, dagelijks op uit werd gestuurd om water te kopen. Echt? Zijn er nog mensen die aan de lopende band plastic flesjes water verbruiken in een land waar de kwaliteit van het kraanwater niet onderdoet voor een gebottelde Spa of Evian? Hup, weer vier flessen erdoorheen. Een keer heb ik het ’s ochtends bij het ontbijt gezegd: jongens, we zitten zo vijf uur in de auto. Misschien een idee om een van je vijfentwintig plastic flesjes te vullen als je ze niet allemaal hebt weggegooid. ‘Goed idee,’ antwoordde een van hen nog voor de vorm. Twee uur later stond ik gewoon weer met een berg plastic en een beetje water bij de kassa.

En dan de gesprekken over alle gemaakte en binnenkort te maken reizen. Over herfst- en kerstvakanties naar Namibië, Vietnam, Jordanië en Laos, tussen de talloze werkgerelateerde vluchten door. Iemand onlangs nog naar Riga geweest? Prima stad, en de tickets waren spotgoedkoop.

‘Eigenlijk leef ik ecologisch gezien een heel klein leven,’ vertrouwde een van mijn reisgenoten me op een middag toe. ‘Mijn waterverbruik wordt met het jaar minder,’ zei hij, en hij kocht ‘amper meer iets’. Als zonnepanelen wat mooier en efficiënter waren geweest had hij ze zeker op zijn dak gelegd. Maar ja, wat zijn ze lelijk, hè, en bij een zonneoverschot gaat veel energie verloren, dus waarvoor doe je het dan eigenlijk? Verder woonde hij in een kast van een huis in een welvarende gemeente – hij had me trots de camerabeelden getoond – en vloog hij om de haverklap de wereld rond. ‘Maar dat is voor werk,’ verdedigde hij zich.

‘Ook dat is een keuze,’ antwoordde ik, me er terdege van bewust dat ik mezelf hiermee wegzette als een betweterig, ergerniswekkend links figuur. Maar ben ik niet medeplichtig als ik me niet verzet tegen dit soort drogredenen? Als niemand ooit tegengas geeft, verandert er toch nooit iets? ‘Jij bevindt je in de positie om eisen te stellen,’ vervolgde ik dus maar. ‘Naar jou wordt geluisterd, producenten willen met jou en met jou alleen werken. Als jij zegt: ik doe alleen nog mee aan programma’s in de buurt, of ik maak nog maar één verre reis per jaar en dan schieten we meteen een hele reeks programma’s in die regio, dan heb je een kans dat de industrie rondom jou meebeweegt. Of in elk geval neem je een positie in. Maak kenbaar dat het niet meer van deze tijd is om je kop in het zand te steken, dat met de kennis van nu de werkwijze van de afgelopen decennia niet meer valide is. Iemand moet de rest wakker schudden: hallo, we hebben nog pakweg tien jaar om het leven op aarde van de verdoemenis te redden. Hoe dragen wíj daar welbeschouwd aan bij?’

https://www.vn.nl/wp-content/uploads/2022/06/klimaatdecadentie-1-3-640x853.jpg

Nauwelijks offers

Na een week filmen kwam ik gedeprimeerd thuis. Ik was in de veronderstelling geweest dat zij en ik in een soortgelijke bubbel leefden: van privilege, van hoogopgeleide mensen in de mediawereld die zich bewust zijn van de omvang en de acute ernst van het broeikasgasprobleem. Bewust genoeg om daar Nederland over te willen inlichten. Maar met mijn vliegschaamte, mijn klimaatangst, mijn onwil om mee te gaan in die neokoloniale en kapitalistische waan – dat de aarde er is om over te heersen, te gebruiken, leeg te pompen, in te zetten voor eigen gewin – viel ik toch in een buitencategorie. Ook de goedgeïnformeerde en gezegende mens zegt het een en doet het ander. Klimaatverandering: vreselijk, daar moet iets aan gedaan. Maar not in my backyard.

Soms voel ik me schuldig dat ik mijn comfortabele leventje leef terwijl anderen vechten om hun hoofd boven water te houden.

Laat ik meteen vermelden: ik ben geen heilig boontje. Ook ik heb in mijn leven een paar intercontinentale reizen gemaakt. Ook ik eet als ik ver van huis ben wel eens vis als het veganistische of vegetarische aanbod karig is. Ook ik doe van alles dat de wereld schaadt: ik eet overzeese avocado’s, heb een iPhone en koop nog een enkele keer nieuwe kleren waarvan niemand precies weet hoe en door wie die zijn gemaakt. Ik ben imperfect, maar doe mijn best.

Vlees eten, vliegen en aan de lopende band nieuwe spullen kopen zijn zo’n beetje de schadelijkste dingen die je kunt doen. Dus doe ik die niet, of zo min mogelijk. Een jaar of drie geleden heb ik mijn laatste vlucht genomen. Vlees eet ik al ruim tien jaar niet meer. Nieuwe dingen koop ik alleen als ik ze tweedehands niet vind, en dan bij voorkeur van merken waarvan enigszins te traceren valt waar en hoe ze zijn gemaakt (toegegeven, dat is geen sinecure).

Dit zijn nauwelijks offers te noemen; ik leid nog steeds een zeer bevoorrecht leven. Vergeleken met grote delen van de mensheid eet ik nog steeds als een koning. Ik kan nog steeds op reis, alleen blijf ik wat dichterbij. Binnen een dag treinen ben ik in Nederland, binnen twee dagen ben ik in Noord-Italië of Spanje, binnen drie dagen bereik ik de Algarve. Heb ik die tijd? Niet per se, maar die neem ik. In plaats van drie keer per jaar een week weg te gaan, ga ik een keer een wat langere periode, met in de tussenliggende maanden een paar kortere uitstapjes in de buurt. Zou ik meer kunnen doen? Jazeker. Ik zou net als Greta de barricades op kunnen gaan. Ik zou mijn ecologische voetafdruk nog verder kunnen verkleinen door zelfvoorzienend te worden; ergens te gaan wonen waar ik mijn eigen energie opwek en water afvang. Ik zou, zoals sommige mensen doen, helemaal kunnen stoppen met nieuwe dingen kopen. Ik zou met het beetje spaargeld dat ik heb een lapje bos kunnen beschermen.

Lees ookWaarom je niet perfect hoeft te zijn om kritiek te mogen hebben12 maart 2022
Wij zijn ‘de consumenten’

Soms zou ik willen dat ik dat allemaal deed. Soms voel ik me schuldig dat ik mijn comfortabele leventje leef terwijl anderen vechten om hun hoofd boven water te houden, moeten vluchten voor droogte, bosbranden of de stijgende zeespiegel. Ik leef geenszins in de veronderstelling dat ik het juiste doe waar ieder ander tekortschiet. Ik schiet tekort; ook ik klamp me vast aan mijn privileges. Ook ik blijk niet bereid mijn schrijverij en mijn gemakkelijke Zweedse eilandleven op te geven in ruil voor, zeg, een bestaan als voltijds-activist of biodynamische boer.

We kunnen ook niet allemaal ons leven wijden aan activisme, biologisch boeren of natuurbehoud. De samenleving heeft journalisten nodig, en zorgmedewerkers, kassapersoneel, schoonmakers, IT’ers, politici, agenten, vuilnismannen, voedselproducenten. Maar dat pleit ons niet vrij van verantwoordelijkheid. Eigenlijk is het vrij simpel: zoek uit wat een verantwoorde ecologische voetafdruk is, bereken die van jou, en bepaal waar je moet inschikken om binnen die voetafdruk te blijven. Zonder de bekende excuses (‘ik werk toch hard’, ‘ik heb geen kinderen dus ik mag zoveel vliegen als ik wil’, ‘ik scheid m’n afval’, ‘politiek en het bedrijfsleven lossen het maar op’).

Geloof me: als wij morgen allemaal besluiten geen flesjes water meer te kopen, is de productie daarvan snel beëindigd.

De omvang van ons geluk loopt niet gelijk op met de omvang van ons verbruik. Welvaart is geen synoniem van welzijn. De econoom Ernst Friedrich Schumacher, een voorloper van de degrowth-beweging, schreef dat ‘de maximalisatie van menselijk welbevinden moet worden behaald met een minimum aan consumptie’. Onze aarde is immers begrensd. Daarmee, zegt de Club van Rome al sinds de jaren zeventig, zitten er ook grenzen aan de groei. Onze productie en consumptie moeten drastisch omlaag in het streven naar een sociaal rechtvaardige en ecologisch houdbare samenleving.

Lees ookDe groei voorbij: de oplossing is minder, niet méér23 april 2022

Zijn we als individu (of krant, omroep, organisatie of onderneming) gevrijwaard van enige milieuplicht? Een veelgehoord argument is dat de consument een schuldgevoel wordt aangepraat terwijl het eigenlijke probleem het systeem is, het kapitalisme, onze overheden, het gebrek aan regulering, de lobby-invloed van multinationals, de niet-aflatende groeizucht van diezelfde multinationals. Bla, bla, bla. Zeker: overheden doen te weinig en handelen te traag. Bedrijven wachten op hun beurt tot overheden stappen zetten, want besluit je autonoom de bedrijfsvoering af te stemmen op een uitstootloze toekomst, dan verslechtert vast je concurrentiepositie. Et cetera, et cetera.

We kunnen wachten tot we een ons wegen; wij hulpeloze burgers, overgeleverd aan die machtige industrie en politiek. Maar we kunnen óók het voortouw nemen. Wij zijn ‘de achterban, de consumenten’. Politiek en industrie bestaan bij de gratie van ons. Geloof me: als wij morgen allemaal besluiten geen flesjes water meer te kopen, is de productie daarvan snel beëindigd.

Volgens een recent onderzoeksrapport van ABN Amro kan van echte verduurzaming geen sprake zijn zolang we ons koop-, eet- en reisgedrag niet veranderen. Vergroenen in Nederland helpt niks als we massaal (vervuilende) goederen blijven importeren.
En er ligt een speciale verantwoordelijkheid bij ons, bij jullie, bij de omroepen, de mediaconcerns, de BN’ers, de elite, de directeuren en managers, alle individuen en instanties met invloed. Die bevinden zich in de positie om stelling te nemen, zich te laten horen, te handelen naar de beschikbare kennis.

Als een omroep waar wekelijks zo’n miljoen mensen naar kijken zich aanpast en uitspreekt, kunnen onze bestuurders en CEO’s dat minder makkelijk naast zich neerleggen dan wanneer de buurvrouw dat doet. Wees een voorbeeld. Volg niet, maar leid. Heb principes, ook als daar een prijskaartje aan hangt en ook als dat ten koste gaat van bepaalde programma’s, artikelen, uitstapjes of gemakken. We kunnen heus een beetje inschikken. Zit niet zelfgenoegzaam te wezen omdat je een serie maakt over duurzaamheid of de krant volschrijft over klimaatverandering. Handel zelf ook naar die wetenschap. We hebben geen tijd om te blijven wachten tot anderen het probleem voor ons oplossen.

Het bericht Heb principes! Ook als daar een prijskaartje aan hangt verscheen eerst op Vrij Nederland.

https://www.vn.nl/klimaatdecadentie-principes/

Warmste zomer, overstromingen, branden: 2021 ‘jaar van extremen’ (Welingelichte Kringen)

Qua weer was 2021 "een jaar van extremen" voor Europa, concluderen klimaatonderzoekers die voor de Europese Unie werken in hun jaarlijkse rapport. De zomer was de warmste ooit gemeten, West-Europese landen werden geteisterd door overstromingen en het Middellandse Zeegebied had last van droogte en bosbranden.

Vooral de contrasten in 2021 vallen op, schrijft Copernicus Climate Change Service (C3S) in het Europese Staat van het Klimaat-rapport. Over het hele jaar gerekend lag de gemiddelde temperatuur slechts 0,2 graden hoger dan het gemiddelde van de afgelopen drie decennia. Dat kwam vooral doordat de lente koeler was dan normaal en de vorst lang aanhield. In de zomer werden juist temperatuurrecords gebroken.

Duitsland, België en Nederland werden getroffen door hevige overstromingen na extreme regenval, memoreren de opstellers van het rapport. In Italië werd een officieus hitterecord gevestigd van 48,8 graden. Delen van dat land, Griekenland en Turkije kregen te maken met verwoestende natuurbranden. In totaal ging in het Middellandse Zeegebied 800.000 hectare natuurgebied in vlammen op, becijfert het rapport. Dat komt neer op twee keer het oppervlak van de provincie Noord-Holland.

Europese klimaatdoelen

Het Europese hoofd aardobservatie Mauro Facchini noemt dit soort gegevens essentieel om de Europese klimaatdoelen te bereiken. Hij waarschuwt in navolging van het VN-panel van klimaatwetenschappers IPCC dat "de tijd op raakt" om de opwarming van de aarde te beperken tot minder dan 1,5 graad ten opzichte van de pre-industriële tijd. "Dit rapport benadrukt de noodzaak om actie te ondernemen, want extreme klimaatgerelateerde gebeurtenissen doen zich nu al voor in Europa", zegt Facchini.

Een tegenvaller bij de opwekking van duurzame energie in het afgelopen jaar was de lage windsnelheid in delen van West- en Centraal-Europa. Dit probleem deed zich onder meer voor in Duitsland, Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Tsjechië en Denemarken. Windmolens draaiden hierdoor minder snel en leverden zodoende minder groene stroom dan normaal. Op sommige plekken had het sinds 1979 niet zo weinig gewaaid als in 2021, aldus Copernicus.

https://www.welingelichtekringen.nl/samenleving/3294487/warmste-zomer-overstromingen-branden-2021-jaar-van-extremen.html